Ducky" werd uitgebroed door twee goedige riMiirt Bestuur Alkeburcht treedt spoedig af 'omerslotfeest in Our House Archeologische vondsten in Hazerswoude :gio SASSENHEIMS WONDERKUIKEN" HEEFT NOG EEN HEKEL AAN WA TER lieuwbouw ijardin Veranderde functies Dverbodige school OUDERWETSE MEUBELMAKERIJ. LEIDSE COURANT VRIJDAG 3 JULI 1981 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Niet zozeer een speling der natuur als wel een speling van het lot: „Ducky". „Ducky" (ofschoon zijn menselijke pleegouders zijn naam als Tukkie uitspreken) is een allerschattigst eende kuikentje, dat zowat 28 dagen na Hemelvaartsdag uit z'n dop kroop en nu, volslagen eigenwijs, de lieveling is van de familie De Goey die reilt en zeilt aan de Verzetshove binnen Sassenheim. De prenatale geschiedenis van Ducky begon ongeveer zó: Mevrouw De Goey, die net wat zat weg te dromen, werd opgeschrikt door een uitroep van haar man, meneer De Goey. Hij riep haar voornaam die ik niet ken en voegde daaraan toe: „d'r leit een ei aan de overkant!, ga dat eens pakken". Nu had mevrouw De Goey al wat eerder een moedereend zien passeren, met achter haar aan verschillende generaties kindereenden, van uiteenlopende leeftijden dus. Daarom werd meteen aan een eende-ei gedacht. En ja, het was een eende-ei, verlaten en wel midden tussen de rozenstruiken die Verzetshove zo opvrolijken als ze eenmaal bloeien. De De Goey's zijn van huisuit echte dierenliefhebbers; zo is meneer De Goey, bijvoorbeeld, al sinds z'n dertiende jaar een fervente duivenhouder die dagelijks bij zijn koerend volkje, in het hok achter in de tuin, te vinden is. Men dacht er niet aan, het ei te consumeren, maar meneer De Goey opperde het idee: laten we eens proberen het ei te laten uitbroeien, door één van onze duivinnen. Daar waren enkele duivinnen in een broedse periode. Ze ontvingen de blijde boodschap, en de eerste kon meteen aan de slag. Bij het weten van meneer De Goey was het nog niet eerder voorgekomen, dat een duivin een eende-ei had uitgebroed. „Nou", dacht hij, „het zal het dier de kop niet kosten als het niet lukt", en meneer De Goey schoof het gevonden ei onder de aanstaande duivenmoeder. Hoewel het eende-ei een stuk groter was dan haar eigen eitjes, liet de duivin zich het experiment welgevallen en deed kraalogend wat van haar werd verwacht. Het ging allemaal best, 18 dagen lang. Maar toen kwamen de duive-eitjes uit: een nest vol kleine duifjes. Maar een eende-ei vergt nu eenmaal een broedtijd van 28 dagen. Moeder duif vond het welletjes en stapte op. Goede raad was niet duur: er moest gewoon een andere broedse duivin geraadpleegd worden om de resterende negen dagen het eende-ei onder haar hoede te willen nemen. Tot groot genoegen van meneer, mevrouw en de kinderen De Goey, accepteerde ook exemplaar nummer twee de ondergeschoven taak. Ze bleef zitten waar ze zat en verroerde zich nauwelijks. Inmiddels had meneer De Goey al eens het ei tegen het licht gehouden en hij ontdekte toen een zwart vlekje: het ei was bevrucht. De spanning steeg. Op een morgen, vroeg, zag mevrouw De Goey (haar man had de kraamkamer al terdege beveiligd en beschermd, zodat een Ducky heeft de lippen van zijn voedstermoeder weer gevonden, en de duiven blijven er koud onder. eventueel kuiken geen fatale smak zou kunnen maken naar beneden) een lege dop op de grond liggen. Het verwonderde haar niets, want al eerder had ze geconstateerd, bij een tussentijdse controle, dat het ei van binnenuit was aangetikt. De broedende duivin deed alsof haar neus bloedde en bleef stevig op haar nakomelingschap zitten. Mevrouw De Goey, evenwel, verwijderde het natte eende-kuiken en riep hoera. Het was zowaar gelukt En nu de nazorg. Vader De Goey (want zo voelde hij zich alweer een beetje) richtte als de gesmeerde bliksem in de woonkamer een couveuse in, met een lekker warme lamp. Tevoren had de huisvader, die ook van postnatale markten thuis is, al onder de duivin met een thermometer de warmte gemeten: 35 graden Celsius. Deze temperatuur werd in de getimmerde kraamkamer ook bereikt. Verplegend personeel eronfheen. Er werd niet gedoopt, maar het scharminkel kreeg direct de al eerder bedachte naam „Ducky" (of Tukkie, meende ik abusievelijk). Van meet af aan was Ducky springlevend en goede maatjes met zijn voedstermoeder, mevrouw De Goey, die het verfomfaaide kuiken achterna moest lopen als het even de couveuse had verlaten voor een rondwaggeltje door de woonkamer. De eerste dagen had de voedstermoeder niet alleen de handen vol aan het duckse wezentje, maar ook de mond. Tussen de lippen natgemaakt paneermeel, en dat piepende gevalletje met z'n snaveltje maar plukken en rukken. Ducky is nu ruim een week oud, maar hij baalt nog steeds van droog brood. Dat moet dus bevochtigd worden. Mevrouw De Goey: 's morgens vroeg moet ik hem eerst een tijdje flink knuffelen, want daar staat Ducky op. Dan piept ie het uit". Bij wijze van demonstratie beet Ducky zijn verzorgster uit louter dierenliefde behoorlijk in de hals en in de lippen. Plekken die al behoorlijk rood begonnen te worden. In haar goeiigheid laat mevrouw De Goey zich dat welgevallen, en als het een beetje te veel van het goede wordt, worden er gedroogde vruchtjes en insecten geserveerd. Er zijn al mensen die het hebben over „Ducky en z'n stiefmoeke". Helemaal te dol. De kat des huizes is bijna gewend aan de aanwezigheid der concurrentie: ze beziet Ducky nog met enige reserve en wordt verder verwijderd als het kuiken z'n speelkwartiertje in de kamer heeft. Niet ver van het duivenhok heeft de mini-eend z'n eigen zwembad, pardon bak. De kinderen hebben kroos en watervlooien gefourageerd om het Ducky zo gezellig en aangenaam mogelijk te maken. Maar het kreng is in dit opzicht ondankbaar en heeft een hartgrondige hekel aan zwemmen. De voedstermoeder zette hem gisteren in z'n vijvertje, maar als een opgewonden speelgoeddier ging het roetsj roetsj roetsj de bak weer uit. Daarna was het een klein opscheppertje, dat zich wilde droogfladderen met vlerkjes die nog niet eens op vleugeltjes leken. En effe pikken tussen de veertjes. Nu al een teenager die sier wil maken. Als Ducky de volwassenheid is genaderd krijgt hij (of zij; de diagnose is nog niet gesteld) vanwege het Vogeltrekstation in Arnhem dat het op prijs stelt als Ducky herkenbaar blijft voor het geval dat hij of zij in de omgeving wordt gesignaleerd een gele ring op een poot. Daarna wordt deze uitzonderlijke eend, die een paar duivinnen tot zijn allernaaste betrekkingen mag rekenen, naar het park Rusthof gebracht om daar (eenmaal gewend) tussen de in groten getale aanwezige soortgenoten zijn aardse dagen snaterend, waggelend en slapend (Ducky doet dan toch een tukkie) door te brengen. En zwemmen doet- ie dan ook; dat komt best in orde. et technisch Handelsbu- sau SJardin B.V. verhuist de Middelstegracht •aar het Industrieterrein In |e Merenwijk. Het nieuwe lebouw voor deze groot- {andel In sanitair en c.v., aarvoor de eerste paal imlddels is geslagen, om- at ruim 3600 vlerkante «ter vloeroppervlakte laarvan 750 vierkante me- sr voor de verhuur is be- lemd. De stichtingskosten edragen 3.8 miljoen gul- en en de oplevering zal aar verwachting in het corjaar van 1982 kunnen ilaatsvinden. JELOFARENDSVEEN Ter afsluiting van een geslaagd seizoen bij Veen se jongerencen- „Out House", wordt ide zaterdag 4 juli zomerslotfeest gehou- Het geheel speelt zich op het plein vóór „Our use". Als attrakties zul- optreden de „Rex Rea- i Blues Band" en de Sig Bamboo Party Time lypso Band". De eerstge- band heeft reeds rioemde haar sporen verdiend bij „Our House" door een op treden tijdens het tienjarig bestaan. Rex Reason is een uit Ameri ka afkomstige blueszanger, die zich bewezen heeft op ontelbare podia, hij speelde, samen met beroemde men sen zoals Piet-Jan Visser van „Livin Blues", André de Werdt van „Live Stock" en „Trail", en Barry Webb uit Schotland, die speelde in „OPMC" en „Live Stock". Óp het repertoire van Rex Reason's Blues Band staat zuivere blues, zowel country- als city blues. De band heeft een felle aanpak: sterke zang en geïnspireerde soli. De groep speelt sinds kort met een drummer, dus het geluid is krachtiger en swingender dan ooit tevoren. De „Big Bamboo Party Time Calypso Band" is een uit Amsterdam afkomstige band, die met haar zwoele Zuidamerikaan- se calypsoklanken garant staat voor een swingende zo meravond. Het zomerslotfeest wordt te vens omlijst door een gewel dige barbeque, sfeervolle palmbomen en vele andere tropische verrassingen. Kaarten voor dit festijn zijn in de voorverkoop verkrijg baar in „Our House" of tele fonisch te reserveren onder nummer: 01713-2260 of 3147. UJNSATERWOUDE De eind van dit schooljaar opgehe- en kleuterschool „Kleuterweide" zal in het nieuwe jaar on er meer gebruikt worden als vergaderruimte. Hiermee ceft men een vierde functie voor het gebouw gevonden. De chool aan de Herenweg zal bovendien gebruikt worden ar de Woubrugse artsen Nooter en Vreijling, de peuter- elzaal en een pedicure. |De watersportvereniging en RTC hebben reeds te kennen gege ten van de vergaderruimte gebruik te willen maken. De nieuwe 'bestemmingen van het gebouw leveren de gemeente een jaar lijks inkomen van zo'n 7000 gulden op. De school moet worden fesloten door het teruggelopen leerlingen aantal. Het laatste jaar bezochten nog slechts zes leerlingen het tien jaar oude schooltje, Je weinig om de school te doen voortbestaan. In Aalsmeer ontdekten wij nog een „ouderwetse meubelmakerij", waar ervaren meubelmakers nog geheel met de hand massief eiken meubels maken. O.a. kasten, kisten, tv-kas- ten, tafels, etc. De methoden van werken is geheel conform de 17- eeuwse wijze. Alle onderdelen wor den gelijmd en met duvels In elkaar gezet. Ook de afwerking o.a. schuren en bijtsen wordt nog met de hand ge daan. Men werkt volgens de op dracht van de cliënt en elk model en maat is te maken. Deze prachtmeubels kunt u bekijken in de Oudhollandse showroom von Antiekboetiek Hoogendoorn, Zijd straat 65, Aalsmeer. Alle dagen met uitzondering van woensdagmiddag kunt u hier terecht. Het loont zeker de moeite om hier eens op uw ge mak rond te neuzen en de prijzen zijn, gezien de werkwijze, zeker laag te noemen Dit door rechtstreekse verkoop: werkplaats-klant. ROELOFARENDSVEEN Het huidi ge Alkeburchtbestuur treedt zeer bin nenkort af, maar zal voordien een werkgroep formeren. Deze werkgroep moet een oplossing vinden voor de fi nanciële problemen en dient tevens een haalbare beleidslijn voor de komende jaren uit te zetten. Dit maakte Loek Koek, voorzitter van het Alkeburchtbe stuur, gisteravond bekend tijdens een vergadering met alle belanghebbenden. Aan de aanwezigen werd een beleids nota voor 1981 overhandigd. Deze nota werd „slechts een eerste aanzet van het nog zittende stichtingsbestuur" ge noemd. Drs. Nugteren, die als financieel deskun dige namens de gemeente, toegevoegd lid van het Alkeburchtbestuur is, maakte de samenstelling van de binnen 14 dagen te vormen werkgroep bekend. De werk groep zal bestaan uit: 1. iemand van het culturele verenigingsleven, 2. iemand van het bibliotheekbestuur, 3. iemand van het gemeentebestuur, 4. een financieel des kundige, 5. iemand van het huidige Alke burchtbestuur en 6. een onafhankelijke „wijze" man/vrouw. Gezien de „breedte" en de deskundigheid van de werkgroep moet deze er uiteinde lijk alle betrokkenen van kunnen overtui gen dat „De Alkeburcht" als gebouw be houden moet blijven voor het culturele verenigingsleven in Alkemade-Oost. Herman Klein, voorzitter van S. J. A., ging in op de financiële problemen. Hii stelde dat het Alkeburchtbestuur altijd kortingen heeft gegeven op de zaalhuur bij gebruik door verenigingen. Die kor ting bedroeg 20% op de kleine vergader zaaltjes en 45% op de grote zalen. „Dat hadden ze nooit moeten doen; de gemeen te Alkemade had in de vorm van subsi dies het jaarlijkse exploitatietekort van f 10.000.- (in 1980: 20.000.-) moeten dek ken. De gemeente betaalt ook volop indi recte subsidies aan alles wat met sport te maken heeft". Ter vergelijking noemde hij: „Ieder voetbalveld kost de gemeente jaarlijks ruim 30.000.-, het gebouw van Ranonkel ruim 15.000.- en van „Our House" ruim f 10.000.-". Zijn conclusie: „De Alkeburcht is altijd nog goedkoper dan één voetbalveld". Het dorpshuis heeft vanaf het allereerste begin in 1968 verlies geleden, in totaal nu al 90.000.-. Daarbij had het bestuur nog 20.000.- a 30.000.- moeten reserveren voor noodzakelijk on derhoud (dak plus verwarming). Van de huidige financiële problemen, die makke lijk voorkomen hadden kunnen worden bij een juist gemeentelijk subsidiebeleid, zijn de verenigingen nu de dupe. Zestien verenigingen of groeperingen waaronder de bibliotheek en de Streekmuziekschool zijn volledig afhankelijk voor al hun akti- viteiten van „De Alkeburcht" en een even groot aantal maakt regelmatig gebruik van het gebouw", aldus Herman Klein, voorzitter van S.J.A. Desgevraagd vertelde Loek Koek, sinds 1 januari 1981 voorzitter van het Stichtings bestuur van „De Alkeburcht" dat hij twëe jaar geleden in het bestuur was gaan zit ten omdat hij vond dat het dorpshuis geen dorpshuis meer was. „Er werd zoveel ge kankerd op „De Alkeburcht". Jarenlang is er geprobeerd om bestuursleden te krij gen, hetgeen haast niet lukte. Ik ben uit eindelijk voorzitter geworden omdat het werk gedaan moest worden en er geen te genkandidaten te vinden waren", zegt hij. Het verschil in opvatting van de S.J.A. en het dorpshuisbestuur is volgens de heer Koek dat de S.J.A. veel ideologischer te werk gaat, met andere woorden: zij willen de problemen met subsidies oplossen. Wij zijn praktischer. Wij zeggen: Als de ge meente geen financiële middelen wil of kan vrijmaken, dan moet er meer samen werking komen met élle culturele vereni gingen of stichtingen. Hierbij neemt de bi bliotheek met haar 4000 leden een grote plaats in". Loek Koek zegt voorts: „We zitten in een dwangpositie, waarin het Al- kemadese gemeentebestuur ons gema noeuvreerd heeft. Nu kunnen we de kop in de wind gooien, maar we hebben beslo ten verder constructief te werk te gaan. Al twee jaar geleden zijn we begonnen met het „bewerken" van het gemeentebe stuur. We stelden, toen al, samenwerking met de bibliotheek voor. We vroegen om financiële middelen om het gebouw voor invaliden toegankelijk te maken en voor verbeteringen aan de toneelzaal. De ge meente reageerde telkens niet, nauwelijks of laat met nietszeggende brieven en be loftes. Nu zitten we met de gebakken pe ren", besluit hij. Hazerswoude Scherven van Romeins en inheems aardewerk uit de periode van de eerste tot en met de derde eeuw na Christus zijn in Hazerswoude aan de oppervlakte gekomen. De in de Vau Beethoven- laan wonende leraar Ne derlands, G. Jansen, deed een week of twee geleden deze vondsten in de wijk Zonneveld. Hier stuitte hij tussen de daar in aanbouw zijnde woningen op de overblijfselen van het ke ramiek van weleer. Jansen, leerkracht aan de plaatse lijke protestants-christelij ke mavo Ds. Dirk Arie van de Bosch, heeft als hobby archeologie. Cees Kroon, conservator van de oudheidkamer, heeft zeer onlangs eveneens ter plaatse een onderzoekje ingesteld. Hij: „Ik heb daar, vlak bij de sportvelden van de sportver eniging Bernardus, ook heel wat scherven aangetroffen. Ik heb een paar plastic zak ken vol". Volgens Kroon is hierdoor wéér eens bewezen dat hier in de Romeinse tijd al een nederzetting moet zijn geweest. Maar geen gróte ne derzetting, aldus de amateur- geschiedvorser, want hij staat niet vermeld op de Peutinger Kaart. Kroon heeft de vond sten gemeld bij de rijksdienst van oudheidkundig bodem onderzoek, van de zijde waarvan de belofte is gedaan dat men ter plaatse een on derzoek wil komen instellen. Volgens de ex-bewoonster van de intussen onder slo pershamers gevallen boerde rij „Zonneveld", mevrouw Van Leeuwen, zijn in het verleden op het weiland, waar nu de scherven zijn aangetroffen, al eerder zaken uit het verre verleden gevon den. Cees Kroon: „Dat is niet uitgesloten, maar het is mij niet bekend". Hij verduide lijkt nog eens: „De mensen vieren nu dus „Hazerswoude 700". Dit betekent: de naam Hazerswoude is zeven eeu wen bekend. Want we weten natuurlijk al lang dat hier vele eeuwen langer mensen hebben gewoond". De Ro meinen hebben immers te véél sporen nagelaten om hier nog aan te twijfelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5