Uw geloof zal u behouden. Kerstmis en kinder voeding In den Adventstijd tracht de Kerk ons op te wekken tot een vurig ver langen naar den komenden Verlos ser; Zij herhaalt, hetgeen God vóór het eerste Kerstfeest deed door mid del van Zijn profeten. Toch is er in de liturgie van de Kerk een bijzon derheid, welke niet aan onze aan dacht mag ontsnappen. Behalve de blijde verwachting, dat de Verlosser zeker komt herinnert Zij ons in de Adventsweken ook aan de tweede komst van denzelfden Zaligmaker aan het einde der wereld, als Hij komt in heerlijkheid om de wereld te oordeelen. Op den eersten dag van het kerkelijk iaar houdt Zij ons in het evangelie de voorspelling voor van het einde der wereldin de hym nen van dezen tijd spreekt Zij over het oordeel. Op den Vigiliedag, dus 24 December, bidt Zn in de H. Mi^: „O God, die ons jaarlijks weer door de verwachting van orize verlossing verblijdt, verleen, datwij'uw Eenig geborene, dien wij vreugdevol als Verlosser ontvangen, ook eens met vertrouwen als Rechter zien komen, onzen Heer Jesus Christus" [a zelfs op het Kerstfeest laat Zij deze ge dachte niet losin het epistel van den Nachtmis spreekt S. Paulus ons over die'tweevoudige komst. Ziin eerste komst geschiedt in ne derigheid dan heeft Hij voor ons de aantrekkelijkheid van het hulpelooze kind: ja, wij worden zoozeer getrof- gen door de k'einheid van onzen God, dat we zelf verlangen om in die dagen kinderen te zijn en ons oprecht verheugen bij de kribbe, terwijl we kinderliedjes zingenwe weten Hem ons nabij, omdat Hij in alles aan ons gelijk wilde worden Volgens Zijn eigen woord is Hij gekomen, opdat wij leven en overvloed zouden heb- -ben daaróm verheugen wij ons over Zijn komst en zeggen Hem gaarne onze medewerking toe. Christus kwam ons leeren om de zonde te vermijden door de zonde keeren wij ons af van God en wen den ons op een verkeerde manier tot de schepselendaarom leert Hij ons, dat wij de goddeloosheid en wereld- sche verlangens moeten verzaken Toch is dit niet genoeg; wij moeten ook deugd oefenen en wel tegenover onszelf, tegenover onze naasten en tegenover God; dezen drievoudigen plicht geeft Paulus aan dóór te zeg gen dat wij ..zedig en rechtschapen, en godvruchtig" moeten leven. Als dit gebeurt, dan behoeft er geen vrees te bestaan voor de weder komst van den Zaligmaker ten oor deel; dan kunnen wij Hem blij ver wachten in de vaste overtuiging, dat Zijn oordeel gunstig zal zijn. Wij hebben echter onze zwakheid dikwijls ondervondentoch vreezen wij niet, want Hij, die ons leerde, wat wij te doen en te laten hebben, heeft ons de kracht verdiend om het te kunnen doen: ,,Deze immers heeft Zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheden vrij te koopen en ons te reinigen tot een volk. dat Hem welgevallig is, vol ijver voor goede werken". In groot geloof beschouwen we Christus bij Zijn komst op Kerstmis Hij komt om ons gelukkig te maken niet door het vergankelijke en wis selvallige van dit leven, maar door het onvergankelijk leven, dat Hij ons hier op aarde reeds schenkt in onze ziel en voortdurend steunt door den overvloed van zijn genade ,,Hij heeft geleden voor u en u een voor beeld nagelaten, opdat gij zijn voet stappen zoudt volgen".- Zware zorgen drukken ons; een tijd van zoo grooten angst hadden wij tot heden nog niet beleefd; er wordt gebrek geleden, gebrek aan voedsel, warmte, licht en kleeding In andere jaren sprak het Kerstfeest ons van liefde en licht; wij verlang den ernaar dit feest te vieren in de kerk en thuis; het vervulde ons met vreugde en blijdschap, daar het ons sprak van Gods liefde, want we za gen Hem, die kind werd voor ons. Maar nu? Wanneer de profeet Ma- lakias tot ons Zou komen, zooals hij eens kwam tot de kinderen van Is raël en uit Gods naam zou zeggen ,,Ik heb u lief, spreekt Jahwe!", dan zouden we al te gemakkelijk de vraag van de Joden overnemenWaaruit blijkt dan uw liefde tot ons?" En toch ons geloof spreekt ons van Gods liefde met luide taal, juist op het Kerstfeest. Ja, alléén ons geloof kan ons de beteekenis leeren van dezen tijd van bêproeving, kan ons een ant woord geven op het telkens in onzen geest opkomende: Waarom?" Door Christus' genadekracht zal de beproeving ons louteren en heiligen; de rijkdom, dien Hij voor ons ver diende, zal ons in staat stellen, schat ten te verzamelen, welke wij Hem bij Zijn tweede komst kunnen aan bieden Zoo kan de les van de Kerk tot ons spreken en ons helpen in dezen moeilijken tijd. Wij bidden in de oratie van de tweede Mis: „Verleen ons, dat wij in onze werken doen afglanzen, wat door het geloof in onzen geest schit tert". Wanneer God ons deze gena de schenkt en wij in groot geloof aan Zijn genade beantwoorden, dan is het vooT ons een ZALIG KERST FEEST. Prof. P. J, C Stammeyer, pr. Talloos velen van onze Leid- sche stadskinderen moeten in de zen laatsten oorlogswinter Kerst mis vieren meteen hongerige maag, met een gestel, dat ondermijnd wordt door ondervoeding Dit is geen phrase maar droeve werke lijkheid in dezen barren tijd. Het Christus-kind in Bethlehems stal zal bij alle armoe en ontbering geen honger geleden hebben daar zorgde Zijn lieve Moeder wel voor. Maar heel velen van onze kinde ren moeten den verjaardag van het Kerstkind vieren, zonder dat hun moeder hun toe kan stoppen wat zij zoo dringend noodig hebben. Gelukkig zijn er goede menschen, die zooveel mogeliik aanvullen. Tijdens de Kerstdagen worden er duizenden van onze kinderen ge- tracteerd op warme maaltijden Enkele honderden van onze meis jes en jongens mogen iedere week bij boeren en burgers buiten ko men mee-eten. Tientallen burgers in de stadhebben, kans gezien ook nu nog een kleinen stadgenoot aan hun tatel te noodigen. Een 20- tal buitengemeenten spannen sa men om onzen Leidschen kinde ren bijvoeding te bezorgen Onze Katholieke gestichten gaan straks ook voor stadskinderen koken. Kerstmis is een mooi feest om al die velen te danken voor hun hulp, maar ook om hun en ande ren t^ vragenBlijft, blijft ons helpen, opdat wij erin slagen mo gen heel dezen winter het onder voede Leidsche kind, bijvoeding te blijven verstrekken. Wie voor dit edele werk raad en hulp kan ge ven wende zich tot Rector L. Beune, Zoeterwoudsche Singel 33.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Zuidhollandsch Dagblad | 1944 | | pagina 2