Jïieuuir (ifourant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
ln u
t
UIT HET LAND DER BULGAREN
Aanwijzing van nieuwe bonnen
UJr
'lonnementsprijs:
per 3 maanden in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is J 2.35
Per week 18 ct. Losse nummers 5 ct.
Alles bij vooruitbetaling.
i
vertentieprijzen:
5, v|
24 ct per regel. Ingezonden Mede-
deelingen 46 ct. per regel. Minimum
CkM 5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con-
Haq tract belangrijke korting.
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN
Telefoon 22710
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 58938
No. 637S
ruin.
vijkf—
zaterdag 8 maart 1941
21e Jaargang
Bijdragen van medewerkers. Ingezon
den stukken aan de Red.
Abonnementen, Advertenties, enz. aan
de Administratie.
moeden rust
C.l
Sb
5oge,
4u:
gwijfes menschen leven is de onrust
k. De periode, waarin wij le-
Broï'k *n dezen z*n van beteekenis,
dan5 ontdekkend werkt en ons her-
ïerbfi oude waarheden. Want de rust
ïeengegaan op hetzelfde oogen-
rop de zonde haar intrededeed.
staat de rust en den vrede in
Wat wij sindsdien aan rust en
trecljbben gekend droeg altezeer het
W^van betrekkelijk te zijn. Vrede
iten omvang kan eerst dan weer
jenoten, wanneer hemel en aarde
van den vrede zijn gewijd en
^n. Daar moet het heen. Maar nu
nog niet toe aan de afsluiting
jreldgeschiedenis.
"rust, ook in een volksleven, ten
jen relatief begrip is, zou men
inen afleiden uit het onbetwist-
eyerddat zij heel dikwijls verslappend
fet is weei een oude waarheid,
we«ds in het begin der nationale
ideaal"8 van *et Verbondsvolk bij
orden werd bevestigd: „Als zij rust
'•erden zij weder om kwaad te
Uw aangezicht". En heel de
van wel alle vólken laat
72(j p een gelijk beeld zien.
in te bk de vrede, in .het persoonlijk
'klantworven' kan moeilijk absoluut
moge zich in wijsgeerige berus-
(gen op het beoefenen van een
in* /""insstijl, afstand doende van het-
ler menschelijk lijkt, ook dan
chtenk'ede in strikten zin iets, wat
an hey weer te grijpen zoekt. Wat
ter ui! W01"dt is dan hoogstens een,
ontwikkeld, gevoel van
nig3arjüging. Maar uiteindelijk blijft
/arkerjen cirkel staan.
aa^|n tijden, waarin men op het
De ivan dien relatieven vrede, af-
ernatiin zijn. De Psalmist wist hier-
sPreken- Hij was kortweg nij-
an 8 J de mogelijkheid om van deze
geva. verlost te worden lag slechts
uifnkeer, niet in philosophischen
;an deze tot omkeer leiden.
en de rust kunnen eerst dan
illen omvang worden genoten,
die hif oorzaaIt van de onrust en den
maan? weggenomen. Dit allereerst
rp worden gezien. Er staat in
i een schijnbare tegenspraak,
hierop een verhelderend licht
SNHA(#en- Jezus zeide eens, dat Hij
'ENBUi11 WaS 0m vrede *e brengen,
jwaard. Doch de profetie, welke
■eeÜta aank°ncbgde, betuigde als
hadp tegenstelling dat de straf,
gekogi vrede aanbrengt, op Hem is.
eek dJe totale breuk met alle schijn-
opgebepn met allen relatieven vrede.
menschelijke verhoudingen
iegveld|r waar niet voor een oogenblik
leen, de zonde zelf wordt weg-
de, ^atPe straf gedragen, en hierin,
i 'schijierin alleen, is de mogelijkheid
iad gee{van (jen vre(je geschonken. Dit
hieuw ontdekkend. Want zij,
alleen willen aanvaarden als
p wijze, waarop zij den vrede
fillen zien, zonder dat zij het
in de kern willen doorschou-
i zich teleurgesteld en bespeu-
arbeid een reden tot ergernis,
iiddels mogen wij, in het by-
lijdensweken, doch ook daar-
ioven, dat de straf, door Chris-
fen, ons den vrede hééft aan
boor het lijden is de oorzaak
tze ellende weggenomen en
01^ vrede eerst hecht een absolu-
de rust, hierdoor geschonken,
tangevoe staan en leven, ook temidden
ken2TTeust' Tot die rust m°gen wij
ïoopn, die haar thans nog niet
249
onze daj^n vele moede men-
van steunpunten, waarop zij
q aangejjn weggevallen. Allerlei waar-
an zij gehecht waren, hebben
^!van den vroegeren glans ver-
"®*"*lijk zullen zij iets van ja-
gevoelen, wanneer zij den
de kinderen Gods zien. Dat
óed. Want zoo kunnen zij wor
den tot in onzen kring. Voor
dat ook zij gaan zien de oor-
gen kommer, maar tevens den
veg om uit hun benarde positie
Zulke menschen, hongerend
naar rust, zijn er talrijken,
plicht, aan dankbaarheid ont-
i te strekken tot een wegwij-
evenepad.
waarvan wij hier spreken, is
stilstand in den krijg, is geen
n loop der gebeurtenissen, is
ON EN MAAN
3 9 Maart 8.10; ondergang
3 10 Maart 8.08; ondergang
"3 9 Maart 14.58; ondergang
6.14
ng 10 Maart 16.07; ondergang
k 6.49
ftg 11 Maart 17.21; ondergang
7.21
tier Donderdag 6 Maart, volle
erdag 13 Maart, 1 fitste kwar-
"dag 20 Maart, nieuwe rnaan
27 Macrt.
Hoe het „Pruisen van den
Balkan" zich ontwikkelde
De bakermat van den
arbeidsdienst
De gebeurtenissen van de laatste dagen
hebben eens opnieuw aller oogen naar den
Balkan gewend, den ouden stormhoek van
Europa, waar het ditmaal Bulgarije is, dat de
aandacht tot zich trekt. Wij willen daarom
in kort bestek hier een en ander verhalen
over dit in veel opzichten opmerkelijke land,
hetwelk door Friedrich Wallisch het „Prui
sen van den Balkan" werd genoemd.
In een tijd als de onze, die zich door zoo
veel veranderingen van grenzen en. groepee
ringen kenmerkt, valt het niet mee juiste ge-
tallen van bodemoppervlak en bevolking voor
zoo menigen staat te geven. Indien wij dan
ook beginnen met de opsomming, dat Bulga
rije omstreeks 110,000 vierkante kilometer
groot is, en zoo ongeveer zes millioen nwo-
ners heeft, waarvan rond 83 procent F .ga
ren zijn, terwijl men er verder belangrijke
De vrouw van een groot man
Op 29 October 1937 hebben wy herdacht,
dat voor een eeuw werd geboren een der
grootsten onder de grootten, Dr. Abraham
Kuyper. Waarin ligt het geheim van iemands
welslagen in het leven? Vele factoren kunnen
hiertoe bijdragen. Een der belangrijkste fac
toren kan bestaan in het bezit van een ge
loovige, moedige ecbtgenoote, die. haar mai
in het leven tot een steun is.
Vandaag, op 8 Maart, is het honderd Ja«
geleden, dat te Rotterdam het levenslicl
aanschouwde Johanna Hendrika Schaay, di
op 1 Juli 1863, eveneens in de Maasstad, m<
Dr. Kuyper in het huwelijk zou vorden ve
bonden. Zooals zij in den tijd van haar h'
welijk was wordt zij ons door den Kuype
biograaf Rullman beschreven als „een g
heel ongeloovig, wereldsch meisje". Ma
ook Dr. Kuyper was, toen zij samen
pastorie te Beesd introkken, larg niet v
van opvattingen, aan het modernisme or
leend. Eerst later heeft hij de oude waarhe
teruggevonden, en wij mogen gelooven, d
zijn vrouw hem hierin is gevolgd.
Dra zal de jonge Mevrouw Kuyper hebbi
moeten ervaren, dat zij haar man voor e(
heel groot deel aan allerlei belangrijk(
arbeid had af te staan. Te Beesd reeds moe
zij hem soms midden in den nacht uit zi_
studeervertrek roepen, wilde de slaap er niet
geheel bij inschieten. Maar zeker is, dat het
een rijk huwelijk is geworden, gezegend met
acht kinderen, vijf jongens en drie meisjes.
De jongste spruit, die naar Keuchenius was
genoemd, stierf op bijna tien-jarigen leeftijd.
Kuyper sprak van dit zoontje als van „een
onvergetelijk kind".
Vermelding verdient, en het kan sommige
mannen misschien beschamen, dat Dr. Kuy
per, zijn ontzaglijken werkkring ten spijt, het
huiselijk leven nimmer verwaarloosde, waar
toe de nauwkeurige indeeling van zijn tijd
buiten twijfel niet weinig kon bijdrager-
Steeds ook placht hij, zooals vroeger de ge
woonte was onder velen onzer, de levensdata
van hemzelf en van zijn gezin op te teekentn
in zijn Statenbijbel.
Zwaar was de slag voor echtgenoot en kin
deren, toen op 25 Augustus 1899 in het Zwit-
sersche Berner Oberland Mevrouw Kuyper
stierf. Dr. Kuyper was juist aan het treffen
van voorbereidingen voor zijn magistrale
rede over „Evolutie" en gewaagt in het voor
woord bij deze oratie van het feit, dat droeve
omstandigheden hem noodzaakten de rede op
reis op te stellen, ver van zijn letterkundige
hulpmiddelen. Na hei aangrijpend overlijden
van zijn echtgenoote vertolkte Dr. Kuyper,
de meditator bij uitstek, zijn gevoelens in
een treffende meditatie over de woorden uit
2 Cor. 5 4 „Het sterfelijke van het leven
verslonden". En ook zijn volgende meditaties
hadden nog geruimen tijd op het sterven be
trekking.
Naar aanleiding van het overlijden van zijn
echtgenoote kreeg Dr. Kuyper van Minister
N. G. Pierson het volgende schrijven: „Zulk
een verlies is onherstelbaar. Ik weet, wat
Mevrouw Kuyper voor U was en welk een
bron van kracht, opwekking en troost voor
U verloren ging, toen Gij haar moest derven.
Moge het U gegeven zijn het U opgelegde
kruis te dragen, gelijk zijzelve wenschen zou,
dat Gij het dragen kondit". Ons dunkt, dat
deze woorden duidelijk en scherp aangeven,
wat Mevrouw Kuyper voor haar echtgenoot
en voor haar kinderen heeft mogen zijn.
geen barricade, waarachter wij schuilen
mogen. Die rust is ook geen voorwendsel
om er nu maar op los te leven. In het
Oude Testament was de vrede nauw ver
bonden aan het beminnen van de wet.
In het Nieuwe Testament wordt, in aan
sluiting hierop, gesproken van het werken
van het goede. Dit is geen tegenstelling.
De wet is voor ons niet dood, maar zij
staat voor ons in het hoofdstuk der dank
baarheid. Daarom is onze Vtede geen
lediggang, geen werkloosheid, doch een
gestadig voortarbeiden aan de verbreiding
van het Koninkrijk Gods. Voor de onrust
der tijden blijven wij dan waarlijk niet
blind, maar wij mogen staan op den vas
ten grond van het geloof. Al voelen wij
ons meermalen zwak uit onszelf, toch mo
gen wij immer rustig zijn. tot zelfs mid
den in het woeden der b~er.
Turksche en Joodsche mindtrhedei vindt,
en kleinere groepen van Roemmen, krieken,
Armeniërs, Russen enz., dan doen ve zulks
met eenig voorbehoud. Wanl de jongste
grensverschuivingen, waardoor bijviorbeeld
hetZuidelijk deel van de Dobroedsja vin Roe-
meensch in Bulgaarsch bezit is oveigegaan,
hebben de officieele opgaven ;n dit opzicht
eenigszins door elkander geworpen.
De huidige Bulgaarsche staat heeft twee
natuurlijke grenzen, namelijk in het Noorden,
waar de Donau de afscheiding met Roemenië
vormt, behalve dan in de Noord-Wet-
Dobroedsja en in het Oosten, waar de
Zwarte Zeekust de uiterste limiet is. Teróer
ligt deze staat ingesloten tusschen Europeescb
Turkije, Griekenland en Zuid-Slavië, waar
door hij o.a. een verbinding met de Egeïsche
Zee mist, omdat het vredesverdrag van
Neuilly bepaalde, dat Griekenland voortaan
het geheele gebied bezuiden den Despoto
Dagh zou bezitten, zoodat een haven van be-
teekenis als Dede Agatsj niet langer den
Bulgaren ten dienste zou staan.
Wij zeiden zooeven, dat Wallisch, die een
mooi boek schreef over de zeden en gewoon
ten van den Balkan, de Bulgaren de Pruisen
van dit Zuid-Oostelijk deel van Europa noem
de.
ALG. FRIESGHE LEVENSVERZ.-MY
LEEUWARDEN BURMANIAHUIS
VAN 1845
AMSTERDAM. VAN BRIENENHUIS
BEIDER GARANTIE VOOR ALLE
VERZEKERDEN
gronde, doch in het jaar 1186 herwon het
goeddeels zijn oude glorie, al was zijn grond
gebied niet meer zoo uitgestrekt als voorheen.
De opkomst van den Islam is voor de zelf
standigheid der Bulgaarsche en Byzantijnsche
rijken echter noodlottig geweest. In hei jaar
1393 werden beide staten door de Turken
vernietigd: de' Halve Maan van den Profeet
is toen zelfs tot voor de poorten van Weencn
verschenen.
Zwaar heeft in de volgende eeuwen de
Ti'| csche heerschappij op de Bulgaren ge-
druKt. De Bulgaarsche adel verdween, geval
len voor het kromzwaard of gevlucht naar
Hij doelde u<*drme~aé in de eei
op de Bulgaarsche dapperheid en „Tüchtig-
keit". Bulgarije heeft echter ook in andere
opzichten overeenkomsten met den sterken
staat in het Westen, waarvan Pruisen oor
spronkelijk het pièce de résistance heeft ge
vormd. Het zou zich bijvoorbeeld met gelijk
recht als het Groot-Duitsche Rijk „het derde
rijk" kunnen noemen. Een klein uitstapje in
het verleden kan daarvoor de bewijzen bij
eenbrengen.
Het eerste Bulgaarsche rijk ontstond om
streeks het jaar 679, toen onder Asparuch
de Bulgaarsche stammen hun oude woongebie
den nabij den Wolga verlaten hadden, den
beneden-Donau waren overgetrokken en in
den Balkan de grondvesten voor een staat
hadden gelegd, welke zich vervolgens van de
grenzen van het tegenwoordige Hongarije tot
aan de Egeïsche Zee, en van de Zwarte tot
aan de Adriatisehe Zee zouden uitstrekken.
De Bulgaren kwamen daardoor in nauw con-
toct met het Byzantijnsche keizerrijk, uit wel
ke omstandigheid mede te verklaren is, dat
zij, als eerste van alle Slavische stammen, in
866 tot het Christendom overgingen. De
kloosterbroeders Cyrillus en Methodi stelden
omstreeks denzelfden tijd een Slavisch alpha
bet samen, hetwelk voor de zelfstandige ont
wikkeling van een Bulgaarsch-Christelijke
cultuur van onschatbare beteekenis is ge
weest.
Dit eerste Bulgaarsche rijk ging in 1018, na
herhaalde botsingen met de Byzantijnen te
uuigoa.j.fHrgcjeeruen ui
hooge geestelijken ondergingen eenzelfde
rampspoedig lot. Zoo bleef in de oude Bul
gaarsche woongebieden praotisch niets anders
achter dan een eenvoudig volk van boeren
en kleine handwerkslieden, die ard moesten
ploeteren, om voor hun Turksche meesters
rijkdommen bijeen te brengen, en tijd noch
lust hadden, zich met studie of hoogere cul
tuur bezig te houden. De Bulgaren werden
een volk van slaven, die zelfs in hun kerK-
diensten zich niet langer van hun eigen
taal bedienen mochten, want de Grieksche
patriarch van Konstantinopel, die bij den Sul
tan in de pas had weten te komen, had van
hem gedaan gekregen, dat er aan het zelf
standig bestaan van een nationale Bulgaar
sche kerk een einde werd gemaakt, en dat hij
het hoofd aller Christenen werd, gelijk zijn
heer het hoofd was van alle moslems.
Wellicht heeft deze intrige van Grieksche
zijde nog meer schade berokkend aan het. Bul
gaarsche volksbestaan dan de Turksche bur
gerlijke heerschappij, want toen het Grieksch
tot algemeene kerkelijke taal werd verheven,
werd de Bulgaarsche literatuur terzijde ge
schoven, en een oud en zelfbewust volk ge
leidelijk van zijn eigen verleden vervreemd.
Wederom zouden het kloosterbroeders zijn,
die den fakkel zouden brandende houden, tot
dat de tijd zou rijpen, om daaraan een nieu
wen brand te ontsteken. Terwijl de groote
massa der Bulgaren verachterlijkte, afgesne
den als men was van het overig Europa,
De secretaris-generaal van het departement
van landbouw en visscherij maakt het volgen
de bekend.
Boter en vellen.
Gedurende het tijdvak van Maandag 10
Maart tot en met Zondag 16 Maart a.s. geeft
de met „07" genummerde bon van de laatste
uitgereikte boter- en vetkaart recht op het
koopen van 250 gram boter of margarine of
200 gram spijsvet.
De met „07" genummerde bonnen, die op
16 Maart nog niet gebruikt zijn, blijven voorts
nog geldig tot en met Zondag 23 Maart a.s.
Eieren.
Gedurende het tijdvak van Maandag 10
Maart tot en met Zondag 16 Maart a.s. geeft
de met „91" genummerde bon van de „bon
kaart algemeen" recht op het koopen van een
ei. De bonnen, welke op 16 Maart nog niet
gebruikt zijn, blijven geldig tot en met Zon
dag 23 Maart a.s. met dien verstande, dat zij
gedurende de week van 17 Maart tot en met
23 Maart niet gebruikt mogen worden in ho
tels, restaurants e.d.
Kaas
Gedurende het tijdvak van Maandag 10
Maart tot en met Zondag 23 Maart a.s. geven
de met „61" en „71" genummerde bonnen
van de „bonkaart algemeen" elk reoht op het
koopen van 100 gram kaas. De bonnen, welke
op 23 Maart nog niet gebruikt zijn, blijven
voorts nog geldig tot en met Zondag 6
April a.s.
Brood en gebak
Gedurende het tijdvak van Maandag 10
Maart tot en met Zondag 16 Maart a.s. geeft
elk der met „07" genummerde bonnen van
de broodkaart recht op het koopen van onge
veer 100 gram brood.
Voorts geeft elk der met „07" genummerde
broodbonnen recht op het koopen van een
rantr-cn gebak. Dit omvat voor de- hierna
genoemde bakkerijproducten telkens ten
minste het daarachter geplaatste aantal
grammen: beschuit 75 gram; biscuits en wa
fels 90 gram; speculaas 140 gram; andere
koekjes 200 gram; koek 160 gram; cake 300
gram; gevuld klein korstgebak (b.v. amandel
broodjes) 400 gram; gevuld groot korstgebak
(b.v. boterletter) 500 gram; taart en gebakjes
600 gram.
Voor geheel of ten deele uit meel of bloem
gebakken producten, welke hierboven niet
genoemd zijn, geldit, dat een rantsoen een hoe
veelheid omvat, waarin 70 gram meel of
bloem is verwerkt.
De op 16 Maart nog niet gebruikte bonnen
blijven voorts nog geldig gedurende de week
van 17 Maart tot en met 23 Maart a.s. met
dien verstande, dat zij gedurende laatst
genoemde week niet mogen worden gebruikt
in hotels, restaurants e.d.
Vleesch en vleeschwaren.
Gedurende het tijdvak van Maandag 10
Maart tot en met Woensdag 19 Maart a.s.
geeft elk der vier met „07 vleesch" ge
merkte bonnen van de laatst uitgereikte
vleeschkaart recht op het koopen van 100
gram vleesch, been inbegrepen, of een rant
soen vleeschwaren de met „07 worst,
vleeschwaren" gemerkte bon geeft uit
sluitend recht op het koopen van een rant
soen vleeschwaren.
De bonnen welke op 16 Maart a.s.. nog
niet gebruikt zijn, blijven nog geldig tot en
met Zondag 23 Maart a.s.
Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon
kan worden gekocht, bedraagt 75 gram voor
gerookt of gekookt varkens-, rund-, of
kalfsvleesch en voor gerookte worstsoorten,
100 gram voor gekookte worstsoorten,
rolpens en knakworst, 125 gram voor
leverartikelen, tongenworst en nierbrood en
150 gram voor bloedworst.
De met „06" genummerde bon van de
vleeschkaart zal niet worden aangewezen
en kan dus worden vernietigd.
bleef voor de kloosterlingen de mogelijkheid
van eenig contact, zoodat zij kennis bleven
dragen van wat er in het Westen op staat
kundig en cultureel gebied plaats vond.
Een van deze monniken is de beroemd ge
worden Paissi, die in een Grieksch klooster, op
den befaamden heiligen berg Athos, in 1762
zijn groote werk over de Bulgaarsche geschie
denis te boek stelde. Met dit manuscript reisde
hij vervolgens van stad tot stad, van klooster
tot klooster, en terwijl hijzelf predikte, waren
nijvere handen in de weer, om zijn Bulgaar
sche historie te copieeren en overal te ver
spreiden Vermoedelijk hebben de Turken het
gevaar beseft, dat door deze actie voor hun
bewind kon ontstaan, tenminste Paissi is ver
dwenen, zonder dat men ooit heeft ervaren,
wat er van hem is geworden. Doch het zaad
der nationale bewustwording, door hem zoo
moeizaam uitgestrooid, had overal wortel ge
schoten; er kwamen volksbewegingen op, er
ontstonden botsingen en gevechten, waarin de
befaamde Haiduken, vrijheidshelden, die
zich in de bergstreken ophielden, een roem
rijke rol speelden, en tenslotte, na bijna vijf
eeuwen van knechtschap, ontstond in 1878
het derde Bulgaarsche rijk, de kern van wat
thans het Bulgaarsche koninkrijk is.
Liever, dan de Bulgaarsche nationale ge
schiedenis verder te verhalen, wij willen
nog slechts in het voorbijgaan eraan herin-
i ren, dat de Bulgaren -in den wereldoorlog
Duitschlands bondgenooten waren, en dat zij
ruimschoots in de beproevingen der nederlaag
hebben moeten deelen, willen wij hier nog
iets \«rtellen over land en volk.
Bulg.^c is een in hoofdzaak agrarisch
land. Th\>dor Christoff, die in 1930 daaraan
een studie wijdde, zegt dat blijkens de volks
telling van 1926 omstreeks 80 procent van de
bevolking in den landbouw zijn bestaan vond,
en dat het aantal boerderijen zich jaarlijks
met ongeveer 5 pet vermeerderde. Deze ver
meerdering zou tot een oeconomische crisis
voeren, zoo niet de mogelijkheid aanwezig
was door het in cultuur brengen van moeras
sen en wouden, en door rationeele landbouw
methoden den beboubaren grond evenredig
uit te breiden.
Granen, tabak en rozen, ziedaar de drie
belangrijkste producten, welke de Bulgaar
sche landbouwer teelt. De rozen worden er
niet, gelijk bijvoorbeeld in Nederland, ver
edeld, doch ze gelden er als massa-product,
waaruit men de essence trekt, de Bulgaarsche
rozenolie, die in heel de wereld beroemd is.
De tabakscultuur neemt hand over hand aan
belangrijkheid toe, en heeft vooral thans
een goed toekomst, nu Europa zich op oeco
nomische samenwerking en zelfstandigheid
gaat bezinnen. In het bijzonder gedurende
de laatste jaren is de oeconomische wissel
werking tusschen de in hoofdzaak agrarische
Balkanlanden en het induslrieele Westen
steeds krachtiger geworden. Zoo is bijvoor
beeld de Bulgaarsche fégeering erop uit, den
landbouw te bevorderen door het verstrekken
van creaieten, teneinde de boeren in de ge
legenheid te stellen zich moderne ploegen en
andere landbouwwerktuigen aan te schaffen.
De toenemende ontwikkeling van het verkeer
heeft bovendien de vraag naar verbeterde
wegen, naar auto's en naar allerlei technische
installaties, sterk doen toenemen. In deze
behoeften wordt grootendeels door de Duit-
sche industrie en handel voorzien, ofschoon
ook Sowjet-Rusland, dat met Sofia goede be
trekkingen onderhoudt, voor deze producten
aan de markt is, en van tijd tot tijd belang
rijke leveranties, gelijk van automobielen en
landbouwmachines, kan verrichten.
De hoofdstad Sofia vertoont het beeld van
een stad, die in snelle ontwikkeling is. Op de
marktplaats ziet men de typische vertegen
woordigers van het platteland, di^ daar rustig
verwijlen met lammeren of speenvarkens in
de armen, of te midden van een voorraad
paprika. Die boeren zijn in den regel in wijde
mantels gehuld, en de kleeding van hun
vrouwen onderscheidt zich van de hunne
slechts door een levendiger kleur.
Behalve vee en landbouwproducten toont
die markt te Sofia ook uitstallingen van bont
beschilderd aardewerk en van allerlei primi
tief houten gereedschap, terwijl afgespannen
wagens en logge trekossen den weg versper
ren, alsof men in het een of ander afgelegen
dorp was.
Dit marktleven is echter slechts een der
aspecten van de Bulgaarsche hoofdstad. Komt
in de omgeving van het koninklijk paleis,
dan ontwaart men modern aangelegde ave
nues, die elkander rechthoekig snijden en
uitstekend geplaveid zijn, en ziet men zich de
groote winkels aaneenrijen, die dezelfde
weelde-artikelen etaleeren, die men in onver
schillig welke wereldstad tegen goed geld
verkrijgen kan-
Begeeft men zich wat verder uit het cen
trum, dan verkrijgt Sofia wederom een ander
karakter. Hier geen moderne hotels
welverzorgde villa's, doch slecht
straten, dié nauwelijks begaanbaar zijn, en
armzalige huizen, die tegen elkander leunen,
uit den grond gestampt in een periode van
armoede en verval, toen de rampzalige ge
volgen van den wereldoorlog het land lood
zwaar drukten-
Maar op het uur dat de bureaux en de
scholen uitgaan is Sofia een moderne hoofd
stad, krioelend van een druk verkeer
trams, auto's en voetgangers, waartusschen
de rustieke kleederdrachten der boeren en df
bonte studentenpetten aardig contrastee-
Uw cadeau /12.SO
|A\ tik pak Itualttn uilpeMcida pcbtwksannüyilnQ.
kJK Ha^LtUwipVuLba aancU deoltn. sesuwvU.
/utcukalktcUrC
r>cn pak r. 0.29 ZON,
Verkrijgbaar bij olim winkelier
VRAAGT ONS PROSPECTUS:
HANDELSWETENSCHAPPEN
Boekhouden en HandeiscorresDonaentie.
STAATSPRAKTIJK-D1PLOMA
Boekhoud®» tvl O
RESA - ARNHEM
(Bekende Schriftelijke Cursus).
Utv -fifijl nwtstudiaf
\Auag 'ronco toezending prospectus voor
schriHeiijke of mondeJinqn opleiding non
INSTITUUT PONT
HOOFDKANTOOR DEN HAAG
JO Scho/an in Nadartand JO jaar ervaring.'
Wij willen deze korte beschouwingen niet
eindigen zonder te wijzen op een merkwaar
digheid, die het vermelden waard is, namelijk
dat niet het Derde Rijk, doch Bulgarije de
bakermat is van denArbeidsdienst. Een
wet van 10 Juni 1920 heeft deze ingevoerd,
„teneinde de arbeidskracht des lands te orga-
niseeren en aan te wenden tot opvoering der
productie en verheffing der volkswelvaart."
Mede had men daarbij op het oog, bij de bur
gerij arbeidsvreugde te wekken en het be
wustzijn te verdiepen, dat men niet slechts
tenopzichte van zichzelf, doch ook van anderen
plichten had.
De wet op de arbeidsdienstplicht in Bul
garije stamde dus uit de dagen, onmiddellijk
na den rampzaligen wereldoorlog, toen Bul
garije uitgeput en gedemoraliseerd was, de
overheid met haar problemen nauwlijks raad
wist, en in de breede lagen van 'het volk de
begeerte wakker werd, de afgeschafte mili
taire dienstplicht door een anderen plicht ten-
opzichte van de gemeenschap te vervangen.
Niet Duitschland, doch Bulgarije is het der
halve geweest, dat deze nieuwe gedachte naar
voren gebracht, en met vrucht verwerkelijkt
heeft. Doch aan het Derde Rijk komt de eer
toe, voor dit nieuwe vroegtijdig een open oog
te hebben gehad, en het als eerste staat in
West-Europa op zoo ruime schaal toegepast
te hebben.
De reeds in zoo velerlei opzicht vruchtbare
samenwerking tusschen beide landen zal door
de toetreding van Sofia tot het Driemogend-
heden-pact ongetwijfeld nog worden verdiept
en verbreed.
Het Duitsche weermachtsbericht
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
maakte gisteren bekend:
Een duikboot heeft twee gewapende vijan
delijke koopvaardijschepen tot zinken ge
bracht, welke tezamen een inhoud hadden van
12,061 ton.
In Noord-Afrika hebben Duitsche formaties
gevechtsvliegtuigen bij Derna colonnes voer
tuigen, troepenconcentraties en barakkenkam
pen met bommen van licht en middelzwaar
kaliber bestookt. In de kampen ontstonden
hevige branden, tal van voertuigen werden
vernield en gebouwen door treffers verwoest
of zwaar beschadigd.
Een formatie Duitsche duikbommenwerpers
bombardeerde in de avonduren van gisteren
de haven- en dokinstallaties van La Valetta
op het eiland Malta. De aanval had een goede
uitwerking.
Bij aanvallen op verscheidene vliegvelden
in Zuid- en Zuidoost-Engeland plaatsten ge
vechtsvliegtuigen verscheidene treffers op
hangars en er tusschen staande vliegtuigen.
Verscheidene toestellen werden op den bega-
nen grond vernield.
Vliegtuigen der gewapende verkenning be
stookten in Zuid en Zuidoost-Engeland de ha
veninstallaties van verscheidenen steden,
daaronder van Londen, op krachtige wijze
met bommen. Een gevechtsvliegtuig ondernam
een vermetele scheervlucht naar de vliegtuig
fabriek van Filton. Bommen van zwaar kali
ber vernielden een groote montagehal, ver
scheidene gereedstaande vliegtuigen werden
beschadigd.
De verkenning boven het op 5 Maart «in
gevallen vliegveld Halfar op het eiland Malta
bracht groote verwoestingen in de installaties
van het vliegveld aan het licht. O.a. zijn drie
zware gevechtsvliegtuigen, een montagehal en
een barak vernietigd, bovendien liepen ver
scheidene hangars en vliegtuigen zware be
schadigingen op.
Noch overdag noch 's nachts is de vijand
het gebied van het Duitsche rijk binnenge
vlogen.
Bij den aanval op de vliegtuigfabriek van
Filton heeft de bemanning van het aanvallen
de gevechtsvliegtuig, eerste luitenant Hollinde,
Oberfeldwebel Lebuda, onderofficier Weber
en Gefreiter Schilling zich bijzonder onder
scheiden.
Wethouders uit hun ambt ontheven
Naar de Deutsche Zeitung in den Nieder-
landen meldt, heeft de Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied op grond
van par. 3 van zijn vierde verordening nr.
108/40 betreffende bijzondere bestuursrech
telijke maatregelen van 20 Augustus 1940
de heeren mr. G. C. J. D. Kropman, F. van
Meurs, D. C. Franken en Wak-ave Boissevain
uit hun ambt van wethouder der gemeente
Amsterdam ontheven.
HET GEMAAL BIJ URK
In den sluisput staat alles gereed om het
laatste gedeelte van den onderbouw van het
gemaal af te maken. Met het storten is reeds
een aanvang gemaakt met het beton. Zoodra
het betonstorten klaar is wordt met den boven
bouw begonnen. Dit wordt een geraamte van
stalen balken en dakspanten en daartusschen
worden de muren gemetseld. De dakbedekking
wordt van beton. In de Lemmer is het ge
bouw al bijna gereed en het gemaal maakt
een geweldigen indruk. De aannemersfirma,
welke het gemaal in de Lemmer heeft ge
bouwd, zal zeer waarschijnlijk ook dat van
Urk bouwen.