| Leidsch Dagblad | pagina 1
Als commissarissen dier vennootschap zijn opgetreden de heeren P. Fentener van Vlis- singen te Helmond, G. A. W. van Lanschot, te 's-Hortogenbosch, V. A. M. van den Heu- vol, te Geldrop, mr. F. J
Als commissarissen dier vennootschap zijn opgetreden de heeren P. Fentener van Vlis- singen te Helmond, G. A. W. van Lanschot, te 's-Hortogenbosch, V. A. M. van den Heu- vol, te Geldrop, mr. F. J
benoemd tot griffier bij het kantongerecht te 's-Hertogenbosch mr. F. J. van Lanschot, advocaat en procureur te 's-Hertogenbosch en schoolopziener in het arrondissement Waalwijk;
met 1 Juni 1910, aan mr. F. J. van Lanschot, op zijn verzoek, eervol ontslag vorleend als schoolopziener in het arrondis- sem ent Waal wij k
met eenig geld en een gesloten brief, geadresseerd aan den heer burgemeester Van Lanschot.
In het maandblad van, de „Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht" spreekt J. 0. van Lanschot Hubrecht, een woordje over „On- vronwelijkheid," het enge en, het opper vlakkige van dit nog heerschcnd woord.
; W. van Wettum^ waarn. inspecteur der opium regie in Ned -Indie; dr. F. Wijdenes Spaans, stadsgeneesheer te Soerabajadr. W. Schüffner, geneesheer te Serdang; G. van Lanschot lïubreckt, belasting
dameB Mart. G. Kramers en Van Lanschot Hu- brecht hadden respectievelijk 89 cn 101 stem men.
In de hedenmorgen gehouden zitting van de Prov. Staten van. Noord-Brabant is ge kozen tot lid der Eerste Kamer mr. W. van Lanschot, met 57 stemmen, en 2 blanoo.
Lanschot. 1 ... Iögekomen zijn de geloofsbrieven- van het voor Noord-Brabant' nieuwgekozen lid- mr« W. van Lanschot (vacature-C.. A M. Ray* makers).
Naar aanleiding van een adres van mr. E. P. van Lanschot, burgemeester van Breda, e. a., uitmakende een commissie, die zich belast heeft met de voorbereiding van de oprichting eener Vereeniging van
B. en Ws. te Amsterdam stcdlen den gemeenteraad voor, niet te treden in het verzoek van mi*. E. P. van Lanschot c. s., dat de gemeente Amsterdam» toetrede tob de op ts richten Vereeniging van Neder
20. Verzoek van mr. E. P. van Lanschot e. a. in zake de oprichting van een ver eeniging van Nederlandsche Gemeenten. (103.)
Installatie mr. Van Lanschot. ... Na in handen van den Voorzitter de ver- éischte eeden te hebben afgelegd, neemt mr. Van Lanschot, nieuwbenoemd lid voor Noord-Brabant, tot wiens toelating reeds vroeger was besloten, zitting.
De heer Van Lanschot wijst er op, dat in de wet nasst de bepaling, waarbij de werkgever verantwoordelijk wordt ge steld voor overtredingen der wet, thans ook is opgenomen de bepaling, dat de werk
toegekend de aan de orde van Oranje1 Nassau verbonden eere-medaille, in zilver, aan P. C. Steures, kantoorbediende bij de firma F. van Lanschot, bankier en kassier te 's-Hertogenbosch;
Lanschot en Van Waterschoot van der Gracht) en zeven tegen (de lieerei* Reekers, Van Voorst, Smits, Barge, Ver- heyen, Van der Kun en Bosch van Drake- stein.) Overigens stemden alle aanwezige anti
De heer Van Lanschot besprak de or ganisatie van het vakonderwijs. Ivomt hot tot een regeling, dan zal hot er een in algemeene trokken zijn, omdat liet vakonder wijs niet te zeer pan banden mag
De heer 't Hooft licht de motie toe, de heeren Van Lanschot en Lely zijn bet niet met de motie eens.
Overigens sloot spr. zich aan bij het be toog van den heer Van Lanschot. Uit de geschiedenis blijkt duidelijk, dat een tot Eerste Kamerlid benoemde, die aan beide vereischten voor toelating voldoet
Het CoDcept-Adres van Antwoord op de Troonrede wordtzonder stemming goedgekeurd. Aan de orde komt de Autearswet. De heer Van Lanschot wil wettelijke oplossing der kwestie of een goedgekeurd tractaat
De heer Van Lanschot, constataerm- de, dat ton aanzien van de rechtskracht van tractaten hier te lande nog veel verschil van mooning heerscht, hoopte, dat dit vraag stuk spoedig door een duidelijke ... Aan den heer Van Lanschot gaf de Mi nister toe, dat ten aanzien dor kwestie van de rechtsgeldigheid van het tractaat we tenschappelijk een verschil van meening heerscht, maar dat er pracfcisch
De Voorzitter deelt mede, dat he-i noemd zijn tot leden der Commissie van Voorbereiding voor de Raden wet de heerein; Van dor Feltz, Bavinclc, Van Lanschot, Laan en Van don Berg.
),, mej. J. C. van Lanschot- Hnbrecht (Amsterdam) en gekozen mej. E. van der Hoeven (Alkmaar).
De heer Van Lanschot vroeg eeni ge inlichtingen omtrent het kazernecrings- fraagstuk te 's-Hertogenbosch.
I Verzekeringswetten. I Be heer Lanschot huldigde den Mi- bister, die bereikt heeft, dat dit reuzenplan der sociale verzekering thans in zijn .geheel kan worden behandeld en overzien. Bwang moet
zijn benoemd)met ingang van 21 Augustus f913, tot burgemeeeester van Breda, mr. E. P. van Lanschot met. ingang van 20 Augus tus 1913 tot burgemeester van Rcormond J. L .Th. Sanders
In do ochtendzitting was medegedeeld, dat de heer. Lanschot door zijn benoeming tot voorz. van den krijgsraad, opgehouden had Kamerlid te zijn. Aangezien hij herkies baar was, wen.sch.to de
De heer Staal brengt rapport uit na mens de commissie, in wier handen zijn ge steld de geloofsbrieven van de nieuwgeko- zen leden Prof. Van Swaay (Z.-H.) en mr. Van Lanschot (Noord-Brabant) en ciie ... Do hoeren Van Swaay en Van Lanschot leggen de eeden af en nemen zitting.
De heer Van Lanschot wijst er op, dat bij Maasverbetering ook de be langen van Gelderland betrokken zdju en dringt er op aan dat de plannen aan het oordeel der Staten-Generaal, voor een be slissing
Spr. hoopt de kwestie der Maaskanalisa tie tot een goed einde te brengen, zij heeft zijn volle belangstelling. Mot den heer Tan Lanschot k hij eens, dat vooral ook met de behingen van Noord
De heer Mr. IV. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer uit 's-Hertogenbosch, bracht een bezoek aaD de kisting van do Beersche Maas. Mr.-Van Lanschot werd met een roeibootje naar de doorbraak tegenover
Toen Zondag het lid van de Eerste Kamer, mr. Lanschot per fiets zich naar de Beersche overlaat begaf, om den water- toestand in oogenschouw te nemen, heeft do marechaussee uit Grave proces-verbaal te
Bij de behandeling van het ontwerp tot overlegging aan het Hoog Militair Gerechts hof van de notulen van het verhandelde door de krijgsraden in raadkamer, drong de heer VAN LANSCHOT er op aan, spoed
Deze stukken worden gesteld in handen van een commissie, bestaande uit de lieeran De Boer, Van Lanschot en Polak.
De heer VAN LANSCHOT is het met den heer Woltjer geheel eens, dat het een voudig bezit der akte Lager Onderwijs niet de algemeen© ontwikkeling waarborgt, noodig om op te kunnen treden als leer- aar
De loden van de commissie van toe zicht op het middelbaar onderwijs te Bre da, de heeren mr. E. P. van Lanschot, G.
Hierover voeren het woord de heeren BAFFMANS, REG0UT, REEKERS en VAN LANSCHOT.
. Bos, wethouder van Groningen; voorts werden de periodiek aftredende bestuursleden, jhr,. imr. N. O. de Grjselaar, rar. E. P. van Lanschot en jhr. mr. dr. 0. A. van Beren steyn herkozen.
Bij 'de verdere behandeling van het wets ontwerp tot aanvulling en verhooging van jjet ViHste hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1915 (Buitengewoon krediet) klaagde de teer VAN LANSCHOT, dat men in ... Do Minister van Oorlog, de heer BOS BOOM, beantwoordt do verschillende spre kers. Den heer Van Lanschot belooft spr. zooveel mogelijk diens wenken in acht te zullen nemen, ook wat den omgang met vuur
De heer VAN LANSCHOT: Doch niet ge handhaafd. Deze Minister had geen maat regelen, die geld kosten mogen nemen 'zon der raadpleging van de beide Kamers der Staten-Genoraa!dat eischt het budgetrecht ... De beer POLAK wijst er op', dat de heer Van Lanschot by veel waardeering, scher- (pe critiek oefende op den minister. Bij spr. staat io!p 'den voorgrond do waardeering Indien do Minister aannemelijk
Ingeval laatstgenoemde mocht verhinderd zfca, werd mr. Van Lanschot, burgemeester van Breda, aangewezen.
Naar wg vernemen, zal mr. E. P. van Lanschot, burgemeester van Bre;'a, bin nenkort als zoodanig ontslag aanvragen.
is aan mr. E. P. van Lanschot op zrjn verzoek met Ingang van '1 October 1915 eorvol ontslag verleend als burgemeester van Breda;
Voor varkens: mr. W. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer te 's-Hertogenbosch, mr. H. Smeenge, lid van de Tweede Kamer te Amsterdam, mr. J. B. L. C. 0. baron de .Wykerslooth de Woerdesteyn, lid
Tweede Ka mer,^ en in de plaate van het Eerste Kamer lid den heer Van Lanschot, de heer Fles- kens, lid der Tweede Kamer.
-commissie van het bestuur, bestaande uit mr. E. P. van Lanschot, jhr. mr. dr. N. O. de Gijse- laar en jhr. mr. E. A. van Beresteyn.
Spr. hoo$t> dat de Minister van Financiën zich zal beperken tot herstel van het OucL getairevenwicht. Voor belastinghervorming is heb thans het tijdstip niet Het verzoek van den heer Van Lanschot
Z.Exp, is het met den heer Van Lanschót 'eens, dat de Regeering zich, ook in de hui dige omstandigheden, niet meer macht mag toeeigenen dan besHst noodig is. Evenwel is do juridisohe constructie van ... De heer Van Lanschót beweerde, dat de grond voor dat program aan de Rege.ring is ontzonken. De volkswil, zeide die afge vaardigde, is veranderlijk als de wind. Spr. erkent, dat de volkswil onbetrou
De heer VAN LANSCHOT repliceert. Do indruk, door de rede van den premier op hem gemaakt, is deze, dat het kabinet geen weerstand heeft kunnen biedeu aan den po- Jitjeken demon, aan wien de Regeering ... MINISTER COET VAN DER LINDEN dupliceert. Hij merkt op, dat de tweede reda van den h&ar Van Lanschot geen repliek was, doch een repetitie. De rede bevatte geen woord ter weerlegging van sprekers
De vergadering werd -geleid door mej. Lanschot Hubrechfc, uit Amsterdam, die in oen openingswoord wees op den ernst der tijden voor de vrouwen, nu de kiesrecht- voorstellen weldra aan de orde zullen