I Eeri volk kan niet vergaan Verplichte" opname de enige uitweg Boutades op Reagan Politieke vervreemding en de abortusdiscussie K Zogezegd tGL 3PJ bergt, doorb door j. w. Schutte Nordhott '-«-■It c. O Stem Singe. .«If, Niet zo lang geleden heb Ik ln deze krant een verslag gelezen van een rede die de bekende Duitse theologe Dorotheé Sölle in Amsterdam had gehouden. Het was een vrij uitgebreide en gezien de krant waarin het verscheen, een. neem ik aan, betrouwbare weergave van haar woorden. Het leek. zoals we van haar mogen verwachten, een boeiend relaas, met veel erin dat Ieders instemming zou kunnen hebben: een vurig opkomen voor de armen en verdrukten, zoals dat gelukkig tegenwoordig gebeurt ln de progressieve theologie. En toch struikelde ik erover, tenminste over een bepaalde passage, die de schone idealen wat praktischer scheen te willen toespitsen. Ik nam me voor daarop te reageren en dat doe ik dan nu. een paar weken later, nu ik er de gelegenheid toe vind. llis Watzij namelijk zei was dat in verschillende landen Amerikaanse Wm macht en kapitaal slechte 17 regeringen in het zadel hielden, die M zonder die steun allang door een volksopstand ondersteboven zouden zijn gegooid. Zij noemde een hele rij van zulke landen, b v. 8aoedie-Arabië. Zuld-Korea en als ik me goed herinner ook Egypte. Nu zou ik niet graag beweren dat er in dergelijke landen zulke uitstekende toestanden heersen. Dat is niet het punt waar het hier om gaat. Maar mijn verbazing en weerstand begint bij dat merkwaardige geloof ln een „volksopstand" Wat zou daar eigenlijk mee bedoeld zijn? Zou mevrouw Sölle werkelijk geloven dat de panacee van de ellende ln de wereld gelegen is ln de opstand van ..het volk" tegen de heersers. Welke heersers? Die van rechts, zoals in haar voorbeelden? of ook die van links? Er is natuurlijk een tijd geweest dat men zulke dingen in het algemeen graag geloofde. Een volk was iets bijzonders, een haast sacrosanct (want organisch ontstaan) natuurlijk gegeven, edel. onbaatzuchtig, onvergankelijk. In de volksliederen die in de Romantiek ontstonden kan men dit soort legenden heel aardig nagaan, de titel boven dit stuk is aan één van de meest bombastische (en daarom onzingbare) ontleend, namelijk de Vlaamse Leeuw. Een volk was goed, zijn heersers slecht. De Romantiek was inderdaad voor die hele verheerlijking van het volk verantwoordelijk en niemand maakte die mythe mooier dan de grote Jean Jacques Rousseau. Mensen waren, zei hij, van nature goed, zuiver, maar verkeerde structuren hadden hen geketend; legden ze die af. stonden ze op, dan werd alles als vanzelf weer goed. Geweldig is de invloed van die mythologie geweest, links en rechts, zoals nu eenmaal de invloed van de verbeelding, van het grote schone schema, veel groter is. veel dieper gaat. de mensen veel meer meesleept dan een confrontatie met de immer ingewikkelde, ambivalente werkelijkheid. De droom van het edele volk werd toegepast in de Franse Revolutie, toen al leefde het geloof dat oorlogen het kunstmatige, opzettelijke maaksel waren van koningen en heersende kasten, maar dat er vrede zou komen, zodra de volken zichzelf werden, meester van hun lot. Zo geloofden de Engelse progressieven het in die tijd, die zich niet konden voorstellen dat de volksbeweging uit Frankrijk minstens zo expansief en gewelddadig zou worden als welke vroegere koningsmacht. Zo geloofde Karl Marx het. waren de vorsten en hun elites maar opgeruimd, dan zouden de volken vrede stichten. Zo geloofde Woodrow Wilson het. als er maar eens een einde kwam aan de geheime diplomatie van de heren, als de volken zelf zich eindelijk maar eens verenigden rondom de conferentie-taf el, dan was de wereldoorlog werkelijk de laatste geweest. Het geloof had en heeft diverse varianten, liberale en socialistische (en zelfs feministische, als de vrouwen zouden heersen, dan maar altijd dezelfde basis: historische verschijnselen, onrecht, oorlog, zijn verklaarbaar uit sociale structuren en dan zou bijvoorbeeld democratisering het begin betekenen van algehele vrede en de omverwerping van het kapitalisme het einde van alle onrecht. Ja. sterker nog. alle kwaad in de wereld was eigenlijk niet anders dan toevallige boosheid van uit het volk losgeraakte, ontwortelde heersers, edelen, burgers, kooplieden etc. De geschiedenis was en dat is ze ook in de ogen der idealisten een verhaal van samenzweringen van bezittende klassen tegen de vooruitgang, van abnormale verstoringen van de eigenlijke harmonie der opstrevende mensheid. Helaas is dat alles helemaal niet waar en in werkelijkheid leert de geschiedenis precies het tegenovergestelde, is vol van, om hetmetReinhold Niebuhr te spreken, een verschrikkelijke ironie, een inherent menselijk tekort. Kunnen wij als mensen werkelijk onze bestemming beheersen, zoals wij de natuur beheersen (zelfs dat is de vraag?). Kunnen wij het goede kiezen in de politieke relatie in plaats van het minste van twee kwaden? Kunnen wij door te kiezen over de zin van wat zij doen en van wat er boven ons uit gebeurt, beschikken? Wat gebeurt er als „het volk" over de macht beschikt? In welke constellatie, welke uitwerking, welke regeringsvorm? Als er volksopstanden uitbreken wat voor geluk breekt er dan aan? En waar is dat al gebeurd? De ware gelovigen zullen nu wel met de mythe van het gelukkige Cuba komen, maar ik las dat verhaal van mevrouw Sölle uitgerekend in dezelfde dagen dat Irak en Iran elkaar begonnen naar het leven te staan, twee landen die allebei hun heersers en bijbehorende kapitalistische elites, hadden verjaagd en uitgemoord in luidruchtige volksopstanden. door Hans Gualthe'rie van Weezei J. A. H. Maks: Deel HI van het kentekenbewijs dient te worden af geschaft (R.U.-Groningen) W. Biesiot: Rechtvaardiging van recente wapenaankopen onder ver wijzing naar de ontoereikende uit rusting waarmee het Nederlandse leger in 1940 de oorlog Inging, wijst op het ontbreken van Inzicht ln de veranderende situatie van „blitz krieg" tot „overkill" (R.U.-Oronln- gen) E. Roerdink :Het ls een treurige zaak dat men in Nederland gemak kelijker kan aborteren dan adopte ren (R.U -Groningen) H. van de Water: Gezien de vorm waarin de huidige T.V.-reclames ge goten worden, verdient het aanbe veling dat reclamensen meer notie nemen van de informatie-theorie (R.U.-Groningen) P. van der Lugt: Het zou van meer respect voor haar clientèle ge tuigen, wanneer de Nederlanse Spoorwegen bij het omroepen van treinvertragingen op de perrons in het kort de reden daarvan vermel den (Th.H.-Kampen) R. P. J. Merks: Het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmid delen op en rond school- en kinder tuinen dient niet alleen om ge zondheidsredenen vermeden te worden (K.U. Nijmegen). M. T. C. de Loos-Vollebregt: Voor het aanbrengen van etiketten met merk en prijsaanduiding op artike len voor huishoudelijk gebruik die nen fabrikanten en winkeliers in water oplosbare lijmsoorten toe te passen (TH-Delft). J. Raatgever: Naarmate we minder willen werken, zullen er minder kunnen werken (TH-Delft). Druggebruikers moeten wor den geregistreerd. Urine on derzoek is hierbij onmisbaar en moet verplicht worden gesteld. De verslaafde moet kunnen worden gedwongen zich te onderwerpen aan een behandeling. De strafmaat voor handelaren moet zo hoog worden dat het effect ook werkelijk afschrikwek kend is. Dit zijn enige niet mis te verstane aanbevelingen van drie drugbestrij- dingsadviseurs van de gemeente Den Haag enige tijd geleden in deze krant. Noodkreten die volgden op een artikel van de Rotterdamse po- litie-commissaris J.A. Blaauw in het Algemene Politieblad van april en waarin een uiterst sombere schets wordt gegeven van wat onze samen leving te dienaangaande nog te wachten staat. Wat aan het einde van de jaren zestig nog het karakter droeg van een opkomende wind is in de loop der zeventiger jaren aangewakkerd tot een narcotica-storm, gepaard gaand met vloedgolven die thans dreigen over te gaan in orkaan kracht. Onthutsende cijfers geven aan waar het om gaat. Amsterdam maakte melding van zijn 31e hero- ïnedode van dit jaar. Rotterdam telt ongeveer 2.000 verslaafden, een getal dat overeenkomt met het aan tal Haagse verslaafden en waar- or Eimert van Middelkoop Op de Podium-pagina van vorige r, als «eek schrijft Willem Aantjes over de behandeling van de abortus wetsontwerpen in de Tweede Ka mer. Hij tracht, als een soort CDA- fractievoorzitter-buiten-dienst. de parlementaire discussie vooraf op I beslissende wijze te sturen. Immers, I zijn laatste conclusie liegt er niet om „Voor CDA en WD is - hetzij I door eigen beslissingen, hetzij door het verloop van zaken de polltie- I ke ruimte zodanig ingeperkt, dat zij I gehouden zijn het ontwerp te aan- vaarden." Strikt genomen zou het onder schrijven van deze conclusie tot ge volg hebben dat (althans voor wat betreft de CDA- en de WD-fracties) het abortusdebat overbodig is en dat met een stemming over het wetsontwerp zou kunnen worden volstaan. Elke inhoudelijke discus sie is dan slechts verbaal vlagver toon. een parlementair ritueel voor de publieke tribune, en dus niet meer een echt overleg tussen rege ring en parlement. Het is echter de vraag of de last van de parlementaire geschiedenis zo zwaar is dat op dit moment voor de betrokken fracties geen beweglngs- l vrijheid meer kan overblijven. In de ft eerste plaats kan er op worden ge- I wezen dat dit historische Juk ook in de visie van Aantjes ls ge groeid in een periode van tien Jaar. 1 Dus, vanaf het moment van indie- nlng van het eerste abortus wetsont werp (Lamberts-Roethof ln 1970). Van de 49 CDA-Kamerleden van dit moment zijn er echter (als ik goed heb geteld) slechts vijf die voor de volle periode 1970-1980 medeverant woordelijk zijn voor de hele parle mentaire gang van zaken rond het abortusvraagstuk. Mag men in re delijkheid van de resterende 44 CDA-Kamerleden verlangen dat zij hun individuele politieke verant woordelijkheid. op een zo wezenlijk punt. volledige ondergeschikt ma ken aan het nu voorliggende com promis? Dat lijkt me nauwelijks te verdedi gen Zeker niet indien men ln reke ning brengt dat de nu zittende CDA-Kamerleden zich verkiesbaar hebben gesteld op basis van een CDA-verklezingsprogramma. waar in over het vrijlaten van abortus werd gesproken op een wijze, waar van het huidige regeringsontwerp wel erg sterk in liberale richting afwijkt. 8terker is misschien nog de toonzet ting terzake van de verkiezingscam pagne in 1977 van Van Agt. Veel CDA-kiezers hebben Immers op Van Agt gestemd ln de overtuiging dat hij op het punt van de abortus wetgeving over een zeer sterke rug- gegraat zou beschikken. Belangrijker dan deze interne CDA- overwegingen is echter de hele toonzetting van het stuk van de heer Aantjes. Deze is kenmerkend voor de meeste artikelen die de laat ste tijd aan dit onderwerp zijn ge wijd. In sterke mate wordt de in druk gevelstigd alsof de hele abor tusdiscussie nog slechts een Interne Haagse aangelegenheid is met vepl wetstechnische en procedurele ha ken en ogen. Ook Aantjes draagt daaraan bij door zijn artikel te besluiten met de zinsnede: „en politiek is er veel aan. gelegen dat de komende verkiezin gen en formatie niet opnieuw met een abortushypotheek worden be last." Alof dat het laatste criterium zou zijn! Elke politicus kan weten dat er in dit land nog honderdduizenden bur gers zijn die volkomen maling heb ben aan het Haagse gekrakeel, maar die slechts verlangen dat er een adequate bescherming komt van het ongeboren leven. Hun stem wordt, althans in de grote media, nauwelijks nog gehoord. Mensen, die ook na het lezen van het artikel van Aantjes nog niet zullen begrij pen waarom hun volksvertegen woordiging blijkbaar gedwongen zijn hun stem te geven aan een wetsontwerp, dat feitelijk neerkomt op een legalisering van de huidige arbortuspraktijk. Er wordt de laat ste tijd veel gesproken over het on voldoende functioneren van onze democratie. Welnu, als dat ergens aan kan worden gedemonstreerd dan is het wel aan de abortusdis cussie. Opvallend ls het volledig ontbreken in het artikel van Aantjes van een verwijzing naar het initiatief-voor stel van de Kamerleden Verbrugh en Abma. Ook over dit wetsvoorstel (inclusief de daarin vervatte norm) zal elk Kamerlid en dus ook de CDA-Kamerleden een stem voor of tegen moeten uitbrengen. Het ls Jammer dat tot nu toe van CDA-zijde zo weinig aandacht is gegeven aan dit wetsvoorstel De (inmiddels opgeheven) CHJO heeft over deze geringe aandacht terecht al eens kritiek geuit. Een onzorgvul dige standpuntbepaling zal zeker nodig zijn wanneer men in rekening brengt dat waarschijnlijk zeer veel vroegere CDA-kiezers terzake van het abortusvraagstuk op dezelfde lijn zitten als het voorstel van het OPV en de 8GP Eimert van Middelkoop is mede werker Tweede Kamerfractie GPV Ik hoop dat ik niet stoor door H. J. Neuman Een van de presentatoren van het NBC-verkiezingsprogramma beti telde in de nacht van dinsdag op woensdag de overwinning van Ro nald Reagan als „unexpected, unanticipated and unpredicted". Men had deze uitslag niet verwacht, men had er geen rekening mee ge houden en men had hem niet voor speld. Het was opmerkelijk, hoe de sondanks de meeste betrokken inzonderheid de teleurgestelde De mocraten hun bezwaren tegen en hun twijfels over de president-elect in eerste instantie onderdrukten. Voor een deel zal dit wel te maken hebben met de Amerikaanse ge woonte om een nieuwe staats- en regeringsleider enige tijd te gunnen de politieke wittebroodsweken teneinde zich op zijn vervaarlijke ambt in te stellen. Een ander deel van de verklaring ligt in het ontzag dat de meeste Amerikanen voelen voor de uitkomsten van het demo cratische proces, voor de manier waarop miljoenen burgers ln de be slotenheid van het stemhokje zoals vice-president Mond ale het uitdrukte hun verbijsterende macht uitoefenen. Dit ontzag leeft niet in dezelfde mate bij alle Westeuropese woord voerders althans niet bij een deel van de spraakmakende gemeente in Nederland. Of zich in de Verenigde Staten nu een politieke aardver schuiving heeft voltrokken of niet, tal van Nederlandse politici vinden diep ln hun hart dat het Amerikaan se kiezersvolk afgelopen dinsdag op een jammerlijke wijze heeft ge dwaald en dat zij dit niet over hun kant mogen laten gaan. Sommigen van hen hebben bijvoorbeeld, nog voordat Reagan de kans had gehad zijn eerste beleidsdaad in te stellen, in het openbaar verklaard dat zij zich als gevolg van zijn verkiezing geharnaste tegenstanders zullen be tonen van beleidsonderdelen waar zij overigens de redelijkheid niet van willen uitsluiten. Behalve dat het wat potsierlijk aan doet als Nederlanders aldus met de roe gaan zwaaien is het eigenlijk ook heel vreemd. Amerika en West- Europa hebben zich o.a. met elkaar verbonden omdat zij gezamenlijk de beginselen en de prakijk van de democratie willen hooghouden en beschermen. Welnu zodra in het land van een van de partners de democratie haar vrije loop neemt en dit geheel onbelemmerd zonder dat met de regels van het spel de hand wordt gelicht kunnen de anderen een neiging tot bouderen niet bedwingen. Ik kan .mij niet herinneren dat er hier in Nederland iemand is geweest die ln de tijd dat premier Kosygin van de Sovjet Unie uit de openbaar heid was verdwenen heeft gezegd: als die of die premier van Rusland wordt, dan zal ik mij een warm voorstander van dit of een gehar nast bestrijder van dat betonen. Niemand zegt op dreigende toon: ik zal mij terstond van de ontspanning afkeren als de machthebbers in Moskou niet weten te voorkomen dat patijleider Brezjnev straks wordt opgevolgd door kameraad X of kameraad Y. Met dergelijk inti miderend taalgebruik komen we blijkbaar alleen voor de dag, als in een van onze mede-democratieën de kiezers een uitspraak doen en het resultaat staat ons niet aan. Of de meerderheid van de Ameri kaanse kiezers zich nu wel of niet rekenschap heeft gegeven van de indruk die een zege van Reagan zou maken op het buitenland, doet hier niet terzake. Waar het op aankomt is dat er van democratie weinig sprake meer is als een electoraat bereid is gehoorzaam door de hoe pel te springen die het van het bui tenland krijgt voorgehouden. Zoals het, tussen haakjes, ook niet zo bar veel met democratie te maken heeft wanneer een of andere internatio nale organisatie, zeg de Verenigde Naties, een bepaalde beweging uit roept tot de enige wettige vertegen woordigster van dat of dat volk. Maar is het dan niet uitermate zorg wekkend, dat de Amerikaanse kie zers iemand tot het presidentschap hebben geroepen die van tijd tot tijd blunders begaat, die onervaren is op het terrein van de buitenland se politiek, die nogal onstuimig lijkt als het om de toepassing van mili taire middelen gaat en die bovenal conservatief is? Neen, dat is niet zonder meer zorgwekkend. Blun ders begaat iedereen. Sommige van de grootste blunders uit de geschie denis staan op naam van regerings leiders die niettemin een uitsteken de reputatie hebben weten op te bouwen. Wie een zeer uitgestrekt werkterrein heeft loopt alle kans in de fout te gaan, naarmate hij de periferie van zijn aandachtsgebied nadert Ervaring op het terrein van de bui tenlandse politiek is een zeer be trekkelijk begrip. Geen enkele erva ring die de kandidaat in het verle den heeft opgedaan is te vergelijken met wat hem overkomt als hij een maal president is. Voorts is het be stuur van de buitenlandse betrek kingen aan te leren. In de praktijk gebeurt dit ook, elke keer opnieuw. De kersverse president kan daarbij groot profijt trekken van met zorg gekozen adviseurs en medewerkers. Degenen die het thans betreuren dat Jimmy Carter straks het politie ke toneel moet verlaten zouden er goed aan doen te bedenken dat sommige ingewijden zijn nederlaag toeschrijven juist aan het feit dat hij de afgelopen vier jaar geen kans heeft gezien goede adviseurs en me dewerkers aan te trekken en bij elkaar te houden. Is Ronald Reagan „trigger happy"? Het is een vraag die veel lesteld wordt. Hij zelf zegt van niet. Maar wat bedoelen we met die term pre cies? Was John F. Kennedy „trigger happy" toen hij gewapende militai re „adviseurs" naar Vietnam stuur de? Was Lyndon B. Johnson „trig ger happy" toen hij het aantal Ame rikaanse militairen in dat land op voerde tot een half miljoen? Was Brezjnew „trigger happy" toen hij eind vorig jaar militair tussenbeide kwam in Afghanistan? In ieder ge val geldt ook hier dat de inertie van een groot regeringsapparaat niet erg veel plotselinge zwenkingen toe laat en dat goede adviseurs wonde ren van wijsheid en matiging kun nen verrichten. En dan tot slot dat conservatisme. O zeker, dat is een kolossaal bezwaar; zeker als we ons houden aan het maatschappelijk contract dat zegt dat slechte poli tiek identiek is aan conservatisme en goede politiek aan progressivi teit. De vraag is alleen of dit juist is. schijnlijk nog gunstig afsteekt bij het aantal Amsterdamse „gebrui kers". Een verslaafde heeft een dagelijks rantsoen van een halve gram hero ïne of cocaïne nodig. Dit betekent voor een stad als Rotterdam een totale omzet van 365 kilo per jaar. Hiervan wordt twintig a dertig kilo in beslag genomen. Een bescheiden hoeveelheid. Met de jaarlijkse komst van 30.000 schepen en ander half miljoen containers naar de we reldhaven blijft het zoeken naar de bekende speld in de hooiberg. Dat de Rotterdamse politie deson danks de laatste tijd veel succes heeft bij haar opsporingsactivitei ten is te danken aan de inzet van een 36 man sterke speciale narcoti ca brigade die zich bij haar dage lijks veeleisende arbeid gesterkt weet door de actieve steun van bur gemeester Van der Louw. Toch gaat het hier helaas in feite om een niet veel meer dan goed bedoelde poging, omdat in geen en kele sector van de georganiseerde criminaliteit zoveel zwarte plekken bestaan als juist bij de handel in verdovende middelen. Onzekerhe den zijn er ook over de produktie, het aantal gebruikers en ook de juiste omvang van de maatschap pelijke gevolgen van het probleem. Onzekerheden tenslotte over de ef fectiviteit van de politiële en maat schappelijke hulpverlening. Aan de andere kant is er wel zeker heid over de „groothandelsprijs" van dit ogenblik, (tenminste hon derdduizend gulden voor één kilo heroïne), een bedrag dat, aldus com missaris Blaauw, op „straatniveau" met gemiddeld drie dient te worden vermenigvuldigd. Ingenieus Via ingenieuze en wisselende tech nieken van handelaren zal het gif steeds meer zijn weg vinden naar de zwaksten onder ons en het zal zich uiteindelijk concentreren op de on gemotiveerde en werkeloze jonge ren binnen georganiseerde samenle vingsvormen. Tweede generaties Surinamers en gastarbeiders vor men een gemakkelijke prooi voor deze internationaal georganiseerde misdaad. Opvallend is het derhalve hoe wei nig politieke aandacht aan een en ander geschonken wordt. Een enkel partijprogramma besteedt wat re gels aan dit probleem, maar komt in feit nergens verder dan te constate ren dat de drugverslaving, gelijk alle andere verslavingsvormen, krachtdadig bestreden dient te worden. Maar juist deze vergelijking gaat niet op. Het gaat bij de „hard drugs" immers om een verslavings- vorm, die in tegenstelling tot alle andere, per definitie gepaard gaat met criminaliteit. Daar is het feit dat vrijwel iedere gebruiker tevens handelaar wordt in bij de wet verbo den waar. Maar tevens mag gevoe gelijk aangenomen worden dat de meeste gebruikers veelvuldig tot diefstal overgaan. Heroïnehandel en diefstallen vormen immers de bron van inkomsten die het moge lijk maken dagelijks zo'n driehon derd gulden neer te tellen voor de benodigde „shot". Zonder lucratie ve neveninkomsten is het uitgeslo ten dat juist in de categorie jeugdi gen en steuntrekkenden dergelijke dagelijks wederkerende bedragen op een „eerlijke" wijze opgehoest kunnen worden. Door deze wisselwerking van ge bruik en misdaad blijft het met de bestrijding niet anders dan dweilen met de kraan open. Zolang de afzet markt voor het gif niet alleen in stand blijft, maar in de jaren tach tig waarschijnlijk nog verder uitge breid zal worden, moet er naar nieu we middelen gezocht worden. In dit verband lijkt mij nauwelijks te ontkomen aan de suggesties door de drie Haagse drugbestrijdingsad- viseurs gedaan: de opname ver plicht te stellen. Verplichte opname Van de huidige verslaafden is tus sen de vijf tot tien procent bereid zich vrijwillig te laten afkicken. De negentig procent resterende ver slaafden brengt de motivatie echter niet op om van dit verschrikkelijke „virus" af te komen. Voor hen is geestelijke en lichamelijke onttake ling, met dikwijls de dood als het voortijdig eindstation, een alterna tief dat met verplichte opname ver meden had kunnen worden. Bij dit laatste geef ik mij goed re kenschap van de vraag of er een wettekst valt te bedenken die zowel de persoonlijke eigenheid van de mens voldoende waarborgt als vol doende zekerheid schept dat niet op een onjuiste manier kan worden in gegrepen. Dat nood hier niet persé wet hoeft te breken leert ons echter een nau welijks meer gebruikt artikel in ons Burgerlijk Wetboek ten aanzien van het onder curatele stellen bij drank misbruik. Het gaat hier niet alleen om curatele ten aanzien van het vermogensrechtelijke handelen, maar om een curatele die tevens de persoon zelf geldt. Wellicht dat deze bepaling, (of anders de krankzinni genwet) aanknopingspunten biedt om tot een andere opvang te ko men. Hans Gualthérie van Weezei is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13