'Opera is een
sensuele kunst'
Een mateloze denkwereld
C.
ft
Cl
^5agTNOVEMBER 1980
Sling.
Opera is in België een gevoelige kunst. Het was 150 jaar geleden een
operavoorstelling, die de revolutie deed losbarsten, waardoor het
Koninkrijk België ontstond. Ook in huidige tijden kunnen de
gemoederen onder het genot van de belcanto hoog oplaaien. Na twintig
jaar een Waal zal nu weer een Vlaming de scepter zwaaien in de
Koninklijke Muntschouwburg. Een bericht uit België.
door Louwrens Langevoort
ÜCUNSTf
TROUW/KWARTET
19
„Gistermiddag heb ik Aischylos*
"oresteia" gezien, compleet... Het
was een voorstelling door het Ber-
lijnse theater SchaubQhne am
Halleschen Ufer, die voor een kor
te serie naar Frankrijk kwam. De
voorstelling vond plaats in het
cultureel centrum van Bobigny,
een PariJse voorstad. In zo'n bui
tenwijk, een aaneenschakeling
van grauwe flats, ontstaat an
ders kun je het niet noemen
opeens een theater, waar ze dan
uitgerekend dit stuk spelen.
Het pubUek bestond uit mensen als Bou-
lez, Chéreau en hun collegae, dus eigenlijk
alleen maar mensen uit het theaterleven.
Op zo'n moment denk ik dan heel sterk:
„Waar ben ik mee bezig? Ik krijg nu de
kans om in Brussel iets op te bouwen,
maar wat wil ik daar eigenlijk mee?"
Zo begint Gérard Mortier het gesprek, dat
we afgelopen zondag in zijn kamer in de
Parijse Opéra voerden. Contractueel was
het hem uitdrukkelijk verboden inter
views te geven, voor april '81. maar voor
Nederlandse pers wilde hij daarvoor wel
een uitzondering maken, op voorwaarde
dat hij geen expliciete plannen hoefde te
geven.
.Het gaat me er niet om „La Traviata" in
de vijfhonderdste enscenering te g»ven,
gaat hij verder. „We moeten een paar
i«r(»
Het is dit Jaar een overgangsjaar aan
de Koninklijke Muntschouwburg
ln het Frans Théfttre Royal de la
Monnaie ln Brussel. Belgié's natio
nale operahuls neemt afscheid van
Maurice Huisman. In 1959 blies deze
het opera- en balleUeven nieuw leven
in HU zorgde voor een goed lopend
huis. gaf kwaliteitsvoorstellingen en
verwierf zelf roem bulten de grenzen
Hij was het ook. die vijf jaar later de
Nederlandse Operastichting op poten
zette na het debftcle van de Neder
landse Opera. Het Belgische produk-
tie-aysteem werd op de Nederlandse
situatie overgezet. Vijf Jaar lang was
Maurice Huisman directeur van bei
de gezelschappen en zorgde ln die UJd
voor onder meer successen ais
Strauss' „Salomé" en „Elektra" ln de
regie van Wieiand Wagner met Anja
Silja in de beide titelrollen en Ra-
meau's „Platée" in een groots opge
zette clrcusproduktie. Voorstellin
gen, die ln beide landen volle zalen
trokken
Met ingang van het volgend seizoen
wordt Gérard Mortier directeur van
de Munt Hij is met zijn 36 Jaren dan
een van de jongste opera-intendan
ten. Hij werd geboren in Oent. stu
deerde rechten, pers en communica
tie en was werkzaam als journalist.
Gerard Mortier
totdat hij door Orïscha Barfuss aan
diens Düsseldorfer Oper am Rhein
verbonden werd als direktie-assis-
tent. Vervolgens was Mortier verbon
den aan de theaters van Frankfurt en
Hamburg, en sedert enkele Jaren was
hij de rechterhand van Rolf Lieber-
mann aan de Opéra van Parijs. Hier
was hij mede verantwoordelijk voor
de prod uk tl es van „Don Giovanni",
„Lulu" en „Boris Godunov", die ln
operakringen veel van zich deden
spreken.
objectieven stellen en daar naar toe wer
ken. Als je deze tijd bekijkt, kom Je er al
gauw achter dat we politiek gezien een
tendens naar rechts hebben. Opkomend
fascisme, mensen die zich onderwerpen
aan anderen, of Juist figuren, die zich
werkelijk autoritair gedragen, maar ln we
zen geen autoriteit verdienen, zulke zaken
zijn aan de orde van de dag. Met mijn
équipe willen we de democratie bewaren
en wij zien allen het theater als een middel
daartoe. Met toneel, opera of muziek kun
Je mensen bevrijden uit hun complexen,
uit hun angsten en alles waartoe ze ge
dwongen worden door de tijd waarin ze
leven Ik gebruik niet graag slogans en
om dit duidelijk te omschrijven zou ik hiet
uren over kunnen praten... Zo klinkt het
misschien wat oppervlakkig."
„Theater moet spanningen oplossen. Dat
betekent niet dat iedereen komt om goed
koop te kunnen lachen, want wenen kan
net zo goed geweldig ontspannend wer
ken. Opera is een sensuele kunst, werkt op
de zinnen. Opera biedt daarom kans men
sen gevoelig te maken en door middel van
dat gevoel te laten nadenken. De eerste
reactie is vaak louter emotioneel, maar na
zo'n gevoelsreactle vraagt men zich altijd
het hoe en waarom af."
„Een voorbeeld kan dit misschien het
beste aangeven. Verdi laat in feite ge
voelslijnen tussen zijn personages sterk
uitkomen, hoewel dat vaak slecht op het
toneel gezet wordt. Hij is ln zijn muziek zo
direct als ln een Griekse tragedie. In de
eerste instantie schokt hij zijn luisteraar
en laat die langs beelden in poëzie en
muziek tot pure emoties komen. De toe
schouwer gaat nadenken over de passies
of de politieke lijnen en verwikkelingen.
Dan pas blijkt hoe scherp Verdi dat gezien
heeft en vooral hoe actueel zijn werken
nog zijn. Kijk. dat is een mogelijkheid van
opera, brutaal en primitief. Iedereen, die
zich minderheid voelt, kan zich vinden ln
opera. En tenslotte, minderheden kunnen
ook onderdrukte meerderheden zijn...."
Maar hoe wilt o die lijn verweaenlij
ken? Zullen de bezoekers de door n ge
schetste lijn ook In het stuk ontdekken?
„Daar heb Ik lang over nagedacht. Het is
me opgevallen dat de opera in de laatste
decennia al sterk aan het veranderen is.
Waarom en wat zijn de gevolgen? Er ls een
rOTO: Marcel laund
Don Giovanni en zijn evenbeelden ofte wel zeven keer Maurice Béjart op het toneel van de Opera van Genêve en vanaf
december ook in Brussel. Links Ruggiero Raimondi in de titelrol
soort nieuwe esthetiek ontstaan. Veel ope
radirecteuren denken dat opera al modern
wordt als een toneelregisseur aan het
werk wordt gezet of als een fllmdecorateur
in het operatheater komt. Daar ben ik het
absoluut niet mee eens."
„Volgens mij is die vernieuwing al in het
gesproken theater begonnen en wel voor
namelijk ln de kleine groepen, die min of
meer aan de rand van het theatergebeu-
ren stonden. Neem de Schaubühne. Théè-
tre du Soleil, de groep van Nuria Es pert of
La Mamma en analyseer hun werkwijze.
Wat valt er dan op..? Het is altijd een
sterke equipe, die als een groep theater
maakt. Het zijn politiek geëngageerde
mensen, die tot Interpretaties van klasse
komen, omdat ze in staat zijn een werk
stuk aangrijpend te maken voor een he
dendaags publiek. En omdat hun verhou
ding zich ook buiten de werksfeer van het
theater afspeelt, komen ze tot grotere
resultaten."
Is dit „commune-idee" voor opera wel
mogelijk? Ik zie zangers nog geen zes
maanden samenleven, voordat ze hun
„Don Giovanni" zullen spelen
„Natuurlijk kunnen we niet zo ver gaan.
Ik bedoel er alleen mee te zeggen dat je
met een equipe moet werken, die zich
onderling uitstekend verstaat. In grote
lijnen staat die groep voor mij al vast Als
dirigenten heb ik John Pritchard en Syl-
vain Cambreling aangetrokken. De een,
omdat hij een man van traditie is en een
enorme orkestpedagoog; de ander, omdat
hij alles kan en ln dit idee ook thuis past.
Als regisseurs komen daar Gilbert Deflo
(die in Amsterdam Thijl deed, LX.). Jean
Marie Simons en Adolf Dresden bij. Het
zijn alle drie mensen, die ln dezelfde esthe
tische lijn liggen, maar ook hun eigen
stempel op een voorstelling kunnen leg
gen. Natuurlijk komen er ook gastregis
seurs, zoals Karl-Ernst Hermann van de
SchaubQhne en Luc Bondy."
„Als equipe zien we ook heel duidelijk het
probleem van de dramaturgie. Dat is na
melijk de afdeling, die onze werkwijze
controleert en de interpretaties van de
opera's terugschakelt naar het algemene
concept dat wij van operatheater hebben.
De programmapolltiek valt hier ook
onder."
„In de eerste plaats willen wij Verdi en
Mozart brengen, als steunpilaren van het
operarepertoire. In het eerste jaar komen
zo twee Schiller-bewerkingen van Verdi:
Luisa Miller en Don Carlos. Na analyse
blijken die bewerkingen helemaal niet zo
verschillend te zijn, ondanks de andere
dichters: waar Verdi Schiller verlaat,
wordt het voor de regisseur vaak moeilij
ker om te interpreteren, maar daar tonen
zich ook duidelijk de wetten van het Ver-
di-theater. Verdi zit tenslotte dichter bij
de werkelijkheid en is in feite maatschap-
pelijker dan Schiller," aldus Mortier.
Voordat het zover is, moeten er nog hele
praktische zaken geregeld worden. Bij
voorbeeld op het gebied van zalen, ook
de Munt kampt met ruimtegebrek en
zowel koor als orkest moeten eens nader
onder de loep genomen worden. Het or
kest moet bijvoorbeeld geheel worden ver
nieuwd. De strijkers hebben allen op
nieuw geauditeerd en Mortier is nu verze
kerd van enkele uitstekende krachten op
de belangrijke posten. Voor de blazers zijn
nog acht plaatsen vacant, waarvoor in
februari proefspel wordt gehouden. Nu al
hebben zich 140 musici aangemeld! Het
koor wordt volgend jaar uitgebreid van 32
naar vijftig zangers en de huidige dirigent
van het Straatsburg Operakoor Günther
Wagner, zal in Brussel de leiding over
nemen.
Gerard Mortier is de opvolger van Mauri
ce Huisman die voor het laatste jaar aan
de Muntschouwburg nog enige aantrekke
lijke produkties in petto had. In de eerste
plaats geeft hij een afscheidscyclus van
Wagner „Ring des Nibelungen" in januari
en februari volgend jaar. In mei komt
Elisabeth Schwarzkopf Strauss' Rosenka-
valier regisseren en als klap op de vuurpijl
waagt Maurice Béjart zich maar liefst aan
twee opera's van Mozart Die Zauberflöte
zal ln maart in een gedanste vorm gaan.
Don Giovanni is een co-produktie met de
Opera van Genève, waar deze opera al in
september te zien was. In Brussel komt
Mozarts meesterwerk pas in december.
Béjart is met de figuur van Don Giovanni
(Don Juan in onze contreien) ai vaker
bezig geweest. Hij maakte enige balletten
rond deze figuur en legde een link tussen
Don Juan en Sint Jan van het Kruis, een
Spaanse mysticus. In Mozarts opera ver
eenzelvigt hij zich totaal met de titelheld:
Béjart is Don Giovanni. Bovendien zet hij
veertien jongens, die opvallend gelijkenis
met hem vertonen als pseudo-Don Gio
vanni's op het toneel, om aan te geven dat
de held overal aanwezig is en een drijfveer
van de handeling is.
Maurice Béjart staat garant voor een
hoop theatervuurwerk, maar is nog niet
voor honderd procent uit Don Giovanni
gekomen. De eerste akte zit knap in el
kaar. mede dank zij een perfect de kor van
Thierry Bosquet en de in Oenève spelende
supersterren (Raimondi, Dean. Ricciarelli
en Tappy), maar de spanning zakt in het
tweede bedrijf tot onder het nulpunt. In
Brussel zal hij het daar moeten aanpak
ken. Jammer, dat daar de bezetting totaal
verschillend is. want zodoende moet hij
toch weer bij „af" beginnen.
Deze Don Giovanni is een zeer persoonlij
ke visie en riekt voor mij in de eerste
plaats naar een enorme egotripperij. De
juiste (wat is juist?) visie Ujkt die mij ook
niet, maar hij is de moeite van het zien
zeker waard. Dat kan in Brussel vanaf 19
december tot 4 januari.
Lange tijd bleef de grootste Portugese schrijver sinds Camoès, Fernando Pessoa in Nederland zo goed als onbekendLangzaam maar zeker
komt daar nu kentering in. Na zijn „Gedichten" verscheen onlangs een prozabundel. De daarin opgenomen
stukken bewijzen niet alleen Pessoa's literaire grootheid maar geven ook vooral het beeld te zien van iemand voor wie geen gedachte te veel was.
door Rob Schouten
SCt
De Portugese schrijver Fernan
do Pessoa (1888-1935), sinds de
Nederlandse vertaling van zijn
..Gedichten" hier te lande einde
lijk geen onbekende meer, leid
de zijn poëtische bestaan in vier
vermommingen, te weten die
van Alberto Caeiro, Ricardo
Reis, Alvaro de Campos en Fer
nando Pessoa. Dat waren niet
zomaar drie pseudoniemen plus
zijn eigen naam, maar vier hete
roniemen: namen voor vier ver
schillende persoonlijkheden
met vier verschillende dichta
ders, al sloten die dan ook alle
maal aan op één bron. de per
soon Pessoa.
Wat ln al die. inderdaad behoorlijk di
verse poezie gelijkelijk opvalt is dat het
over manieren van tegen het leven aan
kijken gaat: zien. voelen, ervaren, rede
neren. Vooral dat laatste is belangrijk.
Ook als Pessoa. bijvoorbeeld in de ge
daante van Caeiro. probeert gedachtelo
ze poëzie te schrijven, vol directe gevoe
lens en zonder metafysica, moet hij ten
slotte toegeven het niet alleen met de
uiterlijke wereld te kunnen stellen: „Hoe
moeilijk is het jezelf te zijn en slechts het
zichtbare te zien." Het verstandelijke
inzicht dat er een of andere, niet direct
zichtbare logica achter de werkelijkheid
zit, leidde bij Ricardo Reis tot meer
rationele poëzie:
..Streng is mijn taal. Voelen in mij is
denken.
Woorden zijn ideeën
Ruisend stroomt de rivier, en wat niet
stroomt.
Wat ons is. niet van de rivier.
Moge mijn vers zo zijn: en mijn en
vreemd
En door mijzelf gelezen.
Die wens om zowel de eigen gedachten-
wereld te vertolken alsook raUonale ob
jectieve waarheden te verkondigen,
„mijn en vreemd" te zijn, geldt ln even
grote mate voor Pessoa's proza, waarvan
onder de titel „De anarchistische ban
kier" onlangs een bloemlezing is ver
schenen.
Het proza van Pessoa bestaat voor het
grootste gedeelte uit niet voltooide
werkstukken, fragmenten. Tijdens zijn
leven is er nooit iets van in boekvorm
verschenen. Voor „De anarchistische
bankier" zijn echter zo voltooid mogelij
ke stukken geselecteerd. De lezer wordt
beslist niet op alleen maar een veelbelo
vende kiem van een groot meesterwerk
getracteerd.
Anarchist
Wat komt er in deze bloemlezing aan de
orde? Onderwerpen, even divers van
aard als Pessoa's alter ego's. Het titel
verhaal is het betoog van een bankier die
op vernuftige wijze aantoont anarchist
in hart en nieren te zijn. Daarop volgt
een, op naam van Alvaro de Campos
gesteld „Ultimatum." een schreeuwerig
manifest, in de traditie van het futuris
me uit die tijd (1917): „Opdracht tot
ontruiming aan de mandarijnen van Eu
ropa! Eruit.", waarin heel wat gevestigde
namen de oorlog wordt aangezegd in
felle gloedvolle bewoordingen: „Eruit jij.
George Bernard Shaw, vegetariër van de
paradox, charlatan van de oprechtheid,
koude tumor van het ibsenisme, vereln-
ner van de onverwachte Intellectualiteit.
Kilkenny-Cat van Jezelf, calvinistische
Irish Melody op tekst van de Origin of
Species!" en „Eruit jij. Yeats der Kelti
sche nevelen rond een richtingwijzer
zonder borden, zak rottenls aangespoeld
op het strand van de schipbreuk van het
Engelse symbolisme!", waarna een
neieuw bewind wordt afgekondigd. In
het prozafragment „Herostratus" be
handelt Pessoa het verband tussen be
roemdheid en genialiteit. Volgen enige
verhandelingen over de Portugese men
taliteit; een ..Autopsychografie." dat wil
zeggen een geschrift dat de psyche van
de schrijver zelf tot onderwerp heeft, en
enige briefen aan vrienden.
Het lijkt op het eerste gezicht nogal een
ratjetoe, meer gekozen op de mate van
voltooiing dan op inhoudelijke verban
den. Toch is er een rode draad die door
iedere zin van „De anarchistische ban
kier" loopt: het onontkoombare gevoel
dat Pessoa het. ondanks de diversiteit
van zijn onderwerpen, voortdurend over
zichzelf heeft: Dat geldt nog het minste
voor het Utelverhaal. Het gaat er daarin
niet om de anarchistische wereldbe
schouwing voor de happy few veilig te
stellen, het gaat er Pessoa om al redene
rend een paradox op te lossen. Het doel
is een geniale redenering, die de logica
boven de waarheid stelt. De tegenstel
ling Bankier-Anarchist is slechts de aan
kleding van het echte probleem.
Ondubbelzinniger komt Pessoa zelf naar
voren in „Ultimatum," waar hij als een
van de oplossingen voor de culturele
misère in Europa voorstelt: „Afschaffing
Fernando Pessoa, gekarakteriseerd
door José de Alamada de Negreiros.
van het dogma der artistieke individua
liteit. De grootste kunstenaar zal zijn hij
die zichzelf het minst definieert, en die
schrijft ln het grootste aantal genres met
de meeste tegenspraken en tegenstrij
digheden." Dit bracht Pessoa zelf niet
alleen ln de praktijk met de splitsing van
zijn artistieke persoonlijkheid in vieren,
maar ook met de tegenstrijdigheden die
hij in proza en poëzie verkondigt. Zo
roept hij in „Ultimatum" om een sterke
man. waaraan de individu onderge
schikt moet zijn; in „De ziekte der disci
pline" hekelt hij daarentegen de Portu
gese kuddementaliteit, het kritiekloos
volgen van een leider. Het gaat bij Pes
soa niet om de theorieën die hij verkon
digt, maar om het feit dat hij in staat is
er verschillende tegenstrijdige theorieen
op na te houden. „O Waarheid, vergeet
mij!", verzucht hij in het gedicht „Demo-
gorgon."
Tijdens zijn leven bleef Pessoa in de
obscuriteit Maar het lijdt geen twijfel of
hij was zich van zijn eigen genialiteit,
evengoed als van zijn verlegenheid, be
wust. In „Herostratus" pleit hij voor de
onbekendheid van het ware genie. Be
roemdheid beschouwde hij als vulgair,
een minpunt voor genialiteit
Werkelijkheid
„Autopsychografie;" eigenlijk zou heel
Pessoa's oeuvre die naam kunnen dra
gen. Er zijn weinig schrijvers van wereld
formaat die. als Pessoa. hun lezers zo
onweerstaanbaar in hun eigen verwar
ring over de werkelijkheid laten ronddo
len. In Pessoa's poëzie is de werkelijk
heid. relatief gezien, vrij sterk geordend
naar de hand van het betreffende hetero
niem gezet, maar het lezen van zijn pro
za is afdalen in een eindeloos rijk, een
mateloze denkwereld, waarin niets defi
nitief en alles mogelijk is. Daardoor le
vert „De anarchistische bankier" in laat
ste instantie het beeld op van een twin-
tigste-eeuwse geniale twijfelaar, die de
vorige eeuwen en zijn eigen tijd over
ziend. zijn standpunt niet wil en niet kan
bepalen. Vaak verschuilt hij zich sfin
xachtig in een doolhof van schuilper-
soonlijkheden en mystificerende theo
rieën; soms spreekt hij opeens met glas
heldere openhartigheid: „Ik voel over
tuigingen die ik niet heb. Ik ga op in
vervoeringen die ik verwerp. Mijn voort
durend op mijzelf gerichte aandacht
wijst mij voortdurend op verraad van de
ziel aan een karakter dat ik misschien
niet heb, noch door die ziel in mij aanwe
zig wordt geacht"
Ervaring:
Het is dit wrikken aan en porren in eigen
gevoelens, dit onbekrompen toelaten
van alles wat denkbaar is. „alles voelen
op alle wijzen." meer dan de taal waarin
dat geschiedt, die als het erop aan komt
niet zo bijzonder genoemd kan worden,
die de indruk nalaat met een volstrekt
unieke schrijver te doen te hebben. De
zich, los van alle gangbare stromingen,
bewijzende authenticiteit van Pessoa's
ideeën en niet-ideeën maakt het lezen
van „De anarchistische bankier" evenals
dat van de „Gedichten" tot meer dan
een literaire, namelijk tot een existentië
le ervaring.
August Willemsen. die ook de „Gedich
ten" vertaalde, leverde niet alleen een,
zo komt het mij, niet-kenner van het
Portugees voor. smetteloze vertaling,
maar ook een nawoord van hoge kwali
teit. welingelicht, in elke regel informa
tief en zonder gezwatel. Samen met zijn
Nawoord bij de „Gedichten" heeft hij nu
voor de passende introductie gezorgd
van een schrijver, die het beliefde zijn
plaats tussen de groten pas ver na zijn
dood in te nemen.
Fernando Pessoa. De anarchistische
bankier. VerL August Willemsen, Meu-
lenhoff, 1980. 206 blz„ 32,50.