'GPV is politiek volwassen geworden' Schoonmaakster f Te of ten of vrijheid blijheid ~r iSOCIAAL BERECHT! MtIRDAG 6 DECEMBER 1980 TRÓUW/KWARTET 21 Volgende week dinsdag presenteert het GPV in Den Haag zijn ontwerpverkiezii^spróèpiCffi^Vdl8!ta9S lijsttrekker Gerrlt Jan Schutte zal daarin onder meer een .opmerkelijk' plan ter bestrijding van de werkloosheid worden ontvouwd. Schutte vindt dat het kabinefcAfan Agt het er ook ten aanzien van dat vraagstuk lelijk bij heeft laten zitten. X/ 0 door Leo Kleyn Naar menselijke berekeningen had hij al drie Jaar ln de Tweede Kamer moeten zitten. Maar bij de ln 1977 gehouden verkiezingen behaalde het Gereformeerd Poli tiek Verbond (GPV) net niet ge noeg stemmen om zijn twee zetels te behouden. Binnenkort zal hij dan toch zijn Intrede ln het parle ment doen. Het la, zegt lijsttrek ker Oerrit Jan Schutte, ondenk baar dat bij de komende Tweede- Kamer-verklezingen het GPV ook zijn ene zetel zal verliezen Hi] sal op het Binnenhof de plaats inne men van dr A J Verbrugh. die er volgend Jaar tien Jaar als lid van de Tweede Kamer op heeft zitten en dan wel weer eens wat anders wil gaan doen. Aanvankelijk verte genwoordigde Verbrugh het OPV aan de tijde van P Jongeling, wiens populariteit binnen de partij hij nimmer wist te evena ren. De wat droefgeestig ogende chemicus bepaalde in aanzienlijk mindere mate dan rijn voorganger het gezicht van het OPV De onmiskenbaar meer blijmoedigheid uitstralende opvolger van Verbrugh heeft In het verleden, als onbezoldigd advlaeur. teer nauw met de belde parlementariërs samengewerkt HIJ zegt diplomatiek zo wel ln de voetsporen van de een als van de ander te willen treden Hij heeft „voo*\ beiden erg veel respect" en heeft zich! voorgenomen ..het goede van belden goed voor ogen te houden" Politiek Zich wat minder op de vlakte houdend. Ucht hij toe dat Jongeling ..vooral een generalist' was. iemand ..die de principes van het OPV uitstekend wist te verwoor den, zodat hij voor ledereen verstaanbaar was Verbrugh. meent hij. heeft zich veel sterker doen kennen als een „deskundi ge". die dieper op bepaalde zaken Ingaat maar er daarbij niet altijd ln slaagt „goed owr te komen' Als Je dat een fout zou kunnen noemen, wil hij proberen die te vermijden Politieke belangstelling zat er bij de 41- jarige lijsttrekker van het OPV al Jong ln. In de Jaren zestig was hij betrokken bij de oprichting van een plaatselijke afdeling van de Jongerenorganisatie van de partij Tien Jaar geleden werd hij lid van het hoofdbestuur van het OPV In 1973 volgde hij Verbrugh. die toen al Kamerlid was. als secretaris op HIJ is geboren ln Nleuwpoort. ln de Alblas- serwaard. die ook de politicus Willem Aantjes heeft voortgebracht: ..Het ge boortehuls van mijn vader stond op een steenworp afstand van dat van hem" Ook zijn ouders waren, voordat ln 1948 het OPV werd opgericht, de antl-revolutlonal- re beginselen toegedaan Offer Zijn carrière ln de partij liep parallel aan een loopbaan als gemeente-ambtenaar. In zijn woonplaats Zeist ls hij nu waarne mend gemeentesecretaris Als zijn par tijgenoten hem niet naar Den Haag had den geroepen, zou hij dat wel zo graag nog wat gebleven zijn, om wellicht na verloop van tijd ergens burgemeester te worden Hij gaat. zegt hij, een .slechter leefbaar leven" lelden, maar hij vindt dat hij dit offer aan zijn partij moet brengen Behalve In het partij-apparaat heeft hij politieke ervaring opgedaan als lid van de provinciale staten van Utrecht Aan dat lidmaatschap, dat van 1974 tot 1978 duur de. denkt hij met plezier terug. HIJ vond het erger dat de kiezers hem uit de staten verdreven dan dat ze voor hem. een Jaar eerder, de toegang tot de Tweede Kamer blokkeerden Als statenlid hield hij zich vooral bezig met welzijnswerk, ruimtelijke ordening en financiën In de Kamer zal hij zich niet tot die terreinen, die zijn grootste belangstel ling hebben, kunnen beperken. HIJ denkt dat vooral de sociaal-economische poli tiek veel van zijn aandacht zal opeisen Naar zijn mening vormt ln de landspoli- tlek de werkloosheid ..het meest actuele probleem' Vorig Jaar zei Verbrugh op een GPV-blJ- eenkomst dat door de manier waarop het i W Ut K Gerrlt Jan Schutte kabinet-Van Agt onder meer flat pro bleem aanpakt, „ons land langzaam weg zakt naar het niveau van een dorpscafé" In die bewoordingen zou zijn opvolger zich niet willen uitdrukken, maar met de strekking ervan ls hij het volstrekt on eens Het zittende kabinet, vindt hij, ..durft niet tot keuzen te komen", het vertoont ..gebrek aan moed en Innerlijke kracht" Teleurstelling* Hij herinnert eraan dat het OPV bij de formatie van dit kabinet aan Van Agt en de zijnen zijn steun heeft toegezegd Maar het vertrouwen, vindt hij. is lelijk be schaamd: ..Het ls een grote teleurstelling geworden". De christen-democraten en li beralen ontwikkelen naar zijn mening „te weinig visie" en bieden „geen houvast' Hij signaleert een „passieve houding", die dit land „niet uit de puree haalt" Het OPV en zijn lijsttrekker laten het niet bij die kritiek Dinsdag zal ln Den Haag het ontwerp-verkiezingsprogramma open baar worden gemaakt, waarbij zal blijken dat een door de Kamerkandidaat als ..op merkelijk" gekarakteriseerd plan ter be strijding van de werkloosheid ls uitge broed Voor details Is bet, nog te vroeg, maar de lijstaanvoerder van het OPV denkt dat dit voorstel meer perspectief biedt dan het ooit door Van Agt gelanceer de ..heilsplan", waarvan naar zijn mening maar bitter weinig terecht is gekomen Op de vraag of vakbeweging en werkge vers zich ln het plan zullen kunnen vin den. antwoordt hij: „Ze zouden erachter moeten kunnen staan." Daarbij tekent hij nog even aan dat ook bij de FNV de durf om een keuze te doen. ver te zoeken ls KritiekaHMMMa Het ls. zegt hij. „bepaald geen conserva tief programma", waarmee hij volgende week officieel zijn opwachting zal maken. Hij zou zichzelf ook niet graag als conser vatief bestempeld willen zien „In heel wat opzichten ben ik dat niet. De kan me. als GPV-er. heel goed vinden in het woord van Kuyper dat Je fundamentele kritiek op de samenleving moet hebben In het verleden leek het er wel eens op dat die kritiek voornamelijk betrekking had op het zedelijk gehalte van het Nederland se volk. Jongeling mocht zich ln en bulten het parlement graag misprijzend uitlaten over de vernrtglng van de zeden, onder meer tot uiting komend in de openlijke tentoonstelling van aanstootgevende ge schriften Op zulke immateriële kwesties, hoe ..we zenlijk" ook, is wel eens wat veel nadruk gelegd, erkent Schutte ..Maar naarmate het OPV langer bezig is ln de praktische politiek, ziet het zich genoodzaakt een wat breder terrein te bestrijken. Je zou kun nen zeggen dat wij zo langzamerhand een poDtieke volwassenheid hebben bereikt.' Hij schrijft die ontwikkeling mede toe aan de activiteiten yan het wetenschappelijk bureau van het OPV. dat studies over bijvoorbeeld het welzijnswerk en de werk gelegenheid heeft gepubliceerd. ..Op het ogenblik zijn er twee commissies bezig met de kernenergie en de kernbewape nlng. Daarover zullen rapporten verschij-' nen Binnen het OPV bestaat ook voor zulke onderwerpen grote belangstelling. met name onder onze jongeren En ik geloof dat op de Arjos na. die nu op het punt staat te verdwijnen, het GPV de grootste jongerenorganisatie heeft Opdracht""""*"*"»—""» De SOP. waarmee het OPV zich het meest verwant voelt, mist zo n wetenschappelijk bureau, zegt hij. en dat is te merken..Het is ook wel zo dat bij een deel van de SOP toch een andere mentaliteit heerst. Bij ons heeft altijd heel centraal gestaan dat wij de opdracht hebben deze aarde te ontwikkelen. Dat ls een cultuuropdracht, in de breedste zin. waaraan wij als mensen mogen werken. De SGP stelt zich toch wel wat lijdelijker op Overigens zal, als het aan het OPV ligt. bij de komende verkiezingen opnieuw een lijstverbinding met de SOP worden aan gegaan. De SGP beraadt zich daar nog over. omdat die partij, evenals in 1977. graag de Jongste loot aan de orthodoxe stam. de RPF. in het bondgenootschap betrekt Het OPV voelt daar. om praktische rede nen. niet voor. ..Als het de RPF weer niet lukt om de kiesdrempel te nemen, zoals de vorige keer." zegt Schutte. ..werkt dat. alleen maar ln ons nadeel De vind dat de RPF eerst maar eens moet bewijzen le vensvatbaar te zijn In die woorden klinkt weinig vrees voor de mogelijke concurrent door Er bestaat dan ook een niet te veronachtzamen ver schil tussen GPV en RPF. zo legt Schutte uit. „Bij ons geldt als criterium dat je de grondslag onderschrijft. En die grondslag wordt gevormd door de bijbel en de drie formulieren van enigheid. Wij hebben wel een program van richtlijnen, maar ook dat ls ondergeschikt aan die grondslag. Bij de RPF geldt de bijbel ook als grondslag, maar daarnaast speelt de christelijke le vensvisie een rol. Wat dat betekent zal in de praktijk nog maar moeten blijken. Je kunt wel zeggen dat je een bijbelse visie hebt. maar zo'n bijbelse visie, nou. dat zegt mij niets door Huub Elzerman Gespannen zat ze op de punt van haar stoel voor het bureau van de directeur. De man hield een breedvoerig betoog over de zorgelijke economische toestand in het algemeen en over de harde strijd voor het bestaan van een directeur ln het bijzonder ..Het zijn moeilijke tijden", baste hij. „We moeten er alles aan doen om het hoofd boven water te houden. De concurrentie ligt op de loer Dal begrijpt u zeker ook wel?" De schoonmaakster schrok op, want onwillekeurig waren haar gedachten afgedwaald. Eigenlijk zat ze zich op dat moment af te vragen hoe die man toch aan die vreemde, borstelige wenkbrauwen kwam Het was werkelijk geen gezicht. Voor het verhaal van de directeur over de concurrentieverhoudingen had ze nauwelijks belangstelling Dat had ze al zo vaak gehoord en bovendien kende ze de uitkomst van deze ontroerende succes-story al lang. Ze dreigde op straat te worden gezet Het enige wat ik begrijp", bitste zij. „Is dat ik hier 's morgens niet meer welkom ben. U wilt me overdoen aan een baas. die hier "s avonds de kantoren komt schoonmaken" ..Overdoen?' zei dc directeur misprijzend..Niks overdoen. Ik heb mijn uiterste best gedaan om u weer aan een baan te helpen. Het ls waar. dat we het schoonmaakwerk gaan uitbesteden, we nemen een schoonmaakbedrijf in de arm. Maar dat gebeurt op goede gronden Het kantoorpersoneel vindt het storend dat er 's morgens tijdens de werkuren wordt schoongemaakt Vandaar dat we voortaan 8 avonds gaan schoonmaken Ik wil 's avonds niet schoonmaken", riep zij vertwijfeld 's Avonds moet ik voor mijn man koken ■Mevrouw .zei de directeur op ijzige toon. .,»k geloof dat er in ons bedrijf voor u geen toekomst meer is." De schoonmaakster kon gaan. Ln dubbel opzicht zelfs, want ze werd ontslagen. De directeur zag met in hoe hij haar verder zou kunnen helpen Bij het aantrekken van het schoonmaakbedrijf had hij bedongen dat de schoonmaakster zou worden overgenomen Maar dan moest ze wel 's avonds gaan werken Als ze "5 avonds bever wil koken, dan moet zij dat zelf weten", bromde de directeur, terwijl hij de ontslagbrief ondertekende. „Hoe kan ik in hemelsnaam met dit soort argumenten rekening houden Het moet algelopen zijn met dat geploeter cn gerammel met emmers tijdens de kantooruren Mijn mensen moeten ongestoord kunnen werken Punt uit." De schoonmaakster verweerde zich geducht, In haar protestbrief tegen het ontslag wees zij er de directeur op dat zij 's avonds echt voor haar man moest koken „Hij komt op onregelmatige tijden thuis en ik moet dan voor hem koken, want hij staat op dieet. Als ik er niet ben dan komt er van dat dieet niets terecht". Het mocht niet baten. De directeur vroeg een ontslagvergunning aan bij het gewestelijk arbeidsbureau en de ontslagvergunning kwam al na een paar weken binnen. ..Door reorganisatie van de werkzaamheden ls de functie van deze werkneemster vervallen", stelde de directeur van het arbeidsbureau vast. Zo kwam de schoonmaakster op straat te staan. Een andere baan kon zij niet zo snel vinden en zij liet zich inschrijven als werkzoekende. „Ik ben 's morgens van acht tot twaalf, hoogstens tot half twee beschikbaar voor werk als schoonmaakster, kantinehulp of hulp in de hulshouding", liet ze op het arbeidsbureau weten. Met het inschrijfformulier van het arbeidsbureau spoedde zij zich nog de zelfde dag naar de bedrijfsvereniging om daar een WW-ultkering aan te vragen. Dat liep op een teleurstelling uit. De bedrijfsvereniging schreef dat ze niet voor een uitkering in aanmerking kwam „U was gedurende vier Jaar ln de ochtenduren als schoonmaakster tn dienst bij uw werkgever Omdat dit te storend was. is u gevraagd uw werkzaamheden vla een schoonmaakbedrijf s avonds te verrichten Dat wilde u echter niet. Ook in zijn algemeenheid bent u slechts bereid om schoonmaakwerkzaamheden, en dan nog uitsluitend ln de ochtenduren, te verrichten. Dit betekent dat u eisen stelt die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid duidelijk belemmeren.Tot zover de brief van de bedrijfsvereniging. De schoonmaakster werd dus verweten dat zij het aanbod om bij het schoonmaakbedrijf ln dienst te treden had afgeslagen. Daardoor was ze onvrijwillg werkloos en had ze „door eigen schuld of toedoen geen arbeid verkregen" De schoonmaakster wendde zich tot de Raad van Beroep. „Ik werk al vier Jaar 's ochtends." klaagde zij. ,Jk moet in verband met mijn gezinssituatie 's avonds echt thuis zijn." De Raad van Beroep vond dat een redelijk argument. „Het mag dan waar zijn dat schoonmaakwerkzaamheden meestal s avonds na de kantooruren worden gedaan, en dat haar voorwaarde dat zij alleen 's morgens wilde werken een belemmering vormde voor het verkrijgen van werk. maar dat neemt niet weg dat zij al vier Jaar uitsluitend 's morgens een dienstbetrekking heeft gehad. Het was redelijk geweest wanneer aan haar een periode bij voorbeeld van twee maanden was gegund om ander emplooi voor de ochtenduren te vinden Gedurende die tijd zou zij dan aanspraak mogen maken op een ww-ultkering De bedrijfsvereniging was het met deze uitleg ln het geheel niet eens en legde de zaak voor aan de Centrale Raad van Beroep. Mocht de schoonmaakster zich beroepen op haar gezinssituatie? Ze had ln een eerder stadium een verklaring van haar hulsarts overlegd, waaruit Inderdaad bleek dat haar man zich aan een dieet moest houden. Maar behalve de verklaring van de hulsarts lag er ook een rapport van de geneeskundige adviseur van de bedrijfsvereniging Deze arts stelde dat het naar zijn mening beslist niet noodzakelijk was dat de vrouw 's avonds thuis was om voor haar man een maaltijd te bereiden. Ze zou, meende de arts. een maaltijd kunnen voorbereiden, zodat de man zou kunnen volstaan met het koken van zijn eten. De vrouw vond dat nauwelijks een oplossmg. „Wanneer mijn man 's avonds laat thuis komt. dan is hem de lust om zelf eten te koken wel vergaan," wierp zij tegen. Hoe dacht de centrale raad daar over0 ..Wl] kunnen ons wel Indenken, zelden de rechters, dat een verschuiving van de werktijden voor de schoonmaakster en haar echtgenoot enig ongerief met zich mee brengt. Nu zij alleen een deeltijdbaan wil hebben, mag van haar worden gevergd dat zij dat ongerief ln afwachting van een andere baan aanvaardt." De raad wilde ook niet aannemen dat het per sé noodzakelijk was dat de schoonmaakster 's avonds thuis was om te koken Nee," zei de raad. „zij heeft het werk dat haar vóór haar werkloosheid ls aangeboden, ten onrechte geweigerd. Op grond van de Werkloosheidswet komt haar daarom geen uitkering toe. Zij ls onvrijwillig werkloos en heeft door eigen schuld en toedoen geen arbeid verkregen Zo verloor de schoonmaakster ln hoogste instantie toch nog haar zaak. De Raad van Beroep had haar weliswaar in het gelijk gesteld, omdat zij al vier Jaar een deeltijdbaan ln de ochtenduren had. maar de centrale raad vond dat dat er helemaal niet toe deed. Het ging er niet om of zij welof niet ln deeltijd wilde werken: Ze had die baan bij het schoonmaakbedrijf niet mogen weigeren. Het stond haar vrij om 's avonds haar man te vertroetelen, maar dat mocht niet op kosten van de WW-kas Mijn draagbaar radlootje heeft zijn beste dagen gehad en begint aan duidelijkheid ln te boeten, maar toch ving ik er dezer dagen tets uit op dat mijn aandacht ongemeen boeide. Iets waarop lk al geruime tijd met spanning ge wacht had werd me zomaar op een achternamiddag ln mijn huiskamer aangereikt: ik hoorde iemand met nadruk de woorden „ter bestemder plaatse" uitspre ken. Het gebeurde ln een woor denstrijd die twee Kamerleden, de PvdA'er Van den Anker en de CDA'er Lanslnk. voerden over het voorstel de universitaire stu die te reorganiseren. Een van beide heren (het ontging me wie) betoogde dat veel studenten de eindstreep niet halen en hij be diende zich daarbij van de hier voor genoemde woorden: „Veel studenten komen nimmer ter be stemder plaatse Zo zeldzaam als dit soort uiU drukkingen ln de gesproken taal is. zo overvloedig komen ze voor ln de schrijftaal, vooral in de wat oudere. Onlangs viel mijn oog er weer eens op, toen lk. terugke rende tot een oude liefde, wat las in de verzen van de jonggestor ven negentiende-eeuwer P. A. de Genestet. In een kort gedichtje .Aan mijn zoon", dat over het avondmaal gaat, staat de regel „Ontwijd de gave nooit; wees matig ten allen tijde". Zo staat die regel althans in een wat on ooglijk boekje, bevattende De Oenestets volledige dichtwerk, ongedateerd, maar naar mijn in druk ln het begin van deze eeuw verschenen In een wat forsere De Oenestets-uitgave echter, eveneens niet zo lang na 1900 uitgekomen, staat het anders wees matig te allen tijde" „te" zónder n dus. Toen ik dit verschil waarnam, besloot ik me maar niet het hoofd te breken over de vraag wat De Genestet nu écht geschreven had. want het beeld dat lk me van de domi nee-dichter gevormd heb zou slecht de ontdekking kunnen verdragen dat hij een fout ge maakt heeft en die fout zou, in mijn ogen althans, een feit zijn indien „ten allen tijde" uit zijn pen gevloeid was Daartegen over staat dat het hiervoor ge^ P. A. de Genestet noemde Kamerlid het met zijn „ter bestemder plaatse" foutloos deed en dat is in 1980 het vermelden waard' Nu heeft het oordeel „fout' of „goed" hier slechts betrekkelijke waarde, want de geleerden zijn 't er niet erg over eens hoe „ruim" we moeten staan tegenover deze oude derde naamvalsvormen (als zodanig had u ze toch her kend Een oude regel luidt dat het „ter" en „ten" moet zijn als we er in de eerste naamval een lidwoord voor kunnen zet ten Volgens die regel is „ter elf der ure" goed, want je kunt zeg gen het elfde uur maar „ten mijnen huize" is foutwant „het mijn huis" zou niet kunnen. De ze regel toepassende kom Je tot uitdrukkingen als ten aanschou wen van, ter ere van. maar: te uwer Informatie, te zijnen laste Op die regel wordt echter al sinds lang flink afgedongen Tegen het einde van de vorige eeuw deed de Amsterdamse on derwijzer J C. Kummer dat al in zijn nog steeds interessante spraakkunst Velen keuren, schreef Kummer, vormen als „ten zijnen laste" en „ter uwer ere" af, maar er zijn (dat was dus omstreeks 1900) ook ontwikkel de Nederlanders die dat met op zet schrijven en Kummer billijk te het. Het wordt nu eenmaal zo gezegd, betoogde hij. en er mag niet te veel afstand tussen spreek- en schrijftaal komen. Hij noemde nog een reden: „ten zij nen laste" en „ter uwer ere" zijn gevormd naar het „voorbeeld" van „ter ere" en „ten laste" en als je de analogieën uit de taai zou verwijderen zouden ook „moeders hoed" en „moeders mantel" (.jnet dien verfoeilijken vrouwelijken genitief op eene s") in de ban gedaan moeten wor den. want daar is, vond Kum mer. sprake van „valse analogie" met vaders hoed en vaders Jas Ook vindt hij „ten uwen huize" welluidender, de n voorkotnt wat hij noemde „een hinderlijk hi aat" Dit laatste argument werd enige tientallen jaren later ook beklemtoond door professor A A Verdenius. Hoe licht, schreef deze. kan er een n insluipen in „te uwen huize" als we wel „ten huize" schrijven Van dat „te uwen huize" zou Verdenius daar om Uever een aanbeveling ma ken dan een voorschrift. En waar blijf Je met je logica als je „ter zelfder tijd" goed vindt, maar „te juister tijd" en „te rechter tijd" ook? De regel correct toepassende moet je „ten uwent" en „ten mij nent" af- en „te uwent" en „te mijnent" goedkeuren maar wat kun je met deze mooie ge dachte in de praktijk beginnen wanneer je in de oer-degelijke Van Dale leest dat „ten uwent". „ten zijnent" enz. enz óók mo gen? Is het bederf verder voort geschreven dan wij dachten of is het gewoon vrijheid blijheid? Die laatste gedachte lijkt me het aanlokkelijkst dan kan ik fijn ongestoord „te zijnen laste" (en zovoorts) blijven schrijven. Of misschien nog beter, ter harte nemen wat drs. J Renkema in zijn „Schrijfwijzer" opmerkt: we hoeven er geen hoofdpijn om te hebben, er zijn omschrijvingen te over!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 21