ie vloek vari Abraham Kuyper
Is er
plaats voor
de Arjos
in het CDA?
'ij
ie omgang met bezwaren
lieuwe wijn in oude zakken vloeit weg
zojmsT
Ha mal?
Green
'Dat is streng
verboden!'
ADVBRTENTIE
VERSCHENEN
.1-tcivMcih
f Gmevi
11 Geloof
is zo broos
Geloof iszolmos
Ik heb je nooit een
rozentuin beloofd
Zogezegd
Zogezegd
uG 24 OKTOBER 1980
TROUW/KWARTET
PHS 13 - R 15
Schulte Nordholt
tam Kuyper is mij versche-
jn de droom vannacht. (Ik zal
droom zo getrouw en nauw-
g, d.w.z. ontvankelijk, als mo-
is trachten te beschrijven,
iedereen die wel eens probeert
i het grauwe morgenlicht zijn
elijke visioenen blijvende ge-
te geven weet hoe moeilijk
5, hoe gauw het geheimzinnige
ht gerationaliseerd wordt,
ik beloof dat ik zo dicht als ik
kan bij mijn droom-belevenis
ilijven. Alles wat ik achteraf
denk en al gedacht heb in de
oertoestand tussen slapen en
aken en nu in het morgenlicht,
tussen haakjes).
spaarzaam verlichte ruimte
in ik hem, groot en indrukwek
kend. zie staan, is een grote holle
kamer, een soort vendu-huis waar
tafels en bedden rommelig door el
kaar staan, her en der. Hij staat
links in de hoek bij een hoog raam,
hij is heel omvangrijk en grijs haar
waait om zijn oren. Hij heeft een
keurig gestreept pak aan, driedelig.
Ik weet niet waarom ik hem meteen
herken, hij lijkt precies op het por
tret dat op de nieuwe postzegel
staat (die ik gisteren gekocht heb),
alleen wat ouder. Ik loop, gretig en
verbouwereerd naar hem toe. Ik
zeg: wat is dat geweldig dat ik u
ontmoet. Mag ik mij aan u voorstel
len. Ik ben Wim Schulte Nordholt
(in het algemeen haat ik de huidige
voornaamrage, maar tegenover
Abraham Kuyper staan, dat is na
tuurlijk wat anders). Hij staat nu
vlak voor mij, hij steekt zijn arm uit
en licht mij de hoed van het hoofd.
Dat is heel onbeleefd, zegt hij, met
de hoed op tegen mij praten (zou hij
boos zijn over die lelijke dingen die
ik over de V U. heb gezegd in dat
interview met George Puchinger?).
Die naam ken ik niet, zegt hij (wa
ren die van A?). Maar van mijn
moeders kant, zeg ik, waren wij
Dolerenden. Mijn grootvader heette
Treep. O ja, zegt hij, die ken ik.
Hield die niet zoveel van een glaas
je? En met zijn mollige hand maakt
hij het gebaar van pimpelen.
Ik heb geen idee of mijn grootvader
drankzuchtig was, ik geloof het
niet, maar Kuyper tegenspreken,
dat gaat natuurlijk niet. Maar mijn
grootmoeder, zeg ik, las altijd zon
dagsmiddags in uw boeken en bo
ven de schoorsteenmantel hing uw
portret in een grote ovalen lijst. Het
was een litho, geloof ik. Gek. denk
ik, waarom zeg ik dat, zou hij weten
wat een litho is, wat weten theolo-.
gen van grafische kunst?
Kom, zegt hij, het is me hier te vol,
we gaan naar de andere kamer. We
lopen door de schuifdeuren naar de
kamer ernaast, daar zijn om een
grote tafel een aantal mannen ge
schaard. pratend en rokend. Kuy
per gaat in het midden zitten, en
voor mij is er een paar plaatsen
verder ook nog een plaatsje vrij.
Maar als ik nu van opzij weer naar
hem kijk, is hij plotseling helemaal
veranderd, hij nu gekleed in een wit
gewaad, zoals engelen in lekespelen
'dragen, met een koordje om de hals
vastgeknoopt (het lijkt op het boe
tekleed in de beroemde karikatuur
van Albert Hahn) Hij rookt nu een
sigaartje en telkens als hij de as
aftikt in de met papier en peuken
overvolle asbak, begint alles daarin
te gloeien met een hels, doordrin
gend licht, heel geheimzinnig. De
hele kamer is er opeens mee ver
vuld, een spookachtig verschijnsel.
Maar dan hoor ik heel duidelijk, van
opzij, een krachtige vloek, de be
kendste Hollandse vloek (die ik in
Trouw niet wil herhalen, maar wel
gistermorgen boven een artikel in
de Volkskrant zag staan; die krant
las ik. dit ter verontschuldiging, in
een hotel in Kampen, waar ik een
nacht had doorgebracht, omdat ik
er voor de studenten moest
spreken). -
Heeft Kuyper dat gezegd? Dat kan
niet. Ik kijk verbijsterd om mij
heen, maar dan word ik wakker,
alles is weg. En tussen slapen en
ontwaken realiseer ik me hoe cu
rieus het is wat ik gedroomd heb en
denk, dat moet ik in Trouw schrij
ven. Als mijn bijdrage aan het V U.
feest. Wat het allemaal betekent
weet ik niet, en ik roep niet de
wichelaars en waarzeggers van het
ganse koninkrijk op om mijn droom
te verklaren. Maar toch. als er een
Daniël is die er iets aardigs over
weet te zeggen, hou ik mij hartelijk
aanbevolen.
r Hans Feddema
ouw van 3 oktober pleit dr. A.
nan voor het CDA als een plu-
ne partij. Hij wijst op de ver
en in (theologische) denkwijze
n de Nederlandse katholiek en
alvinist.
nan blijft echter te veel in het
den steken. Het denken heeft
stil gestaan na Abraham Kuy-
HiJ vergeet, dat er in de zestiger
i in zowel de gereformeerde als
lieke kring een nieuwe visie
was door te breken, namelijk,
iet evangelie een unieke politie-
oodschap in zich bergt en met
t ook de bedoeling heeft een
iboek voor een vredesrijk te
als redding van de schepping,
kht is hier de Invloed te be
ren van mensen als Tolstoi. Ra-
Blumhardt. Tillich, Bonhoef-
Jtanley Jones en Martin Luther
die allen de nadruk legden op
ijk Gods of de wereldlijke di-
le van het evangelie.
c geval vond ze weerklank bij
elders als Bruins Slot, Smallen-
broek en Berghuis. Eerstgenoemde
schreef in 1963 het boekje „Kleine
partij in grote wereld". Hij maakte
duidelijk, dat het om een nieuwe
visie ging: „Christelijke politiek is
als nationale politiek geboren. Maar
dat het om de waarheid en de roe
ping voor een wereld in nood ging,
drong maar weinig en geleidelijk en
niét radicaal genoeg door."
In dezelfde tijd sprak AR-voorzltter
Berghuis over „evangelische radica
liteit" en „sociaal links". Om te illu
streren dat het om een nieuwe poli
tieke koers handelde, kreeg de ARP
een tweede naam: Evangelische
Volkspartij.
Voorjaar 1967 kwam er echter een
kink in de kabel. Na een bewogen
verkiezingscampagne, koos de AR-
fractie onder leiding van Biesheuvel
voor een kabinet met de WD. Me
dio maart schreven elf AR-leden in
een open brief zich spijtstemmers te
voelen: „Christelijke politiek moet
christelljk-radicaal zijn of zij moet
niet zijnOnze hoop was. dat de
ARP zou gaan zoeken naar steeds
nauwere banden tussen degenen,
die oog hebben voor de fundamen
tele tekortkomingen in onze samen
leving en daar ook echt wat aan
willen doen." Berghuis verklaarde
het eens te zijn met de intentie van
de brief.
En terwijl Jurgens in „De Tijd" liet
weten, dat ook de KVP spijtstem
mers telde en terwijl voorts een
werkgroep van christen-radicalen
werd gevonnd, kwam op 15 april
oud-minister Bogaers in „Het Bin
nenhof" met het belangrijke arti
kel: „Juist nu behoefte aan radicaal
christelijke politiek". Hij stelde, dat
het niet te vroeg was om allerlei
acties te ontplooien om de pro-
gressief-christelijke beweging van
de grond te laten komen".
Dat deze vernieuwing vandaag te
weinig serieus wordt genomen, ook
door Veerman, is des te meer be
vreemdend, omdat zij toendertijd
door midden en door rechts als zeer
bedreigend werd ervaren. Mellema
sprak over „een bom onder het con-
fessionalisme" en mr. L. van Heij-
ningen hield in „De Telegraaf van
26 mei 1967 met verwijzing naar
Christus" woord „Mijn Koninkrijk
is niet van deze wereld" de evange-
lisch-radicalen voor: „Nergens
vindt men in het evangelie een voor
schrift hóé de wereld verbeterd zou
moeten worden door middel van de
politiek".
De nadruk lag bij de christen-radi
calen van toen nog wel iets te veel
op de solidariteit op zich. De nieuwe
visie was echter ook een kasplantje,
dat nog niet aan weer en wind kon
worden blootgesteld. Het was daar
om een strategische fout van Berg
huis, dat hij, hoezeer ook bedoeld
om zijn koers te propageren en dus
niet om deze in gevaar te brengen,
het initiatief nam tot het gesprek
van de Achttien tussen AR, KVP en
CHU.
Voorstanders van de CDU-liJn gre
pen daardoor hun kans. Tegelijk
trad een proces van verwatering op,
zoals altijd, indien Je wijn bij water
giet. Berghuis doorzag te weinig,
dat Je nieuwe wijn niet in oude
zakken kunt doen, omdat deze dan
gaan scheuren en dus alle wijn weg
vloeit.
Vandaag zien we de gevolgen. De
politieke oecumene heeft gezege
vierd, terwijl de evangelische radi
caliteit lijkt ondergesneeuwd. En
Veerman, die de christen-radicalen
nooit ten volle heeft begrepen, ook
niet de koers van zijn voorganger,
maar wel diens strategische fouten
voortzette, komt nu met olie op de
golven. Zijn advies: je neerleggen
bij het pluriforme CDA en de radi
caliteit van het evangelie niet ver
absoluteren.
Alsof met dit laatste niet een geheel
nieuwe visie naar voren is gekomen,
welke zich niet verdraagt met oude
confessionele gedachtenpatronen
inclusief een autoritaire overheids-
opvatting.
In Europa heeft zich zowel in het
marxisme als in het liberalisme een
schisma voorgedaan tussen een au
toritaire en een democratische stro
ming. Hetzelfde is onvermijdelijk in
het politieke christendom. De nieu
we messiaanse politieke visie kan
alleen tot wasdom komen, indien de
christen-radicalen de moed hebben
oude verstikkende kaders te verla
ten en de wijn in nieuwe zakken te
gieten.
Dr. J. P. Feddema is lid van de
kerngroep van de Tachtigers, die
besloten hebben niet toe te treden
tot het CDA.
door f
Ie nieuwste verhalenbundel
van de schrijfster van
Prijs (p.b.) 15,90
Wsfgbaar 111 bockhandel in kiosk
:R1I HOLLAND1A BV. BAARN.
"Dat is streng verboden!"
tor H. J. Neuman
i de dagen en weken dat Anti-
evolutionaire Partij, Christelijk-
Istorische Unie en Katholieke
olks-Partij opgingen in het Chris-
tt-Democratisch Appèl is er veel
«proken over wat er in de naaste
fekomst moet gebeuren. Sommi-
i» gaven uiting aan hun bezorgd-
ld omdat er nu wel een eenheid
organisatie is geschapen, maar
og lang g^ien eenheid van beleid,
«deren leken min of meer te willen
oorschrijven, hoe die eenheid van
Weid er op bepaalde belangrijke
punten zal moeten uitzien. En dan
waren er ook nog degenen die alvast
regels wilden stellen voor het geval
dat enkelingen of minderheden bin
nen het CDA zich straks aan meer
derheidsopvattingen zullen willen
onttrekken.
Dit laatste punt is van niet geringe
betekenis omdat de kandidaatsstel
ling voor de Tweede Kamer al goed
deels is gevorderd, terwijl in het
ontwerp-verkiezingsprogram nog
allerlei gewichtige knopen moeten
worden doorgehakt. Hoe moet dat
straks, als mensen die al zeker kun
nen zijn van hun plaats op de kandi
datenlijst een verkezlngsprogram
krijgen voorgelegd dat niet of niet
helemaal strookt met hun eigen op
vattingen?
De punten van verschil kunnen tal
rijk maar niet allemaal even belang
rijk zijn, gering in aantal maar juist
wél belangrijk, en talrijk zowel als
belangrijk. In het laatste geval zal
er voor kandidaat en partij niet veel
anders opzitten dan de conclusie
dat zij zich blijkbaar in elkaar heb
ben vergist en dat hun wegen zich
beter kunnen scheiden. Eenzelfde
conclusie is mogelijk in beide ande
re gevallen, maar daar is ze vol
strekt niet dwingend. Natuurlijk
kan ook dan een kandidaat zeggen:
het spijt mij, maar op deze voor
waarden wens ik mij niet te laten
Inhuren en ik behoud (of herneem)
mijn vrijheid. Maar er staat haar of
hem nog een andere weg open. Zij of
hij kan ook zeggen: in grote trekken
leg ik mij neer bij het verkiezings
program zoals de partij dat heeft
goedgekeurd, doch ik verlang aan
tekening van het feit dat ik mij toen
aanzien van één of twee hoofdpun
ten in geweten verplicht voel een
andere mening te huldigen.
We hebben dan te maken met een
bezwaarde kandidaat. Zijn of haar
plaats op de lijst blijft gehand
haafd, maar de partij en ook de
kiezers nemen goede nota van het
feit dat deze kandidaat op die en die
punten zwarigheden heeft. In de
vijftiende* en zestiende eeuw ge
bruikte men voor bezwaren vanwe
ge de „Duitse natie" tegen kerk en
pausdom de term „gravamina" (en
kelvoud: gravamen). In de kerken
van het gereformeerde protestantis
me en ook in bepaalde christelijke
partijen is de uitdrukking eveneens
in zwang gekomen. Een kandidaat
kan op bepaalde artikelen in het
program een gravamen leggen en
als de partij dit gravamen aan
vaardt zullen op deze punten de
kandidaat en zijn consciëntie wor
den ontzien. Het doen aantekenen
van een gravamen schept voor de
kandidaat zekere rechten. Men zal
hem niet mogen dwingen te beamen
wat hij meent niet te kunnen
houden.
Maar staat daar ook niet iets anders
tegenover? Het onderwerp is gevoe
lig, zoals de vaste lezers van deze
pagina's zich maar al te goed zullen
herinneren. Van de andere kant kun
je er, zoals oud-KVP-voorzltter Piet
van Zeil heeft opgemerkt, ook niet
eindeloos omheen blijven draalen.
Staat het een Tweede Kamerlid dat
als kandidaat een bepaald grava
men heeft aangemeld later vrij te
handelen zoals hij of zij wil? Het
liikt mij redelijk deze vraag
met „neen" te beantwoorden, maar
uiteraard kan, daarmee de kous niet
af zijn.
Zoals ik zei moeten in het ontwerp-
verkiezingsprogram van het CDA
nog allerlei gewichtige knopen wor
den doorgehakt. Er staan een paar
alternatieve teksten in en de partij
moet een keus doen. Zolang deze
keus niet vaststaat, hebben alle le
den van de partij, inclusief de ka
merkandidaten, de volle vrijheid
hun voorkeur te belijden voor de
ene of de andere tekst of misschien
zelfs voor een tekst van volstrekt
eigen vinding. Heeft de partij een
maal haar keuze bepaald, dan staat
het individuele leden alsnog vrij te
ijveren voor een andere tekst-over-
vier-Jaar. Doch de kandidaten die in
de Kamer komen en die geen grava
mina hebben aangemeld, zijn ver
plicht in hun stemgedrag het pro
gram te volgen. Daar zijn ze Immers
op gekozen. Programcommissies
hebben niet altijd een profetische
blik en er kunnen zich in een parle
mentaire periode van vier Jaar best
eens problemen voordoen, waar het
program geen of nauwelijks een
antwoord op geeft. Maar waar geen
twijfel mogelijk is, dienen zij het
program te volgen.
Hoe staat het echter met kamerle
den die tevoren wél gravamina heb
ben aangemeld? Het ls duidelijk
dat zij in gewetensnood komen en
dat de partij haar eigen regels
schendt, als men van hen zou eisen
dat zij hun stem geven aan maatre
gelen of besluiten die zo Indruisen
tegen hun diepste overtuiging dat
zij daar in een vroeg stadium en op
de voorgeschreven wijze medede
ling van hebben gedaan. Zij zijn
niet gehouden te steunen wat zij ten
diepste verwerpen. Dat is de gewe
tensvrijheid die in elke partij be
hoort te heersen. Maar evenmin mo
gen zij, dunkt mij, actief bestrijden
wat hun partij tegenover het electo
raat heeft verdedigd. Als in het pro
gram van die partij bepaalde beslui
ten of maatregelen worden aanbe
volen en de regering van de dag
(ongeacht of de partij in kwestie in
die regering is vertegenwoordigd of
niet) is bereid die maatregelen of
besluiten te nemen, dan mag het
bezwaarde Kamerlid niet op gewe-
tensgronden tegen stemmen. Het
moet hem, nogmaals, vrij staan zich
van stemming te onthouden; maar
verder zou hij, wil hij de vertrou
wensrelatie met zijn partij niet on
herstelbaar bederven, niet mogen
gaan.
door Kees Hulsman
Is er binnen het CDA plaats
voor de Arjos? Dat is zeer de
vraag. De ontwikkelingen in
de afgelopen maanden zijn
zeker niet bemoedigend te
noemen.
De bezwaren van veel Ar Jossers te
gen opheffing van de Arjos (het
politieke weeskind van de ARP)
richten zich vooral op de (JDA-pre-
mier (zijn beleid en niet zijn per
soon) en kabinetsbeleid, de behan
deling (mishandeling) in het CDA
van de tien loyalisten en de positie
van de Bijbel in het CDA.
Het kabinet trekt zich weinig of
niets aan van het CDA-programma
„Niet Bij Brood Alleen". Van Agt
heeft zich beschikbaar gesteld voor
het lijsttrekkerschap van het CDA.
Hij heeft hierbij ook duidelijk ge
maakt voor een nieuw regeerak
koord met de WD te zijn. Wil het
CDA voordat het de verkiezingen
ingaat al een keuze voor de WD
maken?
Het verloop van de discussie over
kernwapens en een mogelijke olie
boycot van Zuid Afrika zijn bekend.
Met het standpunt van een groot
deel van de CD A-fractie wenst het
kabinet geen rekening te houden.
En een groot deel van de CDA-
fractle slikt dit.
Het kabinet en de CDA-fractie ver-
vreemden zich steeds meer van de
vakbonden. Treurig is vooral de ver
vreemding tussen CDA en CNV.
Prof. Goudzwaard heeft terecht ge
steld dat een kabinet van een zo
breed mogelijke samenstelling zeer
wenselijk is om de problemen waar
we in Nederland mee geconfron
teerd worden het hoofd te kunnen
bieden. Een kabinet met CDA,
PvdA en WD dus. De kans dat als
Van Agt lijsttrekker van het CDA
wordt, er een kabinet met CDA,
PvdA en WD komt valt zeer te
betwijfelen. Van Agt heeft door zijn
optreden en uitspraken al gekozen:
een voortzetting van het kabinet-
Van Agt. Het is mijns inziens ook
niet Juist dat slechts één persoon
zich beschikbaar stelt voor het lijst
trekkerschap. Hopelijk komt er een
tegenkandidaat. De partij moet een
keuze kunnen maken.
Onheilsprofeten
Treurig is het gesteld met de manier
waarop het CDA haar „dissidenten"
behandeldt. De oud-CDA voorzitter
Piet Steenkamp gaf prof. Goud
zwaard een flinke trap na toen hij
stelde: „Goudzwaard is helaas weg
gegaan. Doch dit soort onheilspro
feten vergezelt ons al dertien jaar.
Dat enkelingen aan de linker- en
rechterkant uitvallen is eenvoudig
weg niet te voorkomen. Wel moeten
we ervoor waken dat hele groepen
wegvallen".
Steenkamp zal het waarschijnlijk
ook niet erg vinden dat „lastpos
ten" als Hans de Boer en andere
loyalisten uitvallen. „Uitvallen is
eenvoudigweg niet te voorkomen".
Als Van Zeil, Schmelzer, Duynstee,
Van den Broek c.s. hun zin krijgen,
zal dit ook wel gebeuren.
Van ZeU stelde op de laatste KVP-
partijraad dat het CDA het ver
schijnsel „loyalisme" moet trachten
te voorkomen. Hans van den Broek
stelde voor het fractiereglement te
wijzigen zodat een minderheid geen
kans meer zou krijgen zich te mani
festeren.
Dit zijn zeer bedenkelijke uitspra
ken. „Het kabinet kan geen dag
zonder de steun van de loyalisten.
Er moet dus nogal wat gesteund
zijn" stelde een verontwaardigde
De Boer terecht.
Kun je je binnen het CDA beroepen
op de Bijbel als je richtsnoer voor
het politiek handelen? De ervarin
gen van prof. Goudzwaard binnen
het CDA spreken boekdelen. Elke
keer als hij sprak vanuit zijn visie
op het evangelie verweten anderen
hem dat hij het evangelie monopoli
seerde. Op deze manier wordt bin
nen het CDA een discussie op basis
van het Evangelie dood gemaakt. Is
dit christelijk?
Wat te doen
Wat moet nu de Arjos met een
CDA dat enkele ministers in het
kabinet heeft zitten, die zich weinig
of niets van het programma „Niet
Bij Brood Alleen" aantrekken? Wat
moet de Arjos als Van Agt lijsttrek
ker van het CDA wordt? Arjossers
in Alphen aan den Rijn stelden dui
delijk in dat geval geen stap voor de
CDA-verkiezingscampagne te zul
len verzetten. Vele andere Arjossers
zullen zeer waarschijnlijk hun voor
beeld volgen.
De ARP is Jankend ten onder ge
gaan. Vele ARP'ers stemden voor
de fusie omdat het nu eenmaal njéfc
anders was. Er was geen keuze. De
ARP is opgegaan In het CDA zon
der dat de steeds bepleitte eenheid
van beleid, voorafgaande aan de
fusie, was gerealiseerd. Wat zal er
van de ARP-loyalisten terecht ko
men? Zal het CDA hun gravamen
accepteren? Als het CDA zich nu al
zo bedenkelijk opstelt ten opzichte
van de loyalisten hoe zal zij zich dan
opstellen ten opzichte van zijn Jon
gerenorganisatie?
Het is voor Arjossers een uiterst
riskante onderneming om nu in de
ze situatie voor opheffing van de
Arjos te stemmen. Zo'n besluit is
niet meer terug te draaien en je
weet niet of wij in die nieuwe club
wel geaccepteerd zullen worden. Ik
hoop daarom dat de Arjos morgen
„nee" zal zeggen tegen opheffing op
dit ogenblik. De Arjos zou eerst
moeten afwachten hoe het CDA op
gravamen van enkele fractieleden,
zal reageren. Zullen afwijkende me
ningen getolereerd worden?
Mochten er toch nog tekenen van
hoop komen hetgeen ik van harte
hoop dan kan de Arjos ïftsnog
besluiten zich op te heffen en op
gaan in het CDA en CDJA. In geval
van het uitblijven van deze hoop
kan de Arjos aansluiting proberen
te vinden bij een andere politieke
organisatie. Er zijn genoeg organi
saties die vast wel bereid zijn hier
over met de Arjos te praten: de
werkgroep NBBA, de EPV, de RPF.
Ook denk ik aan de PvdA (Den Uyl
voorop) en de PPR (Bas de Gaay
Fortman). Keuze genoeg dus voor
de Arjos.
Natuurlijk dient bij dit alles be
dacht te worden dat de Arjos mor
gen door zich op te heffen kiest voor
een fusie in het CDJA. Maar het
CDJA is nu eenmaal niet los te zien
van het CDA. Hopelijk komt de
Arjos niet bij de kudde omdat de
kudde groot is. Een Arjosser is geen
kuddedier. Arjossers, weet wat je
morgen stemt.!
Kees Hulsman is lid van de buiten
land-commissie van de Arjos. Hij
heeft deze beschouwing op eigen
initiatief en voor eigen verant
woordelijkheid geschreven.
J. P. H. Burbach: Het resultaat van
plastisch chirurgische behandeling
van de neus is en blijft een gok (RU-
Utrecht)
A. P. Buunk: Gezien de omvang van
de fietsendiefstal zou de aanleg van
bewaakte parkeergelegenheid voor
fietsen een uitstekende bijdrage
zijn aan het weren van auto's uit de
binnenstad (RU-Utrecht)
D. van der Plas: Gezien de voort
gaande oecumenische samengroei-
ing van kerken en gemeenten, mag
de Generale Synode van de N.H.
Kerk zich bij de benoeming van
kerkelijke hoogleraren niet beper
ken tot prediktanten uit eigen
kerkgenootschap, en moet de ker
korde dienovereenkomstig worden
aangepast (RU-Utrecht)
D. van der Plas: de snelheid waar
mee automatische schuifdeuren
zich plegen te openen dieht aange
past te zijn aan mensen die van
tempo houden (RU-Utrecht).
H. T. Cahen: Dat de publiciteitsme
dia meer aandacht schenken aan
het niet-erkennen van de PLO door
de staat Israël, dan aan het niet-
erkennen van de staat Israël door
het Vaticaan, is een vorm van selec
tieve verontwaardiging (R.U.-
Utrecht)
H. C. M. van Dijk: Wanneer de ont
wikkelingen zich voortzetten zoals
nu zal binnen afzienbare tijd het
gehele maatschappelijke leven op
inspraakprocedures zijn vastgelo
pen (R.U.-Utrecht)
S. P. J. M. van Nispen: Het paard
ziet geen been in poten (R.U.-Gro-
ningen)
G. Hornstra: De kwaliteit van een
krant wordt in belangrijke mate be
paald door de bezorger (R.U.-Lim-
burg)
G. Hornstra: Een „gezonde" eetlust
is niet altijd gezond (R.U.-Limburg)
H. A. Lopes Cardozo: De lichaams
verzorging van de Nederlander is
veelal milieuvriendelijk en energie
besparend (V.U.-Amsterdam).