I
Eeri volk kan niet vergaan
Verplichte"
opname de
enige uitweg
Boutades op Reagan
Politieke vervreemding
en de abortusdiscussie
K
Zogezegd
tGL
3PJ
bergt,
doorb
door j. w. Schutte Nordhott
'-«-■It c.
O Stem
Singe.
.«If,
Niet zo lang geleden heb Ik ln deze
krant een verslag gelezen van een
rede die de bekende Duitse
theologe Dorotheé Sölle in
Amsterdam had gehouden. Het was
een vrij uitgebreide en gezien de
krant waarin het verscheen, een.
neem ik aan, betrouwbare weergave
van haar woorden. Het leek. zoals
we van haar mogen verwachten, een
boeiend relaas, met veel erin dat
Ieders instemming zou kunnen
hebben: een vurig opkomen voor de
armen en verdrukten, zoals dat
gelukkig tegenwoordig gebeurt ln
de progressieve theologie. En toch
struikelde ik erover, tenminste over
een bepaalde passage, die de
schone idealen wat praktischer
scheen te willen toespitsen. Ik nam
me voor daarop te reageren en dat
doe ik dan nu. een paar weken later,
nu ik er de gelegenheid toe vind.
llis
Watzij namelijk zei was dat in
verschillende landen Amerikaanse
Wm macht en kapitaal slechte
17 regeringen in het zadel hielden, die
M zonder die steun allang door een
volksopstand ondersteboven
zouden zijn gegooid. Zij noemde
een hele rij van zulke landen, b v.
8aoedie-Arabië. Zuld-Korea en als
ik me goed herinner ook Egypte. Nu
zou ik niet graag beweren dat er in
dergelijke landen zulke uitstekende
toestanden heersen. Dat is niet het
punt waar het hier om gaat. Maar
mijn verbazing en weerstand begint
bij dat merkwaardige geloof ln een
„volksopstand" Wat zou daar
eigenlijk mee bedoeld zijn? Zou
mevrouw Sölle werkelijk geloven
dat de panacee van de ellende ln de
wereld gelegen is ln de opstand van
..het volk" tegen de heersers. Welke
heersers? Die van rechts, zoals in
haar voorbeelden? of ook die van
links?
Er is natuurlijk een tijd geweest dat
men zulke dingen in het algemeen
graag geloofde. Een volk was iets
bijzonders, een haast sacrosanct
(want organisch ontstaan)
natuurlijk gegeven, edel.
onbaatzuchtig, onvergankelijk. In
de volksliederen die in de
Romantiek ontstonden kan men dit
soort legenden heel aardig nagaan,
de titel boven dit stuk is aan één
van de meest bombastische (en
daarom onzingbare) ontleend,
namelijk de Vlaamse Leeuw. Een
volk was goed, zijn heersers slecht.
De Romantiek was inderdaad voor
die hele verheerlijking van het volk
verantwoordelijk en niemand
maakte die mythe mooier dan de
grote Jean Jacques Rousseau.
Mensen waren, zei hij, van nature
goed, zuiver, maar verkeerde
structuren hadden hen geketend;
legden ze die af. stonden ze op, dan
werd alles als vanzelf weer goed.
Geweldig is de invloed van die
mythologie geweest, links en rechts,
zoals nu eenmaal de invloed van de
verbeelding, van het grote schone
schema, veel groter is. veel dieper
gaat. de mensen veel meer
meesleept dan een confrontatie met
de immer ingewikkelde,
ambivalente werkelijkheid. De
droom van het edele volk werd
toegepast in de Franse Revolutie,
toen al leefde het geloof dat
oorlogen het kunstmatige,
opzettelijke maaksel waren van
koningen en heersende kasten,
maar dat er vrede zou komen, zodra
de volken zichzelf werden, meester
van hun lot. Zo geloofden de
Engelse progressieven het in die
tijd, die zich niet konden
voorstellen dat de volksbeweging
uit Frankrijk minstens zo expansief
en gewelddadig zou worden als
welke vroegere koningsmacht. Zo
geloofde Karl Marx het. waren de
vorsten en hun elites maar
opgeruimd, dan zouden de volken
vrede stichten. Zo geloofde
Woodrow Wilson het. als er maar
eens een einde kwam aan de
geheime diplomatie van de heren,
als de volken zelf zich eindelijk
maar eens verenigden rondom de
conferentie-taf el, dan was de
wereldoorlog werkelijk de laatste
geweest.
Het geloof had en heeft diverse
varianten, liberale en socialistische
(en zelfs feministische, als de
vrouwen zouden heersen, dan
maar altijd dezelfde basis:
historische verschijnselen, onrecht,
oorlog, zijn verklaarbaar uit sociale
structuren en dan zou bijvoorbeeld
democratisering het begin
betekenen van algehele vrede en de
omverwerping van het kapitalisme
het einde van alle onrecht. Ja.
sterker nog. alle kwaad in de wereld
was eigenlijk niet anders dan
toevallige boosheid van uit het volk
losgeraakte, ontwortelde heersers,
edelen, burgers, kooplieden etc. De
geschiedenis was en dat is ze ook
in de ogen der idealisten een
verhaal van samenzweringen van
bezittende klassen tegen de
vooruitgang, van abnormale
verstoringen van de eigenlijke
harmonie der opstrevende
mensheid.
Helaas is dat alles helemaal niet
waar en in werkelijkheid leert de
geschiedenis precies het
tegenovergestelde, is vol van, om
hetmetReinhold Niebuhr te
spreken, een verschrikkelijke
ironie, een inherent menselijk
tekort. Kunnen wij als mensen
werkelijk onze bestemming
beheersen, zoals wij de natuur
beheersen (zelfs dat is de vraag?).
Kunnen wij het goede kiezen in de
politieke relatie in plaats van het
minste van twee kwaden? Kunnen
wij door te kiezen over de zin van
wat zij doen en van wat er boven
ons uit gebeurt, beschikken?
Wat gebeurt er als „het volk" over
de macht beschikt? In welke
constellatie, welke uitwerking,
welke regeringsvorm? Als er
volksopstanden uitbreken wat voor
geluk breekt er dan aan? En waar is
dat al gebeurd? De ware gelovigen
zullen nu wel met de mythe van het
gelukkige Cuba komen, maar ik las
dat verhaal van mevrouw Sölle
uitgerekend in dezelfde dagen dat
Irak en Iran elkaar begonnen naar
het leven te staan, twee landen die
allebei hun heersers en
bijbehorende kapitalistische elites,
hadden verjaagd en uitgemoord in
luidruchtige volksopstanden.
door Hans Gualthe'rie van Weezei
J. A. H. Maks: Deel HI van het
kentekenbewijs dient te worden af
geschaft (R.U.-Groningen)
W. Biesiot: Rechtvaardiging van
recente wapenaankopen onder ver
wijzing naar de ontoereikende uit
rusting waarmee het Nederlandse
leger in 1940 de oorlog Inging, wijst
op het ontbreken van Inzicht ln de
veranderende situatie van „blitz
krieg" tot „overkill" (R.U.-Oronln-
gen)
E. Roerdink :Het ls een treurige
zaak dat men in Nederland gemak
kelijker kan aborteren dan adopte
ren (R.U -Groningen)
H. van de Water: Gezien de vorm
waarin de huidige T.V.-reclames ge
goten worden, verdient het aanbe
veling dat reclamensen meer notie
nemen van de informatie-theorie
(R.U.-Groningen)
P. van der Lugt: Het zou van
meer respect voor haar clientèle ge
tuigen, wanneer de Nederlanse
Spoorwegen bij het omroepen van
treinvertragingen op de perrons in
het kort de reden daarvan vermel
den (Th.H.-Kampen)
R. P. J. Merks: Het gebruik van
chemische onkruidbestrijdingsmid
delen op en rond school- en kinder
tuinen dient niet alleen om ge
zondheidsredenen vermeden te
worden (K.U. Nijmegen).
M. T. C. de Loos-Vollebregt: Voor
het aanbrengen van etiketten met
merk en prijsaanduiding op artike
len voor huishoudelijk gebruik die
nen fabrikanten en winkeliers in
water oplosbare lijmsoorten toe te
passen (TH-Delft).
J. Raatgever: Naarmate we minder
willen werken, zullen er minder
kunnen werken (TH-Delft).
Druggebruikers moeten wor
den geregistreerd. Urine on
derzoek is hierbij onmisbaar
en moet verplicht worden
gesteld. De verslaafde moet
kunnen worden gedwongen
zich te onderwerpen aan een
behandeling. De strafmaat
voor handelaren moet zo
hoog worden dat het effect
ook werkelijk afschrikwek
kend is.
Dit zijn enige niet mis te verstane
aanbevelingen van drie drugbestrij-
dingsadviseurs van de gemeente
Den Haag enige tijd geleden in deze
krant. Noodkreten die volgden op
een artikel van de Rotterdamse po-
litie-commissaris J.A. Blaauw in het
Algemene Politieblad van april en
waarin een uiterst sombere schets
wordt gegeven van wat onze samen
leving te dienaangaande nog te
wachten staat.
Wat aan het einde van de jaren
zestig nog het karakter droeg van
een opkomende wind is in de loop
der zeventiger jaren aangewakkerd
tot een narcotica-storm, gepaard
gaand met vloedgolven die thans
dreigen over te gaan in orkaan
kracht. Onthutsende cijfers geven
aan waar het om gaat. Amsterdam
maakte melding van zijn 31e hero-
ïnedode van dit jaar. Rotterdam
telt ongeveer 2.000 verslaafden, een
getal dat overeenkomt met het aan
tal Haagse verslaafden en waar-
or Eimert van Middelkoop
Op de Podium-pagina van vorige
r, als «eek schrijft Willem Aantjes over
de behandeling van de abortus
wetsontwerpen in de Tweede Ka
mer. Hij tracht, als een soort CDA-
fractievoorzitter-buiten-dienst. de
parlementaire discussie vooraf op
I beslissende wijze te sturen. Immers,
I zijn laatste conclusie liegt er niet
om „Voor CDA en WD is - hetzij
I door eigen beslissingen, hetzij door
het verloop van zaken de polltie-
I ke ruimte zodanig ingeperkt, dat zij
I gehouden zijn het ontwerp te aan-
vaarden."
Strikt genomen zou het onder
schrijven van deze conclusie tot ge
volg hebben dat (althans voor wat
betreft de CDA- en de WD-fracties)
het abortusdebat overbodig is en
dat met een stemming over het
wetsontwerp zou kunnen worden
volstaan. Elke inhoudelijke discus
sie is dan slechts verbaal vlagver
toon. een parlementair ritueel voor
de publieke tribune, en dus niet
meer een echt overleg tussen rege
ring en parlement.
Het is echter de vraag of de last van
de parlementaire geschiedenis zo
zwaar is dat op dit moment voor de
betrokken fracties geen beweglngs-
l vrijheid meer kan overblijven. In de
ft eerste plaats kan er op worden ge-
I wezen dat dit historische Juk ook
in de visie van Aantjes ls ge
groeid in een periode van tien Jaar.
1 Dus, vanaf het moment van indie-
nlng van het eerste abortus wetsont
werp (Lamberts-Roethof ln 1970).
Van de 49 CDA-Kamerleden van dit
moment zijn er echter (als ik goed
heb geteld) slechts vijf die voor de
volle periode 1970-1980 medeverant
woordelijk zijn voor de hele parle
mentaire gang van zaken rond het
abortusvraagstuk. Mag men in re
delijkheid van de resterende 44
CDA-Kamerleden verlangen dat zij
hun individuele politieke verant
woordelijkheid. op een zo wezenlijk
punt. volledige ondergeschikt ma
ken aan het nu voorliggende com
promis?
Dat lijkt me nauwelijks te verdedi
gen Zeker niet indien men ln reke
ning brengt dat de nu zittende
CDA-Kamerleden zich verkiesbaar
hebben gesteld op basis van een
CDA-verklezingsprogramma. waar
in over het vrijlaten van abortus
werd gesproken op een wijze, waar
van het huidige regeringsontwerp
wel erg sterk in liberale richting
afwijkt.
8terker is misschien nog de toonzet
ting terzake van de verkiezingscam
pagne in 1977 van Van Agt. Veel
CDA-kiezers hebben Immers op
Van Agt gestemd ln de overtuiging
dat hij op het punt van de abortus
wetgeving over een zeer sterke rug-
gegraat zou beschikken.
Belangrijker dan deze interne CDA-
overwegingen is echter de hele
toonzetting van het stuk van de
heer Aantjes. Deze is kenmerkend
voor de meeste artikelen die de laat
ste tijd aan dit onderwerp zijn ge
wijd. In sterke mate wordt de in
druk gevelstigd alsof de hele abor
tusdiscussie nog slechts een Interne
Haagse aangelegenheid is met vepl
wetstechnische en procedurele ha
ken en ogen.
Ook Aantjes draagt daaraan bij
door zijn artikel te besluiten met de
zinsnede: „en politiek is er veel aan.
gelegen dat de komende verkiezin
gen en formatie niet opnieuw met
een abortushypotheek worden be
last." Alof dat het laatste criterium
zou zijn!
Elke politicus kan weten dat er in
dit land nog honderdduizenden bur
gers zijn die volkomen maling heb
ben aan het Haagse gekrakeel,
maar die slechts verlangen dat er
een adequate bescherming komt
van het ongeboren leven. Hun stem
wordt, althans in de grote media,
nauwelijks nog gehoord. Mensen,
die ook na het lezen van het artikel
van Aantjes nog niet zullen begrij
pen waarom hun volksvertegen
woordiging blijkbaar gedwongen
zijn hun stem te geven aan een
wetsontwerp, dat feitelijk neerkomt
op een legalisering van de huidige
arbortuspraktijk. Er wordt de laat
ste tijd veel gesproken over het on
voldoende functioneren van onze
democratie. Welnu, als dat ergens
aan kan worden gedemonstreerd
dan is het wel aan de abortusdis
cussie.
Opvallend ls het volledig ontbreken
in het artikel van Aantjes van een
verwijzing naar het initiatief-voor
stel van de Kamerleden Verbrugh
en Abma. Ook over dit wetsvoorstel
(inclusief de daarin vervatte norm)
zal elk Kamerlid en dus ook de
CDA-Kamerleden een stem voor
of tegen moeten uitbrengen.
Het ls Jammer dat tot nu toe van
CDA-zijde zo weinig aandacht is
gegeven aan dit wetsvoorstel De
(inmiddels opgeheven) CHJO heeft
over deze geringe aandacht terecht
al eens kritiek geuit. Een onzorgvul
dige standpuntbepaling zal zeker
nodig zijn wanneer men in rekening
brengt dat waarschijnlijk zeer veel
vroegere CDA-kiezers terzake van
het abortusvraagstuk op dezelfde
lijn zitten als het voorstel van het
OPV en de 8GP
Eimert van Middelkoop is mede
werker Tweede Kamerfractie GPV
Ik hoop dat ik niet stoor
door H. J. Neuman
Een van de presentatoren van het
NBC-verkiezingsprogramma beti
telde in de nacht van dinsdag op
woensdag de overwinning van Ro
nald Reagan als „unexpected,
unanticipated and unpredicted".
Men had deze uitslag niet verwacht,
men had er geen rekening mee ge
houden en men had hem niet voor
speld. Het was opmerkelijk, hoe de
sondanks de meeste betrokken
inzonderheid de teleurgestelde De
mocraten hun bezwaren tegen en
hun twijfels over de president-elect
in eerste instantie onderdrukten.
Voor een deel zal dit wel te maken
hebben met de Amerikaanse ge
woonte om een nieuwe staats- en
regeringsleider enige tijd te gunnen
de politieke wittebroodsweken
teneinde zich op zijn vervaarlijke
ambt in te stellen. Een ander deel
van de verklaring ligt in het ontzag
dat de meeste Amerikanen voelen
voor de uitkomsten van het demo
cratische proces, voor de manier
waarop miljoenen burgers ln de be
slotenheid van het stemhokje
zoals vice-president Mond ale het
uitdrukte hun verbijsterende
macht uitoefenen.
Dit ontzag leeft niet in dezelfde
mate bij alle Westeuropese woord
voerders althans niet bij een deel
van de spraakmakende gemeente in
Nederland. Of zich in de Verenigde
Staten nu een politieke aardver
schuiving heeft voltrokken of niet,
tal van Nederlandse politici vinden
diep ln hun hart dat het Amerikaan
se kiezersvolk afgelopen dinsdag op
een jammerlijke wijze heeft ge
dwaald en dat zij dit niet over hun
kant mogen laten gaan. Sommigen
van hen hebben bijvoorbeeld, nog
voordat Reagan de kans had gehad
zijn eerste beleidsdaad in te stellen,
in het openbaar verklaard dat zij
zich als gevolg van zijn verkiezing
geharnaste tegenstanders zullen be
tonen van beleidsonderdelen waar
zij overigens de redelijkheid niet
van willen uitsluiten.
Behalve dat het wat potsierlijk aan
doet als Nederlanders aldus met de
roe gaan zwaaien is het eigenlijk
ook heel vreemd. Amerika en West-
Europa hebben zich o.a. met elkaar
verbonden omdat zij gezamenlijk
de beginselen en de prakijk van de
democratie willen hooghouden en
beschermen. Welnu zodra in het
land van een van de partners de
democratie haar vrije loop neemt
en dit geheel onbelemmerd zonder
dat met de regels van het spel de
hand wordt gelicht kunnen de
anderen een neiging tot bouderen
niet bedwingen.
Ik kan .mij niet herinneren dat er
hier in Nederland iemand is geweest
die ln de tijd dat premier Kosygin
van de Sovjet Unie uit de openbaar
heid was verdwenen heeft gezegd:
als die of die premier van Rusland
wordt, dan zal ik mij een warm
voorstander van dit of een gehar
nast bestrijder van dat betonen.
Niemand zegt op dreigende toon: ik
zal mij terstond van de ontspanning
afkeren als de machthebbers in
Moskou niet weten te voorkomen
dat patijleider Brezjnev straks
wordt opgevolgd door kameraad X
of kameraad Y. Met dergelijk inti
miderend taalgebruik komen we
blijkbaar alleen voor de dag, als in
een van onze mede-democratieën
de kiezers een uitspraak doen en
het resultaat staat ons niet aan.
Of de meerderheid van de Ameri
kaanse kiezers zich nu wel of niet
rekenschap heeft gegeven van de
indruk die een zege van Reagan zou
maken op het buitenland, doet hier
niet terzake. Waar het op aankomt
is dat er van democratie weinig
sprake meer is als een electoraat
bereid is gehoorzaam door de hoe
pel te springen die het van het bui
tenland krijgt voorgehouden. Zoals
het, tussen haakjes, ook niet zo bar
veel met democratie te maken heeft
wanneer een of andere internatio
nale organisatie, zeg de Verenigde
Naties, een bepaalde beweging uit
roept tot de enige wettige vertegen
woordigster van dat of dat volk.
Maar is het dan niet uitermate zorg
wekkend, dat de Amerikaanse kie
zers iemand tot het presidentschap
hebben geroepen die van tijd tot
tijd blunders begaat, die onervaren
is op het terrein van de buitenland
se politiek, die nogal onstuimig lijkt
als het om de toepassing van mili
taire middelen gaat en die bovenal
conservatief is? Neen, dat is niet
zonder meer zorgwekkend. Blun
ders begaat iedereen. Sommige van
de grootste blunders uit de geschie
denis staan op naam van regerings
leiders die niettemin een uitsteken
de reputatie hebben weten op te
bouwen. Wie een zeer uitgestrekt
werkterrein heeft loopt alle kans in
de fout te gaan, naarmate hij de
periferie van zijn aandachtsgebied
nadert
Ervaring op het terrein van de bui
tenlandse politiek is een zeer be
trekkelijk begrip. Geen enkele erva
ring die de kandidaat in het verle
den heeft opgedaan is te vergelijken
met wat hem overkomt als hij een
maal president is. Voorts is het be
stuur van de buitenlandse betrek
kingen aan te leren. In de praktijk
gebeurt dit ook, elke keer opnieuw.
De kersverse president kan daarbij
groot profijt trekken van met zorg
gekozen adviseurs en medewerkers.
Degenen die het thans betreuren
dat Jimmy Carter straks het politie
ke toneel moet verlaten zouden er
goed aan doen te bedenken dat
sommige ingewijden zijn nederlaag
toeschrijven juist aan het feit dat
hij de afgelopen vier jaar geen kans
heeft gezien goede adviseurs en me
dewerkers aan te trekken en bij
elkaar te houden.
Is Ronald Reagan „trigger happy"?
Het is een vraag die veel lesteld
wordt. Hij zelf zegt van niet. Maar
wat bedoelen we met die term pre
cies? Was John F. Kennedy „trigger
happy" toen hij gewapende militai
re „adviseurs" naar Vietnam stuur
de? Was Lyndon B. Johnson „trig
ger happy" toen hij het aantal Ame
rikaanse militairen in dat land op
voerde tot een half miljoen? Was
Brezjnew „trigger happy" toen hij
eind vorig jaar militair tussenbeide
kwam in Afghanistan? In ieder ge
val geldt ook hier dat de inertie van
een groot regeringsapparaat niet
erg veel plotselinge zwenkingen toe
laat en dat goede adviseurs wonde
ren van wijsheid en matiging kun
nen verrichten. En dan tot slot dat
conservatisme. O zeker, dat is een
kolossaal bezwaar; zeker als we ons
houden aan het maatschappelijk
contract dat zegt dat slechte poli
tiek identiek is aan conservatisme
en goede politiek aan progressivi
teit. De vraag is alleen of dit juist is.
schijnlijk nog gunstig afsteekt bij
het aantal Amsterdamse „gebrui
kers".
Een verslaafde heeft een dagelijks
rantsoen van een halve gram hero
ïne of cocaïne nodig. Dit betekent
voor een stad als Rotterdam een
totale omzet van 365 kilo per jaar.
Hiervan wordt twintig a dertig kilo
in beslag genomen. Een bescheiden
hoeveelheid. Met de jaarlijkse
komst van 30.000 schepen en ander
half miljoen containers naar de we
reldhaven blijft het zoeken naar de
bekende speld in de hooiberg.
Dat de Rotterdamse politie deson
danks de laatste tijd veel succes
heeft bij haar opsporingsactivitei
ten is te danken aan de inzet van
een 36 man sterke speciale narcoti
ca brigade die zich bij haar dage
lijks veeleisende arbeid gesterkt
weet door de actieve steun van bur
gemeester Van der Louw.
Toch gaat het hier helaas in feite
om een niet veel meer dan goed
bedoelde poging, omdat in geen en
kele sector van de georganiseerde
criminaliteit zoveel zwarte plekken
bestaan als juist bij de handel in
verdovende middelen. Onzekerhe
den zijn er ook over de produktie,
het aantal gebruikers en ook de
juiste omvang van de maatschap
pelijke gevolgen van het probleem.
Onzekerheden tenslotte over de ef
fectiviteit van de politiële en maat
schappelijke hulpverlening.
Aan de andere kant is er wel zeker
heid over de „groothandelsprijs"
van dit ogenblik, (tenminste hon
derdduizend gulden voor één kilo
heroïne), een bedrag dat, aldus com
missaris Blaauw, op „straatniveau"
met gemiddeld drie dient te worden
vermenigvuldigd.
Ingenieus
Via ingenieuze en wisselende tech
nieken van handelaren zal het gif
steeds meer zijn weg vinden naar de
zwaksten onder ons en het zal zich
uiteindelijk concentreren op de on
gemotiveerde en werkeloze jonge
ren binnen georganiseerde samenle
vingsvormen. Tweede generaties
Surinamers en gastarbeiders vor
men een gemakkelijke prooi voor
deze internationaal georganiseerde
misdaad.
Opvallend is het derhalve hoe wei
nig politieke aandacht aan een en
ander geschonken wordt. Een enkel
partijprogramma besteedt wat re
gels aan dit probleem, maar komt in
feit nergens verder dan te constate
ren dat de drugverslaving, gelijk
alle andere verslavingsvormen,
krachtdadig bestreden dient te
worden.
Maar juist deze vergelijking gaat
niet op. Het gaat bij de „hard
drugs" immers om een verslavings-
vorm, die in tegenstelling tot alle
andere, per definitie gepaard gaat
met criminaliteit. Daar is het feit
dat vrijwel iedere gebruiker tevens
handelaar wordt in bij de wet verbo
den waar. Maar tevens mag gevoe
gelijk aangenomen worden dat de
meeste gebruikers veelvuldig tot
diefstal overgaan. Heroïnehandel
en diefstallen vormen immers de
bron van inkomsten die het moge
lijk maken dagelijks zo'n driehon
derd gulden neer te tellen voor de
benodigde „shot". Zonder lucratie
ve neveninkomsten is het uitgeslo
ten dat juist in de categorie jeugdi
gen en steuntrekkenden dergelijke
dagelijks wederkerende bedragen
op een „eerlijke" wijze opgehoest
kunnen worden.
Door deze wisselwerking van ge
bruik en misdaad blijft het met de
bestrijding niet anders dan dweilen
met de kraan open. Zolang de afzet
markt voor het gif niet alleen in
stand blijft, maar in de jaren tach
tig waarschijnlijk nog verder uitge
breid zal worden, moet er naar nieu
we middelen gezocht worden.
In dit verband lijkt mij nauwelijks
te ontkomen aan de suggesties door
de drie Haagse drugbestrijdingsad-
viseurs gedaan: de opname ver
plicht te stellen.
Verplichte opname
Van de huidige verslaafden is tus
sen de vijf tot tien procent bereid
zich vrijwillig te laten afkicken. De
negentig procent resterende ver
slaafden brengt de motivatie echter
niet op om van dit verschrikkelijke
„virus" af te komen. Voor hen is
geestelijke en lichamelijke onttake
ling, met dikwijls de dood als het
voortijdig eindstation, een alterna
tief dat met verplichte opname ver
meden had kunnen worden.
Bij dit laatste geef ik mij goed re
kenschap van de vraag of er een
wettekst valt te bedenken die zowel
de persoonlijke eigenheid van de
mens voldoende waarborgt als vol
doende zekerheid schept dat niet op
een onjuiste manier kan worden in
gegrepen.
Dat nood hier niet persé wet hoeft
te breken leert ons echter een nau
welijks meer gebruikt artikel in ons
Burgerlijk Wetboek ten aanzien van
het onder curatele stellen bij drank
misbruik. Het gaat hier niet alleen
om curatele ten aanzien van het
vermogensrechtelijke handelen,
maar om een curatele die tevens de
persoon zelf geldt. Wellicht dat deze
bepaling, (of anders de krankzinni
genwet) aanknopingspunten biedt
om tot een andere opvang te ko
men.
Hans Gualthérie van Weezei is
lid van de Tweede Kamer voor
het CDA.