Abortuswetsontwerp moet worden aangenomen Wat valt er te bepraten? Naar een democratisch bestel voor kabel-televisie Zogezegd VRIJDAG 31 OKTOBER 1980 door Willem Aantjes Binnenkort zal weer een aflevering worden toegevoegd aan de pogingen om te komen tot verruiming van de abortus wetgeving. Uiteraard zal de discussie zich vrijwel geheel (en terecht) richten op de inhoud van het wetsontwerp. Ook andere factoren zijn echter van groot belang. Met name de geschiedenis van de afgelopen tien Jaren bepaalt mede de ruimte die een partij zich politiek tegenover het thans aanhangige regeringsontwerp kan veroorloven. Dit geldt in het bijzonder voor het CDA. Aan het komende Kamerdebat over het wetsontwerp De Ruiter/Ginjaar is de volgende geschiedenis voorafgegaan. In 1070 diende de PvdA een lnltia- tlefontwerp Lamberts/Roethof ln. Het ln 1971 opgetreden kabinet- Blesheuvel kwam met een eigen voorstel, het wetsontwerp Stuyt/ Van Agt Bij de formatie van het kabinet-Den Uyl werd overeengeko men dit regeringsontwerp weer ln te trekken en het Initiatief geheel aan de Kamer over te laten. Pikant de tail: Van Agt was één van de infor mateurs van het kabinet-Den Uyl en als minister van justitie recht streeks mede verantwoordelijk voor het Intrekken van zijn eigen wets ontwerp. Naast het PvdA-ontwerp, dienden zowel KVP/ARP als WD nu een eigen Initiatief ontwerp in. resp. Gardeniers/Van Leeuwen en Veder/ Geurtsen. Dit laatste werd vervol gens met dat van de PvdA samen gevoegd tot één wetsontwerp dat door de Tweede Kamer werd aan vaard. Gardeniers/Van Leeuwen trokken daarop hun wetsontwerp in, nadat zij tijdens de behandeling nog een amendement van de socia list Franssen principieel van de hand hadden gewezen. Het PvdA/ WD ontwerp sneuvelde vervolgens, ln de Eerste Kamer op enkele VVD- dissidenten. Procedure BIJ de formatie ln 1977 was er dus nog steeds geen nieuwe abortuswet geving. Tussen CDA (vertegenwoor digd door Van Agt) en PvdA is bij de formatie hard en langdurig on-' derhandeld over een nieuw wetsont werp. De formatie liep er zelfs op stuk. Dankzij Informateur Verlnga kwam er toch een oplossing, zij het niet inhoudelijk doch slechts proce dureel van aard. Een deel van de CDA-fractie kon zich daar principi eel niet mee verenigen en distanti eerde zich van dit deel van het re geerakkoord. Tenslotte liep de for matie op andere gronden definitief vast In het daarna volgende overleg met de WD bereikte Van Agt ln één dag overeenstemming over precies de zelfde procedureafspraak als eerder met de PvdA was gemaakt. Merk waardigerwijs liepen nu bijna alle eerdere dissidenten hun bezwaren vallen (één hunner zal nu zelfs als woordvoerder van de fractie ter ver-, dedlglng van het wetsontwerp op treden). De met de WD gemaakte afspraak, stuitte nu echter bij een ander deel van de CDA-fractle op overwegende bezwaren. Zij vonden dat zeker over de abortus met de WD even hard nekkig en diepgaand over een in houdelijke regeling had moeten worden onderhandeld als met de PvdA was gebeurd. Deze gang van zaken is één van de oorzaken ge weest die tot het ontstaan van de zogenaamde loyalisten hebben ge leld. De ln het regeerakkoord opgeno men afspraak hield in dat de rege ring tot 1 Januari 1979 zelf de gele genheid zou krijgen met een wets ontwerp te komen. Lukte dit niet, dan zou de weg vrij zijn voor een inltiatlefontwerp uit de Kamer. Praktisch betekent dit, dat de WD dan vrij zou zijn samen met de .Over 45 jaar staan wij op de eerste rij" TROUW/KWARTET door Ben van Kaam „Censuur, betutteling, bevoogding, beperking vantfe vrije meningsuiting, de minister aan de knop Veelbelovende kreten vielen in de ether te beluisteren voordat premier Van Agt veertien dagen geleden de kijkers kwam meedelen dat de wedstrijd was uitgesteld. De minis terraad was het enkele uren eerder niet eens geworden over een nota over de toelating van buitenlandse tv-zenders op de kabel, die minister Gardeniers had beloofd voor 1 okto ber aan de Kamer te zullen toesturen. Ze was dus al te laat. Maar 't was zo'n ingewikkelde materie, verontschuldigde zij zich. door HJ. Neuman De Verenigde Staten en de Sowjet Unie hebben de eerste contacten gelegd die moeten lelden tot bespre kingen over een beperking van de kernwapens voor de middellange afstand in Europa. Er is nu alleen nog maar gepraat over de procedu re. De Sowjet Unie wil de zaak zelf pas aansnijden, zodra de Verenigde Staten de ratificatie van het tweede verdrag inzake de beperking van strategische (kern-) wapens, oftewel 8ALT O. hebben voltooid. Voordat ik deze onderhandelingen nader bezie, wil lk wijzen op hetr geen zich onderwijl afspeelt Op dit ogenblik zijn ontwikkelingen gaan de die, als ze niet tussentijds wor den gestopt, tot gevolg zullen heb ben dat eind 1983 een kleine 1200 niéuwe kemladingen beschikbaar zullen zijn voor gebruik over de middellange afstand ln Europa. Bij deze berekening ga lk ervan uit dat het besluit van de NAVO-mlnis- terraad van 12 december Jl. onver kort wordt uitgevoerd en dat op Westeuropees grondgebied 572 Amerikaanse kernwapens (108 Pershing U's en 464 Tomahawk- kruisvluchtwapens) komen te staan. Aan Sowjet zijde waren dit voor- Jaar, volgens opgave van het Inter nationale Instituut voor Strategi sche Studies ln Londen, 160 raket ten van het type 8S-20 opgesteld, terwijl er jaarlijks omstreeks veer tig bij komen. Eind 1983 zullen dat er als intussen niet de prod uk tie wordt gestaakt, bijvoorbeeld omdat er een moratorium komt of omdat het bouwprogram is voltooid ruim 280 zijn. Naar schatting zeven tig procent van de thans bestaande 6S-20 raketten ls gericht (of kan gericht worden) op doelen ln Euro pa. Elk van deze raketten bevat drie afzonderlijk richtbare kemladin gen: dat maakt een totaal van 588. Ik heb geen rekening gehouden met andere kernwapens voor de middel lange afstand die zich reeds ln Euro pa (oost en west) bevinden en even min heb lk de mogelijkheid verdis conteerd dat de nieuwe lanceerin- rlchtlngen herlaadbaar zijn en dat de benodigde reserve-raketten mis schien al lang en breed zijn gefabri ceerd. En kleine 1.200 nieuwe kemladin gen dus eind 1983. Voor diegenen ln het westen die niet bij voorbaat zeggen: „Geen nieuwe Amerikaanse raketten op mijn grondgebied", wordt het langzamerhand tijd zich af te vragen, welk onderhandelings resultaat zij aanvaardbaar zouden vinden. In de Internationale tijd schriften beginnen steeds meer sug gesties daaromtrent te verschijnen en het is de moeite waard er een PvdA een nieuwe poging te wagen in de geest van het eerder verwor pen PvdA/WD-ontwerp. Daarbij staat van te voren vast. dat zulk een initiatief-ontwerp het ditmaal zal halen, want de VVD heeft Inmiddels orde op zaken gesteld ln haar Eerste Kamer fractie. Tegen de achter grond van de ln het regeerakkoord overeengekomen procedure ls het ondenkbaar dat de ministers van justitie en volksgezondheid een zo danig aanvaard Initiatief-ontwerp niet zouden contrasigneren. Het regeringsontwerp is er evenwel, zij het met enige vertraging, geko men. Gezien de eerdere mislukkin gen en het in het regeerakkoord bij voorbaat vastgelegde alternatief van een Initiatief-ontwerp, was het duidelijk dat een regeringsontwerp alleen mogelijk zou zijn als dit in vergaande mate een legaliseren en liberaliseren van de abortuswetge ving zou Inhouden. Bij het aanzoe ken van een minister van Justitie uit christen-democratische kring is dan ook een belangrijke overweging ge weest dat de betrokkene ln geweten ln staat en bereid zou moeten zijn een uiterste poging daartoe te doen. Conclusie Welke conclusies kunnen nu uit de voorgaande geschiedenis worden getrokken voor het standpunt dat met name de regeringspartijen CDA en WD ten opzichte van het wetsontwerp hebben te bepalen? 1. Alle voorgaande pogingen heb ben niet tot resultaat geleid. Aan' het CDA kan niet worden verweten geen pogingen te hebben onderno men. De wetsontwerpen, waarbij het CDA was betrokken (Stuyt/Van Agt en Gardeniers/Van Leeuwen) hebben geen meerderheid ln het parlement achter zich gekregen. Dit vermindert de overblijvende poli tieke ruimte. 2. De politieke ruimte om het ont werp De Ruiter/Ginjaar af te wijzen ls voor het CDA eveneens vermin derd, doordat het in 1973 het eigen wetsontwerp Stuyt/Van Agt ten gunste van een Kamer-lnltlatlef heeft Ingetrokken en in 1975 het eigen wetsontwerp Gardeniers/Van Leeuwen niet heeft opengesteld voor het amendement-Franssen, paar van te bekijken. Vandaag doe lk dat met één. In het Westdultse kwartaalblad „Aussenpolltik" (Engelse editie, vol. 31/4, blz. 347-356) doet Gerhard Wettig een poging (,A chance for Eurostrateglc Arms Limitation?") het Russische denken op dit punt te verkennen. Twee uitgangspunten staan daarin centraal. Het eerste is dat de Amerikanen naar het oordeel van Moskou hun boekje te bulten gaan door te streven naar een zgn. dubbel potentieel. De militaire logica, die de sowjets hier toepassen is erop gebaseerd dat belde supermogendheden recht hebben op evenveel veiligheid. Alle asymmetrieên (die naar het oordeel van de Sowjet Unie allemaal ln het voordeel van Amerika werken) moe ten daarom weg. De stationering van nieuwe Amerikaanse kernwa pens ln Europa ls zo'n asymmetrie en ze ls daarom ontoelaatbaar. De Verenigde Staten proberen zich, aldus Moskou, ln Europa een „twee de" potentieel tegen de Sowjet Unie (d.w.z. naast de zgn. centrale of stra tegische systemen waarover ze al beschikken) te verschaffen en daar mee ondermijnen zij het beginsel van gelijke veiligheid. Het is duide lijk dat binnen deze Russische con ceptie alleen supermogendheden bestaan en dat er geen ruimte is voor de bevrediging van militaire veiligheidsbehoeften van derden, ln dit geval van West-Europa. dat een doorbreken der fronten had kunnen Inluiden. Dit ls geen ver wijt, (lk heb zelf als voorzitter van. de AR-fractie beide beslissingen mede voor mijn rekening genomen), maar het constateren van een feit en van een verantwoordelijkheid. 3. Door bij de formatiebesprekingen met de WD af te zien van onder handelingen over een inhoudelijk akkoord, maar zonder meer met een procedure-afspraak akkoord te gaan, hebben de regeringsfracties de Inhoud van een regeringswet sontwerp feitelijk aan het kabinet gedelegeerd, hetgeen hun politieke ruimte verder heeft beperkt. 4. De keuze gaat nu nog slechts tussen ten eerste het wetsontwerp De Rui ter/Ginjaar (gereglementeer de beperkte abortus); ten tweede een ontwerp ln de geest van het eerdere PvdA/WD-voorstel zoals dat Intussen door de PvdA reeds weer is Ingediend (gereglementeer de vrije abortus) of ten derde het voortduren van de situatie (onge reglementeerde vrije abortus). Wie het regeerakkoord voor zijn reke ning heeft genomen en toch zou meewerken aan de verwerping van het wetsontwerp De Ruiter/Ginjaar zou daarmee politiek mede verant woordelijk zijn voor het (veel verder gaande) alternatief. 5. Het kabinet heeft strikt gehan deld binnen de afspraken van het regeerakkoord. Voor CDA en WD is hetzij door eigen beslissingen, hetzij door het verloop van zaken de politieke ruimte zodanig Inge perkt, dat zij gehouden zijn het ont werp te aanvaarden. Afwijzing er van zou (dit kan lk met Duynstee eens zijn) ln dit geval gelijk staan aan een motie van wantrouwen Je gens de betrokken minister en het kabinet. Alleen de zogenaamde loyalisten zouden het recht hebben tegen te stemmen. Het zou echter beter zijn als ook zij dit niet deden. Het rege ringsontwerp ls ln elk geval beter dan beide bij verwerping resterende alternatieven en politiek is er veel aan gelegen dat de komende verkie zingen en formatie niet opnieuw met een abortushypotheek worden belast Het tweede uitgangspunt dat Wet tig noemt en dat met het eerste nauw samenhangt ls de Russische overtuiging dat Amerika meerma len de verplichting op zich heeft genomen (Impliciet) de zgn. „For ward Based Systems" (dwz. de ln Europa gestationeerde F-III's en enkele andere typen vliegtuigen die doelen ln de Sowjet Unie kunnen raken) niet uit te breiden, en dit zonder daarvoor de tegenprestatie te eisen van soortgelijke zelfbeper king van de Sowjet Unie. De opstel ling van Pershing n en Tomahawk ls derhalve een schending van de goede trouw en een aantasting van het evenwicht, de aanmaak van steeds meer SS-20's niet. Oost en west houden er volgens Wettig ln militair opzicht verschil lende perspectieven en filosofieën op na die niet dan uiterst moeizaam met elkaar verenigd kunnen wor den. Volgens hem hebben de Rus sen een conventionele overmacht nodig om aldus een middel ln han den te hebben teneinde de acute dreiging die volgens hen van de Amerikaanse F.B.S. uitgaat te neu traliseren. De Westeuropeanen daarentegen wensen rekening te houden met de mogelijkheid dat het Warschau Pact het potentieel voor een conventionele verrassings aanval waarover het beschikt ook werkelijk zal aanspreken; en daar om willen ze geen nucleaire hiaten laten ontstaan. Uit de boodschap van Van Agt viel op te maken dat tien maanden denkwerk op de departementen geen beleidsstuk opleverde, dat moeiteloos door het kabinet gleed. „Gebleken ls dat er niet alleen poli- tiek-lnteressante kanten aan zitten, maar dat er ook Juridlsch-techni- sche kwesties nog onopgelost waren gebleven," zei de premier. Misschien was z'n toon wat minder luchthartig geweest wanneer hij en kele uren eerder Veronica had be luisterd, waarvoor het WD-kamer- lld Keja dreigende taal uitsloeg. Op 'n vraag of er voor hem zo'n princi piële zaak ln het geding ls, dat Je er eventueel een kabinetscrisis voor over zou moeten hebben, meende Keja dat het verleden heeft geleerd, dat dit best mogelijk was. HIJ doelde waarschijnlijk op de val van het kabinet-MariJnen in 1965. Ook toen speelde er een commercië le tv-kwestie, waarbij de WD meende dat de vrijheid van me- .ningsuiting op het spel stond. En onheilspellend ln de richting van de WD-bewindslleden klonk Keja's waarschuwing: „als dééraan ge tornd wordt en liberalen zijn daar voor medeverantwoordelijk dan maken we ons volkomen onmoge lijk natuurlijk." Er lijken, kortom, principes in het geding en dan weet je nooit wat er gaat gebeuren. Kreten Dreigt de vrije meningsuiting wer kelijk te worden beknot? Met de verkiezingen ln zicht kon het vraag stuk Inderdaad wel eens zo worden gedoopt. Een betuttelende overheid', zou willen uitmaken welke buiten landse tv-zenders de Nederlander al dan niet vla de kabel zou mogen ontvangen. Censuur! De kreten zijn reeds gevallen. P. L. Koopman: Het ware te wensen dat slgarettenfabrikanten bij hun export-policy gericht op de ontwik kelingslanden eenzelfde terughou dendheid betrachten als hedenten- dage door missie en zending wordt opgebracht (VU-Amsterdam) C. E. van Dijkum: Het beschikbaar stellen van een gevarieerd pakket computerspelletjes verkleint de kans op Inbraak ln beveiligde infor matiestanden (VU-Amsterdam) G. Wlllemsen: Het in 1975 gesloten verdrag aangaande de ontwikke lingssamenwerking tussen Neder land en Suriname ls in wezen niet gericht op de bevordering van de autonome ontwikkeling van Suri name (R.U.-Rotterdam) H. J. T. Coellngh Bennink: Als men van mening is dat ieder gelijke kan sen behoort te hebben, is loting voor toelating tot de medische stu die verwerpelijk omdat daardoor ongelijke kansen voor de toekom stige patiënten worden gecreëerd. (RU-Utrecht). t De schrijver ln .Aussenpolltik" laat zich niet met zoveel woorden uit over het al of niet stationeren van nieuwe Amerikaanse kernwapens ln Europa. In ieder geval is hij geen voorstander van een verwijdering van kernwapens uit West-Europa. Wel suggereert hij dat een eurostra- teglsch akkoord ten zeerste verge makkelijkt zou worden, als de NA VO, ln ruil voor een Russische toe- zegging dat het Warschau Pact nooit als eerste conventionele wa pens zal inzetten, de belofte aflegt dat zij nooit als eerste kernwapens zal gebruiken. Het idee ls dan uite raard dat schending door de een van zijn belofte tot gevolg zal heb ben dat de ander automatisch ont heven is van de hare. Op het eerste gezicht lijkt dit mis schien mooi. Maar bij enig doorden ken realiseert men zich dat dit ln wezen neerkomt op een wederzijds nlet-aanvalsverdrag. Welnu, oost en west hebben al verscheidene keren te beginnen met hun onderteke ning van het V.N.-handvest for meel te kennen gegeven dat zij geen aanvalsoorlogen zullen voeren. Ik zie niet in, hoe het tot wederzijds vertrouwen kan bijdragen als par tijen plechtig "beloven iets na te laten wat allang verboden is. Ook vind ik de stelling van de Sowjet Unie niet aanvaardbaar dat zij als supermogendheid aanspraak mag maken op een ongehoorde kwets baarheid van West-Europa. Nuchtere beschouwing van wat er aan de hand is, leert dat er volstrekt geen sprake is van de vraag of de kabel-tv-kijker zélf mag uitmaken wat hij wil ontvangen of dat de overheid dat voor hem uitmaakt. Het „polltiek-lnteressante" geschil punt tussen WD- en CDA-mlnls- ters kan hoogstens gaan over de vraag wélke overheid dat uitmaakt, de rijksoverheid of de plaatselijke. De tekst van de befaamde motie-De Beer (WD) van 13 oktober 1975, waarmee de ellende begon waarin het kabinet-Van Agt thans gedom peld dreigt te raken, laat daarover geen misverstand bestaan: „De Kamer overwegende dat het aan de plaatselijke overheid kan worden overgelaten om te be slissen welke buitenlandse pro gramma's dienen te worden aange boden middels de lokale draadom roepinrichting Plaatselijke censor De rol van betuttelaar, censor of hoe men deze partij ook zou willen aanduiden, zou volgens de liberalen dus moeten toevallen aan de plaat selijke overheid. Niet zo gauw in ziende wat daar tegen was, stemde de Kamer voor deze motie; ln de wet werd de rol van de minister van CRM geschrapt. Maar Ijlings kwam men daarop eind vorig Jaar terug in de motie-Schol- ten (CDA), toen bleek dat er daar door een gat in de wet dreigde te ontstaan, waardoor via Luxem burg op Nederland gerichte com merciële tv zou kunnen worden be dreven, althans op het bekabelde publiek (thans reeds zestig procent van de kijkers). Voorlopig blijft dus het oude artikel 48 van de Omroepwet nog van kracht al ls dat volgens sommigen ook niet waterdicht. De Kamer sprak uit dat de minister van CRM een taak diende te hebben bij de beoordeling van de toegang tot de kabel voor buitenlandse TV-pro- gramma's „en dat deze yerantwoor- delijkheid dient te worden uitgeoe fend aan de hand van nader te stel len normen en criteria." (motie- Scholten). Geen twijfel dus, waar de Kamer heen wil: niet de gemeentelijke overheid aan de knop, maar de rijksoverheid. En daar is alles voor te zeggen want vragen die het natio nale cultuurbeleid raken, die de communicatievrijheid in ons land betreffen en die alles te maken heb ben met de toekomst van het Ne derlandse omroepbestel, zijn niet van lokale aard. En dèt de overheid zich er mee moet bemoeien, is onvermijdelijk. Dat er kent ook de WD. Elke vergelijking met bij voorbeeld kranten gaat mank. De exploitant van de kabel neemt in zijn gebied een monopolie positie in, hem verleend door de overheid. Dit verplicht deze over heid ervoor te zorgen dat democra tische controle over het keuzepak ket aan programma's mogelijk wordt Zoals de zaken nu liggen, dreigt er een warboeltje te ontstaan, waarbij door gebrek aan regeling de macht over de censorknop toevalt aanja aan wie eigenlijk? B. en W.? De gemeenteraad? De directeur van het Gas- en Waterleidingbe drijf? Een willekeurige technicus? De vrouw van de burgemeester? De exploitant van het kabelnet? Geen zeggenschap In ieder geval is er thans geen spra ke van enige zeggenschap van de kijker op wat hem wordt aangebo den. Sinds hij toetrad tot de kijkers- commune, die het kabelnet vormt,, moet hij maar afwachten welk keu zepakket hem wordt aangeboden. Tot welke willekeur de door de libe ralen voorgestane oplossing leidt, toont reeds de praktijk. Amsterdam geeft de BBC door (bij goed weer te ontvangen) en een Frans tv-station, Amstelveen niet. De Kalfjeslaan vormt de cultuurscheiding. Op ra dio-gebied is hetzelfde het geval. Amsterdam kan het geluid van de Tweede Kamer beluisteren; Am stelveen niet. Een restant misschien van de vroegere liberale opvatting dat politiek niet op de radio thuis hoort? Als in de toekomst de kabel-exploi tanten kunnen kiezen uit een over vloed aan per sateliet uitgezonden programma's, worden de verschil len in keuzepakketten wellicht nóg groter. De ene gemeente neemt dan Oost-Duitsland in het pakket op, de andere gemeente de Zuid-Afrikaan se Uitsaai-corporatie al naar gelang de smaak en politieke voorkeur van degene die toevallig de macht over de knop heeft. Wie het nieuwe wets artikel (niet van kracht geworden) over de draadomroepen leest, ont dekt dat kennelijk onbedoeld verdwenen is een uitdrukkelijke verplichting aan de draadomroep- exploitanten om de programma's van de binnenlandse omroep door te geven. Vrijheid, blijheid, maar wie zou niet raar oplljken wanneer bepaalde gemeenten zouden beslui ten om voortaan de TROS en Ve ronica maar niet meer door te geven of ander voorbeeld wanneer elders VARA en VPRO werden ge weerd? En wat te denken van een gemeente, die zich wenst te beper ken tot NCRV en EO? De schrik slaat menigeen om het hart. Alleen al die mogelijkheid dwingt tot lan delijke voorschriften wat wel en niet dient te worden doorgekabeld. Voor wat betreft de radio ging de theorie al niet op dat de kabel exploitant kon worden verplicht al les door te geven wat eventueel ook via een antenne kon worden ont vangen; voor wat betreft de televi sie breekt die tijd aan als medio de Jaren tachtig het sateliet-tijdperk begint. Dat particulieren op grote schaal kostbare schotelantennes ln hun tuinen zullen installeren is onwaar schijnlijk. Nergens ter wereld ge beurt dat nog. Alleen in combinatie met de kabel krijgt de sateliet bete kenis. De te verwachten omroep- strijd zal dan ook vooral gaan over het gebruik van de kabel, en dat maakt menige commerciële gega digde die ln Luxemburg en Zwitser land droomt van de goudmijn, die satellet-televlsle voor hem zou kun nen worden, nogal onzeker. Geven de kabelexploitanten zijn program ma niet door, dan zit hij met een gigantische strop. En er wordt door de belaagde landen (waaronder Ne derland) nogal grimmig gereageerd. Diverse mogelijkheden dienen zich aan om een stokje voor dergelijke tv-plannen te steken. Als de Neder landse minister van CRM, conform de wens van het parlement (en mo gelijk straks ook krachtens de wet) besluit géén programma's door te kabelen, die reclameboodschappen bevatten welke kennelijk gericht zijn tot de Nederlandse consument, kan hij Nederland wel afschrijven. :Zou Nederland dat middel niet ge bruiken, dan zal er stellig Neder landse druk op b.v. de Zwitserse en Luxemburgse regeringen worden uitgeoefend om af te zien van een .dergelijk, op Nederland gericht pro gramma. Kabelbelasting Een derde mogelijkheid is bedacht door dr. J. J. van Cuilenburg, com municatiewetenschapper van de VU. Prof. J. van Putten haalt die aan in het oktobernummer van De Journalist: een kabelbelasting. Zijn idee is om de toegang van commer ciële uitzendingen, die vanuit het buitenland op Nederland worden gericht via de kabel, aan de bron te belasten met een bedrag dat onge veer gelijk ls aan de veroorzaakte vermindering van de reclamebeste dingen in Nederland. Genoeg moge lijkheden dus om er wat aan te doen. Genoeg redenen om ln Luxemburg en Zwitserland com merciële tv-plannen maar in de on derste la te stoppen. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een bepaling in de Omroepwet, waarin het de minister niet wordt toegestaan in het keuzepakket bui tenlandse programma's op te ne men, die kennelijk tot het Neder landse publiek gerichte reclame boodschappen bevatten. Terecht stelt Van Putten ln zijn eerder aan gehaalde artikel, dat voor een der gelijk verbodsbeleid een rechts grond aanwezig is, „omdat als je déze vrijheid van meningsuiting niet aan banden zou leggen, de be staande vrijheden (het bestaande omroepbestel, de bestaande ver scheidenheid in de gedrukte media) ernstig zouden worden bedreigd en ongetwijfeld aangetast, met per sal do een geringe mate van materiële vrijheid." Aan de minister dienen nog meer voorwaarden te worden gesteld om een zo democratisch mogelijke be sluitvorming tot stand te brengen. Denkbaar is een bepaling dat de minister ook advies dient te vragen aan de afzonderlijke omroeporgani saties over het samen te stellen keu zepakket. Per slot van rekening zijn dat de grootste organisaties van kij kers en luisteraars, dus waarom die niet ingeschakeld? Een zeer zware rol zou tenslotte de Tweede Kamer moeten worden toe gedacht. met name ter bescherming van minderheidsrechten. Wanneer een minderheid in het parlement per se een bepaalde buitenlandse zender in het keuzepakket wenst, dan moet een meerderheid dat niet kunnen tegenhouden. Daarvoor is best een wettelijke regeling te ver zinnen. Verlaten dient in ieder geval te wor den het heilloze pad waarop de libe raal De Beer het parlement vijf jaar geleden lokte. De grote rol van de gemeenten heeft reeds als Jammer lijk gevolg gehad dat een econo misch grote variëteit aan soorten kabelnetten ontstond en in hoogte zeer uiteenlopende heffingen (ne gen gulden tot zestien gulden per maand en wie weet hier en daar zelfs meer). Wie blij was met deze vrijheid, laat zich raden, maar in ieder geval was het niet de tv-kijker. Het wordt tijd voor de ontwikkeling van een demo cratisch kabelbestel. B. van Kaam is lid van de Omroep- raad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13