Neder landsche V olksbeweging BINNENLAND De Bisschop komf DE BURCHT Katholiek Dagblad voor Leiden en Omstreken No. 11 ZATERDAG 30 JUNI 194Ï Bureaus Redactie en Administratie OUDE RIJN 1. TEL. 22777 Abonnementsprijzen: 1.0.26 per week f. 1.10 per maand f. 3.20 Der kwartaal Dinsdagavond a.s. houdt de Neder - landsche Volksbeweging een groote bijeenkomst, waarop o.a. spreken zal Mr. Bach. Vanzelfsprekend vragen onze Katholieken: „Wat is de Neder- landsche Volksbeweging en hoe staan wij er tegenover?" De eerste vraag wordt het duide lijkst beantwoord door de geschiede nis van haar ontstaan. De N.V.B. is gegroeid uit een kleine kern, ontstaan in het gijzelaarskamp St. Michiels gestel, waar verschillende personen van uiteenloopende wereldbeschou wingen, van verschillend geloof begre pen, dat zij veel gemeen hadden in op vatting en streven. Meerdere ver schillen bleken niet zoo groot te zijn als aan den buitenkant door den in druk werd gewekt. Het werd duidelijk, dat een beter be grijpen der dingen een meer waardee- ren van elkander meabracht. Dit alles leidde ertoe, dat zich geleidelijk in ons land kleine clubs vormden, waarin Ka tholieken en niet-Katholieken met el kander „in gesprek" kwamen over de actueele problemen van nu en straks en den geestelijken achtergrond, waar tegen ieder deze problemen zag afge- teekend. Deze kleine clubs hebben zeer vrucht baar gewerktt. Nu, in de vrijheid waarin wij leven, wil dit streven zich met breeder golgslag aan ons volk openbaren. Van groot belang is, dat de N.V3. geen politieke partij wil zijn. De meest juiste weergave van de bedoeling van de Nederlandsche Volksbeweging is dunkt ons deze: „Elkander gelegenheid geven te leeren kennen wat er leeft bij iedere groep en zóó te kom er. tot een breedere en dieperse samerwerking. In het begrip „Volksbeweging" ligt echter voor dit streven iets tegenstrij digs. Studie, samen-ingaan op de pro blemen is alleen mogelijk in klein ver band en dan nog door menschen, die in staat zijn om „een dergelijk ge sprek" te voeren. Als „Volksbeweging", met groote vergaderingen en bijeenkomsten, vree zen wij, dat zij te hoog zal grijpen, verwarring za stichten en daardoor haar doel niet zal kunnen bereiken, hetgeen ons eerlijk gezegd zou spijten voor de prachtige krachten, die zich inzetten. DE MINISTER VAN OORLOG GELAST de Dienstplichtige onderofficieren en eventueel Reserve-Personeel beneden den rang van 2de Luitenant, die zich nog niet lieten registreeren en die op 10 Mei 1940 tot de Koninklijke Land macht behoorden, zich persoonlijk aan te melden ter registratie. De Aanmeldingsbureaux voor Oor logsvrijwilligers zijn belast met de re gistratie van bovengenoemd personeel. Voor de gemeenten Leiden, Voor schoten, Zoeterwoude, Leiderdorp, Val kenburg, Rijnsburg, Katwijk, Noord- wijk, Oegstgeest, Warmond. Voorhout, Sassenheim, Lisse, Noordwijkerhout en Hiilegom is dit Bureau gevestigd te LEIDEN. NOORDEINDE 5. Het Aanmeldingsbureau voor Oorlogs vrijwilligers te Leiden is geopend: van 9.00 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 18.30 uur. Zij wier familienaam aanvangt met een der letters: A. t/m. G. melden zich van Woens dag 4 t/m Vrijdag 6 Juli; H. t/m R. melden zich van Maandag 9 tm Vrijdag 13 Juli; S. t/m Z. mélden zich van Maandag 16 t/m Donderdag 19 Juli. De Minister van Oorlog, o.l. het Hoofd Aanmeldingsbureau voor Oorlogsvrijwilligers te Leiden, De Res. Kapitein J. C. WAGTENDONK Jr. Leiden, 28 Jum 1945. DE AARTSBISSCHOP VAN URTECHT EN DE BISSCHOP VAN HAARLEM hebben Zondag 16 Juni 1945 een her derlijk schrijven doen voorlezen, waaruit wij het volgende nog eens on der de aandacht brengen van onze lezers. Groot is onze dankbaarheid jegens God voor de bevrijding van ons vader land. Wij mogen zeggen, dat ons volk als geheel standvastig is gebleven in zijn liefde en trouw jegens het vader land. Wij mogen zeggen dat ons Ka tholieke volksdeel daarin niet is ach tergebleven en Wij zijn U dankbaar voor de volgzaamheid aan de leiding van het Episcopaat en de geestelijk heid, wanneer Wij de Katholieke be ginselen openlijk moesten stellen tegen over de aanranding van het Katholief Geloof en de menschelijke waardig heid. De gevolgen van den oorlog lig gen nu voor ons: zoowel geestelijk als materieel is deze oorlog niet ongemerkt aan ons voorbijgegaan. Hier en daar zijn zelfs diep. wonden geslagen in ons volk. Het herstel van ons vaderland zal met kracht ter hand genomen moe ten worden. Wanneer wij dan dat herstel voor ons zien, zal het niemand verwonderen, wanneer wij op de aller eerste plaats denken aan het herste van het normale gezinsleven, het hui selijk leven, dat misschien nergens ter wereld zoo sterk heeft gebloeid als in ons land. Het gezinsleven, waarin de geloofsovertuiging het schoonst kan opbloeien, heeft bijna vijf jaar lang veel geleden. Onze kinderen, onze jongens, onze mannen weer terug in het eigen gezin, onze gezinnen weer terug naar eigen huis en haard, voorzoover het maar eenigszins mogelijk is: dat zal een noodzakelijke voorwaarde zijn voor den goeden geestelijken opbouw van geheel ons volk. Het geloofsleven zal zich het gemakkelijkst herstellen in de van ouds gewende eigen omgeving van het gezin. Dan spreken de Bisschoppen over den ontzettenden nood waaronder tienduizenden gebukt gaan. B. G., Gij, die gespaard zijt gebleven voor deze verschrikking van den oor log, gij moogt God wel bijzonder dank baar zijn voor die weldaad, en gij moet een bijzondere naastenliefde toonen in de hulp, die gij aan hen gaat ver- leenen. Zeker, ook gij hebt van dezen oorlog de gevolgen ondervonden zooals ieder Nederlandsch gezin, zij echter meer dan gij. Wij hebben de overtui ging, dat gij zult helpen, omdat Wij Uw vrijgevigheid hebben gezien in den afgeloopen tijd, toen gij allen elkaar op bijzondere wijze hebt geholpen met voedsel en geld, met kleeding en dekking. De Bisschoppelijke hulpacties, door Ons ingesteld, hebben veel werk ver richt in de maanden voor de bevrij ding, dank zij Uw vrijgevigheid, dank zij Uw samenhorigheidsgevoel met de slechtoffers. Meer dan anderhalf mil- lioen aan geld en meer dan twee mil- lioen aan goederen in natura hebben zij in de maanden voor de bevrijding kunnen besteden aan de oorlogsslacht offers. Het is Onze wensch, dat deze Bis schoppelijke Hulpacties haar zegenrijk werk zelfstandig voortzetten ook nu na de bevrijding. Haar taak zal echter aanmerkelijk verzwaard worden, omdat de nood nu veel omvattender is geworden. Niet alleen het eigen Bisdom heeft zijn el lende, andere Bisdommen zijn nog zwaarder getroffen. Niet alleen onze eigen geloofsgenooten zijn getroffen, maar ook onze medeburgers. In den afgeloopen winter hielpen Noord en Oost het Westen, na de bevrijding hielp Zuid Noord: nu gaan de grenzen wegvallen en moeten de niet-getroffe- nen alle getroffenen helpen in heel ons land. Daarom B.G., doen Wij een beroep op Uw hulpvaardigheid. Vooreerst door met groote naastenliefde de inza melingen in natura te doen slagen, die overal in den lande gehouden worden, om de getroffenen te helpen aan een bescheiden installatie van leeggeplunderde huizen. Hier helpt Ter viering van het 275-jarig bestaan der S' Petros-parochie draagt Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem, morgen om halfelf een Pontifi cale Mis op in de St. Petrus- Kerk te Leiden. Morgenavond celebreert Z.H. Ex cellentie een Pontificaal Lof in de Dekenale Kerk aan den Hee rensingel, ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van den Vriendenkring van het Al lerheiligste Sacrament. geen inzameling van goederen, die gij zelf niet meer bruikbaar vindt: hier zult gij met liefde en dankbaarheid in Uw hart moeten afstaan, wat voor Uw eigen huiselijk gezinsleven niet direct noodzakelijk is. Hier zult gij zeker moeten afstaan als een onderlinge hulp, wat alsover- tollig in Uw gezin beschouwd kan worden. Wij weten, dat de Overheid straks het volledig herstel van dat ge zinsleven mogelijk zal moeten maken, maar Wij begrijpen haar moeilijkhe den, om dat direct te kunnen doen. Door onderlinge hulp moet nu het Ne derlandsche volk het begin van dat herstel mogelijk maken. De materieele ellende, door dezen oorlog veroorzaakt, moet gezamenlijk gedragen worden. Dat zal U offers kosten, maar die moet gij met groote liefde en dankbaarheid brengen. Ten tweede schrijven Wij een nieuwe collecte voor, te houden in alle kerken op Zondag 1 Juli as. voor de Bis schoppelijke hulpacties, opdat zij de aankoopen, die zij gedaan hebben of nog zullen doen, kunnen betalen. Deze collecte willen Wij op heel bijzondere wijze, nog meer dan anders, bij U aap- bevelen. Wij zouden U willen vragen Uw bijdragen te verdubbelen, ja des noods te vertienvoudigen, wanneer zulks kan, om het werk van de Bis schoppelijke hulpacties mogelijk te maken. Ook de noodvoorziening van de verwoeste kerken valt onder haar hulp verleening, vooral wat betreft de H. Vaten en Misgewaden, altaarbenoo- digdheden en noodaltaren. Helpt elkander zoo, dat gij allen weer in Uw eigen gezin aan Uw chris telijk leven kunt werken. Laat in dezen grootschen tijd Uw christenhart spre ken met een warmte van meeleven, die ongekend is onder ons. Denkt aan het huisgezin van Nazareth, dat ook verdreven is geweest naar Egypte: toen zij teruggekeerd waren naar Nazareth, nam Jezus toe in welbehagen bij God en bij de menschen. HET WOORD IS AAN HET NEDERLANDSCHE VOLK. De Regeeringsverklaring. Wat zouden wij nog toe moeten voegen aan het waarlijk koninklijk woord, waarmede H. M. de Koningin het nieuwe Kabinet inleidde en aan de forsche rede van minister-president Schermerhorn, die een regeringspro gram ontvouwde, dat klinkt als een klok. Wij zullen de komende dagen verschillende punten uit dit program naar voren brengen. Hoe lang de rede ook was, zij bevatte geen franje, maar ging in alle deelen recht op het doel af. Twee zaken zijn duidelijk: de gewel dige problemen, waarvoor ons volk zich ziet gesteld en de vastberaden wil van de Regeering om ze niet uit den weg te gaan, maar ze met even door tastende als ingrijpende maatregelen op te lossen. Indien wij, burgers van den Nederlandschen Staat, ons nu ook bewust zijn dat wij de Regeering niet alleen moeten laten staan, maar dat het mede van ons zal afhangen of het herstel zich spoedig en krachtig zal kunnen ontwikkelen, ja dan zal Ne derland zich herstellen van de toege brachte slagen. Geen Regeering, uit welke knappe koppen zij ook bestaat, zal slagen, indien wij niet offerbereid zijn, indien ieder van ons niet de hand aan den ploeg slaat. Geen Regeering kan ons de stuk geslagen welvaart terugbezorgen. Dat moeten wü doen onder de leiding van hen, die daarvoor de lijnen aangeven. Dat dit zal geschieden met het volk door middel van een nood-parlement en zoo spoedig als dit technisch mo gelijk is door middel van een opnieuw gekozen parlement, is een eisch well/: de Regeering heeft begrepen. De Minister-president vergeleek zijn kabinet met een team. Wij dachten aan het team van generaals, waar mede Eisenhower zijn troepen ter overwinning heeft geleid. Dat was „samenspel". Een samenspel van lei ding en troep. Wij gelooven, dat het team-Schermerhorn ook op de troepen waaruit het Nederlandsche volk be staat kan rekenen. Er is samenwerking noodig. „Een onzer eerste plichten tegenover God, tegenover onze volksgemeenschap en tegenover onszelf is den bestaanden drang naar saamhoorigheid verder te ontwikkelen en het hoogste en beste wat in ons leeft in dienst te stellen van onze volksgemeenschap." En dit niet in slaafsche onderwor penheid of in een geestdoodende uni formiteit, neen: „Wij willen aldus de Konin gin ons er toe zetten onszelf geestelijk op te bouwen en onze kinderen, elkeen naar eigen over tuiging, opdat wij als volk de moei lijkheden, die wij op onzen weg zullen ondervinden, te boven kun nen komen". Het woord is aan het Nederlandsche volk. GEMEENTERADEN. Menigeen die belang stelt in het ge meentelijk leven, waagt of de ge meenteraden terug komen, wanneer zij weer komen en hoe Men wil zoo gauw mogelijk van het leidersbeginsel af. Men wil openbaarheid van behande ling, ook der gemeentezaken. Een Koninklijk Besluit van 12 April 1945 opent de mogelijkheid tot de in stelling van tijdelijke gemeenteraden. Er is echter een wezenlijk verschil met de bestaande raden der gemeen ten, want de leden van deze tijdelijke raden worden niet gekozen door de in- zetenen, maar door een kiescollege. De gang van zaken is aldus. De Bur gemeester stelt met een commissie van 3 door hem te benoemen vertrouwens mannen, een aanbevelingslijst op voor de leden van het kiescollege. Vervol gens benoemt uit deze aanbevelingslijst de Commissaris der Koningin de leden, die drie maal zoo talrijk zijn als die van de oude gemeenteraden. Bestond de raad uit b.v. 13 leden, dan komt er een kiescollege van 39 man. En dit col lege kiest vervolgens 13 leden voor den tijdelijken raad, indien tenminste de Minister van Binnenlandsche Zaken bepaald heeft, dat in die en die ge meente een dusdanige verkiezing zal plaats vinden. Wij zien in zoo'n tijdelijken raad geen enkele waarborg, dat daarin de in het volk levende schakeeringen tot uit drukking zullen komen. Een Burge meester, die wat handig weet te manoeuvreeren, krijgt een tijdelijken raad naar zijn zin en niet een tegen zijn zin. Het hangt van de beslissing van den Minister v. Binnenlandsche Zaken af, of er in een gemeente een tijdelijken raad komt of niet. Vervolgens, aan de tijdelijke ge meenteraden heeft men nog gauw een aantal bevoegdheden van den gewonen raad ontnomen. Indien men dan nog weet, dat krachtens het besluit op den Bijzonderen Staat van Beleg de raden geen verordeningen mogen vaststellen dan in overleg met, lees: onder, goed keuring van het Militair Gezag, dan ligt de conclusie voor de hand, dat deze tijdelijke raden van democratisch standpunt bekeken, niet veel meer zijn dan een wassen neus. Waarom heeft men de leden van den ouden gemeenteraad, die volgens het thans weer van kracht geworden ar tikel 29 der Gemeentewet ook nu nog zitting hebben, niet als zoodanig er kend? Welke reden was er om over Grondwet en Gemeentewet heen te loopen? Is men zoo beweesd te worden herinnerd aan de uitspraak, die het Nederlandsche volk kort vóór den oor log heeft gedaan en dacht men nu heusch, dat de inval der Dultschers alle waarden heeft omgefcwrd?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

De Burcht | 1945 | | pagina 1