| Leidsch Dagblad | pagina 5
De heer VAN LANSCHOT is het met den heer Woltjer geheel eens, dat het een voudig bezit der akte Lager Onderwijs niet de algemeen© ontwikkeling waarborgt, noodig om op te kunnen treden als leer- aar
De heer VAN LANSCHOT is het met den heer Woltjer geheel eens, dat het een voudig bezit der akte Lager Onderwijs niet de algemeen© ontwikkeling waarborgt, noodig om op te kunnen treden als leer- aar
Dit comité, bestaande uit de heeren mr. R. E. Tilrnan, Mgr. C. C. Prinsen, dr. H. W. E. Moller, G. A. W. van Lanschot en E. A. Mulder, met medewerking van kapelaan VV. Smulders en prof. A. Hansen
De loden van de commissie van toe zicht op het middelbaar onderwijs te Bre da, de heeren mr. E. P. van Lanschot, G.
Hierover voeren het woord de heeren BAFFMANS, REG0UT, REEKERS en VAN LANSCHOT.
Het wetsontwerp wordt aangenometti met 34 tegen 7 stemmen, die van de hee ren De Boer, Van Hardenbroek, De Vos van Steenwijk, Lanschot, Van den Biesen, van Catwyck en Ferf.
. Bos, wethouder van Groningen; voorts werden de periodiek aftredende bestuursleden, jhr,. imr. N. O. de Grjselaar, rar. E. P. van Lanschot en jhr. mr. dr. 0. A. van Beren steyn herkozen.
De heer Van Lanschot (R.-K.) maakt eenige opmerkingen, w.o. die niet zijn ter sprake gebracht ln de afd. Het is volstrekt niet spr.'s doel" den Minister hinderlagen te leggen. Als voorzitter van een
Na den heer Lanschot (R.-K.) is de heer Bavinck (A.R.) aan het woord. Deze bespreekt de geestelijke verzorging van de g ©mobiliseerden. ... De minister van Oorlog ant woordt dein heer Lanschot, dat (hij zaJ irachifitn tte rlnenZ^vvat tn zijn vei-mogen is tegen de onvoorzichtigheid met vuurwa pens. De regeling van de verhouding tus- schen
Bij 'de verdere behandeling van het wets ontwerp tot aanvulling en verhooging van jjet ViHste hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1915 (Buitengewoon krediet) klaagde de teer VAN LANSCHOT, dat men in ... Do Minister van Oorlog, de heer BOS BOOM, beantwoordt do verschillende spre kers. Den heer Van Lanschot belooft spr. zooveel mogelijk diens wenken in acht te zullen nemen, ook wat den omgang met vuur
Eindelijk werd ook de verhooging van hoofdstuk X (economische maatregelen) zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd na een korte, weinige belangrijke discussie tusschen de heeren Van Lanschot en Polak
De heer VAN LANSCHOT: Doch niet ge handhaafd. Deze Minister had geen maat regelen, die geld kosten mogen nemen 'zon der raadpleging van de beide Kamers der Staten-Genoraa!dat eischt het budgetrecht ... De beer POLAK wijst er op', dat de heer Van Lanschot by veel waardeering, scher- (pe critiek oefende op den minister. Bij spr. staat io!p 'den voorgrond do waardeering Indien do Minister aannemelijk
, de heeren Cremer, Van Lanschot, v. d. Bie- sen, Van Lamsweerde en Laan.
Ingeval laatstgenoemde mocht verhinderd zfca, werd mr. Van Lanschot, burgemeester van Breda, aangewezen.
, burgemeester van Leiden, inge val laatstgenoemde mocht verhinderd zijn, werd mr. van Lanschot, burgemeester van Breda, aangewezen.
Naar wg vernemen, zal mr. E. P. van Lanschot, burgemeester van Bre;'a, bin nenkort als zoodanig ontslag aanvragen.
Naar de „N. R. Crt." verneemt, ea de heer mr. E. P. van Lanschot, barge meester van Breda, binnenkort als zoo- danig ontslag aanvragen*.
Te Breda circuleert onder de burgerij een verzoekschrift om .te trachten mr. E. P. van Lanschot, die als burgemeester wil aftreden1, op zijn besLuit te doen terug komen.
J. C. van Lanschot Hubrecht,
is aan mr. E. P. van Lanschot op zrjn verzoek met Ingang van '1 October 1915 eorvol ontslag verleend als burgemeester van Breda;
voor varkens: 1. Mr. W. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer te 's-Hertogenbosch; 2. Mr. H. Smeenge, lid van de Tweede Kamer te Amsterdam; 3. Mr. J. B. L. C. C. baron de Wykerslooth de Weerdestyn ... Van de uitgenoodigden bedankten al leen de leden der Eerste Kamer de heeren Michiels van Kessenich, wegens gezond heidsredenen, en Van Lanschot, wegens drukke werkzaamheden, alsmede de le den der
Voor varkens: mr. W. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer te 's-Hertogenbosch, mr. H. Smeenge, lid van de Tweede Kamer te Amsterdam, mr. J. B. L. C. 0. baron de .Wykerslooth de Woerdesteyn, lid
com missie van toezicht is samengesteld uit de dames A. van den Berch van Heemstede, Ctesse De Lannoy, E. van Berket—Van Tomputte, J. von F-isemmeVan Lanschot, E. van Nispen tot SevenaerHekman en Th
is in de plaats van den heer De Wij kar» alooth opgetreden de heer Van Wie hen, lid der Tweede Kamer, en in de plaats van het Eerste Kamerlid don lieer Van Lanschot, de heer Fleskens, lid der Twoe
Tweede Ka mer,^ en in de plaate van het Eerste Kamer lid den heer Van Lanschot, de heer Fles- kens, lid der Tweede Kamer.
-commissie van het bestuur, bestaande uit mr. E. P. van Lanschot, jhr. mr. dr. N. O. de Gijse- laar en jhr. mr. E. A. van Beresteyn.