De heer VAN LANSCHOT: Doch niet ge
handhaafd. Deze Minister had geen maat
regelen, die geld kosten mogen nemen 'zon
der raadpleging van de beide Kamers der
Staten-Genoraa!dat eischt het budgetrecht ... De beer POLAK wijst er op', dat de heer
Van Lanschot by veel waardeering, scher-
(pe critiek oefende op den minister. Bij
spr. staat io!p 'den voorgrond do waardeering
Indien do Minister aannemelijk
Bij 'de verdere behandeling van het wets
ontwerp tot aanvulling en verhooging van
jjet ViHste hoofdstuk der Staatsbegrooting
voor 1915 (Buitengewoon krediet) klaagde de
teer VAN LANSCHOT, dat men in ... Do Minister van Oorlog, de heer BOS
BOOM, beantwoordt do verschillende spre
kers. Den heer Van Lanschot belooft spr.
zooveel mogelijk diens wenken in acht te
zullen nemen, ook wat den omgang met vuur
-commissie
van het bestuur, bestaande uit mr. E. P.
van Lanschot, jhr. mr. dr. N. O. de Gijse-
laar en jhr. mr. E. A. van Beresteyn.
Tweede Ka
mer,^ en in de plaate van het Eerste Kamer
lid den heer Van Lanschot, de heer Fles-
kens, lid der Tweede Kamer.
. Bos,
wethouder van Groningen; voorts werden de
periodiek aftredende bestuursleden, jhr,.
imr. N. O. de Grjselaar, rar. E. P. van
Lanschot en jhr. mr. dr. 0. A. van Beren
steyn herkozen.
Ingeval laatstgenoemde mocht verhinderd
zfca, werd mr. Van Lanschot, burgemeester
van Breda, aangewezen.
De heer VAN LANSCHOT is het met
den heer Woltjer geheel eens, dat het een
voudig bezit der akte Lager Onderwijs niet
de algemeen© ontwikkeling waarborgt,
noodig om op te kunnen treden als leer-
aar
De loden van de commissie van toe
zicht op het middelbaar onderwijs te Bre
da, de heeren mr. E. P. van Lanschot, G.
is aan mr. E. P. van Lanschot op zrjn
verzoek met Ingang van '1 October 1915
eorvol ontslag verleend als burgemeester van
Breda;
Voor varkens: mr. W. M. van Lanschot, lid
van de Eerste Kamer te 's-Hertogenbosch,
mr. H. Smeenge, lid van de Tweede Kamer
te Amsterdam, mr. J. B. L. C. 0. baron
de .Wykerslooth de Woerdesteyn, lid
Naar wg vernemen, zal mr. E. P.
van Lanschot, burgemeester van Bre;'a, bin
nenkort als zoodanig ontslag aanvragen.
Hierover voeren het woord de heeren
BAFFMANS, REG0UT, REEKERS en VAN
LANSCHOT.