Wat moet een gastarbeider anders? Tekening van een lezer 8o behangetje van 21 kilometer OUW Commentaar egen en ploeteren (1) Terugsturen buitenlanders voor thuisland een ramp 3 oegen en ploeteren (2) 2? li Isen komen met stigingsplan )r apothekers dure nachtpon oostelijk gokje wanhopig ISDAG 22 OKTOBER 1980 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 iralsnog negatieve uitkomst overleg van het kabinet met •ging en werkgevers is he- iwelijks verbazingwekkend, omdat de inzet van het Tg was, om. overeenkomstig kwens van het parlement, de - "pstenstijging fors af te rem- Het welslagen van deze on- ning zou de inflatie bchoor- anW jbben beteugeld en het zou g en belangrijke voorwaarde üXC «rstcviging van onze zwakke misehc positie in vervulling Les n gebracht. afZiC jkertijd stond echter al wel ens,lat hcl een nioeilijke opgave n! orden om deze oogst binnen en. Het politieke bedrijf zou *nS' >p zijn minst enige ordening dPa n brengen in de centrale namelijk hoe aan zo'n mati- «leid handen en voeten moe- >1f rden gegeven. Weliswaar is er aanden gezwoegd en geploe- toals premier Van Agt vcront- igend opmerkte, maar op dit iele punt bleef het beleid on- ik) lat er eigenlijk om of mati ging zonder meer gevraagd kan en mag worden. De vakbeweging is in het algemeen geneigd, die vraag' ontkennend te beantwoorden. Zij vindt, dat er tenminste zicht moet worden geboden op meer werkgele genheid en, voorzover dat er niet rechtstreeks uit voortvloeit, het ka binet een aantal gerichte maatrege len zou moeten treffen om dat perspectief wel te bieden. Politieke tegenstellingen binnen de coalitie zijn er de oorzaak van, dat dit perspectief onvoldoende uit de verf is gekomen. Tijdens de algeme ne beschouwingen vorige week be steedde de fractievoorzitter van het CDA, Lubbers, wel veel mooie woorden aan dit perspectief, maar hij accepteerde uiteindelijk dat het kabinet onduidelijk bleef. De poli tieke uitkomst van het debat reikte daarom niet veel verder, dan dat er forser zou moeten worden gema tigd, zonder precies aan te geven welk gericht beleid daar tegenover zou moeten staan. Onder die om standigheden is het bijna een illu sie, te veronderstellen dat het loon- overleg vervolgens wel uitkomst zal bieden. door Haro Hielkema Er Is een Marokkaans spreekwoord dat luidt: „Beter een onbekend gral in den vreemde dan een lege provisiemand (choukara) in Marokko". Met deze uitdrukking is de vraag waarom meer dan 400.000 Marokkanen naar West-Europa zijn getrokken, vrijwel overbodig. Want vooral voor degenen die illegaal in onze streken aan werk proberen te komen, geldt dat zij niets te verliezen hebben. ..De kans dat Je in Nederland opge- pakt wordt en het land uitgezet wordt, neem je dan ook maar voor lief," zegt de ongeveer 25-jarige Ma rokkaan, die in ons vliegtuig naar Casablanca zit. „Als Je ergens in een dorp achteraf woont en Je hebt niks te doen, dan wil je alles wel aanpak ken en riskeren om wat te verdienen." Hij heeft „pech" gehad. Een dag eer der heeft de politie hem in de kraag gepakt, omdat hij illegaal in Neder land is. Vijf jaar werkt hij hier al, de meeste tijd in een Italiaans restau rant: zes, soms zeven dagen per week, „maar voor een redelijk salaris". In drie Jaar is hij niet in zijn geboorte land geweest. Nu gaat hij eerder dan hij eigenlijk van plan was. 's Morgens al hadden we hem ingehaald op de snelweg naar Schiphol. Met een paar landgenoten werd hij in een busje van de politie naar de luchthaven gebracht. Niet via de gebruikelijke route voor luchtreizigers, maar langs een aparte ingang worden de Marok kanen naar het vliegtuig gebracht. Het Rif-gebergte, een van de armste gebieden van Marokko, is een belangrijke leverancier van gastarbeiders. Halve dorpen leven soms van het geld dat één Marokkaan uit Nederland opstuurt. Vrouwen, kinderen, oude mensen en kneusjes blijven achter. «net gaat nu enkele dagen in om zich te beraden over de rkingen die de sociale part- het loonoverleg hebben ge- daarna komt er nog een gesprek. Het heeft echter al- veel weg van uitstel van gezien de mate waarin in de gesprekspartners en FNV zich nu al ingegraven in hun stel- t kabinet betreft valt niet te ,'hten dat de meest gekriti- beleidspunten wezenlijk zul- lorden bijgesteld. Daarvoor i n d in het kamerdebat en ook liten de minister-president ïg verkondigd, dat er in Ne- niet te hard meer genivel- mag worden, dat een meer beleid zinloos is als niet de loonkosten globaal en fors ^RGtn gematigd, en dat filosofie oek itruil tussen matiging en her-, maatregelen verworpen •rden. De boodschap van iet is de afgelopen weken duidelijk geworden: de loeten globaal en flink ge- jworden, en daarmee basta. kant van de FNV heeft ;er Kok gisteren wel erg isch elke inruil van prijs- iatie voor bclastingverla- afgewezen. Van de daarvoor .op tvoerde argumenten komt al- het „contract is contract" in cierking voor enige waardering. p« Vorig jaar immers hanteerde de vervoersbond FNV tegenover de stakende havenslepers datzelfde ar gument om ondanks de benarde positie waarin deze bond daardoor terecht kwam niet toe te geven aan de druk van de stakers. Voor de rest lijkt het ons niet te verkopen om een bruto loonsverhoging te blijven claimen die schoon in de hand geen cent meer oplevert dan een netto lastenverlaging. Zeker wanneer zou kunnen worden vast gelegd dat de prijscompensatie van juli 1981 en januari 1982 gewoon zullen doorgaan, kan de vakbewe ging het niet maken het aanbod van lastenverlichting in ruil voor een stuk prijscompensatie af te slaan. De invloed van de vakbeweging op het nationale economische beleid is het afgelopen anderhalve jaar zien derogen teruggelopen. Sommigen zullen daar blij om zijn. Wij beho ren daartoe niet, de FNV kennelijk wel, want er wordt geen enkele serieuze poging meer gedaan in te spelen op wat andere spelmakers in het nationale overleg naar voren schuiven. Het begint er op te lijken dat de FNV, door interne verdeeld heid vleugellam,een nieuwe loonin- greep liever uitlokt dan afwendt. Om uiteraard daarna weer stevig te kunnen protesteren. Het ledenver loop van de bonden na de gebeurte nissen van dit voorjaar is blijkbaar nog niet groot genoeg geweest om er van te leren dat die geschiedenis zich beter niet kan herhalen. Achterdeur Donderdagmorgen, de vlucht van half twaalf naar Casablanca. Vaste prik. De achterste rij stoelen in de DC-8 zijn gereserveerd voor opgepak te buitenlanders. Langs de achter deur komen ze binnen; deze keer zijn het er een stuk of twaalf, onder wie twee vrouwen die een paar dagen geleden hierheen kwamen „voor va kantie". maar nu al terug moeten. Drie marechaussees in burger zorgen voor de begeleiding. „Een leuk tripje" noemt een van hen de regelmatige reis naar Marokko. „Het is meestal wel eentonig, maar dat Is maar goed ook. Anders zou Je rottigheid hebben." Een van de uitgezette Marokkanen, die er nu bij is, is 's morgens „wat lastig" geweest, vertelt hij. „HIJ is geloof ik wat bang. Ik denk dat ze 'm in Marokko nodig hebben. Heel wat mensen kennen deze vlucht trouwens wel, omdat ze al eerder zijn uitgezet." De marechaussee zit er niet zo mee. Hij vindt het een gezellig uitje. Op de luchthaven van Casablanca worden de Marokkanen aan de plaatselijke politie overgedragen, wat een aantal Hoe komt een Marokkaan er toe naar Nederland te trekken? Vaak Iaat hij zijn gezin achter, hij komt in een vreemd land met een eigen cultuur. Of hij werk zal vinden, moet hij nog maar afwachten. En de verhalen die hij hoorde over ons vreemdelin genbeleid, zullen toch zeker niet om over te juichen zijn. Over de oorzaak van de migratie uit Ma rokko gaat dit artikel in de serie „Teruggaan of blijven". Het eer ste stond in de krant van 18 oktober. nogal eens het paspoort kost. De drie Nederlanders zijn klaar met hun werk. De taxi brengt hen naar het meest sterrenrijke hotel van de stad, de volgende morgen kan er nog wat in de medina van Casablanca voor thuis gekocht worden en op de terugreis wordt het drietal een beetje door de KLM-stewardessen verwend. De Marokkaan die uitgezet wordt, zit er ook niet erg mee. Hij voorspelt dat hij maandag wel weer in Nederland zit. Wat moet hij anders? Er is in Marokko maar werk voor één van de vijftien mannen, die kunnen werken. Een bruto inkomen van een inwoner van Marokko ligt per Jaar rond de 720 gulden. Niet dat elke Marokkaan dat bedrag ook verdient. Daarvoor zijn er in dit land met z'n 18,5 miljoen men sen te veel scheve verhoudingen. Ze ker 17,5 miljoen mensen komen niet boven de vierhonderd gulden per Jaar uit, terwijl enkele honderdduizenden op een Jaarinkomen van 6500 gulden kunnen rekenen. De Wereldbank heeft in een recente soc'aal-economische studie geconclu deerd dat in Marokko zeker zeven miljoen mensen onder het bestaans minimum leven. Twee op de vijf Ma rokkanen leven in een situatie, die te vergelijken is met het bestaan van de allerarmsten in landen als Bangla- desj, India, Centraal-Afrika en Egyp te. Uit de gegevens blijkt onder meer dat zo'n 65,4 procent van het nationa le inkomen in de zakken van de twin tig procent rijke Marokkanen zit. De onafhankelijkheid, die Marokko in 1956 ten deel viel na het koloniale bewind van Fransen en Spanjaarden, heeft het leven van de meeste Marok kanen er niet beter op gemaakt. Voor al op het platteland is het armoe troef. De ontwikkelingsplannen van de regering zijn op papier wel gericht op een zo gelijk mogelijke verdeling van de economische groei en hebben onder meer ten doel de achtergeble ven regio's (zoals het Rifgebergte in het Noorden en gebieden in het Zui; den) op te krikken. Maar de praktijk is dat investeringen alleen in de groei- Tekeningen, bi) voorkeur in liggend for maat. sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam Naam en adres aan de achterzi|de vermelden Voor geplaatste prenten is er een boekenbon chti ECHT (ANP) „Om verdere es- ie van de heilloze conflictsitua- c F iet de apothekers te voorkomen" de Landelijke Huisartsen Vere- ?(LHV) een plan opgesteld voor hetfrêstigmgsbeleid voor apothekers. A.potheekhoudende leden van de linafcging hebben er mee ingestemd t is aangeboden aan staatssecre- Veder-Smit (volksgezondheid), plan is gebaseerd op de afstan- die patiënten moeten afleggen «edicijnen te halen. vefcfV stelt een wijziging in de wet geneesmiddelenvoorziening rdoor duidelijk wordt aange- in welke gebieden apothekers voor de geneesmiddelenvoorziening zorgen en in welke gebieden apothe kers voor de geneesmiddelenvoorzie ning zorgen en in welke gebieden apotheekhoudende huisartsen daar voor zorgen. Als binnen een straal van 2,5 kilome ter minstens tienduizend patiënten bij de in dat gebied gevestigde apo theekhoudende huisartsen staan in geschreven, zou dat gebied in de visie van de huisartsenvereniging „apo- theekrijp" moeten worden verklaard. Bijkomende voorwaarde is, dat het aansluit op een apotheekrijp gebied waar al een of meer apothekers geves tigd zijn. Op doordeweekse dagen hoeven de patiënten dan na een be zoek aan de hulsarts nooit meer dan 2,5 kilometer af te leggen om hun geneesmiddelen te halen en bij waar neming "s avonds, 's nachts en in het weekeinde nooit meer dan 7,5 kilo meter. gebieden terechtkomen en dat met name de Rif verder in het moeras van de armoe wegzinkt. Rijke gebieden als de kuststreek met de grote steden Casablanca, Rabat en Tanger, kregen daarentegen extra inkomsten. Zelfs het voorzichtige rapport van de We reldbank spreekt van een „verontrus tende situatie", waarin de rijken steeds rijker en de armen steeds ar mer worden. Lantaarnpalen De ontwikkelingsplannen van het Hassan-regime zijn niet van dien aard dat er in die toestand veel zal veranderen. De infrastructuur heeft de voorkeur, zoals blijkt uit het nieu we stuk autoweg in de buurt van Fes waarlangs lantaarnpalen slechts neergezet zijn om te branden als de, koning langs rijdt. En ook het toeris me geniet de prioriteit van de rege ring boven uitgaven voor de indus trie, het onderwijs en de sociale voor zieningen. En dan te bedenken dat Marokko met z'n 18,5 miljoen inwoners de be schikking heeft over slechts tweedui zend huisartsen, dat het analfabetis me in de steden vijftig en op het platteland zelfs negentig procent be draagt, dat slechts 27 procent van de schoolrijpe Jeugd het lager onderwijs volgt. Bij dit sombere verhaal komt dan nog de miljoenen verslindende oor log, die Marokko in de West-Sahara tegen het bevrijdingsleger Polisario voert De kosten van die oorlog lopen per jaar met meer dan dertig procent op; in 1977 werd er bij voorbeeld al bijna achthonderd miljoen gulden voor uitgetrokken en werd bovendien bijna een miljard gulden in de defen sie geïnvesteerd. De belangrijkste bron van inkomsten voor Marokko zijn ook niet meer de fosfaten uit de Sahara-mijnen (de strijd met Polis ario heeft de produk- tie van fosfaat aanzienlijk doen ver minderen), maar de spaarcentjes van de gastarbeiders. Het geld dat maan delijks vanuit West-Europa naar de achtergebleven families wordt over gemaakt, maakt de tekorten ruim schoots goed. In 1976 kwam er zo 2,4 miljard gulden naar Marokko. Juichen De Marokkaanse overheid staat er luid bij te Juichen, zoals de minister van arbeid, Arsalane El Jadidi, eind 1978 in een toespraak tot het parle ment: „Met trots kunnen wij consta teren dat de geldovermakingen naar Marokko van onze arbeiders in het buitenland, de deviezen die het toe risme oplevert en de verkoop van fosfaten verre overtreffen." Bij de be handeling van het driejarenplan van de regering in 1978 is er vrijwel uit sluitend gesproken over het verstrek ken van faciliteiten aan gastarbei ders, die geld willen overmaken naar Marokko. Er zijn dorpen in de Rif, waarvan minstens de halve mannelijke bevol king in WestrEuropa gastarbeid ver richt Voor een provincie als bij voor beeld Al Hoceima zou het dan ook een ramp zijn, wanneer er geen geld meer naar de achtergebleven families zou worden gestuurd, omdat dan de voornaamste bron van inkomsten zou wegvallen. „De migratie is de reddingsboei waaraan vele inwoners van de Rif en de Rif in z'n geheel zich hebben vastgeklampt en die de zaak tijdelijk drijvende houdt," schrijft de sociaal-geograaf drs. Paolo de Mas als conclusie van een onderzoek naar de betekenis van gastarbeid voor de achtergebleven Marokkanen. Bijna 25 jaar onafhankelijkheid en twintig jaar gastarbeid op grote schaal hebben Marokko economisch gezien bijzonder afhankelijk ge maakt van West-Europa. In gebieden die het vooral van de overmakingen van gastarbeiders moeten hebben, zijn lonen en prijzen tot bijna West- europese hoogte opgedreven. De machtspolitiek van de regering in Ra bat is louter gericht op het handha ven van de bestaande situaties, van acties die deze structuur zouden kun nen veranderen is geen sprake. Noodzakelijk kwaad Als Nederland zijn gastarbeiders in navolging van Frankrijk en West- Duitsland er op wat voor manier ook toe wil „bewegen" om naar huis te gaan, dan zou de werkgelegenheidssi tuatie in Marokko aanzienlijk ver slechteren. Het gaat immers om ruim tien procent van de actieve bevol king. Het verlies van de geldstortin gen zou de achtergebleven gezinnen vrijwel terugbrengen tot landbouwin komens, die per persoon nauwelijks vierhonderd gulden inhouden. Zo lang er in Marokko zelf niets verbe tert, is arbeidsmigratie een even on vermijdelijk als noodzakelijk kwaad. De choukara in Marokko is immers leeg. Donderdagmorgen half twaalf: de beruchte vlucht van Schiphol naar Marokko. Illegale buiten landers worden het land uitge zet Niet alle Marokkanen zijn daar blij mee, zoals deze archief foto illustreert. Ontelbare kamers heeft Jan Spruytenburg in zijn leven al be hangen. maar nog nooit heeft hij het er zo warm van gehad als die vier weken toen hij acht comple te villa s moest behangen. Oeen wonder, want het was er wel 45 graden heet. Geen huizen dus die Je in ons klimaat vindt. De villa's horen bij een paleis van prins Fahd bin Abdoel Aziz, zoon van koning Chaled van Saoedi- Arabië. Voor de bouw van het paleis en de villa's had de prins een Nederlandse aannemer aan getrokken. Fransen zorgden voor de Inrichting, Duitsers legden de tuinen aan. Engelsen plaatsten de hekwerken en het marmer- werk was in handen gegeven van Italianen. Via relaties kreeg Spruytenburg het verzoek naar Taif in Saoedi-Arabië te komen om daar de acht villa's te behan gen. Hij nam zijn zoon, behanger te Katwijk aan Zee. mee, en ver der had hij een paar Nederlandse studenten als „handlangers" voor kleine karweitjes. Omdat hij weer ergens aan het behangen is. ditmaal in zijn woonplaats Leiderdorp, vertelt mevrouw Spruytenburg dat haar man het work niet aan één stuk heeft kunnen klaren. Dat komt doordat de ramadan, de moham medaanse vastenmaand, er tus sen kwam. Na drie weken werken kwam hij veertien dagen thuis om daarna nog één week in Taif te behangen. Dat was me het karwei wel: „Ze stonden om zes uur op, ontbeten gauw en werk ten dan tot negen uur 's avonds door, met een pauze van een half uurtje. Het was eigenlijk alleen maar slapen, eten, werken, eten. slapen. En veel drinken natuur lijk. In die warmte dronken ze op één dag wel vijf liter water. En dan maar weer slapen tot de vol gende dag, in barakken waar al leen buitenlanders gehuisvest waren. Er was 's avonds toch niets te doen en niets alcoholisch te drinken, want dat mag niet in die landen." Volgens de Lelderdorpse behan ger zou alleen al de inrichting van het palels 43 miljoen gulden heb ben gekost. Aan behang zit er trouwens ook een aardig kapi taaltje in de villa's. Het behang, waarvan de duurste soort 84,40 per rolletje kostte, kwam niet uit Nederland, maar van de grootste behangfirma van Europa. In die acht villa's, waar voornamelijk hoge paleisfunctionarissen ko men wonen, zijn 2150 rollen be hang verwerkt, samen ruim één entwintig kilometer. Sommige kamers waren dan ook zeker vijf enee nhalve meter hoog, dus daar gaat wat in zitten. Gelukkig hoef den vader en zoon niet alle werk jes die bij het behangen horen, zelf te doen: behalve de studen ten waren er ook een paar Arabi sche arbeiders, die de muren al vast egaliseerden, water aan sleepten om de lijm aan te maken en later de rommel weer op ruimden. Is Spruytenburg niet een beetje bang dat er plotseling een tele foontje komt of hij onmlddelijk naar Taif wil komen, omdat het behang loslaat? Tenslotte is het denkbaar dat de lijm in zo'n heet klimaat niet houdt. „Dat zou hij best willen," zegt zijn vrouw, .maar hij verwacht het niet. Van tevoren heeft hij hier allerlei lijm soorten getest tot hij de goeie had gevonden, en die heeft hij zelf meegenomen. Zo'n telefoon tje zit er dus niet in." Niet dikker Is mevrouw Margaret Thatcher dikker gewor den sinds ze tot Brits premier werd gekozen? Geen sprake van. Dat zegt ze zelf tenminste. Ze heeft officieel de roddelpraatjes laten tegenspreken als zou ze „gewichtiger" geworden zijn. Met haar 55 Jaar past ze nog steeds in de Engelse maat 14 volgens onze informatie overeenkomend met maar 42-44. en volgens Elseviers Magazine een omvang voor een ..ranke constructie". aft si \M L AI die cirkels tussen de flatge bouwen zullen de bewoners van deze wijk in Moskou er aan blij ven herinneren dat ze een huis hebben gekregen op de plaats waar honderden beroemdheden hen voor gingen. Het is het Olympisch dorp, dat dezer dagen zijn eerste „gewone" bewoners gekregen heeft. De eerste „nieu wen" die op een van de zestien woonlagen van een van de ge bouwen een flatje konden be trekken, waren bejaarde echtpa ren. voor wie het te hopen valt dat de liften niet al te vaak wei geren. Lee Ann Gyre uit Minnesota was er van overtuigd dat haar flanel len nachtpon niet kon verbran den. Het materiaal zou absoluut onbrandbaar zijn en droeg zelfs ■een keuringsetiket van de over heid. Maar toen ze elf jaar gele den de thermostaat van een elek trisch kacheltje wilde afzetten, vloog haar „onbrandbare" nacht pon toch in brand. De gevolgen waren onherstelbaar: Lee Ann liep tweede- en derdegraads brandwonden op, moest huid- transplantaties ondergaan en waarschijnlijk zitten er nog wel meer operaties in; bovendien zal ze altijd littekens houden. Na Jaren procederen heeft de rechter haar nu 3miljoen gul den smartegeld toegekend, uiter aard te betalen door de fabri kant. Die heeft direct hoger be roep bij het opperste gerechtshof aangetekend, maar dat is niet ontvankelijk verklaard. Een on derzoek naar het materiaal van de nachtpon heeft namelijk heel duidelijk gemaakt, dat de „on brandbare stof" juist uitermate brandbaar was en dat die de schuld is van Lee Anns brand wonden. Een aantal Hongaren ls aan een opleiding tot croupier begonnen. Tot nu toe had zo'n opleiding geen zin, omdat ze met hun vak kennis nergens achter het IJze ren Gordijn terecht konden. Maar dat gaat veranderen: op 1 april volgend Jaar wordt in de Hongaarse hoofdstad Boedapest het eerste casino van heel Oost- Europa geopend. Een typisch ka pitalistisch verschijnsel, zo'n ca sino. maar een Hiltonhotel heb ben ze er toch ook al en dat hebben ze dan ook onmiddellijk als vestingsplaats van de speel zaal uitgekozen. Wie aan een één aprilgrap denkt zit er naast, want de besprekingen tussen de Hon garen en de „Oesterrelchlsche Splelbanken A.G." zijn het afge lopen weekeinde in Wenen afge sloten. Hongarije steekt 51 pro cent van het beginkapitaal (een kleine drie miljoen gulden) in de grote gok, de Oostenrijkers 49 procent. De Westduitse mark wordt de officiële munt in de speelzaal, zodat Hongaren er zelf waarschijnlijk niet of nauwelijks aan te pas zullen komen. Een golfspeler uit Salisbury, de hoofdstad van Zimbabwe, is zo wanhopig over de diefstal van zijn auto met al zijn sportspullen er in, dat hij de dief alles wil laten houden als hij zijn „putter", een klein model golfstok (club) maar terug krijgt. Hij plaatste in een grote krant deze advertentie: „Wil degene die mijn auto. kente ken zus en zo. gevonden heeft in de buurt van het Monomatapa hotel, alsjeblieft mijn putter op sturen? Zonder deze putter kan ik niet meer spelen. Wees sportlef en stuur 'm pos te restante, Salis bury."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 5