Busreis naar de ruïnes van Babel
^SDAG 24 DECEMBER 1980
TROUWKWARTET
P 15 - RHS 17
■BUITENLAND!
l Bagdad moet een eeuwenoud gebouw nog wel eens wijken voor een moderne
kantoorflat. Maar wie oudé steden als Ur, Nineveh en Babyion op zijn
monumentenlijst heeft staan, wie kan pochen over duizenden jaren
geschiedenis met volkeren
als Sumeriërs, Akkadiërs, Babyloniërs, Assyriërs, Meden en Perzen en
koningen als Sanherib en Nebukadnezar, die let op een moskeetje van
zeven honderd jaar toch niet? Irak put zijn inspiratie uit een
roemrucht en zeer ver verleden.
door Johan ten Hove
lesopotamië werd het door de
Kieken genoemd, het land tus-
»n de rivieren, het tweestromen-
ind, begrensd door Eufraat en
Igrls. Daar waar de Hof van
den gelegen moet hebben, waar
et allemaal begonnen ls. Waar
e mens zo'n vijfduizend Jaar ge
iden zijn nomadenbestaan ver-
tsselde voor permanente neder-
ettingen, steden bouwde en sta-
en vormde, uitgebreide irrigatie-
erken aanlegde en het schrift
itvond. Kortom waar de mens
beschaafd" werd.
ak heet het tegenwoordig en Iraakse
fegeringsfunctlonarlssen laten niet na de
rrogante westerling, als vertegenwoordl-
er van een technologisch hoog ontwik-
elde cultuur, er minzaam op te wijzen
at Mesopotamia („Irak dus, het land
ar u nu te gast bent") de bakermat van
westerse beschaving ls en dat hier
ljfduizend Jaar geleden de geschiedenis
ifegon. Of wat kernachtiger gezegd: „Toen
ln Europa elkaar met knotsen de her-
i lens Insloeg, bestudeerden wij hier de
terren".
to vreedzaam ls het er ln dat Mesopota-
aie van de oudheid natuurlijk ook niet
ltijd aan toe gegaan. Zo staat ln de
ronieken uit de tijd van het nieuwe Assy-
i ische rijk, dat acht eeuwen voor Christus
j anult het noorden de vruchtbare vlakten
lissen Eufraat en Tigris binnenrukt, hoe
:oning Assumaslrpal korte metten maakt
net de volkeren die door zijn ruiterij
i inder de voet worden gelopen. Over de
nname van de stad Kinabu zegt deze
i toning: „Zeshonderd strijders sloeg ik
j lood. Drieduizend verbrandde ik. Ik liet
1 demand in leven. Alle Jongens en meisjes
rierp Ik in het vuur. De vorst wilde ik
4 evend en zijn huid hing ik op aan de
j tads muur".
JIJ wordt wel de wreedste van de Assyrt-
ehe koningen genoemd, gezien zijn ont-
j >oezemlngen niet ten onrechte, maar de
i aan hield ook van een feestje. Na de
oltooling van zijn gigantische palels ln
llmrod. ten zuidoosten van Babyion,
lchtte hU een maaltijd aan voor meer dan
^zeventigduizend mensen, die ongeveer
tweeduizend runderen, zestienduizend
schapen en dertigduizend stuks gevogelte
nuttigden. Dat alles overgoten met tien
duizend zakken wijn en nog eens tiendui
zend kruiken bier.
Propaganda:
Het lijkt erop dat de Iraakse machtheb
bers zich steeds meer bewust worden van
hun roemruchte historie. In de berichtge
ving over de oorlog met Iran worden de
vroegere oorlogen tussen de Babylonische
en Perzische rijken naar voren gehaald.
Sterke man Saddam Hoessein verhaalt ln
een redevoering over de Perzische ver
overing van Babyion ln 538 voor Christus
en zegt dat de racistische Pereen nu het
zelfde voor hebben met Bagdad. Maar ze
zullen het niet hebben, omdat deze Perel-
sche overwinning nu. ongeveer 2500 Jaar
later, nooit herhaald kan worden.
De Iraakse pers dikt dat nog wat aan en
zegt, enigszins voorbarig, dat „het onver
mijdelijk is dat de Iraakse strijdkrachten
de overwinning zullen behalen op de racis
tische Pereen vanwege de rechtvaardig
heid van hun zaak". En niet zonder de
bedenkelijke elementen van de persoons
verheerlijking wordt er dan aan toege-
voegd dat „de overwinning aan onze be
vrijder en held ls, de ridder van het Ara-
blsme, de veroveraar tegen de racistische
Pereen, onze enige hoopSaddam Hoes
sein". Religieuze trekken zijn blijkbaar
het ministerie van informatie in het for
meel geseculariseerde regeringsapparaat
ln Irak (het ls een mythe dat de pers daar
iets kan doen bulten het machtsapparaat
om) nog steeds niet vreemd.
Liever nog wordt de „slag van Qadlshl-
yeh", uit het Jaar 635 aangehaald, toen
Arabische strijders een grote Perzische
overmacht vernietigden. Het gebeurde in
het zuiden van wat nu Irak heet en het
verlies van de Pereen leidde tot de val van
de Perzische hoofdstad Cteslphon en uit
eindelijk tot die van het Perzische Imperi-
In de militaire communiqués van
Iraakse zijde, en dus ln de kranten, wordt
de huidige oorlog graag „Saddams Qadlsl-
yeh" genoemd. Gemakshalve wordt ver
geten dat het deze keer het Iraanse leger ls
dat het tegen een grote overmacht moet
opnemen. En dat volgens de Jongste be
richten van het front tegen de verwach
ting in, nog vrij aardig doet ook.
Echt oud
Teruggrijpen op en herwaardering van
een roemrucht verleden dus, en niet alleen
op het gebied van de oorlogsvoering. Wel
naar een vér verleden. Terwijl ln Bagdad
de oude wijken worden weggebuldozerd
en enorme bank- en kantoorkolossen oude
moskeeën aan het zicht onttrekken en
zelfs verdringen bestaan er grootse plan
nen voor de restauratie van het echt oude
spul. Maar wie oude steden als Ur, Assur,
Nineveh en Babyion op zijn monumenten
lijst heeft staan, wie praat over duizenden
jaren oude volkeren en rijken als de Su-
meriérs. Akkadiërs. Babyloniërs, Assy-
...t
t J.' H V.
ipSmi Si
tempels. Voor de verschillende goden
stonden er 53 en alleen voor de god van
Babylon, Mardoek, die in de Bijbel Bel
wordt genoemd, stonden er al meer dan
vijftig. Alleen de tempel van Emach is
gerestaureerd, maar daar mag ik niet in.
Nebukadnezar legde ook de 22 meter bre
de Processiestraat aan, waar onder meer
de Babylonische legioenen doortrokken
en hun triomfen vierden.
Die straat ligt er nu verlaten te blakeren
in de zon en ik kan me maar moeilijk
voorstellen dat hier zoveel eeuwen gele
den de strijdwagens langs ratelden. Of dat
Daniël en zijn makkers er zich voort
spoedden, op weg naar het paleis waar
koning Nebukadnezar weer eens een
droom gedroomd had, die uitleg behoefde.
Soms was dat erg lastig omdat de koning
weigerde de droom te vertellen en van zijn
wijzen en Chaldeeën verlangde dat ze hem
én de droom én de uitleg vertelden. Dat
konden die Chaldeeën dan niet en die
haalden dan Daniël uit zijn bed. omdat de
koning licht in gramschap ontstak en men
in die tijden aan het hof ook al niet keek
op een Chaldee meer of minder. Die Baby
lonische heersers en later eveneens de
Perzische hebben eigenlijk heel wat te
danken aan de Judeeërs die er in balling
schap werden heengevoerd. Maar daar
willen de huidige machthebbers in Irak en
Iran liever niet aan worden herinnerd. In
Bagdad krijgen ze het woord Israël zelfs
niet over de lippen en hebben ze het
consequent over de „zionistische enti
teit", en ook in Iran kunnen Israël en de
Joden op weinig sympathie rekenen.
v - v
riërs, Meden en Pereen met koningen als
Sargon (heerser over de vier werelddelen),
Hammoerabl (de wetgever), Sanherib en
Nebukadnezar, wie let er dan nog op een
oud wijkje in Bagdad of een moskeetje
van zeg maar zevenhonderd Jaar oud?
Namen die zeer tot de verbeelding spie
ken en die we terugvinden in het Oude
Testament. Kwam uit Ur (der Chaldeeën)
niet Terah, die Nahor. Har an en Abram
verwekte, de aartsvader van het volk Is
raël? En werd niet een deel van het tlen-
stammenrijk in ballingschap weggevoerd
naar Assur door de Assyrische koning
Tiglath-Pileser? En Nineveh, de grote stad
met volgens de bijbel al honderdentwin
tigduizend Inwoners (die het onderscheid
niet kenden tussen hun linker- en rechter
hand) benevens veel vee? 8anherib, de
Assyrische despoot, verhief de stad tot
hoofdstad van zijn onmetelijke rijk en liet
er een dubbele muur omheenbouwen van
maar liefst 25 meter hoog met 15 poorten.
De profeet Jona heeft daar nog een tijd
staan wachten op de verwoesting van de
stad, maar dat ging toen niet door wegens
de bekering van de Inwoners. Jona kreeg
later, ln 612 toch zijn zin toen Nineveh
door oprukkende Babyloniërs werd ver
woest en de bevolking werd uitgeroeid.
De Iraakse overheid zegt plannen te
hebben de stad in oude luister te herstel
len en een vijftal poorten zijn inderdaad
uitgegraven en gerestaureerd. Ook is er
een maquette gereed die aangeeft hoe het
allemaal geweest ls en hoe het weer moet
worden, maar momenteel biedt de vlakte
waar Nineveh eens heeft gelegen, tegen de
huidige noordelijke stad Mosoel aan, nog
een troosteloze aanblik.
Tot den hemel:
En dan Babyion. Bezongen om zijn we
reldvermaarde hangende tuinen, zijn tem
pels, poorten en palelzen. En om de toren
van Babel die er eens gestaan moet
hebben.
„De gehele aarde nu was één van taal en
één van spraak. (Zo kort na de zondvloed
die Mesopotanië teisterde, is dat niet ver
wonderlijk.) Toen zij oostwaarts trokken,
vonden zij een vlakte ln het land Sinear.
waar zij zich vestigden. En zij zeiden tot
elkander: Welaan, laten wij tichelen ma
ken en die goed bakken. En de tichel
diende hun tot steen en het asfalt diende
hun tot leem. Ook zelden zij: Welaan,
laten wij ons een stad bouwen met een
toren, waarvan de top tot den hemel reikt
en laten wij ons een naam maken, opdat
wij niet over de gehele aarde verstrooid
worden. Toen daalde de Here neder om de
stad en den toren, die de mensenkinderen
bouwden tc bezien, en de Here zelde: Zie
het ls één volk en zij allen hebben één taal.
Dit is het begin van hun streven; nu zal
niets van wat zij denken te doen voor hen
onuitvoerbaar zijn. Welaan, laat Ons ne
derdalen en daar hun taal verwarren, zo
dat zij elkanders taal niet verstaan. Zo
verstrooide de Here hen vandaar over de
gehele aarde, en zij staakten den bouw
van de stad. Daarom noemt men haar
Babel omdat de Here daar de taal der
gehele aarde verward heeft en de Here hen
vandaar over de gehele aarde verstrooid
heeft".
De tolken, vertalers en de Leidsche On
derwijsinstellingen zijn er nóg dankbaar
voor.
Maar Babel moet weer worden opge
bouwd, zo meldt ons de Iraakse folder die
dat zelfs een „patriottische nationale en
internationale plicht" noemt. Dat natio
nale slaat waarschijnlijk op de glorie van
het huidige regime, dat internationale op
de financiën die voor de opbouw nodig
zijn. Irak zelf ls in ieder geval bezig met
opgraven en restaureren (ook hier is de
maquette al klaar) en het regime vindt
deze zomer een mooie gelegenheid de in
ternationale pers de resultaten daarvan te
laten zien. Die pers is er toch al om de
verkiezingen van de nationale vergade
ring te verslaan en aangezien er over het
„democratische" van dat experiment bij
zonder weinig te melden ls. is er tijd
genoeg voor een bezoek aan Babyion.
Staatsbussen
We rijden er heen in een aantal uiterst
comfortabel gekoelde en zeer luxueuze
bussen, duidelijk voorzien van tekenen
dat het staatsbussen zijn. Dat maakt op
het overige verkeer nogal wat indruk,
want iedereen maakt ruim baan. Ten dele
ligt het ongetwijfeld ook aan de rijstijl
van de chauffeurs. Op de vierbaans asfalt
weg die van Bagdad naar het zuiden loopt,
zetten ze hun gevaarten op de linkerbaan,
rijden zo hard ze kunnen en blazen een
voudig ledereen van de weg af.
Met asfalt hebben ze hier al duizenden
Jaren ervaring, de omgeving ls bezaaid
geweest met warme asfaltbronnen en de
bewoners hebben het voor verschillende
nuttige doeleinden gebruikt. Ze maakten
er wegen van, metselden er stenen mee op
elkaar en gebruikten het om schepen wa
terdicht te maken. Minder nuttig, in ieder
geval minder verheffend was dat de des
poten het ook aanwenden als martelme
thode. Heet asfalt werd gebruikt om de
gezichten van tegenstanders en „misdadi
gers" te verminken.
Die eeuwenoude ervaring met asfalt
kwam het Iraakse leger aardig van pas in
de oorlog tegen Iran. Ze waren de Iraanse
grens nog niet over of ze legden er dertig
kilometer asfaltweg aan om het vervoer
van troepen te vergemakkelijken.
Dorre woestijn
Babel ligt ongeveer honderd kilometer
van Bagdad vandaan en het landschap er
tussen is dat van een dorre woestijn,
waar de wind vrij spel heeft en kleine
stoffige wervelstormpjes de luchtspiege
lingen onderbreken. Troosteloos. En te
vergeefs zoek ik naar kudden kamelen,
schapen en gel ten, die andere woestijnen
zo mooi maken.
Eens golfde hier het graan en waren de
vl kten bedekt met groene weiden. In de
oudheid beheerste de mens hier de water
stand van de rivieren door kanalen, stu
wen en dijken te bouwen en was het
gebied de voedselschuur voor de omlig
gende volkeren. (Nu moet Irak voedsel
Invoeren en op het ministerie van plan
ning waar ik zoveel lyrische verhalen aan
hoor over het oude Mesopotamlë zeggen
ze dat dat inderdaad een schande is en dat
dat zo snel mogelijk moet veranderen.)
Het land was zó mooi dat het de Joden
aan de hof van Eden herinnerde en de
oriëntalist Delltschz noemde Babylonlë
het Holland der oudheid. Dat lijkt me de
omgekeerde wereld. Je noemt Venetië ook
niet het Giethoorn van het zuiden.
Dorst:
Het ls erg heet en het journalistendom
laaft zich eerst ln de schenkgelegenheld
die strategisch bij de ingangspoort van de
stad gevestigd ls. In „mijn" bus zitten veel
islamitische journalisten uit naburige
Arabische landen, waar uiterst moeilijk
aan alcoholhoudende dranken ls te ko
men. In het wereldse Irak ligt dat wat
anders en daar wordt dankbaar gebruik
van gemaakt. Maar een hitte van rond de
veertig graden Celslus tussen de onbe
schutte overblijfselen van wat eens de
wereldstad Babylon was, voegt zich niet
met een lijf vol drank en in Babyion wordt
het die dag niet erg druk.
Zonder plattegrond begin je niets in de
doolhof van gangen en puinhopen en ik
kan de maquette met de honderden vler
kante torens, tempels, poorten en pleinen
niet goed in verband brengen met de rood
bruine warboel van uitgegraven funda
menten en half gerestaureerde muren.
„Muren van de hangende tuinen" staat er
op mijn plattegrond, maar ik kan me er
weinig bij voorstellen als lk naar de resten
van een van de zeven wereldwonderen
kijk. Op de tekening staan terrasvormige
tuinen met prachtige struiken en palmen
die met een verfijnd bevloeilngssysteem
van water werden vóórzien.
Ik bedenk dat ze er ook groente moeten
hebben verbouwd.
Want ln de bloeitijd van het Nieuw-Baby-
lonische rijk onder koning Nebukadnezar
was daar Daniël met drie metgezellen,
gevankelijk weggevoerd uit Jeruzalem.
„Knapen, zonder enig gebrek, schoon van
uiterlijk, ervaren in allerlei wijsheid, in
het bezit van kennis, met inzicht in weten
schap, geschikt om dienst te doen in het
palels des konings, en hen te onderwijzen
ln de geschriften en de taal de Chal
deeën". Daniël en zijn vrienden moesten
samen met de andere knapen aan het hof
het koninklijke voedsel eten en de konink
lijke wijn drinken zodat ze er „welvarend"
zouden uitzien. Maar de vier aten liever
groente en dronken liever water. Dat
leverde moeilijkheden op voor de overste
der hovelingen die hen moest verzorgen.
In die tijd werd er duchtig gestraft en
keek men niet op een hoveling meer of
minder. Het probleem werd opgelost door
middel van een proef. Daniël en de zijnen
kregen tien dagen groente en water en de
andere knapen het koninklijke voedsel
„en na verloop van tien dagen bleek hun
uiterlijk schoner en zagen zij er welvaren
der uit dan al de knapen die van de
koninklijke spijze hadden gegeten". Vege
tariërs kijken daar niet vreemd van op.
Bloeitijd
Onder koning Nebukadnezar beleefde Ba
byion zijn grootste bloei nadat de stad
omstreeks 700 voor Christus door de Assy-
riër Sanherib werd verwoest. Sanherib
was in zijn verwoestingen altijd zeer gron
dig en het verhaal gaat dat hij zelfs de
Eufraat liet omleiden om de laatste resten
van Babyion weg te laten spoelen.
Maar ongeveer twintig jaar later begon
men al weer aan de wederopbouw en zoals
gezegd was het Nebukadnezar, die van 604
tot 562 voor Christus het Babylonische
rijk bestuurde, die de stad uitbreidde en
verfraaide. In zijn tijd had Babyion een
omtrek van ruim zestien kilometer, had de
stad een dubbele muur waarvan de bin
nenste vier en de buitenste bijna zeven
meter dik was. Met gemak konden daar
strijdwagens over heen rijden. De stad
telde zeven poorten. De grootste was ge
wijd aan Isjtar, de godin van de liefde en
de vruchtbaarheid.
Een gedeelte van deze poort staat er nog,
of liever gezegd staar er weer, want hij
heeft jarenlang in een Berlijns museum
gelegen. De stad telde meer dan honderd
Wetgever
Hoewel Nabukadnezar Babyion zijn gran
deur verschafte, was het koning Hammoe-
rabi, die meer dan duizend jaar daarvoor
Babel al tot het centrum van de toenmali
ge wereld maakte. Hammoerabl verover
de voor het eerst het gehele tweestromen
land. maar hij ging niet in de eerste plaats
als veldheer de geschiedenis in, maar als
wetgever. Hij liet een voor zijn tijd zeer
vooruitstrevend wetboek griffen in een
grote steen van zwart basalt, die in 1901
door Franse geleerden bij de oud-Perzi
sche stad Soeza werd teruggevonden.
Op die steen geeft de koning tevens zijn
politieke visie weer: „Vergis je nooit in het
onderscheid tussen je eigen volk en dat
van Je vijanden buiten Je grenzen. Voor je
eigen volk moet Je voorspelbaar en recht
vaardig zijn. Maar wees onvoorspelbaar,
meedogenloos en verschrikkelijk voorde
vijanden. Gebruik echter dreigementen in
plaats van oorlogen, en vermijd langduri
ge militaire campagnes ver van huis'*.
Hammoerabl heeft een standbeeld in Bag
dad en Iraks sterke man Saddam Hoes
sein doet pogingen op hem te lijken. Wat.
meedogenloosheid en onvoorspelbaarheid:
aangaat lukt dat aardig. Wat „langdurige
militaire campagnes" betreft moeten we
even afwachten. Zo lang duurt deze oorlog
tegen de Peizen nu ook nog niet.
Voortslenterend tussen de steenhopen
stuit ik plotseling op een grote stenen
leeuw op een sokkel, met een hekje er
omheen. „Leeuw van Babylon" staat er in
de folder en lk begrijp niet wat dat beest
daar doet. De vorsten van weleer, zo laten
talloze reliëfs zien, hadden er plezier in om
op de leeuwenjacht te gaan en sommigen
van hen hadden de beesten gewoon in een
ommuurde tuin en gingen ze bij tijd en
wijle in een strijdwagen te lijf met speer of
met pijl en boog. Ook Daniël, hij moet
toen al behoorlijk oud geweest zijn, heeft
er kennis mee gemaakt, toen de heerser
van Meden en Perzen, Darius, hem in de
leeuwekuil liet gooien. Dat liep toen ge
lukkig goed af omdat God een engel zond
die er voor zorgde dat de leeuwen hem niet
lusten. Die engel was er niet meei toen de
aanklagers van Daniël met hun vrouwen
en kinderen ln de kuil werden geworpen,
„want zij hadden den bodem van den kuil
nog niet bereikt, of de leeuwen maakten
zich van hen meester".
Ik zie scherven van een pot liggen. Onoog
lijke dingen, maar wie weet wel driedui
zend jaar oud. Misschien alleen maar van
een waterkruik van een van de arbeiders
die hier bezig zijn met opgravingen. Hoe
wel, in een nis staat een mooie thermos
fles. Iraakse bewakers vertrouwen het niet
en zijn blijkbaar toch bang dat ik wat in
mijn zak steek. Ze komen aanhollen, be
ginnen opgewonden te praten (ik versta er
niets van, maar wat wil je zo dicht bij de
toren van Babel) en beduiden dat ik mijn
zakken moet leeghalen. Er is niets aan de
hand en ze maken verontschuldigende
gebaren. Moet je een paar vieze potscher
ven thuis op de schoorsteen leggen omdat
ze uit Babel komen en misschien heel oud
zijn?
Op de terugweg naar Bagdad gaat het zo
mogelijk nog harder. De stemming is ver
hit en om alles wordt gierend gelachen. De
chauffeurs maken er een wedstrijd van en
blazen opnieuw iedereen van de weg. Ze
worden luid toegejuicht. Dat gaat halver
wege Bagdad bijna mis als een van de
bussen in de berm raakt, gaat schuiven en
ongeveer dwars op de weg terecht komt.
Even is het stil in de bus, maar dan barst
een gescandeerd „Hammoerabl" los.
En lang voordat we Bagdad binnenrijden
galmt er al zoiets als de Arabische variant
van „we gaan nog niet naar huis, nog
lange nietdoor de bus.