Uirumr CriJtsetje Courant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden
en Omstreken
Een Zwitsersche Himalaja-expeditie
BOMMEN
jmnnementspriis
per 3 maanden in Lelden en In plaatsen
-f-pjl waar een agentschap gevestigd Is 2.30
Per week 18 ot. Losse nummers 5 et
rUABi Alle* WJ vooruitbetaling.
22.13-i
ivertentiepnjzen
LVRO.
•23 00 I 22 Vi et per regel Ingezonden Mede-
deelingen 46 et per regel Minimum
Iitach regels Bewijsnummer 6 ot By ooo-
tract belangrijke korting
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 96636.
No. 6323
DONDERDAG 9 JANUARI 1941
^Bevolkingsvraagstukken
I. diejgtaat in Jesaja een tekst, die in de
ivertaling aldus wordt gelezen: „Gij
it volk vermenigvuldigd, maar Gij
blijdschap niet groot gemaakt",
onderzoekingen hebben uitgewe-
it deze vertaling niet goed is en dat
,/eede gedeelte van den zin juist
^|°m moet worden gelezen. Het ge-
ir(5rordt dan: „Gij hebt het volk doen
zijne vreugde groot gemaakt".
1 we het bijvoorbeeld in de ver
van de hand van Prof. Dr. J.
irden f
beiazichzelf behoefde de Statenvertaling
ngere<^0g njet jets ongerijmds te doen
Want uitbreiding van het bevol-
gfsj^etal is zelf nog niet gelijk aan ver-
ig van de blijdschap. Zeer wel kon
nde. kgelijk zijn, dat wij in Jesaja hadden
lezen: „Weliswaar is het volk toe-
in, maar de blijdschap heeft daar-
allerminst gelijken tred gehouden".
Tttiged evenwel mag de harmonie onder
;n brengen, welke resultaat is van
;en Gods. Het volk wies en daèr-
gehad:
Ie, werd de vreugde van het volK
[emaakt.
is een gezonde, een gezegende be-
Igsleer, die wij hier in dit oude Bij-
rTRECfk vinden opgeteekend. Want juist
uitdrukkelijke vermelding van het
pen der vreugde in het wassen van
lot twPk zouden WÜ kunnen afleiden, hoe
Bnengaan van bevolkingsuitbreiding
den rf1 blÜdschaP daarover, hoezeer in
l tot'Instemming met het scheppingsplan
jenbaaien dus normaal, niettemin zeer wel
dwachfmeldinë waard was en in elk geval
r ver&ras van hooger zegen.
e*ers(1 toenemende bevolking is iets, waar-
at de ie natie moet kunnen wijzen. De m-
Ifeskfg 'ona^e statistiek houdt met schier
een: ke nauwgezetheid, cijfer na cijfer,
vf tellen bij, welke laten zien hoe het
net de al dan niet aanwezigheid van
van d 'boorteoverschot. Terecht heeft men
Dit Faa srval van zoovele waarden in een
heele ens hoogstaand, althans hoog ont-
ichter: 'd cultuurland als Frankrijk bijkans
uitdn Irst geweten aan de omstandigheid,
ad "bijiar he* aantal geboorten kleiner was
dat miet aantal sterfgevallen. Men kent de
ma% van Maarschalk Pétain: „Frankrijk
een te weinig kinderen",
lag. D [rypelijk is voorts by die belangstel-
'8 van' oor de cijfers van de geboorte-over-
de tten de aandacht, welke in vele lan-
afg'ted^ordt geschonken aan een goede en
visschejde gezinspolitiek. Deze twee toen
zich tot elkander als de gevol
de oorzaken. Zulk een gezinspoli-
ibben wij immer voorgestaan en
cht. Zij moet uitkomen in het toe
van kinderbijslagen, in het belas-
iel, in den woningbouw en in tal
maatregelen meer.
:r, behalve dat een toenemende be-
een reden tot voldoening is kan
;ns een aanleiding zijn tot zorg, en
zonder in die landen, welke reeds
:mgen |icht zyn bewoond. Want staat op de
ajde der medaille van den gezond-
'aad eener natie de wenschelijkheid
gestadigen groei, die kant van de
lie kan toch niet worden gedacht
lOrfr den anderen kant, en daarop vin-
!jj de noodzakelijkheid vermeld van
RVi{jeppen van levensmogelijkheid voor
mogelijk menschen.
Ild t ons land de voldoening, welke het
lende bevolkingsgetal biedt, het
heeft evens de zorg, die met de levens-
r? r h)kheid in direct verband staat. Het
denhi™Pe 201-6 voor nu èn voor de toe-
eerste punt betreft, de zorg
een aantal onzer medebewoners
.ijk betrokken bij het gebruik van
lem. Maar hun getal, hoe groot ook,
"iperkt. Naast hen waren en zyn
en, die werk zoeken of hebben in
en industrie. Het is uiteraard niet
£4k, gesteld een oogenblik dat men
t metTgde' e" Zeker "iet ln een land
efde vJe mel ^30 bewoners per vierkanten
en venter, allen naar den landbouw over
hgen. 0°k een intensiveering van
■M^emgebruik, hoezeer deze verdient
den bevorderd, kan niet de volle
ig brengen. West-Europa kan reeds
andhouding van zijn bevolking niet
industrie en handel. En van alle
in West-Europa geldt dit bijna het
voor ons dicht bevolkte land aan
medenloop van tal van rivieren. Het
'oor een belangrijk deel bestaan van
Jorvoer uit en van een omvangrijk
land. Doch industrie en handel zyn
fan alle bestaansmiddelen het ge
it, wat in een periode van interna-
botsingen, die leiden tot afsluiting
«nzen en zeeën, het sterkst uitkomt,
t-al moeten wij met het oog op onze
..j*ng met verlangen naar meer nor-
vreedzame verhoudingen uitzien,
cede bevolkingsleer van een land,
t heel de wereld, vraagt niet om
doch veeleer om samenwerking.
...F het bevolkingsvraagstuk is ook
fWeem voor de toekomst. Neemt
Polking toe in gelijke mate als zy
„Jtoeaèemt, dan zal ons land in het
P80 omstreeks 11 millioen menschen
Dit beteekent, dat dagelijks die et-
Vier geharde bergbeklimmers
op duizelingwekkende
hoogten
Rampspoedig einde van het
«vontuur
H
Vier Zwitsers, die op het gebied van de
bergsport reeds lang hun sporen verdienden,
namen deel aan de Zwitsersche Himalaja-
expeditie, dit in 1939 plaats had, en die o.a.
ten doel had, den Dunagiri te beklimmen,
een top van 7066 M., en den Badrinath, die
zich, met ijs gepantserd, 7156 M. hoog in de
ijle atmosfeer verheft. Ingenieur André
Roch was de algemeene leider, de berggids
en skileeraar David Zogg zou waar noo-
dig optreden als zyn plaatsvervanger. Ver
der namen ook de berggids Fritz Steuri
en de topograaf Ernst Huber aan de
zware tochten deel. Het waren allen man
nen, aan de bergen en hun ontberingen ge
wend, getraind van lichaam en gehard van
geest. Doch zij zouden niets hebben kunnen
bereiken zonder hun stoet van inlandsche
dragers, leden van een taai en goedmoedig
menschenras, die een mongoolschen inslag
hadden, en in onversaagdheid, voor hun
chefs zeker niet onderdeden.
Zoo begon dan op 3 Juni in Ramikhet de
groote onderneming, die zulk een wisselvallig
verloop zou nemen, aan twee der inland
sche helpers het leven zou kosten, en ten
slotte zou moeten worden opgegeven, omdat
intusschen in Europa een nieuwe oorlog was
uitgebroken, die tot in het verre Indië zijn
weerslag zou doen gevoelen.
Het verhaal van deze expeditie is door de
Zwitsers zelf te boek gesteld en door E m y
Frankamp onder den titel „Naar de top
pen van de Himalaja" bij Van Loghum
Slaterus' U.M. te Arnhem in Nederlandsche
vertaling in het licht gegeven. Het is een
relaas geworden, zonder opsmuk verteld,
zonder drang naar groote woorden. Waar de
taal niet bij machte bleek, alles uit te druk
ken, daar heeft men veelvuldig de camera
laten spreken. Zoo hebben wij in dit boek
een aanzienlijk aantal bergopnamen ge
kregen, die beter dan menschen het kunnen
van deze ongeëvenaarde natuur verhalen.
Een enkele foto willen wij hierbij, als proeve
van illustratie, reproduceeren, gelijk wij ons
ook veroorloven, hier enkele episoden uit het
expeditieverslag aan te halen.
Allereerst eenige „culinaria", waaruit men
zal kunnen ontdekken, dat geven en nemen
het wachtwoord is voor ieder, die zich ver
van „moeders pappot" gaat wagen.
„Een van de eerste dagen van onze op-
marsch naar de Rhamani-gletscher sloegen
we op een avond onze tenten op. Het terrein,
vlak bij het dorp Rini, lag vol koeien- en
schapenmest. Nuri, onze langste sherpa
(drager), moest die onsmakelijke mesthoop
eerst opruimen. Dat deed hij ook.met
zijn handen! Eenige minuten later zag een
van ons hem in de keuken met dezelfde
handen en niet intusschen gewasschen
vol zorg onze chapati voor het avondeten
kloppen en kneden! De anderen waren wel
wat verbaasd, dat deze eene niet met zijn
gewone eetlust op de chapati (meelkoek)
telijke millioenen gevoed en gekleed moe
ten worden, ja dat, indien eenigszins mo
gelijk, voor millioenen werk aanwezig
moet zijn. Wij gaan hierop thans niet na
der in, maar men ziet, dat het bevolkings
vraagstuk ook voor de toekomst niet mag
worden veronachtzaamd.
Blijdschap en zorg, deze beide wisselen
elkander in de leer der bevolking af, zoo
als zij elkander afwisselen in het leven
van eiken mensch. Wij willen niet verge
ten, dat het woord van Jesaja, door ons
genoemd, waarin de aanwas van de bevol
king werd gezien als een oorzaak van
groote vreugde, staat temidden van Mes-
siaansche profetieën. Buiten den Zaligma
ker kan de wereld niet, ook niet als zij
staat voor de beantwoording van nationale
en internationale vraagstukken. Christus
schuwt den mensch niet, den enkeling
evenmin als dë massa. Hij komt tot ieder
onzer afzonderlijk, maar eens zal Hij om
Zich verzameld vinden een schare, die
niemand tellen kan. En die allen zullen
zich vereenigd weten in denzelfden lof
zang. Alle problemen van individu en ge
meenschap hebben dan in Hem haar
eeuwigdurende oplossing gevonden.
De Badrinath; bij het kruis had het
lawine-ongeluk plaats.
(Proeve van illustratie)
aanviel, eigenlijk was het niet netjes, dat
hij het hun pas na het eten uitlegde!
Zindelijkheid is hier nu eenmaal geen
deugd, en zeker niet bij de toebereiding der
spijzen.
Onze beide afwaschlappen zijn rijp voor
een curiositeitenverzameling. Oorspronkelijk
waren ze wit maar deze kleur der on
schuld zullen ze in geen wasch ooit meer
terugkrijgen. Al het aardsche is vergankelijk!
De eene kant is pannelap, de andere droog
doek, het eene uiteinde handdoek voor het
keukenpersoneel, het andere vliegendooder.
Op marsch wordt de chapati-voorraad in een
van deze doeken gewikkeld, en vergissen
is mensehelijk, dikwijls worden kanten en
uiteinden verwisseld. Vóór het opdienen bijv.
veegt de bedienende Sherpa nog eens plech
tig met deze doek over de borden en kijkt
dan stomverbaasd als wij met onze, ook niet
al te schoone vingers ze daarna toch nog eens
afwrijven.
Zoo nu en dan koopen we een schaap ter
opluistering van het menu; schapen zijn hier
spotgoedkoop. Niets bruikbaars laten de
Sherpa's daarbij verloren gaan, ze maken
zelfs bloedworsten met de darmen. Wij ver
denken ze er natuurlijk van, dat ze de darmen
wel uitgedrukt, maar ze daarna nauwelijks of
niet hebben uitgewasschen. Toch smaakten
de kleine bloedworstjes best! Een slager zou
zich weliswaar de haren uit het hoofd trek
ken, als hij het slachten aan moest zien; het
is alsof een paar mieren aan een worm
rukken. Ergens op een platte steen wordt het
dier gewoon uit elkaar getrokken; wat niet
meegeeft, wordt er met een bijl afgehakt. Het
vleesch, dat niet dadelijk gegeten wordt, be
waren ze in een van de keukenkisten bij de
uien en de aardappelen en het wordt met
het keukengerei onder het gaan door elkaar
gerammeld, want we hebben geen papier om
de dingen in te pakken.
De zoogenaamde schoonmaakwoede is hier
dus niet inheemsch. Men zou er ook niet ver
mee komen; het beste is maar zich ook ln
deze, eenigszins smerige omgeving behagelijk
te voelen. En als men het niet zelf beleefd
had, zou men het nauwelijks gelooven: het
is niet eens zoo'n groote kunst"
Bij ontberingen van comfort en van hygie-
nischen aard blijft het natuurlijk niet, bij
reizen in onontgonnen gebieden als van den
hoogen Himalaja. Ofschoon de vier Zwitsers
allerminst een bedrukt relaas van him erva
ringen gaven, laat zich toch wel uit hun ver
telling vatten, dat zij het ook dikwijls te
kwaad hebben gehad met barre koude, hoo
gen sneeuwval, afbrokkelend gesteente, lucht
die te ijl was voor de longen om het lichaam
nog veel kracht voor allerlei inspanning te
laten. Daarbij hadden zij alle gevaren het
hoofd te bieden, die men heeft te verwachten
in grillig gevormd, zeer moeilijk te betreden
bergterrein, waar de kloven gapen, de hel
lingen hun ongenaakbare gladde steilten ver
heffen, de gletschers hun spleten verhullen
onder verraderlijke sneeuw, en de lawines
op uiterst gevaarlijke manier voor overrom
pelingen zorgen.
Doch tevens mochten deze mannen, die zich
als pioniers van ons ras tot deze uiterste
grenzen van het menschelijk-bereikbare
waagden, genieten van een natuur, zoo onge
ëvenaard machtig en grootsch, dat zij in hun
bewondering er nauwelijks woorden voor
vonden.
Steuri verhaalt op de navolgende ma
nier hoe de expeditie bij den Bhagat-Kharan-
gletschers haar einde vond:
„Plotseling, om bijna klokke twaalf, tilde
een storm als een orkaan onze tent op; bijna
tegelijkertijd kletterden sneeuw en ijs erop
neer en met een duizelingwekkende vaart
rolden we in een lawine een circa 500 M.
lange helling af. Het waren ontzettende
seconden! Alle drie waren we in de tent ge
wikkeld en daardoor hopeloos aan de lawine
overgeleverd. Wij werden voortdurend door
elkaar gegooid. Het was in onze rollende,
stootende gevangenis nagenoeg donker. Op
een oogenblik voelde ik, hoe een. van mijn
kameraden zich aan mij vastklampte. Het was
André. Zooals hij later zei, was hy over
tuigd, dat dit onze doodenrit was en hij hield
zich aan mij vast, om niet alleen te moeten
sterven.
De val scheen geen einde te nemen, of
schoon hij maar minuten duurde. Een metalen
stang van de tent drong aan den eenen kant
door mijn pullover en hemd, schuurde over
mijn buik en werd er aan den kant weer uit
geduwd. Hij liet mij als aandenken niet alleen
twee gaten in mijn hemd en pullover, maar
ook een getatoeëerde buik! Het volgenae
oogenblik werd ik door een scheur in nei
dak in een groote boog naar buiten geslin
gerd. Maar nauwelijks was ik aaD de duister
nis van deze benauwende gevangenis ontko
men, of ik kreeg een ijsblok tegen mijn rug.
De nieuwe regeling van invoer
en omzetbelasting
Verlaging van de verkoopprijzer
indien de verkooper minder
belasting behoeft te betalen
De secretaris-generaal van handel, nijver
heid en scheepvaart en van landbouw e,
visscherij brengt naar aanleiding van a
nieuwe invoer- en omzetbelasting, welke me
ingang van 1 dezer in werking is getredei
ter kennis, dat ten aanzien van de prijzei
met uitzondering van de vervoersprijzec, o
volgende regeling is getroffen.
In het algemeen mag de nieuwe omzet
belasting worden doorberekend, met
uitzondering van de omzetbelasting op
aardappelen, brood, melk en peulvruch
ten. Indien bij de doorberekening afron
ding van de prijzen noodzakelijk Is, dient
deze afronding naar beneden te geschieden.
Degenen, die thans minder omzet
belasting betalen dan voorheen, moe
ten, onverschillig of zij de omzetbelasting
afzonderlijk in rekening brachten, ln den
prijs calculeerden of voor eigen rekening
namen, hun verkoopprijzen ver
lagen met het bedrag, dat zij thans
minder aan belasting behoeven te betalen.
Uiteraard dienen hun afnemers en eve
tueele verdere afnemers, die in deze gevall
lagere inkoopsprijzen hebben, hun verkoc
pjrijzen dienovereenkomstig te verlagen.
Dezelfde regeling geldt uit den aard d
zaak voorzoover op ingevoerde goederen
hoofde van de nieuwe invoerbelasting m
der aan den fiscus behoeft te worden af*
dragen, dan vroeger op grond van het t
zonder invoerrecht. Ook hierbij moeten
afnemers van de importeurs hun verkcx
prijzen in gelijke mate als hun inkoopsp
zen verlagen.
Voor goederen, waarvoor vroeger om;
belasting verschuldigd was en welke han
laren op 1 dezer in voorraad hadden, mag
nieuwe omzetbelasting niet tot een prysv
hooging leiden, daar de restitutie, welke vt
kregen kan worden op den ouden voorrar
ongeveer gelijk is aan de nieuwe omzetb
lasting.
Van „Het land der zes molen
Grenzende aan de Giessen, een riviei
met door riet omzoomde oevers, ligt in
Oostelijk gedeelte van de ^lblasserwaard
waterschap Het Land der Zes Molens, c
een oppervlakte van 1800 ha vruchtbaar f"
en weiland, waarvan de naam is ontle
aan de zes oud-Hollandsche windmolens, t
stuk cultuurhistorie, waarmede onze vot
vaderen m de lage landen den strijd aa
bonden tegen het water. Deze Hoornaarsc
wip- of staartmolens, hebben voor 't grootf
gedeelte het veld moeten ruimen va&r e
stoom- of motorgemaal. Twee van deze 2
molens zijn jaren geleden afgebroken, en 1
1931 werd het overtollige water weggemal
door vier molens en een stoomgemaaL
Toen iri dat jaaT het stoomgemaal een gr<x
herstelling zou moeten ondergaan kwam b
bestuur met een voorstel in de ingelande
vergadering om een nieuw motorgemaal
plaatsen. Hiertoe werd besloten en tevei
werd een bestuursvoorstel om de molens c
nonactiviteit te stellen aangenomen, daar fa-
nieuwe motorgemaal, dat in 't voorjaar 19;
in werking werd gesteld, voldoende capacite
bezat om het polderwater onder 't peil
houden. Inmiddels brak tijdens den bouw v
het nieuwe gemaal brand uit in den Wielmol»
die tot den grond toe afbrandde. Een der ka-
molens werd in 1939 voor afbraak verko-
Was niet de oorlogstoestand ingetreden, dan
ook het lot van de twee nog resteerende
lens spoedig bezegeld zijn, daar deze in 1
regaanden staat van bouwvalligheid begon;
te geraken.
De moeilijkheden, die zich bij het aanv
ren van stook- en smeerolie voor de moto;
van het gemaal zullen kunnen voordoen, he
niet alleen in het bestuur, doch ook in kr
gen van de stemgerechtigde ingelanden stei
men doen opgaan om de nog bestaan
watermolens weer te restaureeren en in t
drijf te stellen- De onderhandelingen in b
bestuur zijn reeds zoo ver gevorderd, dat a
verschillende molenbouwers prijsopgave vt
herstelling is gevraagd. Tevens heeft
ingenieursbureau prijsopgave gedaan om
bestaande motorgemaal van electrisch - dr,
kracht te voorzien. De kosten van dit
zijn ongeveer dubbel zoo hoog als he
stellen der molens, en het bestuur -al 1
ook met beide plannen voor de ingelandt
bijeenkomst verschijnen.
De correspondent van het A.N.P. te Hooi
naar heeft over deze kwestie met verschil
lende belanghebbenden gesproken er. heeft
hierbij gemerkt, dat de meeningen over beide
plannen nogal uiteen loopen. De gedachte
aan oorlogshandelingen, waarbij de electri-
citeitsvoorziening gestagneerd zou zijn werd
naar voren gebracht, terwijl ook werd aan
gevoerd, dat bijgeval geen stookolie zou kun
nen worden aangevoerd, de herstelde molens
onvoldoende kracht zullen hebben om het
overtollige water weg te malen.
21e Jaarj-anjj
Gedurende één ondeelbaar moment verloor
ik het bewustzijn en werd bedolven door
de sneeuwmassa's. Door wanhopig spartelen
met armen en beenen werkte ik me weer
naar de oppervlakte. Ondertusschen rolde ik
dieper en dieper. Ik dacht al met ontzetting
aan de geweldige spleten, die nauwelijks 100
M. lager mijn graf zouden worden. En ik
vocht maar tegen de sneeuwmassa's, die my
telkens weer dreigden toe te dekken. Einde
lijk nam de vaart van de lawine af en ten
slotte kwam hij tot staan. Angstig keek ik
uit naar André en Vitter. Ze lagen beiden
even hooger, vlak bij de aan flarden gereten
tent Het was een groot wonder, dat geen
van ons bedolven werd".
Twee dragers bleken bij dezen ramp te zijn
gedood en een deel van de uitrusting was
loren gegaan. Een geweldige berg waakt
twee graven. En oorlog begon intusschen te
woeden in het verre Europa. Dat was
einde van de Zwitsersche Himalaja-expeditie.
Niemand echter, die de bergen met hun
schoonheid en hun gevaren bemint, kan het
verhaal van dezen koenen bergtocht onge
lezen laten!
Het e
artikel stond i
'raagt inlichtingen betreffende molestschade-
erzekering voor Uw eigendommen, alsmede
oor Uzelf (persoonlijk letsel) bij de makelaars
>ONTIER KARREMAN
WESTERSINGEL 9
TEL. 38535 ROTTERDAM,
Het Duitsche weermachtsbericht
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
maakte gisteren bekend:
By een overval tegen de Engelsche oostkust
heeft een snelle boot voor den mond van de
Theems een door torpedoboot jagers sterk be
schermd vijandelijk konvooi aangetast en een
koopvaarder van 2500 ton tot zinken gebracht.
Het luchtwapen zette ook gisteren bij on
gunstig v. eer zijn aanvallen op Londen voort.
Kleine formaties gevechtsvliegtuigen lieten in
den loop van den heelen dag op de Britscha
hoofdstad met succes brand- en brisantbom-
Tien vallen.
Afzonderlijke toestellen vielen verder vlieg
velden, spoorwegemplacementen en voor den
;trijd gewichtige industrieele bedrijven in
Zuid- en Midden-Engeland met goed gevolg
3 an. Ze beschoten daarbij in eenige lucht
havens talrijke toestellen in duikvlucht met
de wapenen. Voorts werd een chemische fa-
mek ernstig getroffen.
Een gevechtsvliegtuig van de gewapende
verkenning bestookte in het midden van de
Noordzee benoorden Great Yarmouth een
Britsche flottille njjnenvegers en plaatste op
een dier booten verscheidene voltreffers. Het
schip bleef branden* in zinkenden toestand
liggen. Een vijandelijk vliegtuig werd in den
luchtstrijd bij Bever neergeschoten.
De distributie van zeep
Aflevering van medicinale en
toiletzeep van oude samenstelling
aan detaillisten weer toegestaan
De secretaris-generaal van het departement
van handel, nijverheid en scheepvaart maakt
het volgende bekend.
Aangezien eenigen tijd geleden gebleken is,
dat een aantal zeepfabrikanten en handelaren
de bestaande distributievoorschriften ten aan
zien van den verkoop en aflevering van medi
cinale en toiletzeep van de oude samenstel
ling hadden overtreden, werd, in afwachting
van een nader onderzoek, met ingang van
September j.l. de verkoop en aflevering
genoemde zeepsoorten door fabrikanten, im
porteurs en grossiers aan den kleinhandel
verboden.
In verband met het feit, dat dit onderzoek
thans geëindigd is en maatregelen tegen de
schuldigen zullen worden genomen, is met
ingang van 1 Januari J.l. het bovengenoemde
verbod weer opgeheven, zoodat de detaillis
ten, die hun voorraad tegen in ontvangst
neming van de geldige bonnen (1 rantsoen
toiletzeep) hebben uitverkocht, dezen voor
raad thans weer kunnen aanvullen bij gros-
Volledigheidshalve wordt er nog op gewe
zen, dat toiletzeep van de oude samenstelling
en medicinale zeep uitsluitend mag worden
verkocht en afgeleverd op de bonnen „1 rant
soen toiletzeep" en dat bij overtreding van
deze bepaling strenge maatregelen zullen
worden genomen.
De uitoefening van \et recht van
abolitie en van gratie
Ter toelichting op de verordening Van den
rijkscommissaris betreffende de uitoefening
van het recht van abolitie en -an gratie
wordt er van bevoegde zijde op gewezen,
dat het Nederlandsche strafrecht he begrip
abolitie, zooals dat in Duitschland woyt toe
gepast, niet kent. In tegenstelling tot h»t Ne
derlandsche strafrecht kent het Du<tSChe
strafrecht de vervolgingsdwang. In Neer
land bestaat het opportuniteitsbeginsel. De
bevoegdheid tot het uitoefenen van het recht
van gratie, welke in Nederland vroeger alleen
door de Koningin werd uitgeoefend, is thins
op den rijkscommissaris overgedragen, be
Führer heeft zich echter voorbehouden om i>
bijzondere gevallen zelf dit recht uit te oefe-
n n. Onaangetast blijft ook de toepassing
n .het gratierecht met betrekking tot de
V - nissen van Duische krijgsraden en van
S.S. en politierechtspleging. Hiervoor bestaat
een aparte regeling.
Het abolitie- en gratierecht zal in den ver
volge worden uitgeoefend door den rijkscom-
missaris, die het echter niet alleen zelf wil
uitoefenen. In verband hiermede heeft hij
bepaald, dat in alle zaken, waarin een Ne
derlandsche rechter een hechtenis tot drie
maanden dan wel een geldboete tot 1000
heeft opgelegd, het recht van abolitie en van
gratie wordt uitgeoefend door den secretaris
generaal van het departement van justitie,
voorzoover de rijkscommissaris niet in be-
paalue gevallen de beslissing zich voorbe-
houdt. De uitoefening van het recht van abo
litie en van gratie in alle andere zaken ge-
I schiedt door den rijkscommissaris zelf.
Tenslotte werd er nog op gewezen, dat dit
besluit niet beteekent een wantrouwen tegen
de Nederlandsche rechters, maar dat het de
bedoeling heeft een zekere uniformiteit te
brengen in een toepassing van het recht van
I abolitie en van gratie.
FANTASTISCHE MELKKNOEIERIJ
Veehouder lot 14 dagen hechtenis veroordeeld.
Voor het Kantongerecht te Schiedam heeft
gisteren terecht gestaan de 65-jarige veehouder
A. R aldaar, tegen wien proces-verbaal was
opgemaakt wegens het in voorraad hebben en
afleveren van melk, waaraan een groote hoe
veelheid water was toegevoegd.
De overtreding was geconstateerd door den
controleur A. van den Berg van den Keurings»
dienst uit Rotterdam, die onmiddellijk na af
levering van de melk een monster had ge
trokken. Het onderzoek had uitgewezen, dat
aan 100 deelen melk 100 deelen water waren
toegevoegd, zoodat dit mengsel geen aanspraak
op de naam melk kon maken.
De verdachte ontkende heftig en verklaarde,
dat er zich water in de kan van zijn afnemer
bevond, hetgeen de getuige keurmeester v. d.
Berg tegensprak.
De ambtenaar O. M. Mr. H. F. H. R. M.
Gr as so zeide in zijn requisitoir, dat hij zoo
iets nog nooit heeft medegemaakt en hij kon
geen woorden1 vinden, om dit geval te quali-
ficeeren. Juist in dezen tijd is het een sociaal
belang, dat de menschen melk en geen water
krijgen en spr. vroeg zich af, of verdachte nog
wel het onderscheid wist tusschen melk en
water. Mr. Grasso eischte een principale hech
tenis van twee maanden.
De kantonrechter Mr. P. B. Cos veroor
deelde de „fantastische melkknoeier" tot een
hechtenis van 14 dagen.
ZON EN MAAN
Zonsopgang 10 Jan. 9.47; ondergang 17.47
Volle maan Maartdag 13 Jan.? laatste
kwartier Maandag 20 Jan.; nieuwe maan
Maandag 27 Januari.