Wat moet een gastarbeider anders?
Tekening van een lezer
8o
behangetje van 21 kilometer
OUW Commentaar
egen en ploeteren (1)
Terugsturen buitenlanders voor thuisland een ramp
3 oegen en ploeteren (2)
2?
li Isen komen met
stigingsplan
)r apothekers
dure nachtpon
oostelijk gokje
wanhopig
ISDAG 22 OKTOBER 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
5
iralsnog negatieve uitkomst
overleg van het kabinet met
•ging en werkgevers is he-
iwelijks verbazingwekkend,
omdat de inzet van het
Tg was, om. overeenkomstig
kwens van het parlement, de
- "pstenstijging fors af te rem-
Het welslagen van deze on-
ning zou de inflatie bchoor-
anW jbben beteugeld en het zou
g en belangrijke voorwaarde
üXC «rstcviging van onze zwakke
misehc positie in vervulling
Les n gebracht.
afZiC jkertijd stond echter al wel
ens,lat hcl een nioeilijke opgave
n! orden om deze oogst binnen
en. Het politieke bedrijf zou
*nS' >p zijn minst enige ordening
dPa n brengen in de centrale
namelijk hoe aan zo'n mati-
«leid handen en voeten moe-
>1f rden gegeven. Weliswaar is er
aanden gezwoegd en geploe-
toals premier Van Agt vcront-
igend opmerkte, maar op dit
iele punt bleef het beleid on-
ik)
lat er eigenlijk om of mati
ging zonder meer gevraagd kan en
mag worden. De vakbeweging is in
het algemeen geneigd, die vraag'
ontkennend te beantwoorden. Zij
vindt, dat er tenminste zicht moet
worden geboden op meer werkgele
genheid en, voorzover dat er niet
rechtstreeks uit voortvloeit, het ka
binet een aantal gerichte maatrege
len zou moeten treffen om dat
perspectief wel te bieden.
Politieke tegenstellingen binnen de
coalitie zijn er de oorzaak van, dat
dit perspectief onvoldoende uit de
verf is gekomen. Tijdens de algeme
ne beschouwingen vorige week be
steedde de fractievoorzitter van het
CDA, Lubbers, wel veel mooie
woorden aan dit perspectief, maar
hij accepteerde uiteindelijk dat het
kabinet onduidelijk bleef. De poli
tieke uitkomst van het debat reikte
daarom niet veel verder, dan dat er
forser zou moeten worden gema
tigd, zonder precies aan te geven
welk gericht beleid daar tegenover
zou moeten staan. Onder die om
standigheden is het bijna een illu
sie, te veronderstellen dat het loon-
overleg vervolgens wel uitkomst zal
bieden.
door Haro Hielkema
Er Is een Marokkaans spreekwoord dat luidt: „Beter een
onbekend gral in den vreemde dan een lege provisiemand
(choukara) in Marokko". Met deze uitdrukking is de vraag
waarom meer dan 400.000 Marokkanen naar West-Europa zijn
getrokken, vrijwel overbodig. Want vooral voor degenen die
illegaal in onze streken aan werk proberen te komen, geldt dat
zij niets te verliezen hebben.
..De kans dat Je in Nederland opge-
pakt wordt en het land uitgezet
wordt, neem je dan ook maar voor
lief," zegt de ongeveer 25-jarige Ma
rokkaan, die in ons vliegtuig naar
Casablanca zit. „Als Je ergens in een
dorp achteraf woont en Je hebt niks
te doen, dan wil je alles wel aanpak
ken en riskeren om wat te verdienen."
Hij heeft „pech" gehad. Een dag eer
der heeft de politie hem in de kraag
gepakt, omdat hij illegaal in Neder
land is. Vijf jaar werkt hij hier al, de
meeste tijd in een Italiaans restau
rant: zes, soms zeven dagen per week,
„maar voor een redelijk salaris". In
drie Jaar is hij niet in zijn geboorte
land geweest. Nu gaat hij eerder dan
hij eigenlijk van plan was. 's Morgens
al hadden we hem ingehaald op de
snelweg naar Schiphol. Met een paar
landgenoten werd hij in een busje
van de politie naar de luchthaven
gebracht. Niet via de gebruikelijke
route voor luchtreizigers, maar langs
een aparte ingang worden de Marok
kanen naar het vliegtuig gebracht.
Het Rif-gebergte, een van de armste gebieden van Marokko, is een belangrijke leverancier van
gastarbeiders. Halve dorpen leven soms van het geld dat één Marokkaan uit Nederland opstuurt.
Vrouwen, kinderen, oude mensen en kneusjes blijven achter.
«net gaat nu enkele dagen in
om zich te beraden over de
rkingen die de sociale part-
het loonoverleg hebben ge-
daarna komt er nog een
gesprek. Het heeft echter al-
veel weg van uitstel van
gezien de mate waarin
in de gesprekspartners
en FNV zich nu al
ingegraven in hun stel-
t kabinet betreft valt niet te
,'hten dat de meest gekriti-
beleidspunten wezenlijk zul-
lorden bijgesteld. Daarvoor
i n d
in het kamerdebat en ook
liten de minister-president
ïg verkondigd, dat er in Ne-
niet te hard meer genivel-
mag worden, dat een meer
beleid zinloos is als niet
de loonkosten globaal en fors
^RGtn gematigd, en dat filosofie
oek itruil tussen matiging en her-,
maatregelen verworpen
•rden. De boodschap van
iet is de afgelopen weken
duidelijk geworden: de
loeten globaal en flink ge-
jworden, en daarmee basta.
kant van de FNV heeft
;er Kok gisteren wel erg
isch elke inruil van prijs-
iatie voor bclastingverla-
afgewezen. Van de daarvoor
.op tvoerde argumenten komt al-
het „contract is contract" in
cierking voor enige waardering.
p«
Vorig jaar immers hanteerde de
vervoersbond FNV tegenover de
stakende havenslepers datzelfde ar
gument om ondanks de benarde
positie waarin deze bond daardoor
terecht kwam niet toe te geven
aan de druk van de stakers. Voor de
rest lijkt het ons niet te verkopen
om een bruto loonsverhoging te
blijven claimen die schoon in de
hand geen cent meer oplevert dan
een netto lastenverlaging. Zeker
wanneer zou kunnen worden vast
gelegd dat de prijscompensatie van
juli 1981 en januari 1982 gewoon
zullen doorgaan, kan de vakbewe
ging het niet maken het aanbod van
lastenverlichting in ruil voor een
stuk prijscompensatie af te slaan.
De invloed van de vakbeweging op
het nationale economische beleid is
het afgelopen anderhalve jaar zien
derogen teruggelopen. Sommigen
zullen daar blij om zijn. Wij beho
ren daartoe niet, de FNV kennelijk
wel, want er wordt geen enkele
serieuze poging meer gedaan in te
spelen op wat andere spelmakers in
het nationale overleg naar voren
schuiven. Het begint er op te lijken
dat de FNV, door interne verdeeld
heid vleugellam,een nieuwe loonin-
greep liever uitlokt dan afwendt.
Om uiteraard daarna weer stevig te
kunnen protesteren. Het ledenver
loop van de bonden na de gebeurte
nissen van dit voorjaar is blijkbaar
nog niet groot genoeg geweest om
er van te leren dat die geschiedenis
zich beter niet kan herhalen.
Achterdeur
Donderdagmorgen, de vlucht van
half twaalf naar Casablanca. Vaste
prik. De achterste rij stoelen in de
DC-8 zijn gereserveerd voor opgepak
te buitenlanders. Langs de achter
deur komen ze binnen; deze keer zijn
het er een stuk of twaalf, onder wie
twee vrouwen die een paar dagen
geleden hierheen kwamen „voor va
kantie". maar nu al terug moeten.
Drie marechaussees in burger zorgen
voor de begeleiding. „Een leuk tripje"
noemt een van hen de regelmatige
reis naar Marokko. „Het is meestal
wel eentonig, maar dat Is maar goed
ook. Anders zou Je rottigheid
hebben."
Een van de uitgezette Marokkanen,
die er nu bij is, is 's morgens „wat
lastig" geweest, vertelt hij. „HIJ is
geloof ik wat bang. Ik denk dat ze 'm
in Marokko nodig hebben. Heel wat
mensen kennen deze vlucht trouwens
wel, omdat ze al eerder zijn uitgezet."
De marechaussee zit er niet zo mee.
Hij vindt het een gezellig uitje. Op de
luchthaven van Casablanca worden
de Marokkanen aan de plaatselijke
politie overgedragen, wat een aantal
Hoe komt een Marokkaan er toe
naar Nederland te trekken?
Vaak Iaat hij zijn gezin achter,
hij komt in een vreemd land met
een eigen cultuur. Of hij werk
zal vinden, moet hij nog maar
afwachten. En de verhalen die
hij hoorde over ons vreemdelin
genbeleid, zullen toch zeker niet
om over te juichen zijn. Over de
oorzaak van de migratie uit Ma
rokko gaat dit artikel in de serie
„Teruggaan of blijven". Het eer
ste stond in de krant van 18
oktober.
nogal eens het paspoort kost. De drie
Nederlanders zijn klaar met hun
werk. De taxi brengt hen naar het
meest sterrenrijke hotel van de stad,
de volgende morgen kan er nog wat in
de medina van Casablanca voor thuis
gekocht worden en op de terugreis
wordt het drietal een beetje door de
KLM-stewardessen verwend.
De Marokkaan die uitgezet wordt, zit
er ook niet erg mee. Hij voorspelt dat
hij maandag wel weer in Nederland
zit. Wat moet hij anders? Er is in
Marokko maar werk voor één van de
vijftien mannen, die kunnen werken.
Een bruto inkomen van een inwoner
van Marokko ligt per Jaar rond de 720
gulden. Niet dat elke Marokkaan dat
bedrag ook verdient. Daarvoor zijn er
in dit land met z'n 18,5 miljoen men
sen te veel scheve verhoudingen. Ze
ker 17,5 miljoen mensen komen niet
boven de vierhonderd gulden per Jaar
uit, terwijl enkele honderdduizenden
op een Jaarinkomen van 6500 gulden
kunnen rekenen.
De Wereldbank heeft in een recente
soc'aal-economische studie geconclu
deerd dat in Marokko zeker zeven
miljoen mensen onder het bestaans
minimum leven. Twee op de vijf Ma
rokkanen leven in een situatie, die te
vergelijken is met het bestaan van de
allerarmsten in landen als Bangla-
desj, India, Centraal-Afrika en Egyp
te. Uit de gegevens blijkt onder meer
dat zo'n 65,4 procent van het nationa
le inkomen in de zakken van de twin
tig procent rijke Marokkanen zit.
De onafhankelijkheid, die Marokko
in 1956 ten deel viel na het koloniale
bewind van Fransen en Spanjaarden,
heeft het leven van de meeste Marok
kanen er niet beter op gemaakt. Voor
al op het platteland is het armoe
troef. De ontwikkelingsplannen van
de regering zijn op papier wel gericht
op een zo gelijk mogelijke verdeling
van de economische groei en hebben
onder meer ten doel de achtergeble
ven regio's (zoals het Rifgebergte in
het Noorden en gebieden in het Zui;
den) op te krikken. Maar de praktijk
is dat investeringen alleen in de groei-
Tekeningen, bi) voorkeur in liggend for
maat. sturen aan Trouw, jury politieke
prent, postbus 859, 1000 AW Amster
dam Naam en adres aan de achterzi|de
vermelden Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon
chti
ECHT (ANP) „Om verdere es-
ie van de heilloze conflictsitua-
c F iet de apothekers te voorkomen"
de Landelijke Huisartsen Vere-
?(LHV) een plan opgesteld voor
hetfrêstigmgsbeleid voor apothekers.
A.potheekhoudende leden van de
linafcging hebben er mee ingestemd
t is aangeboden aan staatssecre-
Veder-Smit (volksgezondheid),
plan is gebaseerd op de afstan-
die patiënten moeten afleggen
«edicijnen te halen.
vefcfV stelt een wijziging in de wet
geneesmiddelenvoorziening
rdoor duidelijk wordt aange-
in welke gebieden apothekers
voor de geneesmiddelenvoorziening
zorgen en in welke gebieden apothe
kers voor de geneesmiddelenvoorzie
ning zorgen en in welke gebieden
apotheekhoudende huisartsen daar
voor zorgen.
Als binnen een straal van 2,5 kilome
ter minstens tienduizend patiënten
bij de in dat gebied gevestigde apo
theekhoudende huisartsen staan in
geschreven, zou dat gebied in de visie
van de huisartsenvereniging „apo-
theekrijp" moeten worden verklaard.
Bijkomende voorwaarde is, dat het
aansluit op een apotheekrijp gebied
waar al een of meer apothekers geves
tigd zijn. Op doordeweekse dagen
hoeven de patiënten dan na een be
zoek aan de hulsarts nooit meer dan
2,5 kilometer af te leggen om hun
geneesmiddelen te halen en bij waar
neming "s avonds, 's nachts en in het
weekeinde nooit meer dan 7,5 kilo
meter.
gebieden terechtkomen en dat met
name de Rif verder in het moeras van
de armoe wegzinkt. Rijke gebieden
als de kuststreek met de grote steden
Casablanca, Rabat en Tanger, kregen
daarentegen extra inkomsten. Zelfs
het voorzichtige rapport van de We
reldbank spreekt van een „verontrus
tende situatie", waarin de rijken
steeds rijker en de armen steeds ar
mer worden.
Lantaarnpalen
De ontwikkelingsplannen van het
Hassan-regime zijn niet van dien
aard dat er in die toestand veel zal
veranderen. De infrastructuur heeft
de voorkeur, zoals blijkt uit het nieu
we stuk autoweg in de buurt van Fes
waarlangs lantaarnpalen slechts
neergezet zijn om te branden als de,
koning langs rijdt. En ook het toeris
me geniet de prioriteit van de rege
ring boven uitgaven voor de indus
trie, het onderwijs en de sociale voor
zieningen.
En dan te bedenken dat Marokko
met z'n 18,5 miljoen inwoners de be
schikking heeft over slechts tweedui
zend huisartsen, dat het analfabetis
me in de steden vijftig en op het
platteland zelfs negentig procent be
draagt, dat slechts 27 procent van de
schoolrijpe Jeugd het lager onderwijs
volgt.
Bij dit sombere verhaal komt dan
nog de miljoenen verslindende oor
log, die Marokko in de West-Sahara
tegen het bevrijdingsleger Polisario
voert De kosten van die oorlog lopen
per jaar met meer dan dertig procent
op; in 1977 werd er bij voorbeeld al
bijna achthonderd miljoen gulden
voor uitgetrokken en werd bovendien
bijna een miljard gulden in de defen
sie geïnvesteerd.
De belangrijkste bron van inkomsten
voor Marokko zijn ook niet meer de
fosfaten uit de Sahara-mijnen (de
strijd met Polis ario heeft de produk-
tie van fosfaat aanzienlijk doen ver
minderen), maar de spaarcentjes van
de gastarbeiders. Het geld dat maan
delijks vanuit West-Europa naar de
achtergebleven families wordt over
gemaakt, maakt de tekorten ruim
schoots goed. In 1976 kwam er zo 2,4
miljard gulden naar Marokko.
Juichen
De Marokkaanse overheid staat er
luid bij te Juichen, zoals de minister
van arbeid, Arsalane El Jadidi, eind
1978 in een toespraak tot het parle
ment: „Met trots kunnen wij consta
teren dat de geldovermakingen naar
Marokko van onze arbeiders in het
buitenland, de deviezen die het toe
risme oplevert en de verkoop van
fosfaten verre overtreffen." Bij de be
handeling van het driejarenplan van
de regering in 1978 is er vrijwel uit
sluitend gesproken over het verstrek
ken van faciliteiten aan gastarbei
ders, die geld willen overmaken naar
Marokko.
Er zijn dorpen in de Rif, waarvan
minstens de halve mannelijke bevol
king in WestrEuropa gastarbeid ver
richt Voor een provincie als bij voor
beeld Al Hoceima zou het dan ook
een ramp zijn, wanneer er geen geld
meer naar de achtergebleven families
zou worden gestuurd, omdat dan de
voornaamste bron van inkomsten
zou wegvallen. „De migratie is de
reddingsboei waaraan vele inwoners
van de Rif en de Rif in z'n geheel zich
hebben vastgeklampt en die de zaak
tijdelijk drijvende houdt," schrijft de
sociaal-geograaf drs. Paolo de Mas
als conclusie van een onderzoek naar
de betekenis van gastarbeid voor de
achtergebleven Marokkanen.
Bijna 25 jaar onafhankelijkheid en
twintig jaar gastarbeid op grote
schaal hebben Marokko economisch
gezien bijzonder afhankelijk ge
maakt van West-Europa. In gebieden
die het vooral van de overmakingen
van gastarbeiders moeten hebben,
zijn lonen en prijzen tot bijna West-
europese hoogte opgedreven. De
machtspolitiek van de regering in Ra
bat is louter gericht op het handha
ven van de bestaande situaties, van
acties die deze structuur zouden kun
nen veranderen is geen sprake.
Noodzakelijk kwaad
Als Nederland zijn gastarbeiders in
navolging van Frankrijk en West-
Duitsland er op wat voor manier ook
toe wil „bewegen" om naar huis te
gaan, dan zou de werkgelegenheidssi
tuatie in Marokko aanzienlijk ver
slechteren. Het gaat immers om ruim
tien procent van de actieve bevol
king. Het verlies van de geldstortin
gen zou de achtergebleven gezinnen
vrijwel terugbrengen tot landbouwin
komens, die per persoon nauwelijks
vierhonderd gulden inhouden. Zo
lang er in Marokko zelf niets verbe
tert, is arbeidsmigratie een even on
vermijdelijk als noodzakelijk kwaad.
De choukara in Marokko is immers
leeg.
Donderdagmorgen half twaalf:
de beruchte vlucht van Schiphol
naar Marokko. Illegale buiten
landers worden het land uitge
zet Niet alle Marokkanen zijn
daar blij mee, zoals deze archief
foto illustreert.
Ontelbare kamers heeft Jan
Spruytenburg in zijn leven al be
hangen. maar nog nooit heeft hij
het er zo warm van gehad als die
vier weken toen hij acht comple
te villa s moest behangen. Oeen
wonder, want het was er wel 45
graden heet. Geen huizen dus die
Je in ons klimaat vindt.
De villa's horen bij een paleis van
prins Fahd bin Abdoel Aziz, zoon
van koning Chaled van Saoedi-
Arabië. Voor de bouw van het
paleis en de villa's had de prins
een Nederlandse aannemer aan
getrokken. Fransen zorgden voor
de Inrichting, Duitsers legden de
tuinen aan. Engelsen plaatsten
de hekwerken en het marmer-
werk was in handen gegeven van
Italianen. Via relaties kreeg
Spruytenburg het verzoek naar
Taif in Saoedi-Arabië te komen
om daar de acht villa's te behan
gen. Hij nam zijn zoon, behanger
te Katwijk aan Zee. mee, en ver
der had hij een paar Nederlandse
studenten als „handlangers"
voor kleine karweitjes.
Omdat hij weer ergens aan het
behangen is. ditmaal in zijn
woonplaats Leiderdorp, vertelt
mevrouw Spruytenburg dat haar
man het work niet aan één stuk
heeft kunnen klaren. Dat komt
doordat de ramadan, de moham
medaanse vastenmaand, er tus
sen kwam. Na drie weken werken
kwam hij veertien dagen thuis
om daarna nog één week in Taif
te behangen. Dat was me het
karwei wel: „Ze stonden om zes
uur op, ontbeten gauw en werk
ten dan tot negen uur 's avonds
door, met een pauze van een half
uurtje. Het was eigenlijk alleen
maar slapen, eten, werken, eten.
slapen. En veel drinken natuur
lijk. In die warmte dronken ze op
één dag wel vijf liter water. En
dan maar weer slapen tot de vol
gende dag, in barakken waar al
leen buitenlanders gehuisvest
waren. Er was 's avonds toch
niets te doen en niets alcoholisch
te drinken, want dat mag niet in
die landen."
Volgens de Lelderdorpse behan
ger zou alleen al de inrichting van
het palels 43 miljoen gulden heb
ben gekost. Aan behang zit er
trouwens ook een aardig kapi
taaltje in de villa's. Het behang,
waarvan de duurste soort 84,40
per rolletje kostte, kwam niet uit
Nederland, maar van de grootste
behangfirma van Europa. In die
acht villa's, waar voornamelijk
hoge paleisfunctionarissen ko
men wonen, zijn 2150 rollen be
hang verwerkt, samen ruim één
entwintig kilometer. Sommige
kamers waren dan ook zeker vijf
enee nhalve meter hoog, dus daar
gaat wat in zitten. Gelukkig hoef
den vader en zoon niet alle werk
jes die bij het behangen horen,
zelf te doen: behalve de studen
ten waren er ook een paar Arabi
sche arbeiders, die de muren al
vast egaliseerden, water aan
sleepten om de lijm aan te maken
en later de rommel weer op
ruimden.
Is Spruytenburg niet een beetje
bang dat er plotseling een tele
foontje komt of hij onmlddelijk
naar Taif wil komen, omdat het
behang loslaat? Tenslotte is het
denkbaar dat de lijm in zo'n heet
klimaat niet houdt. „Dat zou hij
best willen," zegt zijn vrouw,
.maar hij verwacht het niet. Van
tevoren heeft hij hier allerlei lijm
soorten getest tot hij de goeie
had gevonden, en die heeft hij
zelf meegenomen. Zo'n telefoon
tje zit er dus niet in."
Niet dikker Is mevrouw
Margaret Thatcher dikker gewor
den sinds ze tot Brits premier
werd gekozen? Geen sprake van.
Dat zegt ze zelf tenminste. Ze
heeft officieel de roddelpraatjes
laten tegenspreken als zou ze
„gewichtiger" geworden zijn. Met
haar 55 Jaar past ze nog steeds in
de Engelse maat 14 volgens onze
informatie overeenkomend met
maar 42-44. en volgens Elseviers
Magazine een omvang voor een
..ranke constructie".
aft si \M L
AI die cirkels tussen de flatge
bouwen zullen de bewoners van
deze wijk in Moskou er aan blij
ven herinneren dat ze een huis
hebben gekregen op de plaats
waar honderden beroemdheden
hen voor gingen.
Het is het
Olympisch dorp, dat dezer dagen
zijn eerste „gewone" bewoners
gekregen heeft.
De eerste „nieu
wen" die op een van de zestien
woonlagen van een van de ge
bouwen een flatje konden be
trekken, waren bejaarde echtpa
ren. voor wie het te hopen valt
dat de liften niet al te vaak wei
geren.
Lee Ann Gyre uit Minnesota was
er van overtuigd dat haar flanel
len nachtpon niet kon verbran
den. Het materiaal zou absoluut
onbrandbaar zijn en droeg zelfs
■een keuringsetiket van de over
heid. Maar toen ze elf jaar gele
den de thermostaat van een elek
trisch kacheltje wilde afzetten,
vloog haar „onbrandbare" nacht
pon toch in brand. De gevolgen
waren onherstelbaar: Lee Ann
liep tweede- en derdegraads
brandwonden op, moest huid-
transplantaties ondergaan en
waarschijnlijk zitten er nog wel
meer operaties in; bovendien zal
ze altijd littekens houden.
Na Jaren procederen heeft de
rechter haar nu 3miljoen gul
den smartegeld toegekend, uiter
aard te betalen door de fabri
kant. Die heeft direct hoger be
roep bij het opperste gerechtshof
aangetekend, maar dat is niet
ontvankelijk verklaard. Een on
derzoek naar het materiaal van
de nachtpon heeft namelijk heel
duidelijk gemaakt, dat de „on
brandbare stof" juist uitermate
brandbaar was en dat die de
schuld is van Lee Anns brand
wonden.
Een aantal Hongaren ls aan een
opleiding tot croupier begonnen.
Tot nu toe had zo'n opleiding
geen zin, omdat ze met hun vak
kennis nergens achter het IJze
ren Gordijn terecht konden.
Maar dat gaat veranderen: op 1
april volgend Jaar wordt in de
Hongaarse hoofdstad Boedapest
het eerste casino van heel Oost-
Europa geopend. Een typisch ka
pitalistisch verschijnsel, zo'n ca
sino. maar een Hiltonhotel heb
ben ze er toch ook al en dat
hebben ze dan ook onmiddellijk
als vestingsplaats van de speel
zaal uitgekozen. Wie aan een één
aprilgrap denkt zit er naast, want
de besprekingen tussen de Hon
garen en de „Oesterrelchlsche
Splelbanken A.G." zijn het afge
lopen weekeinde in Wenen afge
sloten. Hongarije steekt 51 pro
cent van het beginkapitaal (een
kleine drie miljoen gulden) in de
grote gok, de Oostenrijkers 49
procent. De Westduitse mark
wordt de officiële munt in de
speelzaal, zodat Hongaren er zelf
waarschijnlijk niet of nauwelijks
aan te pas zullen komen.
Een golfspeler uit Salisbury, de
hoofdstad van Zimbabwe, is zo
wanhopig over de diefstal van
zijn auto met al zijn sportspullen
er in, dat hij de dief alles wil laten
houden als hij zijn „putter", een
klein model golfstok (club) maar
terug krijgt. Hij plaatste in een
grote krant deze advertentie:
„Wil degene die mijn auto. kente
ken zus en zo. gevonden heeft in
de buurt van het Monomatapa
hotel, alsjeblieft mijn putter op
sturen? Zonder deze putter kan
ik niet meer spelen. Wees sportlef
en stuur 'm pos te restante, Salis
bury."