eemoedige fspiegeling ran Joseph loth's leven 'ernieuwing onderwijs mislukt is leerkracht niet meewerkt Nieuwe boeken over opvoeding en onderwijs (verbetuwsche Novellen: voor \/ie? 'Bloot geven': Geen boek om druk over te doen legende van de heilige drinker' DOF11 Boek over diamant is een juweel Fotografie als hobby Zelf foto's (technisch) afhandelen )ERDAG 11 DECEMBER 1980 TROUW/KWARTETH W or A. J. Klei Uijrt vaders boekenkast stond n rijtje vrij kleine, maar wel tike boeken in rood-linnen band. waren deeltjes van de serie lantische Werken van >erij Sijthoff, met de romans in Van Lennep. Daarnaast stond, icies dezelfde band. wtuwsche Novellen van J. temer. ^romans van Van Lennep had ik faaal gelezen, zelfs de meer dan |jend dichtbedrukte bladzijden lande lotgevallen van Klaasje Bster waren me niet te tig. maar in die novellen van Cremer had ik alleen maar gebladerd. Ik kon er niet toe komen, ze te lezen, ook al verzekerde mijn vader me telkens, dat ze heus heel aardig waren. Op 't ogenblik heb ik die ..Overbetuwsche Novellen" voor me liggen. Toen mijn ouders kleiner gingen wonen, mocht ik Van Lennep. Cremer en consorten meenemen. Op het schutblad heeft mijn vader zijn naam geschreven, voluit en merkwaardigerwijs in de linker bovenhoek, en daaronder zijn woonplaats: het dorp waar hij tot zijn trouwen woonde. Hoe oud zou dit boek nu zijn?Elfde druk, lees ik, maar een jaartal ontbreekt. ..Sijthoff's uitgaven blinken niet uit door een correcte vermelding van bibliografische gegevens. Die laatste zin staat tusj aanhalingstekens, omdat ik hier drs. H. J. Eijssens citeer. Deze maakt zijn bestraffende opmerking in zijn uitvoerige inleiding tot de fotografische herdruk van de in 1865 bij Sijthoff verschenen luxe uitgave van zeven van Cremers Overbetuwse vertellingen, onder de titel „Distels in 't weiland"(uitg. Kruseman, Den Haag, prijs f37,50). Omdat over Cremer (1827-1880) niet zoveel bekend (meer) is, is het goed gedocumenteerde en royaal gallustreerde verhaal van drs. Eijssens (die toneelverbond voor een vrouwelijk woord verslijt, brrr!) boeiend om te lezen. Cremer, kind van gegoede ouders, was ook schilder, maar zijn roem ontving hij als auteur van zijn novellen-in- dialect en nog meer door zijn voordragen van die novellen. Voor wie is nu dit fraai uitgevoerde boek, compleet met de oorspronkelijke illustraties, bestemd? Ik zal maar eerlijk bekennen dal ik, net als vroeger, niet verder gekomen ben dan de eerste zin van 't Kriekende Kriekske: „Of de boeren ook lachten, die in den hooibouw waren!", want direct daarna slaat het dialect weer toe. Misschien dat ik een volgende keer (want 't boek ligt nog op mijn bureau, naast dat oude van mijn vader) verder kom door het raadplegen van de verklarende woordenlijst, die de inleider eveneens biedt. Mijn oudste zoon is trouivens heel wat verder gekomen en hij verklaarde, net als indertijd zijn grootvader, dat 't heus aardig was. Dat zal dan ook wel, anders was de afbeelding van Cremer nooit op een lucifersdoosje terecht gekomen. or Koos van Weringh tgeverij Allert de Lange in Bp isterdam bestond in april mfcdit jaar honderd jaar. De téSktste jaren was van uitge- n weliswaar niet veel meer komen, maar het honderd- rig bestaan is aangegrepen q opnieuw met het vormen een fonds te beginnen. or een deel wordt daarbij aange- oten bij een periode uit de ge mis, waarin de betekenis van de Lange zelfs internationaal de jaren dertig na de „Machtü- in Duitsland. Veel ge en weggestuurde schrijvers ialisten gaven hun boeken It bij deze uitgeverij. Met behoort Allert de Lange tot igrijkste uitgevers van de iteratuur. Jeuwe begin staat in het teken ttie periode. In april verscheen pikke bundel met uit het Duits aide verhalen. Voor het einde. >ek bevat stukken van Hein- i en Thomas Mann. Stefan jg, Erich K&stner, Alfred Dö- i, Heinrich Hesse, Robert Wal- I Anna Seghers, Franz Werfel en reeks anderen. De „top" van de e literatuur uit de jaren dertig i het boek vertegenwoordigd, k van de andere schrijvers is ook *i Roth, die dit jaar in het fonds een voorname plaats in april verscheen een vertaling van het boek Hiob, de bekendste romans van het vroegere Oostenrijk-Hon- afkorosUge schrijver. In de [l pm dertig maakten Nico Rost en 'te Wink-Nijhuis al een verta- ,maar Allert de Lange heeft niet van deze herdrukt Gekozen is een geheel nieuwe vertaling. ITS! nz. die door Martin Mooij op voorbeel dige wijze geleverd is. Job, roman over een eenvoudige man. bevat de lotgevallen van de rabbi Mendel Singer, die na een leven van moei lijkheden naar de Verenigde Staten emigreert en tegen het einde van Zijn leven nog een wonder mee maakt. Onlangs verscheen een ander boek van Roth, nu voor het eerst in een Nederlandse vertaling: De legende van de Heilige Drinker. De eerste uitgave dateert van 1939 en ver scheen enige maanden na de dood van Roth. Nini Brunt heeft er een mooie vertaling van gemaakt en de uitgever heeft voor een prachtig uit gevoerd boekje zorggedragen. Des ondanks moet op één onvolkomen heid gewezen worden: nergens wordt vermeld dat de oorspronkelij ke uitgave van 1939 is. Een Kronkel van Simon Carmiggelt uit 1965 gaat aan de tekst, bij wijze van inleiding vooraf. De hoofdpersoon is Andreas, af komstig uit Pools-Silezlë. die al ja ren in Parijs woont en wel onder de bruggen, als clochard. Op een avond ontmoet hij aan de Seine een heer die hem geld wil geven en hem ook inderdaad, na enig tegensputte ren, tweehonderd francs geeft. Als zijn geweten hem daartoe dwingt, moet hij dat geld teruggeven aan de kleine heilige Therese van Lisieux. Haar beeldje bevindt zich in de ka pel van 8ainte Marie des Battignol- les. Andreas voelt zich de koning te rijk en beleeft van alles met het geld. Bij het terugbrengen naar de kapel komt er steeds iets tussen, het wil niet lukken. En als hij einde lijk op het punt staat zich naar de kapel te begeven, zakt hij plotseling ineen en sterft, na nog een gebaar te hebben gemaakt in de richting van zijn linkerjaszak, waar het geld inzit. Deze legende is een weemoedige vertelling, die veel gelijkenis ver toont met het leven van Roth zelf. Zijn meeste boeken gaan over vluchtelingen, zwervers en opge- jaagden, mensen die nergens thuis zijn. Roth behoorde tot die mensen. Vanaf 1933 voelde hij zich nergens meer op zijn gemak, hij reisde door Europa, van hotel naar hotel. De alcohol nam in zijn bestaan een steeds grotere plaats in. Maar hij bleef doorschrijven, het ene boek na het andere en tientallen artikelen in de emigranten-tijdschriften, die in West-Europa verschenen. In mei 1939 bezweek hij in een ziekenhuis in Parijs aan de alcohol, nog geen 45 jaar oud. De laatste zin uit De le gende van de Heilige Drinker is misschien op hemzelf van toepas sing: „Geve God ons allen, ons drin kers een zo lichte en zo mooie dood!" In elk geval vormt het boek je een treffende afsluiting van zijn schrijversleven. De besprekingen in 1939 waren be trekkelijk gunstig. Menno ter Braak merkte in Het Vaderland terecht op, dat het alcoholisme „echter doorleefd" is dan het katholicisme. Het terugbrengen van het geld aan de heilige Therese van Lisieux noemt Ter Braak „een vaag-katho- liek motiefje", waar men niet echt in kan geloven. In de literatuur over Roth is een langdurige discussie gaande over de vraag in hoeverre de opmerkingen van Roth zelf ernstig moeten worden genomen, dat hij zich tot het rooms-katholicisme heeft bekeerd. In zijn werk zijn daarvoor, naar mijn idee. geen aan wijzingen te vinden, ook in deze legende niet. Het boekje verdient het dat veel mensen er kennis van nemen. Joseph Roth, De legende van de Heilige Drinker, vertaald door Ni ni Brunt, Allert de Lange, Amster dam, gebonden, prijs 18,90. r Theo Cappon laatste jaren is er in ons i zeer veel aan onderwijs- ïieuwing gedaan onder htige leuzen als emanci- Jatle, gelijke kansen, zelf- ptplooiing e.d.. De schrijver i het boek „Educatie en lla" vraagt zich af wat t van al deze idealen nu in eite terecht komt. Met grote eleurstelling stelt hij vast Wat ze geen werkelijkheid geworden en ook nooit llen worden als onze maat- happij blijft zoals ze nu is. 5 Vries onderzoekt enkele jelangrijke oorzaken van at mislukken. p moeten we b.v. constateren dat prachtige doelen als zelfont- »üng, democratisering, integra le uiteindelijk voor de samenleving 15 geheel niet acceptabel zijn. Als echt democratiseert en de deelne mers zelf de zaken laat bepalen heb f °P het geheel geen greep meer. Je mest de beheersing. Heel goed n je dat zien bij leerkrachten; dat gJn goede representanten van de menleving en het systeem. Ze vin- echte onderwijsvernieuwing zó keigend voor hun situatie dat ze e hele ontwikkeling tegenhouden fj hooguit een compromis toestaan. J®33* een compromis-strategie, al- pus de schrijver, werkt niet omdat niet op werkelijk ingrijpende ver- is gericht. Zo wordt de school gedachte vooral door onderwijsmensen zélf vroegtijdig gedood. tnderdaad zie je in her en bijscholingscursussen voor leer krachten dat men wél wil praten over leerstofzaken, maar niet het eigen gedrag en het sociaal-emotio neel klimaat van de klas ter discus sie wil stellen Th. O. Ondanks allerlei lokale en kleine veranderin gen blijft de oorspronkelijke opzet van het onderwijs gehandhaafd. Het doel blijft inleiding in en aan passing aan de bestaande samenle ving. Echte onderwijsvernieuwers zoals Boeke, Freire en Illich bedoel den ook een andere samenleving en daarom werden ze gek verklaard of zelfs verbannen. Een guerrilla Een guerrilla-strategie zoals De Vries het noemt, sluit juist niet aan bij het systeem van de georgani seerde samenleving maar is zoiets als een bevrijdingsbeweging en dus gevaarlijk. Kijk naar de volwasse nen-educatie, toen ze nog klein schalig was kon ze zich goed ont wikkelen en op de behoeften van de deelnemers ingaan. Nu deze vorm van onderwijs blijkt aan te slaan en zich uitbreidt gaat het formele con trolemechanisme ook hier het werk beheersen en zal het nooit meer een bevrijdingsbewegingen kunnen worden. De schrijver moet wel tot een derge lijk somber beeld komen, omdat hij heel expliciet kiest voor een andere functie van onderwijs en vorming. Hij wijst de educatie als instrument tot instandhouding van de huidige maatschappij van de hand. Mijn uitgangspunt is dat de mens. in zijn streven naar Individuele, met anderen beleefde vrijheid, het orde nende principe moet zijn, voor de samenlevingsverbanden én voor het onderwijssysteem Centraal in zijn denken staat inder daad het eigen vrij-zijn. Onder on derwijs en vorming verstaat hij dan ook: Alle activiteiten die geor ganiseerd worden om de gedrags mogelijkheden van mensen ten aanzien van hun relatie met de werkelijkheid (zichzelf, medemens en de materiële wereld) te verrui men Het bestaande onderwijs systeem beperkt zich tot het geven van technieken die gericht zijn op het zich handhaven in de bekende wereld. Zijn opvatting komt heel dicht bij die van Paul Freire als hij stelt dat onderwijs en vorming voorzieningen moeten bieden om het vrij-zijn vorm te geven, om de werkelijkheid te transformeren. Een alternatief? Is er dan een goed alternatief voor ons huidige onderwijs- en vormings systeem? Ja, die is er, maar de au teur realiseert zich dat het voorlo pig met een kleine kring van men-, sen zal moeten gebeuren en dat het langzaam zal gaan (hoewel er grote haast is). Welke belangrijke hinder palen zullen eerst opgeruimd moe ten worden en welke veranderingen in ons denken zijn absoluut nood zakelijk? De Vries geeft dat nauwkeurig aan door te wijzen op succesvolle bevrij dingsbewegingen. Deze hebben als kenmerk dat het individu niet min der belangrijk is dan de gemeen schap en dat de beweging niet verti caal maar horizontaal georgani seerd is. Vooral dat laatste kenmerk ontbeert het Nederlandse onderwijs zozeer. Een hiërarchisch systeem dat bovendien eenzijdig geken merkt wordt door kennisdoelen ver stikt iedere creativiteit en de weini ge creativiteit die er is wordt onder gebracht in aparte vakken zoals li chamelijke oefening, handvaardig heid, textiele werkvormen e.d-. Dat Is trouwens een ander nadeel van het huidige educatieve stelsel; we willen alles reduceren tot seg menten. In de beheersing van één aspect ligt dan z.g. de kracht, maar we vergeten de ontplooiing van de hele mens. Onderwijs zou mensen instrumenten en vaardigheden moeten aanreiken waar ze reële pro blemen in hun leefsituatie mee zou den kunnen oplossen. Dat kan ken nis zijn, akkoord, maar dan niet alleen kennis die door het verticaal georganiseerde systeem wordt voor geschreven, maar kennis die be langrijk is voor onze en mijn situa tie. Bovendien zal onderwijs en vor ming zich veel meer moeten bewe gen op het gebied van relaties. Er zijn eigenlijk drie niveau's waarop educatie zich zou moeten richten: de relatie met de materiële wereld, de relatie met jezelf en de relatie met anderen. Het is ontstellend om te zien hoe ons onderwijs alle heil verwacht van die eerste relatie; ken nis van de materiële wereld. Ons de ogen openen voor deze immense scheefgroei is de waarde van dit kleine maar belangwekkende boekje. J. de Vries: „Educatie en guerrilla" (een discussieboek over de mythe van vernieuwing). Uitg. Studiecentrum-boek, Ls.m. De Horstink, Amersfoort. Omvang 96 pag. Prijs 13,90. Voor wie „alles" over diamant, de „koning van alle edelstenen," wil weten is verschenen „Diamant, my the. magie en werkelijkheid". Voor de samenstelling van dit boek teke nen de Franse diamantexpert Ja- ques Legrand en vele vakmensen, zoals geologen, mineralogen, histo rici, ingenieurs e.d. „Diamant" is een uiterst fraai uit gevoerd boek, waaraan een drietal jaren is gewerkt en dat een schat aan informatie bevat over het kost baarste mineraal dat deze aarde kent. Het boek, dat uit vier delen bestaat en dat in feite een soort naslawerk is, geeft in het eerste deel „Mythe en werkelijkheid" een indruk van de vele legenden, ver halen en anecdotes, die er rond de diamant door de Indiërs „het getuigenis van eeuwen" genoemd in omloop zijn. Het tweede deel voert de lezer naar de vindplaatsen van de ruwe dia mant: India (de oudste vindplaats), Zuid-Afrika, Brazilië, Sierra Leone en Venezuela en geeft een beeld van de winning. Het derde deel behandelt de weg van ruwe steen naar geslepen dia mant en gaat uitvoerig in op slijp- technieken, zuiverheid, kleur enz. Het vierde deel tenslotte, dat als titel draagt „Van edelsmeedkunst tot industrie" houdt zich bezig met alle aspecten van het gebruik van diamant, te weten van sieraad tot industriediemant. „Diamant", dat een Juweel" voor elke boekenkast mag worden ge noemd, bevat ongeveer vierhon derd afbeeldingen, waarvan de meeste in kleur. De prijs van het boek past zich goed aan bij die van het diamant. „Diamant, mythe, magie en werke lijkheid". Uitgave van Elsevier Se quoia in Zaventem, België. 288 pa gina's Prijs 135,— GW „Fotografie als hobby" is de titel van een „uitbundig" (ruim zeshon derd foto's .waarvan meer dan vijf honderd in kleur") geïllustreerd fo toboek, dat informatie wil verschaf fen over de uitrusting en de tech niek, die nodig zijn voor het maken van goede foto's. Het boek, dat eer der in Amerika onder de naam „The joy of photography" het licht zag, werd samengesteld door redacteu ren van Eastman Kodak Co. Van dergelijke deskundigen mag iets goeds worden verwacht en dat .biedt het boek dan ook, zij het dat 'het voor de (beginnende) amateur niet altijd even gemakkelijke stof is. Gebruik makend van jarenlange ervaring en beroepskennis zijn de Kodak-mensen er echter toch in ge slaagd een boek samen te stellen, dat het hart van iedere fotograaf sneller zal doen kloppen. In de vijf afzonderlijke delen, waar uit het boek is samengesteld wordt o.a. beschreven hoe objecten te le ren zien (één van de belangrijkste dingen in de fotografie) en uitvoerig ingegaan op de uitrusting (came ra's, lenzen) en op opname en donkere kamer-technieken. Met trefwoordenregister en literatuur lijst. „Fotografie als hobby", uitgave van Kluwer's Technische Boeken te Deventer. Driehonderd bladzij den. Prijs 49,50. GW „Creatieve Doka Technieken" is de titel van een boek op fotografiege- bied, dat zich in het bijzonder bezig houdt met de (creatieve) mogelijk heden, die voor de fotohobbyist in de donkere kamer (doka) zijn weg gelegd. Het wil een antwoord geven op de vele vragen, die rijzen in de doka. Opzet van dit alles is door het geven van meer bekendheid aan nieuwe fotografische technieken de weg te openen naar het maken van betere foto's. Met name voor diegenen, die het meer eenvoudige werk in de doka, zoals het ontwikkelen van films en het maken van vergrotin gen al enigszins beheersen, opent het boek perspectieven. Met tref woorden register. „Creatieve doka technieken" Uit gave Kluwer's Technische Boeken, Deventer. 288 pag. Prijs 45 gulden. GW door Theo Cappon „Wat is er toch met mijn kind"? J. F. W. Kok. Uitg. Lemniscaat Rot terdam. 142. blz. prijs 19.50. Vanuit een jarenlange ervaring als ortho-pedagoog (dus gespeciali seerd op het gebied van opvoe dingsmoeilijkheden en hulpverle ning) beschrijft de auteur een groot aantal praktijkvoorbeelden. Hij be oogt daarmee twee dingen; in de eerste plaats wil hij de ouders die in grote twijfel verkeren over hun kind en over zichzelf een steun in de rug geven, maar zeker niet in de laatste plaats wil hij ons allemaal via deze gevalsbeschrijvingen een inzicht geven in opvoeden als zodanig. Dit laatste doet hij op zo'n briljante wijze, dat dit boek binnen de stroom van pedagogische literatuur een herademing is. „Onderwijs in taakgerichte groe pen" H. G. Schmidt, P. A. J. Bou- huys. Uitg. Spectrum (Aula no 803) Utrecht. 178 blz. prijs 12,90. De schrijvers proberen met deze niet zo gebruikelijke onderwijs vorm (waar ze zelf een aantal jaren ervaring mee hebben) tegemoet te komen aan een tweetal problemen die binnen het hoger onderwijs (uni versiteiten en hoger beroepsonder wijs) regelmatig worden gesigna leerd. Een matige betrokkenheid van de studenten bij hun eigen on derwijs en voorts de kloof tussen de leerstof en de werkelijkheid die stu denten na hun opleiding aantreffen. De beroepswerkelijkheid is veeleer geordend rondom een aantal pro blemen Lp.v. een hoeveelheid ken nis van een serie vakken. Vandaar dat een andere aanpak wordt voorgesteld. Het boek be schrijft een benadering van het on derwijsleerproces waarin een kleine groep studenten samenwerkt aan taken, problemen en opdrachten die door de docenten geformuleerd zijn. De taak vormt daarbij de sti mulans voor een groot aantal geza menlijke en ook individuele activi teiten. De docent speelt in dit ge heel een ondersteunende rol. Hij draagt niet in de eerste plaats ken nis over, maar stimuleert de stu dent juist zelf actief kennis te ver werven. Het boek is een onderdeel van de serie Onderwijskundige In formatie voor het hoger onderwijs. „Het leren van psycho-motorische vaardigheden". Prof. Dr L. F. W. de Klerk. Uitg. Van Loghum Slaterus. 140 blz. prijs ƒ26,50. In ons onderwijs ligt de nadruk ge woonlijk op het leren van ver standsvakken. Helaas is de belang stelling voor vaardigheden op het gebied van het bewegen (motoriek) gering. De centrale vraag in dit boek is hoe het onderwijs juist op het gebied van de motorische vak ken (tekenen, schrijven, hanteren van werktuigen en gereedschappen) verbeterd kan worden. „Op weg naar kind-volgend onder wijs" G. A. de Boer. Uitg. Intro reeks Nijkerk. 150 blz. prijs 24,50. In dit boek wordt vanuit het buiten gewoon onderwijs een pleidooi ge voerd ons onderwijs vooral t.a.v. kinderen met leer- en gedragsmoei lijkheden ingrijpend te veranderen. Onderwijs kan slechts dan effectief zijn als het aansluit op de motieven en de situatie van de kinderen. Dit onderwijs moet kind-volgend zijn. Leerlingen leren als gezinskinde ren; ze zijn pas in de allerlaatste plaats als schoolkinderen te be schouwen. „Lesgeven", Interne differentiatie in de praktijk. T. Geerligs, T. v.d. Veen. Uitg. Van Gorcum, Assen. 467 blz. Prijs 55,-. Leerlingen verschillen in aanleg, motivatie, werktempo, ontwikke lingsniveau, sociale achtergrond etc. Goed onderwijs probeert op de ze verschillen in te spelen, met an dere woorden, probeert te individu aliseren. Op die manier wordt reke ning gehouden met het „uniek-zijn" van elk kind. Eén en ander betekent voor het lesgeven dat er gedifferen tieerd zal moeten worden. Wel nu, differentiatie in de klas is op het ogenblik één van de meest bespro ken vraagstukken binnen elke vorm van onderwijs. Dit boek tracht in de behoefte aan informatie over dit onderwerp te voorzien. „Kindertaal zonder woorden". (Wat uw kind met lichaamstaal wil zeggen). D. Lewis. Uitg. Elsevier. 216 blz. Prijs 25,50. Lang voordat kinderen goed kun nen praten maken zij elkaar en ons als volwassenen alles duidelijk wat ze willen. Ze doen dit door een li chaamstaal die wij helaas slecht „verstaan". Het boek leert ons deze stille taal te begrijpen en te door zien. Plotseling krijgen dan allerlei .gedragingen, bewegingen en reac ties van kinderen voor ons een nieu we betekenis." We doen verras sende ontdekkingen over het (ge voelsleven van deze jonge kinde ren; het is alsof we jarenlang blind zijn geweest „Grond en Ruimte". Edith Car- doen. Uitg. De Toorts Haarlem. 70 blz. prijs 16,50. De schrijfster staat met ons stil bij beschouwingen over fundamenten en veranderingen in het opvoe- ,dingsgebeuren. Opvoedingstheorie ën en opvoedingspraktijken onder gaan soms belangrijke wijzigingen, 'zelfs binnen één generatie. De au teur vindt het dan ook niet ouder wets of overbodig opnieuw te vra gen naar de zin, het doel van de opvoeding. „Samen spelen en begrijpen". Bry ant J. Cratty. Uitg. Intro, Nijkerk. 134 blz. Prijs 24,50. In het samenspelen ervaren kinde ren hoe ze op elkaar reageren. Veel spelen, die kinderen in de basis school voorgeschoteld krijgen leg gen nogal eens éénzijdig de nadruk op prestatie, rivaliteit, competitie etc. Dit boek bevat een groot aantal spelen met aanwijzingen om juist het tegenovergestelde te bereiken. De spelen worden gezien als onder deel van een gezamenlijk nadenken en doorspreken van bepaalde erva ringen die kinderen al spelend heb ben ondergaan. „Leren en onderwijzen met de com puter". B. Camstra. Uitg. Stenfert en Kroese. Leiden. Prijs 32,50. 231 blz. „Kan de computer de docent ver vangen"? „Zal invoering van de computer tot grotere werkloosheid in het onderwijs leiden?" „Leidt de computer niet tot ontmenselijking van het onderwijs?" Op al deze vra gen geeft het boek een antwoord. Er wordt niet geschroomd om ook een vinger te leggen op die processen in het onderwijs waar de computer vooral met z'n vingers af moet blij ven. Er wordt een groot aantal voor beelden gegeven van projecten waar de computer het onderwijs leerproces ondersteunde. Met het boek „Bloot geven" van de Amerikaan Gay Tale- se is iets merkwaardigs aan de hand. In allerlei dag- en weekbladen kom je hele lan ge recensies tegen waarin wordt uitgelegd dat het geen belangrijk ol goed boek is. Waarom wordt er dan zoveel aan dacht aan besteed, zo zal een een voudig lezer zich afvragen. Een re den zou kunnen zijn dat het hier om een hele bekende of belangrijke schrijver gaat. Zo zal een nieuw boek van W. F. Hermans altijd veel aandacht krijgen, ook al zegt iede reen dat het niks voorstelt. Maar Gay Talese is geen Hermans. In vakkringen geniet hij enige ver maardheid als journalistiek ver nieuwer en auteur van een voortref felijk boek over de New York Times. Maar buiten het beperkte kringetje journalisten dat echt in hun vak zijn geïnteresseerd zal de naam Ta lese geen schok van herkenning geven. Waar komt dan het misverstand vandaan dat „Bloot geven" zoveel woorden waard is? Voor een deel zal dat komen van de drukte die er in de Verenigde Staten over is ge maakt. Daar is door goede samen werking tussen de uitgever, de schrijver en enkele massamedia, zoals het vakblad voor mannen „Playboy", enorme publiciteit ge weest over dit boek. Zoiets krijgt een echo in Nederland als gevolg van het „cultureel imperialisme". Maar de belangrijkste oorzaak van al die aandacht zal wel het onder werp zijn. Het boek gaat over sex. Van Talese wordt gezegd dat hij „het ware gezicht van de seksuele revolutie" laat zien en schrijft over „de erotische ervaringen van man nen en vrouwen die de veranderen de seksuele moraal aan den lijve ondervonden". Dat maakt nieuws gierig natuurlijk en die nieuwsgie righeid moet dan later kennelijk worden gerechtvaardigd door prqr tentieuze verhandelingen over het boek te gaan schrijven. De mensen moeten de indruk krijgen dat je het boek niet voor je plezier maar met „gerichte belangstelling" hebt ge lezen. Om er nu maar niet langer om heen te draaien, ik heb het boek ook met bijzondere belangstelling gelezen maar zit nu met het probleem er niet zoveel diepzinnigs meer over te kunnen zeggen. Het boek is geen poging om te beschrijven wat de seksuele revolutie voor de doorsnee Amerikaan teweeg bracht. Het gaat over een paar mensen van tamelijk ongewone levenswandel. Geen kwaad woord over de mensen die zoiets leuk vinden om te lezen, maar het is echt niet iets om er veel drukte over te maken. Gay Talese, „Bloot geven"; uitg.: L. J. Veen, Utrecht; 32,50, 464 blz. R.M.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13