Jlirtuirr geiitöcitt (imirant
Abonnementsprijs:
per 3 mbanden 2*?f, vermeerderd met
0.15 incassokosten. Per week 19 ct
Losse nummers 5 ct. Zaterdagnummers
met Zondagsblad IV» ct. Alles bij
vooruitbetaling.
Advertentieprijzen:
24 CL per regeL Ingezonden Mede-
deelingen 46 ct per regel. Minimum
5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con
tract belangrijke korting.
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Sur. Redactie en Administratie:
No. 6417
DONDERDAG 1 MEI 1941
21e Jaargong
IN DANKBARE
NAGEDACHTENIS
Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruïne
overleden
of. Slotemaker de Bruïne is heenge-
het is ons moeilijk dit feit in heel
beteekenis door te denken. Want deze
die immer vol was van actie en rijk
warmte, heeft nu zijn taak op aarde
ndigd. Hij heeft gewerkt zoolang het
was, ja, tot in den avond, maar thans
st oog gesloten, de hand rust, de mond
gt. Zijn gestalte, tot oplettend luiste-
spoedig ietwat gebogen, is nu gestrekt,
gulle lach wordt niet meer gehoord,
ij weinigen scheen de afstand zoo groot
chen de bewegelijkheid van het leven
ie starre stilte van den dood Toch is
deze lamp, die tot het laatst haar licht
ipreidde, gedoofd en is het moment
dat wij, voordat het leven voortgang
it, ons bezinnen moeten en willen op
jeen deze man in zijn lange leven van
zijdige activiteit heeft mogen zijn.
list omdat dit bestaan van meer dan
tntig jaren aan leven zoo rijk was,
rom heeft het zulk een aanlokkelijke
i en is het zulk een dankbare plicht,
dezen notariszoon uit het oude Huge-
tngeslacht een acte van verdiensten te
jen opmaken. Want de schoonheid van
leven is ook geweest, dat het. hoezeer
scheen uiteen te vallen in een bonte
<s van bezigheden, toch vol is geweest
harmonie en steeds gekenmerkt door
gedachte van eenheid. Prof. Slotema-
de Bruïne heeft niet maar te hooi en
[ras iets aangepakt om het weldra v
zich af te werpen, wanneer de aan-
ht zich op iets anders concentreerde,
waar hij met het leven in al zijn
akeeringen in aanraking kwam,
ep hij het aan en bracht het in nauw
itact met zijn beginsel.
Prof. Slotemaker de Bruïne heeft het
en dan ook niet vermeden, heeft niet
vlucht genomen in studeerkamer of
stvertrek. Ook hierin kwam de harmo-
in dit bestaan aan den dag. Want.
ag predikant in het Friesche dorpje
«ulerwijk met zijn droeve sociale toe-
inden en slechte economische verhou-
igen, heeft hij er zich niet toe bepaald,
gezette tijden zich vanaf den kansel
het volk te vertoonen, doch hij wierp
i onder de menschen, greep de maat-
appelijke vraagstukken aan en zocht
ider rust naar oplossing en verbetering.
Zoo is het gebleven, toen hij elders het
edikambt aanvaardde, toen hij hoog-
raar werd, toen hij in het sociale en
litieke leven al meer naar voren trad.
veel, maar ook, wat hij deed, dat
éd hij met alle kracht. Ook daardoor
rden in zijn breede activiteit de tegen-
Uingen vermeden. Er gaapte bij hem
en kloof tusschen woord en daad, er was
•chte verwantschap tusschen den rijken
oom van literatuur, welken hij de we-
d inzond, en zijn leven zelf. Op wat hij
npakte legde hij zich toe ook. Hoe ver-
gd was niet zijn betoog, hoe kloek zijn
isbouw, hoe afgewogen zijn gebaar!
Waarlijk, wat hij deed, deed hij met
el zijn kunnen. Wij denken aan zijn
rkzaamheid op het terrein der politiek,
irkwaardig, eerst die lange pooze van
thouding, zelfs in het uitbrengen van
0 stem! Doch toen hij de noodzakelijk-
id voor den Christen inzag om ook op
gebied de stem te doen hooren, toen
1 het met de onthouding ook voorgoed
en was hij behalve kiezer weldra ook
kozene.
Het leven is ook niet gemeden en ont-
icht bij het vallen van den avond,
'er de zeventig reeds was hij en boven
in in het politieke beweeg ambteloos
rger, toen gansch nieuwe omstandighe-
ii haar invloed op ons staatsbestel de
gelden. Het scheen zoo natuurlijk,
dien deze man na zijn leven van activi-
it zich had teruggetrokken in de een-
amheid, mogelijk zelfs met een beroep
zijn verdiensten. Maar juist in die
langrijke maanden van kentering en
gewisheid heeft Prof. Slotemaker door
n rustig woord en door zijn bewonde-
ïswaardige karaktervastheid heel velen
sterkt en bekrachtigd.
Nogmaals, er zaten tal van trekken, die
eenheid en harmonie wezen in dit
ilzijdige leven. Van die harmonie den
itaansgrond na te vorschen is niet moei-
In dfeze jaren, ook in het sterfjaar
Prof. Slotemaker de Bruïne, wordt
il gesproken over de voleinding, over de
ir der laatste dingen. Maar toen de thans
irledene in 1894 in de pastorie van Hau-
ijK zijn arbeid aanving, toen behaalde
tevens den doctorstitel, -en wel op een
ver de eschatologische voorstel-
ng, de beschouwing over de laatste din-
K in I en II Corinthe. Heel zijn leven
jig feitelijk nog voor hem, maar hij greep
Een rijke staat van verdiensten
is afgesloten
Hedenmorgen halfzes is overleden
Prof. D r. J. R. Slotemaker de
Bruïne, oud-hoogleeraar van de
Rijks-Universiteit te Utrecht en oud
minister van Onderwijs, K. en W.
Toen wij in de Meimaand van het jaar 1939
naar aanleiding van den naderenden zeven
tigsten verjaardag van prof. Slotemaker de
Bruïne zijn veelzijdige activiteit aan een be
schouwing onderwierpen schreven wij: „Het
lijkt er niet veel op, dat we van dit leven de
eindrekening zouden moeten opmaken". Inder
daad, de werkzame geest van dezen mensch
had toen nog weinig te lijden van de omstan
digheid, dat weldra de leeftijd der sterken zou
zijn bereikt. Toch was het een dankbare taak
terug te zien op de werkzaamheid, welke in al
die tientallen van jaren en op zoovele terrei
nen was ontplooid. Dankbaarheid is ook wat
wij gevoelen, nu aan dit welbestede leven op
aarde een einde is gekomen, dankbaarheid
voor wat in pror. Slotemaker aan ons volk,
aan heel ons volk, is geschonken.
Wij zeggen het met opzet zoo. Prof. Slote
maker de Bruïne was een populaire verschij
ning onder ons, populair in den besten zin van
het woord, populair mede in deze beteekenis,
dat hij leefde en werkte onder de menschen.
Hij gaf zich, hij greep het leven aan, hij woe
kerde, jaar in jaar uit, met zijn talenten, en
zijn levep heeft hem de mogelijkheid geschon
ken iets, neen veel te doen zien van zijn wijd
vertakte bekwaamheden en zijn groote gaven.
De kwaliteiten schaarden zich bij hem dicht
opeen en grepen geheel op elkaar in: theoloog,
hoogleeraar, lid van de Provinciale Staten, lid
van de Eerste Kamer, Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid, lid van de Tweede
Kamer, Minister van Sociale Zaken, Minister
van Onderwijs. Wij zijn niet compleet, want
ook mogen vermeld worden zijn hulppredi
kerschap te Wassenaar, zijn lidmaatschap var
den Hoogen Raad van Arbeid, zijn hoofdredac
teurschap van De Nederlander, zijn activiteit
op het gebied van de drankbestrijding, h
Oecumenische Beweging, in den Centralen
Bond voor Inwendige Zending en Chr. Philan-
tropische Instellingen, in de Zuiderzeecommis-
Waarlijk, men behoefde het breede ter
van het nationale leven slechts vluchtig
te overzien om bij herhaling de vertrouwde
figuur van prof. Slotemaker de Bruïne tegen
te komen.
Bij zulk een veelzijdige figuur neemt men
al spoedig de vlucht in een voornamelijk
chronologische vermelding van feiten en ge
beurtenissen. Welnu, prof. Slotemaker de
Bruïne is op 6 Mei 1869 te Sliedrecht geboren.
Na te Haarlem het gymnasium te hebben be
zocht liet de jongeman zich aan de Universi
teit te Utrecht inschrijven als student in de
theologie. In 1893 werd hij door het Prov.
Kerkbestuur van Overijssel toegelaten tot de
Evangeliebediening in de Ned. Herv. Kerk.
Het jaar daarop promoveerde hij te Utrecht
tot doctor in de Heilige Godgeleerdheid op
een proefschrift, dat tot titel droeg: „De escha
tologische voorstelling in I en II Corinthe."
Eveneens in 1894, en wel op 16 September
aanvaardde hij te Haulerwijk het predikambt.
(Foto Rott.)
noemd om onderwijs te geven aan de Univer
siteit te Utrecht in de Geschiedenis van de
Ned. Herv. Kerk en haar leerstellingen, de
Leerstellige Godgeleerdheid en het Ned.
Herv. Kerkrecht, had hij getoond geenszins
een homo novus, een nog onbekend man te
zijn. De rij van geschriften, toen reeds door
hem uitgegeven, spreekt hier duidelijke taal.
Wij noemen allereerst zijn hoofdwerk
„Christelijk-Sociale Studiën", dat in 1916
reeds vijf drukken had beleefd, verder
„Christelijke Vakorganisatie", „Welke positie
moet de Kerk innemen te midden van de
sociale beweging van onzen tijd?" en „Soli-
darisme", alle in de brochurereeks „Christen
dom en Maatschappij", „Darwinisme", een
studie over evolutie, selectie en mutatie,
„Eenheid en roeping der Kerk" (twee pree-
ken naar aanleiding van de kwestie-Dr. Bah-
ler), „God :n de Vrede in Zuid-Afrika" (tijd
woord), „Gods lof uit de kindermonden"
(preek over de opvoeding), „Het geloof aan
God in de 20ste eeuw", „Vrijzinnigen in de
Hervormde Kerk", verschenen in „Pro en
Contra", „Op den Berg" en „In de Diepte"
(stichtelijke stukken), „Toegepast Christen
dom", aan de hand van C. M. Sheldon's ro
man, „Plaats en Taak van. de Hervormde
Kerk", „Sociologie en Christendom", „De
Hervormde Kerk en de Politiek", „De Chris
telijk-Sociale Beweging in Frankrijk". Klei
nere bijdragen schreef hij in „Getuchtigd en
niet gedood", „De Goede Belijdenis" en „Je
zus Christus voor onzen tijd". Tevens was hij
Een sociaal
voelend man
ZON EN MAAN
Zonsopgang 2 Mei: 6.08; ondergang: 21.07
Maansopgang: 2 Mei 10.31; ondergang: 1.28
Maansopgang 3 Mei: 11.30; ondergang 2.09
Eersie kwartier Zondag 4 Mei, volle
maan Zondag 11 Mei, laatste kwartier
Zondag 18 Mei; nieuwe maan Maandag
Dat de jonge Slotemaker de Bruïne te Hau
lerwijk zijn werk begon is van veel beteekenis
voor hem geworden. Want de toestand, waarin
dorp en streek zich toen bevonden, schreeuw
de om liefdevolle bearbeiding. Het dorp toch
lag in het allerarmste deel van Friesland, en
het anarchisme dat in die dagen zijn duizen
den versloeg, voerde er den boventoon. Deze
situatie nu veroorzaakte mede, dat de jeugdige
predikant zich al meer tot sociale studiën
aangetrokken gevoelde, welke studiën hij,
zijn drukken werkkring ten spijt, ijverig en
nauwgezet voortzette.
Toch is Ds. Slotemaker de Bruïne niet lang
in Haulerwijk gebleven. Na drie jaar volgde
Beilen, na weer drie jaar Middelburg en nog
weer drie jaar later Nijmegen. En op 20 Oc
tober 1907 werd hij verbonden aan de Kerk
van Utrecht, waarbij zijn arbeidsterrein
vooral kwam te liggen in het Noord-Oostelijk
stadsgedeelte. Van zijn activiteit in het Sticht
mogen wij wel noemen het bevorderen van de
stichting van de Nieuwe Kerk aan de Bollen-
hofschestraat en zijn organiseerend werken
in zijn wijk, het Poortstraatkwartier achter de
Biltstraat. Hij richtte verschillende vereeni-
gingen op, zoowel van mannen als van vrou
wen, die de Kerk in haar taak op maatschap
pelijk terrein konden steunen. Dat zijn arbeid
erkenning vond bleek ook wel uit de omstan
digheid, dat hij in deze periode werd benoemd
tot predikant-directeur van de Heldring
gestichten te Zetten, zulks als opvolger van Ds.
Pierson, een benoeming echter, waarvoor Dr.
Slotemaker de Bruïne meende te moeten be
danken. Eveneens heeft hij tijdens zijn predi
kantschap met ijver gestreefd naar invoering
van het parochiestelsel.
Zijn werkzaamheid blijkt voorts hieruit, dat
hij benoemd werd tot adviseur van den Chr.
Nationalen Werkmansbond en dat de Sociale
Conferentie te Utrecht hem onder haar spre
kers telde. Daartoe aangezocht door de Alge-
meene Synode der Ned. Herv. Kerk gaf hij
voor de theologische studenten een socialen
zich reeds vast aan het einde, aan de vol
einding.
Zoo kon over zijn persoon en zijn werk
iets van eeuwigheidslicht uitstralen. En
zoo kon zijn leven door één gedachte
worden omvat, de gedachte, welke is neer
gelegd in het Schriftwoord, waarmee hij
op 16 September van hetzelfde jaar 1894
zijn predikambt aanvaardde, het woord
uit Psalm 36: „Bij U is de fontein des
Levens". Dit woord omspande zijn leven,
uiterlijk, want hij sprak er ook over op
zijn jubileumdag, 16 September 1934 te
Wassenaar, doch ook innerlijk. Het betee-
kende het geheim van den rijken inhoud
van dit leven en het geeft aan, dat ook
voor Prof. Slotemaker de Bruïne de wan
del in den hemel in" het verlengde ligt
van zijn wandel op aarde.
als redacteur verbonden aan het orgaan van
den Chr. Nationalen Werkmansbond „De
Voorzorg", aan de „Nieuwe Nederlandsche
Kerkbode", aan het tijdschrift „Stemmen des
Tijds" en aan het orgaan „Tijdschrift voor.
Armenzorg en Kinderbescherming".
Een voorloopig onaangeroerd terrein
Zoo had Dr. Slotemaker de Bruïne zich
sinds lang op velerlei terrein bewogen. Maar
het terrein van de politiek bleef vooralsnog
onaangeroerd. Het is te merkwaardig om niet
vermeld te worden, maar de man, die reeds
in zoovele kwesties duidelijk partij had ge
kozen, ging eerst in 1918 voor de allereerste
maal ter stembus.
Voorloopig dus een a-politiek wezen! Maar
toen zijn stem eenmaal in de bus was geval
len voelde hij, zich ook hier weldra thuis.
Niet alleen koos hij nu, doch hij werd ook
gekozen: Spoedig werd hij voor de Chr.
Hist. Unie afgevaardigd naar de Prov. Sta
ten van Utrecht. Het bleef hierbij niet, want
in 1922 werd hij gekozen als lid van de Eer
ste Kamer, tot welk college hij heeft be
hoord totdat hij in 1926 werd aangezocht de
portefeuille van Arbeid, Handel en Nijver
heid te aanvaarden. In 1929 werd hij lid van
de Tweede Kamer om in 1933 hoofd te wor
den van het nieuwe Departement van So
ciale Zaken. Na het aftreden van Mr. Mar-
chant werd hij Minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen.
Zoo heeft de heer Slotemaker de Bruïne
tal van jaren een Departement beheerd en
vaak in moeilijke jaren. Van de wetgeving,
onder zijn bewind tot stand gekomen, mogen
wij noemen de nieuwe Ziektewet, de herzie
ning van de wet op de besmettelijke ziek
ten, de regeling voor de tandtechnici, terwijl
hij als Kamerlid en als Minister een belang
rijk aandeel had in de tot standkoming van
de Drankwet en van de Winkelsluitingswet.
Het schijnen allemaal losse feiten, maar
zij getuigen, elk voor zich en alle bijeen, van
de veelzijdige en onvermoeide activiteit, wel
ke deze man heeft ontplooid. En toen gansch
andere omstandigheden zich deden gelden,
heeft Prof. Slotemaker de Bruïne niet geaar
zeld over de belangrijke vraagstukken van
nationaal besef en volkseenheid en alles wat
daarmede samenhangt zijn meening te doen
blijken op een wiize, welke bij heel velen
de bewondering voor zijn omvangrijke ver
diensten nog aanmerkelijk heeft verhoogd-
Wij zullen nog heel lang vol dankbaarheid
aan dit leven, vol van rijke plichtsvervulling
ten dienste van ons land en volk. blijven
terugdenken.
Zijijn verdiensten vonden erkenning in zijn
benoeming tot ridder in de orde van den Ned.
Leeuw en tot groot-officier in de orde van
Oranje-Nassau. terwijl hij was begiftigd met
het grootkruis in de orde van de kroon van
Italië.
Daarnaast vielen hem ook nog enkele andere
buitenlandsche onderscheidingen ten deel. Wij
mogen in dit verband herinneren dat hem in
1937 het eere-doctoraat in de theologie van
wege de Prat. theol. faculteit van de univer
siteit te Praag ten deel viel als een erkenning
van zijn verdiensten in betrekking tot het
graf van Comenius te Naarden.
De laatste collecte van de
Winterhulp
Langs de huizen en op straat
op Vrijdag en Zaterdag a.s.
Het A. N. P. meldt:
Nog eenmaal in dit seizoen zullen de ijve
rige collectanten met de bekende roode bus
sen van Winterhulp Nederland onze aandacht
vragen en wel bij de huizen- en stratencol-
lecte op morgen en Zaterdag.
Daarmede wordt de eerste collecte-periode
voor dit mooie sociale werk afgesloten en
hierna kan de balans worden opgemaakt van
de offervaardigheid van het Nederlandsche
volk voor zijn minder bedeelde landgenoo-
ten. Hoewel de tot dusver behaalde resulta
ten niet geheel en al onbevredigend mogen
worden genoemd, wanneer allerlei tegenwer
kende factoren in aanmerking worden geno
men, toch mag niet worden verheeld, dat de
opbrengsten geenszins aan de verwachting
hebben beantwoord. Immers, bij de oprioh-
ting van Winterhulp Nederland stond den
organisatoren eenerzijds de groote nood voor
oogen, waarin een belangrijk gedeelte van de
Nederlandsche volksgemeenschap nog ver
keert, en anderzijds bestond het vertrouwen,
dat alle andere Nederlanders, dien grooten
nood kennende, zouden doordrongen zijn van
den socialen plicht, welke op hen rust, om het
leed van de minder bedeelden naar vermo
gen te helpen verzachten.
Helaas echter werd dat vertrouwen in ze
keren zin beschaamd, en daarom was Winter
hulp Nederland niet in staat, het bij de op
richting gestelde doel ten volle te verwezen
lijken. Dit is in hooge mate te betreuren, niet
alleen omdat als gevolg daarvan velen van
hen ,die dringend hulp behoeven, niet of
niet voldoende kunnen worden geholpen,
maar niet minder, omdat daardoor tot uiting
komt, dat bij vele Nederlanders nog niet aan
wezig is eenig besesf van gemeenschapszin
om de zwakkere bij te staan, ten einde
eendrachtig te trachten de kracht van het
g e h e e 1 e Nederlandsche volk te vergrooten
en te komen tot een samenleving, Waarin het
schrijnende leed, dat thans nog als gevolg
van geldelijke zorgen in zoo vele huisgezin
nen heerscht, wordt verbannen, om plaats te
maken voor een blijvenden zonnestraal, waar
uit ook deze gezinnen de kracht zullen put
ten zelf metterdaad mede te helpen aan de
verhooging van hun eigen levensniveau en
dat van anderen. Daarin ligt de grondslag
van de kernspreuk van Winterhulp Neder
land: Voor. het volk, door het volk, want de
nu te verleenen hulp zal uiteindelijk ten goe
de komen aan het geheele Nederlandsche
Daarom mag niemand achterblijven in de
vervulling van dezen op allen rustenden
socialen plicht en de hoop moge worden uit
gesproken, dat ieder zal voldoen aan het voor
deze dagen geldlende parool: aantreden en
zoo mogelijk in het eerste gelid.
Leg thuis uw offer gereed voor de huis-
collecte en tooit u allen Zaterdag met het
bloemenspeldje van Winterhulp Nederland.
Arbeidsbemiddeling in nieuwe banen
Gewestelijke arbeidsbureaux
vandaag in werking getreden
Werkloosheid gedaald tot het
peil van 1931
De taak en het doel van de
nieuwe organisatie
Vandaag is een belangrijke mijlpaal
bereikt in de geschiedenis van de ar
beidsbemiddeling in ons land. Immers
xijn mei ingang van 1 Mei 1941 alle ge
westelijke arbeidsbureaux en de daar
onder resorleerende bijkantoren haar
werkzaamheden aangevangen. Daarmee
is de openbare arbeidsbemiddeling in ons
land geheel een rijkszaak geworden.
de eerste plaats een gemeentelijke
gelegenheid, zij het onder toezicht
landsoverheid. In dien toestand is ook door heerlijk,
de Arbeidsbemiddeling 1930 geen wezenlijke Wat
verandering gebracht
De onvoldoende organisatie der arbeids
bemiddeling heeft er toe geleid, dat deze hier
te lande als sociaal instituut niet de taak
leven zal kunnen ingroeien, al zal natuurlijk
alles worden beproefd om het tempo van deze
ontwikkeling zoo snel mogelijk te doen zijn.
Daarbij mag ook een beroep op volle mede
werking van het publiek niet ontbreken, want
wil alles vlot loopen, dan is ook deze onont-
de taak van het Rijksarbeids
bureau? Het stelt zich als doel het aan den
arbeid brengen en houden van heel ons volk
van den kunstenaar af tot de onvolwaardige
arbeidskracht toe. Een geweldig arbeidsveld
heeft kunnen vinden, die zij had behooren te ligt hier nog braak. De bemoeienissen van het
vervullen. Wanneer men ziet, dat het aantal
plaatsingen in 1917 109,000 bedroeg en In
1939 tot 359,000 was gestegen, dan is dat een
verheugende stijging. Desniettemin
bureau komen op het volgende in grove
trekken neer:
a. ieder gewestelijk bureau zal worden in
gericht voor het geven van voorlichting bij
De waarnemend secretaris-generaal van
departement van Socialè Zaken, de heer
R. A. Verwey heeft ons gistermiddag tijdens
persconferentie, te 's-Gravenhage ge-
oogpunt en als factor
werkloosheid.
Fouten der organisatie.
Ter toelichting gaf ir. Verwey enkele voor
beelden. In tal van kleine gemeenten is de
arbeidsbemiddeling in handen gelegd van een
ambtenaar, voor wien deze taak niet meer
dan een nevenbetrekking vormt, die op den
koop toe wordt genomen. In de grootere ge
meenten heeft men weliswaar een eigen
uitrusting menigmaal
ecu cuwiiiaciiuc K ,-ul„,uuia te wenschen over. Bovendien heeft men de
houden, de beteekenis van de reorganisatie" meer en meer onder in-
der arbeidsbemiddeling nader toegelicht.
de bestrijding der daarbij van door medisch en psychotechnisch
onderzoek verkregen gegevens gebruik kan
worden gemaakt;
b. de invoering van het arbeidsboek met
verplichte registratie voor alle werknemers;
c. bemoeienis met werkloosheidsverzeke
ring, wachtgeldregelingen en steunregeling;
d. cultureele werkloozenzorg voor ouderen
en jongeren, w.o. begrepen de scholing, her-
uiccureii uccxb men wciiswaoi een ei n - schGling enz. van werkloozen en eventueel de
Êam'dïr"SèiSbsilSSëlS5r dodh ook" hier omscholing van werklooze en niet-werklooze
De havens van den
Zuidelijken Peloponnesus
bezet
Een groot aantal Engelschen
gevangen gemaakt
Felle acties van de Duitsche
luchtmacht
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
maakte gisteren bekend:
Duikbooten hebben uit krachtig bescherm
de konvooien 35,265 brt. vijandelijke scheeps-
ruimte, alsmede een escortevaartuig van de
Britsche marine tot zinken gebracht. Motor-
torpedobooten hebben bij een actie tegen de
Britsche Zuidoostkust een krachtig beveiligd
konvooi aangevallen en drie koopvaarders
van 9500 brt. in totaal tot zinken gebracht
In Griekenland zijn gemotoriseerde
strijdkrachten van het Duitsche leger bij
hun scherpe achtervolging tot aan de
Zuidelijke havens van den Peloponnesus
opgerukt en hebben de verdere vlucht
van de Engelschen over zee belet. Daarbij
zijn tot dusverre 5000 Engelschen, onder
wie een generaal, benevens talrijke Ser
viërs, onder wie vier generaals en 300
andere officieren, gevangen genomen.
Maandag hebben Duitsche jagers in de
Grieksche wateren bij het eiland Hydra een
Engelsche Walrus vliegboot neergeschoten.
Vier Britsche watervliëgtuigen werden aan de
Zuidoostkust van den Peloponnesus vernield.
Duitsche gevechtsvliegtuigen en stuka's
hebben gisteravond en 's nachts de haven
van La Valetta met groot succes aangevallen.
Zij plaatsten bommen op een lichten kruiser,
op stellingen van de luchtdoelartillerie, op
haveninstallaties eri op benzine-opslagplaat-
sen en schoten een torpedobootjager benevens
een grooten koopvaarder in brand. Andere
aanvallen waren op de vliegvelden te Lucca
en La Valetta gericht. In luchtgevechten
boven het eiland verloor de vijand twee
jagers van het type Hurricane. Eigen ver
liezen deden zich niet voor.
In Noord-Afrika hebben Duitsche en
Italiaansche stuka's de haven van Tobroek,
artillerie-stellingen bij fort Pilastro en ver
sterkte fabrieken ten zuiden van de Via
Balbia met bommen van zwaar kaliber
bestookt.
Sterke formaties gevechtsvliegtuigen heb
ben in den afgeloopen nacht weer de oorlogs
haven Plymouth gebombardeerd. Er ontston
den groote branden, vooral in Devonport en
hevige ontploffingen op het terrein van de
gasfabriek en in benzine-opslagplaatsen.
Andere formaties gevechtsvliegtuigen deden
succesrijke aanvallen op de havens van
Cardiff, Lowestoft en Ipswich, benevens op
vijandelijke nachtvliegvelden.
Op zee rondom Engeland heeft het luoht-
wapen een koopvaarder van 4000 brt tot zin
ken gebracht en een vrij groot sohip zwaar
beschadigd. Verdragende batterijen van het
leger hebben met groot succes voor den oorlog
belangrijke installaties in de omstreken van
Dover beschoten.
Duitsche jachtvliegtuigen hebben gisteren
bij aanvallen op de Britsche Zuidoostkust en
aan de Kanaalkust zes jagers van het type
Spitfire en twee gevechtsvliegtuigen van het
type Bristol-Blenheim zonder eigen verliezen
omlaag gehaald.
De vijand heeft in den afgeloopen nacht
met betrekkelijk zwakke strijdkrachten op
verscheidene plaatsen in West- en Zuidwest
Duitsohland een gering aantal brisant- en
brandbommen laten vallen, die slechts onaan
zienlijke materieele schade veroorzaakten.
Onder de burgerbevolking waren er enkele
dooden en gekwetsten.
De bemanning van een naohtjager, Ober-
feldwebel Sommer, Oberfeldwebel Reinnagel
en Feldwebel Glass, heeft zich in den afge
loopen nacht boven Engeland bijzonder onder
scheiden.
De totale verliezen, die de vijand Maandag
en Dinsdag heeft geleden, bedragen 47 vlieg
tuigen. Hiervan zijn er 21 in luchtgevechten
en door nachtjagers, negen door marine
artillerie neergeschoten. De rest is op den
grond vernield. In dezelfde periode zijn zes
eigen vliegtuigen verloren gegaan.
de plaatselijke politiek z
Allereerst deed hii enkele belaneriike hetgeen °P verschillend gebied een ongun-
Aiiereersi aeea nij enseie Deiangrijse uppft „itaonof^nH
arbeiders;
e. het verzamelen van gegevens over den
toestand van het bedrijfsleven, over het aan
tal werkende en niet-werkende personen en
de werkloosheid,
mededeelingen omtrent het verloop der werk- brak dan ook he, Inzlcht baan.' dat de
ns thans lager dan beidsbemiddeling op een breedere grondslag
bevindt zich moes.t komen te berusten.
stige invloed heeft uitgeoefend. Geleidelijk economische dienst en statistiek in het leven
weer op het niveau van 1931. Een verheugend
feit is bovendien, dat in het begin van April
j.l. de grootste helft van het aantal werk
loozen in ons land in werkverschaffing is ge
plaatst. De cijfers luiden als volgt: 54,065
arbeiders zijn in de werkverschaffing
plaatst, terwijl 50,965 werkloozen nog steun
ontvangen.
Deze zienswijze heeft in de laatste jaren
aan verschillende kanten krachtige verdedi
ging gevonden en in feite was dan ook reeds
zal moeten worden geroepen;
f. de plaatselijke, de inter locale, de in ter-
gewestelijke en de internationale ameids-
bemiddeling.
Wat veranderen gaat
Met ingang van vandaag is in het geheele
daartoe bevoegde instanties. Thans heeft zij geworden. Voorts wordt het loketten-ysteem
definitieven vorm gekregen in de gestalte afgeschaft. De werklooze wordt in een apart
van het Rijksarbeidsbureau, dat bij besluit vertrek ontvangen waardoor beter persoon-
24 September 1940 door den
Er is dus, aldus de heer Verwey, reeds nemend Secretaris-Generaal
veel bereikt, maar er moet voortgegaan
den op dezen weg. Vooral komt het er op aan,
de werklooze man of vrouw op de juiste
plaats te krijgen in het belang van de ge
meenschap.
Een stukje geschiedenis.
De openbare arbeidsbemiddeling in ons land
vindt haar uitgangspunt in gemeentelijk
initiatief. In de laatste jaren der 19e eeuw
hebben eenige steden gemeentelijke instellin
gen voor arbeidsbemiddeling in het leven ge
roepen. In 1908 werd de vereeniging van
Nederlandsche arbeidsbeurzen opgericht. In
1913 bestonden hier te lande 27 arbeidsbeur
zen, waaronder particuliere en 21 gemeente
lijke. Reeds toen werd behoefte gevoeld aan
meer ingrijpende voorzieningen, doch pas hei gemakkeling
uitbreken van den wereldoorlog leidde tot bedrijfsleven
het treffen van buitengewone maatregelen bemiddeling.
Aldus ontstond op 3 Augustus 1914 een Cen
trale Arbeidsbeurs. Desniettemin bleef nog
een groot deel van het land van arbeids
bemiddeling verstoken. Teneinde hierin tc
voorzien kwamen in de tweede helft van 1915
dertig districtsarbeidsbeurzen tot stand, ter
wijl van de 1092 gemeenten zich 970 bereir
verklaarden een correspondentschap der ai
beidsbemiddeling in te richten.
Vervolgens werd in 1916 de Rijksdienst dt
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemid
deling ingesteld. Deze zag zich belast o.a. me
de leiding der intercommunale arbeidsbemic
deling, zoodat deze meer in de sfeer van d<
regeeringsbemoeienis werd getrokken.
tement van Sociale Zaken is ingesteld.
Met de aanwijzing van het Rijks
arbeidsbureau als orgaan van de arbeids
bemiddeling is deze tot een rijkszaak
onder centrale leiding geworden. Het
Bureau vervult zijn taak door middel
van een ambtelijk apparaat, dat 37 ge
westelijke arbeidsbureaux en ongeveer
150 bijkantoren omvat.
De indeeling wordt zoo geregeld, dat alle
lijk contact ontstaat. De bemiddehtij.
wordt bedrijfsgewijze georganiseerd. De be
middelaars zijn elk voor zich „specialiteit" in
hun afdeeling, zoeken contact met de werk
gevers en hen, die personeel aannemen. Aan
den anderen kant leeren zij ook de werk
nemers beter kennen doordat zij niet langer
een „nummer" aan het loket zijn waardoor
men beter in staat is de juiste man op de
juiste plaats te brengen.
Uit deze korte en natuurlijk onvolledige
samenvatting blijkt wel zeer duidelijk hoe
de werkingssfeer is, die aan het Rijks
arbeiders en werkgevers binnen een afstand arbeidsbureau is toegedacht. Het ligt
van ongeveer 12 km een gewestelijk arbeids- bedoeling daarbij met vaste, doch omzichtige
bureau of een bijkantoor binnen hun bereik hand tewerk te gaan. Stuk voor stuk zullen
hebben. In afgelegen plaatsen zullen boven- de onderdeelen van deze taak moeten worden
dien spreekuren worden gehouden, ter ver- opgebouwd, waarbij zware eischen zullen
i het contact tusschen het worden gesteld aan het inzicht, den ijver en
de vertakkingen der arbeids- de kunde van hen, die daaraan deelnemen.
Want het gaat er om het vertrouwen te
Wat vandaag geschied is
kgevers en werknemers
beiden, waarvan sommigen in den beginne
Tegelijk met een ingrijpende wijziging van wellicht nog wat onwennig zullen staan
ien orgamsatorischen opzet der arbeids- tegenover dit nieuwe Nederlandsche instituut,
Demiddeling ondergaan echter ook haar be- dat, met dankbare erkenning voor hetgeen
moKemsseh belangrijke uitbreiding. De net kan leeren van elders opgedane ervarin-
irbeidsbemiddeling moet meer dan tot dusver 3en, nauwe aansluiting zal zoeken bij de ge-
gericht zijn op het aan den arbeid brengen gevens, die ons nationale bedrijfsleven biedt
f51de" a,r ,ld houden der bevolking in nauwe en vertrouwelijke samenwerking
Het Rijksarbeidsbureau zal zich dienen te met alle betrokkenen hoopt het Rijksarbeids-
mtwikkelen tot een centrale kracht bij de bureau een organisatie van den arbeid op te
organisatie van den arbeid. Natuurlijk wordt bouwen, die aan velen de vreugde van den
enkel oogenblik bereikt. Wat arbeid zal hergeven en die, zoowel uit
ia >'=<4* i-.-- menschelijk oogpunt, als sociaal-economisch
bezien, ons vaderland tot rijken zegen kan
lit niet i
ian ook vandaag geschiedt, is de inwerking-
telling van het nieuw opgebouwde apparaat,
De arbeidsbemid delmg bleef niettemin op dat slechts geleidelijk in het maatschappelijk strekken.
Karnemelk en taptemelk
Slijters ontvangen in het gebied der
A.V.M. 20 procent van hun omzet
van gewone melk
Naar wij vernemen is een nieuwe regeling
in werking gesteld inzake de toewijzing van
karnemelk en taptemelk aan de melkhande
laren; zij komt hierop neer, dat voortaan alle
melkslijters 20 pet. van hun omzet van
gewone melk aan taptemelk en karnemelk
ontvangen.
Tot nu toe was het zoo, dat de eene melk
handelaar wel karne- en taptemelk ontving
en de andere daarop geen prijs stelde. Nu in
verband met de melkdistributie de vraag naar
deze beide soorten gestegen is, moest er
natuurlijk een regeling ontworpen worden,
waardoor alle verkoopers, naar verhouding
van hun omzet, een hoeveelheid ontvangen.
Deze heeft men thans gevonden op de hier
boven genoemde wijze. Heeft een melkhan
delaar dus bijv. 150 liter melk in de week,
dan ontvangt hij daarbij 20 pet., dus 30 liter
karne- en taptemelk tezamen. De verdeeling
van de afnemers wordt aan de handelaren
zelf overgelaten.
Deze maatregel, getroffen door de A.V.M.
geldt voor het geheele gebied hetwelk zij
bestrijkt, dus de provincie Zuid-Holland, het
Zuidelijke deel van Noord-Holland mei .de
Zaanstreek en de provincie Utrecht.
NIEUWE OPLICHTERSTRUC
Een bewoner van de Tintorettostraat te Am
sterdam kreeg dezer dagen een onbekenden
man op bezoek, die, naar hij beweerde, npdracht
had. het radiotoestel mee te nemen. Nadat de
bewoner had geantwoord geen Jood te zijn,
vertrok de onbekende weer, doch later bleek,
dat hii dezelfde truc ook bij de buren had uit
gehaald, echter evenmin met succes.