De kolenvoorziening van
Nederland
Er zijn
weinig
stemmen
maar veel
echo's
Het geloof
in den vrede
Scheermesjes
Gatiada
RONDOM VAN MEEGEREN!
Woensdag 24 October 1945
HET WEER
tot Donderdagavond
Stormachtige wind tus-
schen Z.W. en W. Na
regen brekende bewol
king met regenbuien.
Iets koeler.
Katholiek Dagblad voor Leiden en Omstreken
Hoofdredacteuren t Rector H. L J. M. Sondaal en Mr. Dr. C. C. A. van HarenRedacteurenProf. Dr. W. Aaaelbergs (Anton
van Duinkerken)en Joop Siebelt; Directeur! G. G. v. Elburg. Bureaux: Papengracht 32, Telefoon Redactie 20015, Administratie 20935
Abonnementsprijzen! f0.26 per week, f 1.10 per maand, £3.20 per kwartaal. Franco per post f4.20*
Er zal zijn oorlog en
gerucht van oorlog
N DE BITTERSTE aller eeuwen, zoo
als Huizinga in zijn laatste boek het
tijdperk noemt, waarin wij dan het min
of meer twijfelachtige genoegen hebben
te leven, volgen oorlog en gerucht van
oorlog elkaar zoo snel op, dat het moei
lijk wordt in den vrede te gelooven en
in elk geval de stelling d^t vrede een
loffelijke uitzondering is, inderdaad de
waarheid zou kunnen benaderen.
Na den eersten -wereldoorlog hebben
wij ten minste nog een tijd lang de il
lusie gekoesterd, dat de oorlog voor
goed zou zijn gebannen. Een dergelijk
drama naar menschelijk inzicht noo-
deloos ontketend en zonder resultaat
beëindigd, mocht zich nimmer meer her
halen. Ontwapening werd de leuze. Geen
cent en geen halfje voor het leger, was
een parool waarnaar een koopmansvolk
kon luisteren. De communisten sierden
zich met het gebroken geweertje, be
halve in Rusland, dat zonder dralen
met de herbewapening begon. Een Vol
kenbond kwam ons in de valsche illusie
versterken.
Het is ongetwijfeld een groote teleur
stelling. dat terwijl de kruitdamp van
den Tweeden Wereldoorlog nog over
de slagvelden hangt er een diep pessi-,
misme heerscht over den afloop van den
vrede. Nog zijn de vredesverdragen niet
gemaakt, ja men is er zelfs officieel
nog niet aan begonnen of men gelooft
wederom aan de mogelijkheid van een
volgenden oorlog. Geen land dat er aan
denkt zich te ontwapenen.
Weliswaar haastten Engeland en Ame
rika onder een sterken druk der publie
ke opinie, zich te demobiliseeren en doet
Engeland dit zoo snel, dat er geen troe
pen overbleven om de Japansche capi
tulatie te effectueeren, weliswaar had
Engeland daarvoor zooveel schepen
noodig, dat onze regeering om de eigen
schepen, welke voor troepentransporten
naar Indië noodig zijn. moest bedelen,
maar men zegt er niet bij, dat het groot
verlof waarmede de troepen naar huis
gaan een onbeperkt verlof zal zijn.
De Londensche conferentie is zoo
grondig mislukt, dat men de onmoge
lijkheid heeft ingezien de mislukking
met schoonklinkende phrasen te bedek
ken.
Rusland speelt zijn imperialistische po
litiek niet meer achter de coulissen.
Het zal niet rusten voor het zich in
den Balkan en in Hongarije omgeven
weet door staten die net zoo democra
tisch zijn als de Sovjet Unie. Dan ligt
daar het Duitsche vacuum en een Wes-
tersch blok, dat in lange nog niet op
dien titel aanspraak kan maken.
Men kan veel sombere deducties ma
ken. Er komen nog veel conferenties
van leidende staatslieden of van staats
lieden, die worden geleid, waarop al
lerlei plannen, voor den vrede zullen
worden gesmeed. Men hoopt, dat de
tweede Volkenbond iets meer zal wor
den dan een doodgeboren kind.
Voorloopig echter schijnt men het er
alleen eens over te zijn, dat de atoom
bom geen oorlog kan voorkomen. Rus
land heeft phantastische plannen om
zijn niet te ontkennen achterstand op dit
punt in te halen. De atoombom zal niet
het geheim blijven van Amerika. Het is
echter geenszins noodzakelijk zich hier
mede alle verschrikkingen voor oogen
te halen, welke dankbaar of niet denk
baar zijn. Ook het gas is een verschrik
kelijk wapen, maar ziet in den jong-
sten oorlog heeft geen der partijen er
gebruik van durven maken uit vrees,
dat de andere partij met gelijke munt
zou terugbetalen.
Tegen een atoombom Is geen afweer
mogelijk. Er zal altijd wel een vlieg
tuig (met een snelheid van 100 km. per
uur op een hoogte van 15 km.) door
de verdediging kunnen glippen.
Het is niet goed een oorlogspsychose
aan te kweeken. Verkeerd is het zich
in oorlogsverschrikkingen te vermeien,
zooals sommige menschen doë'n. Wie
zich realiseert op welk een wonder
baarlijke wijze Nederland op het laat-
(Vervolg op Pag. 2.)
PRODUCTIE STIJGT
PER DAG
Nu de winter steeds dichter bij komt,
gaat hoe langer hoe meer ieders aan-
dacht naar de kolenproductie in de 3311
Nederlandsche mijnen. Want menigeen miinuiarkarc
heeft nog maar slechts een klein ge-
deelte ontvangen van de in het voor- Gil IH3tGrÏ3iGI1
uitzicht gestelde hoeveelheid kolen.
Maar ook fabrieken en bedrijven volgen met belangstelling de ontwik
keling van de kolendelving in Limburg. Zonder kolen de spil van
het economische leven kunnen geen machines draaien, kunnen geen
nijvere handen voor herstel van de geslagen oorlogswonden gaan
werken.
Benoodigd minimum
bijna bereikt!
Gedurende de laatste weken
is een flinke verbetering inge
treden in de hoeveelheid kolen,
die thans per dag worden ge
dolven. Bedroeg gedurende de
maand Augustus de gemiddelde
opbrengst 18.000 ton per dag,
in September steeg dit cijfer tot
meer dan 20.000 ton, terwijl
reeds begin October een pro
ductie van 22.000 ton per dag
werd bereikt. Binnenkort hoopt
men een hoeveelheid van
25.000 ton per dag te kunnen
delven, waarmede men niet ver
meer verwijderd zal zijn van
het benoodigde minimum van
26.000 ton per dag.
Duizende) mijnwerkers
tekort.
OP TABAKSBON
Het rijksbureau voor me
talen maakt bekend, dat
met ingang van 25 Oct. a.s.
aan de daarvoor aangewe
zen winkeliers is toege
staan, om per ingenomen
tabaksbon R 16, vijf scheer
mesjes af te leveren.
Op het oogenblik komt men
in de Nederlandsche mijnen
eenige duizende mijnwerkers te
kort. Onmiddellijk na de be
vrijding verlieten velen de mij
nen, aangezien duizenden uit
.alle deelen van ons land tijdens
de bezettingsjaren in de mijnen g
waren gaan wenken, teneinde p
vrijgesteld te worden van uit
zending naar Duitschland.
Recruteering van mijnwer
kers buiten de provincie Lim
burg is in eigen land zeer moei
lijk. Alhoewel de delving van
kolen een nationaal belang is,
kan men buiten de mijnstreek
zoo goed als geen belangstel
ling vinden voor dit werk.
Geen Duitsche mijnwerkers
wel Polen?
Van groot belang is het
vraagstuk van tewerkstelling
van Duitschers, hetzij burgers,
hetzij krijgsgevangenen. De
Duitschers hebben zich tijdens
de bezetting door hun houding
en door hun optreden zoo ge
haat gemaakt in de mijnstreek,
dat Nederlandsche mijnwerkers
onder geen beding met de
Duitschers willen werken. Dit
wordt in strijd geacht met de
beroepseer van de Nederland
sche mijnwerkers.
Bij een juiste beoordeeling
van deze feiten mag men vooral
niet uit het oog verliezen, dat
bij geen enkel werk zoo'n ka
meraadschap is vereischt als bij
het inspannende en vaak ge
vaarlijk werk in de mijnen.
Vooral dit laatste argument is
van de allergrootste beteekenis.
Van de zijde der overheid
wordt als laatste oplossing
thans de mogelijkheid overwo
gen, Polen te laten werken,
wanneer niet voldoende in-
heemsche werkkrachten gevon
den zouden worden. Want voor
een grooter kolenproductie
beslist noodzakelijk zijn
meer werkkrachten noodig.
Tekort aan materialen.
Voor een aanzienlijk deel is
de opvoering van de kolenpro
ductie afhankelijk van de voor
ziening der mijnen met mate
rialen. Gedurende de laatste
vier jaar is het niet mogelijk
geweest vernieuwingen aan te
brengen en verouderde installa
ties en materialen te vervan
gen. Wie een mijnbedrijf in
werking heeft gezien, met eigen
oogen de enorme slijtage heeft
aanschouwd, waaraan de pro
ductiemiddelen onderhevig zijn,
vraagt zich met bewondering
af, hoe het mogelijk is, dat op
het oogenblik alles nog zoo be
trekkelijk vlot verloopt. Zulks
te meer, daar de Duitschers bij
hun terugtocht bijna 80 procent
van de krachtcentrales vernie
tigden en slechts voldoende
stroom overlieten om het wa
ter uit de mijnen te houden.
Na inspanning van alle krach
ten en mede door aanvoer van
machines uit Zwitserland,
slaagde men er in korten tijd
in, de electrisehe centrales te
herstellen. Naarmate het Ne
derlandsche bedrijfsleven in de
naaste toekomst weer op gang
komt. kunnen machine-, leder
en textielfabrieken en andere
bedrijven weer ingeschakeld
worden in de voorziening van
de mijnen met de benoodigde
materialen. Invoer uit het bui
tenland is, mede met het oog
op onze deviezenpositie, voor
loopig onmogelijk.
Van groot belang is de aan
voer van mijnhout. De Neder
landsche bosschen zijn door de
Duitschers gedurende de oor
logsjaren dusdanig gedund, dat
een verder kappen van hout
niet verantwoord is. De geal
lieerden hebben ons evenwel in
Duitschland 17.000 M3. geveld
hout toegewezen, alsmede een
hoeveelheid van 140.000 M3. op
stam toegezegd. Daarmede kan
voorloopig in de Nederlandsche
behoeften worden voorzien.
Amerika staakt.
Voor de Nederlandsche kolen-
voorziening beteekenen de sta
kingen in de Ver. Staten een
ernstige handicap. Gedurende
de periode van 1 Sept. tot 1
Jan. 1946 was aan ons land een
kwantum van 600.000 ton toe
gezegd. Van deze hoeveelheid
is tot dusverre nog slechts
150.000 ton ontvangen. Geluk
kig schijnen de stakingen in
Amerika weer af te nemen, zoo
dat binnenkort wederom op
aanvoer van die zijde kan wor
den gerekend. Mede waar het
hier om gaskolen van zeer goe
de hoedanigheid gaat. dringend
benoodigd door gasfabrieken en
electrisehe centrales, is de her
vatting van de toegezegde le
veranties voor ons land van vi
taal belang. Compensatie im
mers kan niet worden verkre
gen door aanvoer uit het Ruhr-
gebied, daar geen wijziging
kan worden gebracht in de aan
Nederland door de geallieerden
toegewezen hoeveelheid.
BENOEMINGEN.
Tot Diocesaan Aalmoezenier van de
Jonge Boeren- en Tuinders (L.T.-bewe-
King) is door Z.H.Exc. de Bisschop van
Haarlem benoemd den zeereerw. heer
H. M. J. Brans, rector te Haarlem.
in de bloemetjes
Als een duurzame herin
nering aan Nederland en
als symbool van weder-
zijdsche hoogachting en
vriendschap zullen het aan
staande voorjaar honderd
duizenden Nederlandsche
tulpen aan de Canadeesche
Bteden fleur en luister bil
zetten. Dit blijk van dank
aan het Canadeesche leger,
dat Nederland bevrijdde, .is
in Canada met groote er
kentelijkheid aanvaard. De
bollen zijn een geschenk
van de Nederlandsche re
geering.
QUISLING GEëXECUTEERD?
Volgens het blad ..Aftenpos-
ten" zou Vidkun Quisling, die
wegens hoogverraad ter dood
veroordeeld werd, in het fort
Akerhus aan de haven te Oslo
geëxecuteerd zijn. Over dit be
richt is nog geen officieele be
vestiging ontvangen.
WAAR ZIJN DE VISSCHEN
IN DE ZEE?
Met behulp van een „vis-
sehers-radar" kan men ontdek
ken waar scholen visch zich in
het water bevinden. Het toestel
ziet er van buiten uit als een
doos, met een plattegrond aan
een der kanten. Zoodra het toe
stel in werking wordt gezet,
wordt de oceaan er met al zijn
diepten op afgebeeld, met be
rekeningen in voeten en in va
demen. Tusschen den bodem
van de zee en een lijn zes voet
onder de wateroppervlakte
worden groepen visschen er op
aangegeven. De visschers kun
nen er dus direct met hun boo
ten op afstevenen. Het eenige,
wat het toestel nog niet kan, is
zelf de visschen vangen!
Herhaaldelijk vraagt men mij: „Wat
denk jij van v. Meegeren?" Is hij geen
knappe vent, geen geweldig kunste
naar?
Neen, mijn waarde; v. Meegeren be
zit slechts een groote kunstvaardig
heid. En dat is nu juist het verschil:
geen kunst, maar kunstvaardigheid. Hij
is knap, zelfs zeer knap in het na
bootsen van een bepaalden meester of
diverse bepaalde meesters. Hij heeft
al de eigenschappen, vooral de tech
nische, van b.v. Vermeer zoo door
grond, dat hij kan schilderen „als"'
Vermeer.
Doch aangenomen, dat Vermeer de
„Emmaüsgangers" geschilderd had,
dan is het nog zeer de vraag of hij
ze zóó zou geschilderd hebben, zoo
als v. Meegeren dat gedaan heeft,
want v. Meegeren heeft slechts een
schilderij gemaakt in den trant
van Vermeer.
Ik begrijp niet goed, waarom men
zich blijft druk maken over deze zaak.
Voor mij is ze betrekkelijk eenvoudig
en ik kan den schilder v. Meegeren
dan ook niet anders zien dan als. een
handige jongen.
Toen ik enkele jaren geleden de
„Emmaüsgangers" in Boymans zag,
was ik persoonlijk in het geheel niet
enthousiast over dit schilderij en het
bleef voor mij een raadsel, waarin nu
eigenlijk dat wonderschoone, diepge
voelde en devote gehalte te zoeken
was. Maarde zeer kundige ex
perts zouden het wel beter weten en
omdat het een Vermeer was, was het
schoon. Wat moet Han v. Meegeren
gegnuifd hebben. Jammer, dat hij niet
den moed had om reeds toen te zeg
gen: i k heb het gemaakt en dus is
het niet meer schoon.
Wat moet men nu concludeeren?
Ofwel v. Meegeren heeft het niet ge
maakt of de heeren experts kunnen
er niets van. Is het geen Vermeer,
doch een v. Meegeren, dan moeten die
heeren ronduit verklaren, „het is en
blijft even schoon als wanneer Ver
meer het geschilderd had: het heeft
dezelfde artistieke kwaliteiten en in
nerlijk gehalte en Boymans is in liet
bezit van een zeldzaam mooi schilde
rij. En indien v. .Meegeren zich be
reid verklaart de signatuur te veran
deren in zijn eigen naam, zoo zou hier
mee de zaak, d.w.z. de artistieke kant
van de zaak als afgedaan kunnen be
schouwd worden. Het is vanzelfspre
kend fout, dat v. Meegeren het werk
met een anderen naam dan den zijne
onderteekent en ook dat bewijst mijns
inziens, dat hij geen groot kunstenaar
is, maar een fantast en zeer met zich
zelf ingenomen.
Hoe het ook zij en hoeveel Ver-
meer's hij ook nog schiledrt. een
prachtige reclame is voor hem ge
maakt en men zal hem niet zoo gauw
vergeten. En als hij dan ook nog de
fantastische sommen aan geld ontvan
gen heeft, waarvan men zegt, dat ze
in de millioenen loopen, dan kan ik
niet anders zeggen dan wat ik reeds
boven zeide. namelijk: dat hij een han
dige jongen is, een zeer handige, ouwe
jongen!
Wat jammer, dat al dat geld nu ge
blokkeerd is! Doch, doet 't hem maar
eens na.
WIJNAND GERAEDTS.