De heer Staal (U.-L.) brengt nia-
mens de commissie tot onderzoek van
d'e geloofsbrieven vara prof. G. J1. van
Swaay en mr. Wi. M. van Lanschot ge
kozen tot lid der Eerste Kamer, respec
tievelijk ... De heeren prof. Van Swaay en mr.
Van Lanschot door den griffier binnen
geleid, nemen zitting, na in handen van
den Vo o rz i 11 e r de gevorderde eeden
te hebben afgelegd en door dezen wel
kom te
De heer Staal brengt rapport uit na
mens de commissie, in wier handen zijn ge
steld de geloofsbrieven van de nieuwgeko-
zen leden Prof. Van Swaay (Z.-H.)
en mr. Van Lanschot (Noord-Brabant) en
ciie ... Do hoeren Van Swaay en Van Lanschot
leggen de eeden af en nemen zitting.
. Ver, v. d. Handeldr.
en Industr. Middenstand,, afdl. Tilburg;
Hi. Himpenius Zonen, klompenhandel,
Sneék; Koninigs, maéhinefabrieik, Swal-
men; Aug. Kaal, lederfabriek, Cuyk a
Maas; A. Wj. J. v. Lanschot
zijn benoemd tot burgemeester te Bre
da mr. E. P. van Lanschot, te Roermond
J. L. Th. Sanders;
den heer van Lanschot,
lid van het hoofdbestuur der Kon. Ned.
Landbouwvereen. en lid van de Eerste
Kamer, en door den voorzitter van de
commissie van ontvangst, den heer Vas
yisser.
Die heer Van Lanschot (R.-K.):
vraagt naar 's Ministers plannen in
zake de kazerneering te 's Hertogen- j
bosch.
I Verzekeringswetten.
I Be heer Lanschot huldigde den Mi-
bister, die bereikt heeft, dat dit reuzenplan
der sociale verzekering thans in zijn .geheel
kan worden behandeld en overzien. Bwang
moet
zijn benoemd)met ingang van 21 Augustus
f913, tot burgemeeeester van Breda, mr. E.
P. van Lanschot met. ingang van 20 Augus
tus 1913 tot burgemeester van Rcormond J.
L .Th. Sanders
De Minister van Oorlog, de heer
Col ijn, antwoordt op een vraag van den
heer v. Lanschot, dat hij, indien mogelijk,
voor de kazemeeriug te 's Bosch het voln
gend jaar een post op de begrooting
zal
De heerV, Lanschot (R. K.) brengt
Ihulde aan de groote v/erkkradht van, den)
minister, billijkende ,uit deze ontwerpen»
Aangenomen dat ouderdoms-, ziekte- en
invaliditeitszoiig tot de taak; vani 'den
De heer Van Lanschot vroeg eeni
ge inlichtingen omtrent het kazernecrings-
fraagstuk te 's-Hertogenbosch.
In do ochtendzitting was medegedeeld,
dat de heer. Lanschot door zijn benoeming
tot voorz. van den krijgsraad, opgehouden
had Kamerlid te zijn. Aangezien hij herkies
baar was, wen.sch.to de