ie vloek vari Abraham Kuyper Is er plaats voor de Arjos in het CDA? 'ij ie omgang met bezwaren lieuwe wijn in oude zakken vloeit weg zojmsT Ha mal? Green 'Dat is streng verboden!' ADVBRTENTIE VERSCHENEN .1-tcivMcih f Gmevi 11 Geloof is zo broos Geloof iszolmos Ik heb je nooit een rozentuin beloofd Zogezegd Zogezegd uG 24 OKTOBER 1980 TROUW/KWARTET PHS 13 - R 15 Schulte Nordholt tam Kuyper is mij versche- jn de droom vannacht. (Ik zal droom zo getrouw en nauw- g, d.w.z. ontvankelijk, als mo- is trachten te beschrijven, iedereen die wel eens probeert i het grauwe morgenlicht zijn elijke visioenen blijvende ge- te geven weet hoe moeilijk 5, hoe gauw het geheimzinnige ht gerationaliseerd wordt, ik beloof dat ik zo dicht als ik kan bij mijn droom-belevenis ilijven. Alles wat ik achteraf denk en al gedacht heb in de oertoestand tussen slapen en aken en nu in het morgenlicht, tussen haakjes). spaarzaam verlichte ruimte in ik hem, groot en indrukwek kend. zie staan, is een grote holle kamer, een soort vendu-huis waar tafels en bedden rommelig door el kaar staan, her en der. Hij staat links in de hoek bij een hoog raam, hij is heel omvangrijk en grijs haar waait om zijn oren. Hij heeft een keurig gestreept pak aan, driedelig. Ik weet niet waarom ik hem meteen herken, hij lijkt precies op het por tret dat op de nieuwe postzegel staat (die ik gisteren gekocht heb), alleen wat ouder. Ik loop, gretig en verbouwereerd naar hem toe. Ik zeg: wat is dat geweldig dat ik u ontmoet. Mag ik mij aan u voorstel len. Ik ben Wim Schulte Nordholt (in het algemeen haat ik de huidige voornaamrage, maar tegenover Abraham Kuyper staan, dat is na tuurlijk wat anders). Hij staat nu vlak voor mij, hij steekt zijn arm uit en licht mij de hoed van het hoofd. Dat is heel onbeleefd, zegt hij, met de hoed op tegen mij praten (zou hij boos zijn over die lelijke dingen die ik over de V U. heb gezegd in dat interview met George Puchinger?). Die naam ken ik niet, zegt hij (wa ren die van A?). Maar van mijn moeders kant, zeg ik, waren wij Dolerenden. Mijn grootvader heette Treep. O ja, zegt hij, die ken ik. Hield die niet zoveel van een glaas je? En met zijn mollige hand maakt hij het gebaar van pimpelen. Ik heb geen idee of mijn grootvader drankzuchtig was, ik geloof het niet, maar Kuyper tegenspreken, dat gaat natuurlijk niet. Maar mijn grootmoeder, zeg ik, las altijd zon dagsmiddags in uw boeken en bo ven de schoorsteenmantel hing uw portret in een grote ovalen lijst. Het was een litho, geloof ik. Gek. denk ik, waarom zeg ik dat, zou hij weten wat een litho is, wat weten theolo-. gen van grafische kunst? Kom, zegt hij, het is me hier te vol, we gaan naar de andere kamer. We lopen door de schuifdeuren naar de kamer ernaast, daar zijn om een grote tafel een aantal mannen ge schaard. pratend en rokend. Kuy per gaat in het midden zitten, en voor mij is er een paar plaatsen verder ook nog een plaatsje vrij. Maar als ik nu van opzij weer naar hem kijk, is hij plotseling helemaal veranderd, hij nu gekleed in een wit gewaad, zoals engelen in lekespelen 'dragen, met een koordje om de hals vastgeknoopt (het lijkt op het boe tekleed in de beroemde karikatuur van Albert Hahn) Hij rookt nu een sigaartje en telkens als hij de as aftikt in de met papier en peuken overvolle asbak, begint alles daarin te gloeien met een hels, doordrin gend licht, heel geheimzinnig. De hele kamer is er opeens mee ver vuld, een spookachtig verschijnsel. Maar dan hoor ik heel duidelijk, van opzij, een krachtige vloek, de be kendste Hollandse vloek (die ik in Trouw niet wil herhalen, maar wel gistermorgen boven een artikel in de Volkskrant zag staan; die krant las ik. dit ter verontschuldiging, in een hotel in Kampen, waar ik een nacht had doorgebracht, omdat ik er voor de studenten moest spreken). - Heeft Kuyper dat gezegd? Dat kan niet. Ik kijk verbijsterd om mij heen, maar dan word ik wakker, alles is weg. En tussen slapen en ontwaken realiseer ik me hoe cu rieus het is wat ik gedroomd heb en denk, dat moet ik in Trouw schrij ven. Als mijn bijdrage aan het V U. feest. Wat het allemaal betekent weet ik niet, en ik roep niet de wichelaars en waarzeggers van het ganse koninkrijk op om mijn droom te verklaren. Maar toch. als er een Daniël is die er iets aardigs over weet te zeggen, hou ik mij hartelijk aanbevolen. r Hans Feddema ouw van 3 oktober pleit dr. A. nan voor het CDA als een plu- ne partij. Hij wijst op de ver en in (theologische) denkwijze n de Nederlandse katholiek en alvinist. nan blijft echter te veel in het den steken. Het denken heeft stil gestaan na Abraham Kuy- HiJ vergeet, dat er in de zestiger i in zowel de gereformeerde als lieke kring een nieuwe visie was door te breken, namelijk, iet evangelie een unieke politie- oodschap in zich bergt en met t ook de bedoeling heeft een iboek voor een vredesrijk te als redding van de schepping, kht is hier de Invloed te be ren van mensen als Tolstoi. Ra- Blumhardt. Tillich, Bonhoef- Jtanley Jones en Martin Luther die allen de nadruk legden op ijk Gods of de wereldlijke di- le van het evangelie. c geval vond ze weerklank bij elders als Bruins Slot, Smallen- broek en Berghuis. Eerstgenoemde schreef in 1963 het boekje „Kleine partij in grote wereld". Hij maakte duidelijk, dat het om een nieuwe visie ging: „Christelijke politiek is als nationale politiek geboren. Maar dat het om de waarheid en de roe ping voor een wereld in nood ging, drong maar weinig en geleidelijk en niét radicaal genoeg door." In dezelfde tijd sprak AR-voorzltter Berghuis over „evangelische radica liteit" en „sociaal links". Om te illu streren dat het om een nieuwe poli tieke koers handelde, kreeg de ARP een tweede naam: Evangelische Volkspartij. Voorjaar 1967 kwam er echter een kink in de kabel. Na een bewogen verkiezingscampagne, koos de AR- fractie onder leiding van Biesheuvel voor een kabinet met de WD. Me dio maart schreven elf AR-leden in een open brief zich spijtstemmers te voelen: „Christelijke politiek moet christelljk-radicaal zijn of zij moet niet zijnOnze hoop was. dat de ARP zou gaan zoeken naar steeds nauwere banden tussen degenen, die oog hebben voor de fundamen tele tekortkomingen in onze samen leving en daar ook echt wat aan willen doen." Berghuis verklaarde het eens te zijn met de intentie van de brief. En terwijl Jurgens in „De Tijd" liet weten, dat ook de KVP spijtstem mers telde en terwijl voorts een werkgroep van christen-radicalen werd gevonnd, kwam op 15 april oud-minister Bogaers in „Het Bin nenhof" met het belangrijke arti kel: „Juist nu behoefte aan radicaal christelijke politiek". Hij stelde, dat het niet te vroeg was om allerlei acties te ontplooien om de pro- gressief-christelijke beweging van de grond te laten komen". Dat deze vernieuwing vandaag te weinig serieus wordt genomen, ook door Veerman, is des te meer be vreemdend, omdat zij toendertijd door midden en door rechts als zeer bedreigend werd ervaren. Mellema sprak over „een bom onder het con- fessionalisme" en mr. L. van Heij- ningen hield in „De Telegraaf van 26 mei 1967 met verwijzing naar Christus" woord „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld" de evange- lisch-radicalen voor: „Nergens vindt men in het evangelie een voor schrift hóé de wereld verbeterd zou moeten worden door middel van de politiek". De nadruk lag bij de christen-radi calen van toen nog wel iets te veel op de solidariteit op zich. De nieuwe visie was echter ook een kasplantje, dat nog niet aan weer en wind kon worden blootgesteld. Het was daar om een strategische fout van Berg huis, dat hij, hoezeer ook bedoeld om zijn koers te propageren en dus niet om deze in gevaar te brengen, het initiatief nam tot het gesprek van de Achttien tussen AR, KVP en CHU. Voorstanders van de CDU-liJn gre pen daardoor hun kans. Tegelijk trad een proces van verwatering op, zoals altijd, indien Je wijn bij water giet. Berghuis doorzag te weinig, dat Je nieuwe wijn niet in oude zakken kunt doen, omdat deze dan gaan scheuren en dus alle wijn weg vloeit. Vandaag zien we de gevolgen. De politieke oecumene heeft gezege vierd, terwijl de evangelische radi caliteit lijkt ondergesneeuwd. En Veerman, die de christen-radicalen nooit ten volle heeft begrepen, ook niet de koers van zijn voorganger, maar wel diens strategische fouten voortzette, komt nu met olie op de golven. Zijn advies: je neerleggen bij het pluriforme CDA en de radi caliteit van het evangelie niet ver absoluteren. Alsof met dit laatste niet een geheel nieuwe visie naar voren is gekomen, welke zich niet verdraagt met oude confessionele gedachtenpatronen inclusief een autoritaire overheids- opvatting. In Europa heeft zich zowel in het marxisme als in het liberalisme een schisma voorgedaan tussen een au toritaire en een democratische stro ming. Hetzelfde is onvermijdelijk in het politieke christendom. De nieu we messiaanse politieke visie kan alleen tot wasdom komen, indien de christen-radicalen de moed hebben oude verstikkende kaders te verla ten en de wijn in nieuwe zakken te gieten. Dr. J. P. Feddema is lid van de kerngroep van de Tachtigers, die besloten hebben niet toe te treden tot het CDA. door f Ie nieuwste verhalenbundel van de schrijfster van Prijs (p.b.) 15,90 Wsfgbaar 111 bockhandel in kiosk :R1I HOLLAND1A BV. BAARN. "Dat is streng verboden!" tor H. J. Neuman i de dagen en weken dat Anti- evolutionaire Partij, Christelijk- Istorische Unie en Katholieke olks-Partij opgingen in het Chris- tt-Democratisch Appèl is er veel «proken over wat er in de naaste fekomst moet gebeuren. Sommi- i» gaven uiting aan hun bezorgd- ld omdat er nu wel een eenheid organisatie is geschapen, maar og lang g^ien eenheid van beleid, «deren leken min of meer te willen oorschrijven, hoe die eenheid van Weid er op bepaalde belangrijke punten zal moeten uitzien. En dan waren er ook nog degenen die alvast regels wilden stellen voor het geval dat enkelingen of minderheden bin nen het CDA zich straks aan meer derheidsopvattingen zullen willen onttrekken. Dit laatste punt is van niet geringe betekenis omdat de kandidaatsstel ling voor de Tweede Kamer al goed deels is gevorderd, terwijl in het ontwerp-verkiezingsprogram nog allerlei gewichtige knopen moeten worden doorgehakt. Hoe moet dat straks, als mensen die al zeker kun nen zijn van hun plaats op de kandi datenlijst een verkezlngsprogram krijgen voorgelegd dat niet of niet helemaal strookt met hun eigen op vattingen? De punten van verschil kunnen tal rijk maar niet allemaal even belang rijk zijn, gering in aantal maar juist wél belangrijk, en talrijk zowel als belangrijk. In het laatste geval zal er voor kandidaat en partij niet veel anders opzitten dan de conclusie dat zij zich blijkbaar in elkaar heb ben vergist en dat hun wegen zich beter kunnen scheiden. Eenzelfde conclusie is mogelijk in beide ande re gevallen, maar daar is ze vol strekt niet dwingend. Natuurlijk kan ook dan een kandidaat zeggen: het spijt mij, maar op deze voor waarden wens ik mij niet te laten Inhuren en ik behoud (of herneem) mijn vrijheid. Maar er staat haar of hem nog een andere weg open. Zij of hij kan ook zeggen: in grote trekken leg ik mij neer bij het verkiezings program zoals de partij dat heeft goedgekeurd, doch ik verlang aan tekening van het feit dat ik mij toen aanzien van één of twee hoofdpun ten in geweten verplicht voel een andere mening te huldigen. We hebben dan te maken met een bezwaarde kandidaat. Zijn of haar plaats op de lijst blijft gehand haafd, maar de partij en ook de kiezers nemen goede nota van het feit dat deze kandidaat op die en die punten zwarigheden heeft. In de vijftiende* en zestiende eeuw ge bruikte men voor bezwaren vanwe ge de „Duitse natie" tegen kerk en pausdom de term „gravamina" (en kelvoud: gravamen). In de kerken van het gereformeerde protestantis me en ook in bepaalde christelijke partijen is de uitdrukking eveneens in zwang gekomen. Een kandidaat kan op bepaalde artikelen in het program een gravamen leggen en als de partij dit gravamen aan vaardt zullen op deze punten de kandidaat en zijn consciëntie wor den ontzien. Het doen aantekenen van een gravamen schept voor de kandidaat zekere rechten. Men zal hem niet mogen dwingen te beamen wat hij meent niet te kunnen houden. Maar staat daar ook niet iets anders tegenover? Het onderwerp is gevoe lig, zoals de vaste lezers van deze pagina's zich maar al te goed zullen herinneren. Van de andere kant kun je er, zoals oud-KVP-voorzltter Piet van Zeil heeft opgemerkt, ook niet eindeloos omheen blijven draalen. Staat het een Tweede Kamerlid dat als kandidaat een bepaald grava men heeft aangemeld later vrij te handelen zoals hij of zij wil? Het liikt mij redelijk deze vraag met „neen" te beantwoorden, maar uiteraard kan, daarmee de kous niet af zijn. Zoals ik zei moeten in het ontwerp- verkiezingsprogram van het CDA nog allerlei gewichtige knopen wor den doorgehakt. Er staan een paar alternatieve teksten in en de partij moet een keus doen. Zolang deze keus niet vaststaat, hebben alle le den van de partij, inclusief de ka merkandidaten, de volle vrijheid hun voorkeur te belijden voor de ene of de andere tekst of misschien zelfs voor een tekst van volstrekt eigen vinding. Heeft de partij een maal haar keuze bepaald, dan staat het individuele leden alsnog vrij te ijveren voor een andere tekst-over- vier-Jaar. Doch de kandidaten die in de Kamer komen en die geen grava mina hebben aangemeld, zijn ver plicht in hun stemgedrag het pro gram te volgen. Daar zijn ze Immers op gekozen. Programcommissies hebben niet altijd een profetische blik en er kunnen zich in een parle mentaire periode van vier Jaar best eens problemen voordoen, waar het program geen of nauwelijks een antwoord op geeft. Maar waar geen twijfel mogelijk is, dienen zij het program te volgen. Hoe staat het echter met kamerle den die tevoren wél gravamina heb ben aangemeld? Het ls duidelijk dat zij in gewetensnood komen en dat de partij haar eigen regels schendt, als men van hen zou eisen dat zij hun stem geven aan maatre gelen of besluiten die zo Indruisen tegen hun diepste overtuiging dat zij daar in een vroeg stadium en op de voorgeschreven wijze medede ling van hebben gedaan. Zij zijn niet gehouden te steunen wat zij ten diepste verwerpen. Dat is de gewe tensvrijheid die in elke partij be hoort te heersen. Maar evenmin mo gen zij, dunkt mij, actief bestrijden wat hun partij tegenover het electo raat heeft verdedigd. Als in het pro gram van die partij bepaalde beslui ten of maatregelen worden aanbe volen en de regering van de dag (ongeacht of de partij in kwestie in die regering is vertegenwoordigd of niet) is bereid die maatregelen of besluiten te nemen, dan mag het bezwaarde Kamerlid niet op gewe- tensgronden tegen stemmen. Het moet hem, nogmaals, vrij staan zich van stemming te onthouden; maar verder zou hij, wil hij de vertrou wensrelatie met zijn partij niet on herstelbaar bederven, niet mogen gaan. door Kees Hulsman Is er binnen het CDA plaats voor de Arjos? Dat is zeer de vraag. De ontwikkelingen in de afgelopen maanden zijn zeker niet bemoedigend te noemen. De bezwaren van veel Ar Jossers te gen opheffing van de Arjos (het politieke weeskind van de ARP) richten zich vooral op de (JDA-pre- mier (zijn beleid en niet zijn per soon) en kabinetsbeleid, de behan deling (mishandeling) in het CDA van de tien loyalisten en de positie van de Bijbel in het CDA. Het kabinet trekt zich weinig of niets aan van het CDA-programma „Niet Bij Brood Alleen". Van Agt heeft zich beschikbaar gesteld voor het lijsttrekkerschap van het CDA. Hij heeft hierbij ook duidelijk ge maakt voor een nieuw regeerak koord met de WD te zijn. Wil het CDA voordat het de verkiezingen ingaat al een keuze voor de WD maken? Het verloop van de discussie over kernwapens en een mogelijke olie boycot van Zuid Afrika zijn bekend. Met het standpunt van een groot deel van de CD A-fractie wenst het kabinet geen rekening te houden. En een groot deel van de CDA- fractle slikt dit. Het kabinet en de CDA-fractie ver- vreemden zich steeds meer van de vakbonden. Treurig is vooral de ver vreemding tussen CDA en CNV. Prof. Goudzwaard heeft terecht ge steld dat een kabinet van een zo breed mogelijke samenstelling zeer wenselijk is om de problemen waar we in Nederland mee geconfron teerd worden het hoofd te kunnen bieden. Een kabinet met CDA, PvdA en WD dus. De kans dat als Van Agt lijsttrekker van het CDA wordt, er een kabinet met CDA, PvdA en WD komt valt zeer te betwijfelen. Van Agt heeft door zijn optreden en uitspraken al gekozen: een voortzetting van het kabinet- Van Agt. Het is mijns inziens ook niet Juist dat slechts één persoon zich beschikbaar stelt voor het lijst trekkerschap. Hopelijk komt er een tegenkandidaat. De partij moet een keuze kunnen maken. Onheilsprofeten Treurig is het gesteld met de manier waarop het CDA haar „dissidenten" behandeldt. De oud-CDA voorzitter Piet Steenkamp gaf prof. Goud zwaard een flinke trap na toen hij stelde: „Goudzwaard is helaas weg gegaan. Doch dit soort onheilspro feten vergezelt ons al dertien jaar. Dat enkelingen aan de linker- en rechterkant uitvallen is eenvoudig weg niet te voorkomen. Wel moeten we ervoor waken dat hele groepen wegvallen". Steenkamp zal het waarschijnlijk ook niet erg vinden dat „lastpos ten" als Hans de Boer en andere loyalisten uitvallen. „Uitvallen is eenvoudigweg niet te voorkomen". Als Van Zeil, Schmelzer, Duynstee, Van den Broek c.s. hun zin krijgen, zal dit ook wel gebeuren. Van ZeU stelde op de laatste KVP- partijraad dat het CDA het ver schijnsel „loyalisme" moet trachten te voorkomen. Hans van den Broek stelde voor het fractiereglement te wijzigen zodat een minderheid geen kans meer zou krijgen zich te mani festeren. Dit zijn zeer bedenkelijke uitspra ken. „Het kabinet kan geen dag zonder de steun van de loyalisten. Er moet dus nogal wat gesteund zijn" stelde een verontwaardigde De Boer terecht. Kun je je binnen het CDA beroepen op de Bijbel als je richtsnoer voor het politiek handelen? De ervarin gen van prof. Goudzwaard binnen het CDA spreken boekdelen. Elke keer als hij sprak vanuit zijn visie op het evangelie verweten anderen hem dat hij het evangelie monopoli seerde. Op deze manier wordt bin nen het CDA een discussie op basis van het Evangelie dood gemaakt. Is dit christelijk? Wat te doen Wat moet nu de Arjos met een CDA dat enkele ministers in het kabinet heeft zitten, die zich weinig of niets van het programma „Niet Bij Brood Alleen" aantrekken? Wat moet de Arjos als Van Agt lijsttrek ker van het CDA wordt? Arjossers in Alphen aan den Rijn stelden dui delijk in dat geval geen stap voor de CDA-verkiezingscampagne te zul len verzetten. Vele andere Arjossers zullen zeer waarschijnlijk hun voor beeld volgen. De ARP is Jankend ten onder ge gaan. Vele ARP'ers stemden voor de fusie omdat het nu eenmaal njéfc anders was. Er was geen keuze. De ARP is opgegaan In het CDA zon der dat de steeds bepleitte eenheid van beleid, voorafgaande aan de fusie, was gerealiseerd. Wat zal er van de ARP-loyalisten terecht ko men? Zal het CDA hun gravamen accepteren? Als het CDA zich nu al zo bedenkelijk opstelt ten opzichte van de loyalisten hoe zal zij zich dan opstellen ten opzichte van zijn Jon gerenorganisatie? Het is voor Arjossers een uiterst riskante onderneming om nu in de ze situatie voor opheffing van de Arjos te stemmen. Zo'n besluit is niet meer terug te draaien en je weet niet of wij in die nieuwe club wel geaccepteerd zullen worden. Ik hoop daarom dat de Arjos morgen „nee" zal zeggen tegen opheffing op dit ogenblik. De Arjos zou eerst moeten afwachten hoe het CDA op gravamen van enkele fractieleden, zal reageren. Zullen afwijkende me ningen getolereerd worden? Mochten er toch nog tekenen van hoop komen hetgeen ik van harte hoop dan kan de Arjos ïftsnog besluiten zich op te heffen en op gaan in het CDA en CDJA. In geval van het uitblijven van deze hoop kan de Arjos aansluiting proberen te vinden bij een andere politieke organisatie. Er zijn genoeg organi saties die vast wel bereid zijn hier over met de Arjos te praten: de werkgroep NBBA, de EPV, de RPF. Ook denk ik aan de PvdA (Den Uyl voorop) en de PPR (Bas de Gaay Fortman). Keuze genoeg dus voor de Arjos. Natuurlijk dient bij dit alles be dacht te worden dat de Arjos mor gen door zich op te heffen kiest voor een fusie in het CDJA. Maar het CDJA is nu eenmaal niet los te zien van het CDA. Hopelijk komt de Arjos niet bij de kudde omdat de kudde groot is. Een Arjosser is geen kuddedier. Arjossers, weet wat je morgen stemt.! Kees Hulsman is lid van de buiten land-commissie van de Arjos. Hij heeft deze beschouwing op eigen initiatief en voor eigen verant woordelijkheid geschreven. J. P. H. Burbach: Het resultaat van plastisch chirurgische behandeling van de neus is en blijft een gok (RU- Utrecht) A. P. Buunk: Gezien de omvang van de fietsendiefstal zou de aanleg van bewaakte parkeergelegenheid voor fietsen een uitstekende bijdrage zijn aan het weren van auto's uit de binnenstad (RU-Utrecht) D. van der Plas: Gezien de voort gaande oecumenische samengroei- ing van kerken en gemeenten, mag de Generale Synode van de N.H. Kerk zich bij de benoeming van kerkelijke hoogleraren niet beper ken tot prediktanten uit eigen kerkgenootschap, en moet de ker korde dienovereenkomstig worden aangepast (RU-Utrecht) D. van der Plas: de snelheid waar mee automatische schuifdeuren zich plegen te openen dieht aange past te zijn aan mensen die van tempo houden (RU-Utrecht). H. T. Cahen: Dat de publiciteitsme dia meer aandacht schenken aan het niet-erkennen van de PLO door de staat Israël, dan aan het niet- erkennen van de staat Israël door het Vaticaan, is een vorm van selec tieve verontwaardiging (R.U.- Utrecht) H. C. M. van Dijk: Wanneer de ont wikkelingen zich voortzetten zoals nu zal binnen afzienbare tijd het gehele maatschappelijke leven op inspraakprocedures zijn vastgelo pen (R.U.-Utrecht) S. P. J. M. van Nispen: Het paard ziet geen been in poten (R.U.-Gro- ningen) G. Hornstra: De kwaliteit van een krant wordt in belangrijke mate be paald door de bezorger (R.U.-Lim- burg) G. Hornstra: Een „gezonde" eetlust is niet altijd gezond (R.U.-Limburg) H. A. Lopes Cardozo: De lichaams verzorging van de Nederlander is veelal milieuvriendelijk en energie besparend (V.U.-Amsterdam).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13