'Om gewoon stukje menselijk bestaan zet ik een kadertje' Bas Uitgifte 10%% pandbrieven Beëindiging 11% pandbrieven FGH hypotheekbank 99% Jos van Manen Pieters is haar Tuinfluiter ontgroeid MAANDAG 20 OKTOBER 1980 VARIA door Fred Lammers EDE Jos van Manen Pie ters is sinds kort bezig een roman te schrijven waarin de vrouw van middelbare leef tijd centraal komt te staan. Autobiografisch kun je het boek niet noemen, daarvoor worden werkelijkheid en ver beelding er te veel in door elkaar gehusseld, maar dat neemt niet weg dat het een boek zal worden over genera tiegenoten van de schrijfster. Er zit veel eigen ervaring in, omdat Jos van Manen Pieters volgens haar eigen zeggen geen personen kan beschrij ven die haar „wezensvreemd" zijn. „Als je iets niet zelf hebt meege maakt, doorleefd of ingeleefd kun je er niet over schrijven. Dat is de fout die sommige oudere collega's van mij wel maken. Zij schrijven over jonge mensen, terwijl zij hun leefwereld niet kennen of die ontgroeid zijn. Zij denken dat het wel goed zit als je een grietje een spijkerbroek aan trekt. Maar de kijk op het leven van zo'n romanfiguur is dan wel de visie die de schrijfster zelf op de zaken heeft. Zoiets kan niet. Gelukkig heb ik door mijn kinderen greep op jonge mensen gehouden. Maar dat kan snel veran deren. Tien jaar is tegenwoordig al een generatie. Je moet goed opletten, wanneer je er mee moet stoppen er over te schrijven. Daarom heb ik een tijdje geleden de afspraak met mijn kinderen gemaakt dat ze me mijn schrijfmachine uit de handen zullen rukken als ze merken dat ik over dingen schrijf waarop ik geen vat meer heb." Jos van Manen Pieters geen oudbakken broodjes Het nieuwe boek van Jos van Manen Pieters zal nog wel even op zich laten wachten. Ze is geen snelle schrijfster. „Als ik een boek onder handen heb probeer ik zoveel mogelijk elke dag "wat te schrijven. Als ik één vel klaar krijg is dat al een hoge dagproduktie. Meestal beperk ik me tot een half vel. Een boek in de twee jaar vind ik meer IHpaliQiTIP dan voldoende. Ik laat me beslist niet opjutten door uitgevers." ik me er wel toe zetten voor die her druk. Omdat die in een speciaal gro ter lettertype wordt uitgebracht, moest alles opnieuw worden gezet en moest ik de drukproeven corrigeren Vooral het eerste deel heb ik met opgetrokken tenen gelezen". „Niet dat ik verloochen wat ik des tijds heb geschreven, maar ik ben er boven uitgegroeid. Het is onrijp werk, veel te idealistisch. Het was wel eer lijk gemeend. Ik heb het destijds met veel liefde geschreven, maar ik was foen een pril meisje van even twintig, een onbeschreven velletje papier. Ma rion Verkerk, de hoofdpersoon is uit de Tuinfluiter, is tegen elke verlei ding bestand. Dat is natuurlijk onmo gelijk. Achteraf denk ik: wat heb ik destijds een grote woorden in de mond durven nemen." Bestseller Het komende boek wordt het twintig ste dat Jos van Manen Pieters op haar naam heeft staan, afgezien van de omnibussen, waarin diverse titels zijn gebundeld. Dit najaar is het een kwarteeuw geleden dat Jos haar de buut maakte met „En de tuinfluiter zingt". Het boek is een nationale bestseller geworden. Na al die jaren is het in onze bibliotheken nog bijna altijd uitgeleend. Uitgeverij Kok in Kampen grijpt het zilveren jubileum begin volgende maand aan om een speciale editie van de „Tuinfluitertrilogie" (op deel één zijn er nog twee gevolgd) op de markt te brengen in een oplage van maar liefst 50.000 exemplaren. Van de drie miljoen boeken die er inmiddels van Jos van Manen Pieters onder de mensen zijn, staat de Tuinfluiter bo ven aan de lijst en nog steeds houdt de vraag aan. „Veel mensen denken als je het woord tuinfluiter noemt niet in de eerste plaats meer aan een aardig vogeltje maar aan mijn boek. Daarop pinnen ze me min of meer vast Ik weet nu wel dat ik er nooit meer van zal loskomen" zegt Jos. Financieel legt die trilogie haar geen windeieren, maar is de schrijfster ge lukkig met die grote belangstelling? „Eerlijk gezegd niet. Die Tuinfluiter is mij te boekig. Daarmee bedoel ik, dat ik er te veel boekentaal in heb gebruikt. Het is ook te veel geschre ven volgens het principe van de chris telijke leer. Bewust heb ik het jaren lang niet meer ingekeken. Nu moest Dat het boek desondanks nog steeds zoveel mensen aanspreekt verklaart Jos met het feit dat zij in dat boek een wereld heeft beschreven van warmte, liefde en idealisme. Het is de wereld zoals die eigenlijk zou moeten zijn en in zo'n wereld willen veel men sen graag wegdromen. Jos heeft er al lang afstand van genomen, na zich deel twee en drie door het publiek te hebben laten „afbedelen". Als zij de mensen tevreden had willen stellen, waren er nog veel meer Tuinfluiter gekomen. „Dat wil ik echter per se niet. Voor een trilogie ben ik al huiverig, omdat je vaak ziet dat schrijvers, die zich daartoe laten verleiden in herhalin gen vallen. Als ik een vervolgroman schrijf kies ik altijd een nieuw plot. De hoofdpersonen uit het vorige boek zijn in zo'n vervolg slechts randfigu ren. Je moet ervoor zorgen telkens met iets nieuws te komen. Dat is mijn bezwaar tegen sommige schrijfsters in boekenseries. Ze leveren te veel oudbakken broodjes." Door de aandacht die de Tuinfluiter krijgt heeft Jos van Manen Pieters vaak het gevoel dat haar andere boe ken zijn overschaduwd, hoewel ze daarin veel wezenlijker zaken aan de orde stelt. Zij vertelt erin over haar gehandicapte dochtertje, dat door een zee van ellende moest gaan om haar bestemming in het leven te vin den. Ook haar mislukte huwelijk heeft haar veel schrijf-stof gegeven. De naam van haar vroegere man voert zij nog steeds, nu gecombineerd met haar meisjesnaam, zonder kop pelteken. „Wij pasten gewoon niet bij elkaar, konden niet communiceren. Dat hebben we na veel verdriet bei den te laat ingezien. We zijn mede op aanraden van de kinderen, zeven jaar geleden, uit elkaar gegaan en zijn nu heel goede vrienden." Voordat het zover was gebeurde er heel wat. Daarover schrijven was voor Jos in de eerste plaats een thera pie. Dat ze ook een groter publiek in haar trieste ervaringen liet delen heeft een speciale reden. Gist „Boeken lezen is voor tal van mensen de enige manier om in een andere wereld te stappen. Je zet met een boek mensen aan het denken. Een boek is als gist, dat overal doorheen trekt. Elk mens probeert zijn eigen vlag hoog te houden, maar in wezen zitten velen met dezelfde problemen: kinderen die niet meer geloven, aan samenwonen de voorkeur geven bo ven trouwen, een huwelijk dat veel te wensen overlaat en noem maar op, je kimt de lijst zelf aanvullen. Het is dan belangrijk daarover in een boek te kunnen lezen. Je kunt lering trekken uit de manier waarop anderen soort gelijke moeilijkheden oplossen. Dat is voor mij reden genoeg het niet voor me te houden, hoewel je je op die manier kwetsbaar opstelt, want hoe je de omstandigheden ook verandert, de hoofdpersoon in een boek ben je toch ergens zelf en dat voelen de lezers best aan. Dat zijn dan romanfi guren die je timmert." Jos van Manen streeft dat na in een voudige taal. „Het is in vergelijking met vroeger veel minder mooischrij verij geworden. Het staat allemaal dichter bij de realiteit. Om een ge woon stukje menselijk bestaan zet ik als het ware een kadertje Tegen woordig kun je meer schrijven dan een jaar of twintig geleden, al blijft het volgens Jos van Manen Pieters „moeilijk" hete hangijzers in boeken te behandelen en die bij christelijke uitgevers uitgegeven te krijgen. „Zij denken aan hun afnemers en het is helaas nog altijd zo dat bepaalde volksgroepen nog steeds aan wat ik noem stijlkijken doen goed is goed en slecht, slecht. De tijd is echter voorbij dat je als christelijk auteur moest doen alsof mensen geen lijf hebben. Vrouwen mochten vroeger niet ongesteld zijn. In boeken gingen mensen zelfs niet naar de wc. Je kreeg daardoor een scheef beeld. Ik ga niet om de dingen heen, maar ik doe het op een rustige manier. Ik wil niet schokken. Schrijven over die licha melijke, en daarom zo menselijke za ken. hoeft niet in te houden dat je platvloers moet worden, de dingen tot op het botje moet afkluiven. Jan Cremer is een modeverschijnsel ge weest. Het was voor een keer mis schien best aardig alles eens zwart op wit gedrukt te zien, maar als je mij vraagt of het functioneel was, moet ik zeggen: nee." Oude stijl Tussen de Tuinfluiter en Jos laatste boek „Voetsporen op het water" ligt een kwart eeuw. een periode die haar persoonlijk niet onberoerd heeft gela ten. Haar boeken zijn met haar veran derd. Bijbelteksten is Jos steeds min der gaan hanteren. „Het christelijke is veel minder nadrukkelijk gewor den. Het zit er alleen in als het een functie heeft in het verhaal. Mijn eer ste boeken waren helemaal in oude stijl volgens zondag tien van de Hei- delberger Catechismus: alles wordt ons door Gods vaderlijke hand toege meten, verdriet, vreugde en ar moede." „Daarover ben ik wel een beetje an ders gaan denken. Wil God al die ellende? Naar mijn overtuiging niet. Het is alles het gevolg van de degene ratie van het bestaan-. Die opvatting vind je terug in mijn boeken. Niet dat ik het er bewust in stop. Ik schrijf in de eerste plaats om mensen een boei end verhaal voor te zetten, niet om ze te bekeren. Dan kan ik beter tractaat- jes gaan schrijven." „Ik heb het daarom ook niet zo begre pen op de aanduiding christelijk boek. Wat is dat? Volgens mij is een boek christelijk als er iets van het erbarmen met je medemens, zoals Jezus ons dat heeft voorgehouden, inzit. Maar daarom hoeft het nog niet met name te worden genoemd. Het kan ook gebeuren door een stuk aan dacht voor elkaar van mensen. Dat zit wel in mijn boeken: de onderlinge liefde en waardering voor elkaar, het elkaar opvangen. Een mens heeft een mens nodig om verder te kunnen. Dat loopt als een rode draad door alles wat ik schrijf". De ochtend na ons gesprek hangt Jos van Manen Pieters al vroeg aan de telefoon. „Ik heb nog eens nagedacht over alles wat we gisteren hebben bepraat. Ik maak me toch wel een beetje zorgen over wat ik heb gezegd over die Tuinfluiter. Het is echt niet mijn bedoeling geweest die jubileum uitgave van tevoren al de grond in te boren. Dat zou voor mijn uitgever ook niet zo aardig zijn. De mensen moeten echt niet gaan denken dat ze dat boek nu maar niet moeten kopen, omdat de schrijfster het zelf niets vindt Wat ze moeten doen is het vergelijken met mijn later werk. Dan kunnen ze zien hoe mijn schrijven zich heeft ontwikkeld". door Mink van Rljsdijk De vijfjarige Basje had verklaard dat hij in het vervolg Bas moest heten. De kleine-jongetjes- periode was definitief voorbij. Het ogenblik voor deze groot-zijn verklaring was goed gekozen. Voor de eerste keer was het logeren bij zijn grootouders een succes en hoefde hij niet vlak voordat de nacht begon spoorslags retour naar het ouderlijk huis, zoals dat in het verleden nogal eens was gebeurd Hij was groot, heette Bas en wilde dus ook mee naar de kerk. Zijn grootouders hadden zo hun twijfels over dit uitstapje. Jazeker uitstapje. Poffertjes eten. de dierentuin en naar de kerk. voor het kind lag het allemaal in dezelfde sfeer Dat kwam doordat zijn ouders „de kerk niet meer zagen zitten" en dat was precies het probleem voor opa en oma. Zij wilden beslist niet de schijn wekken heimelijk de opvoeding die Bas kreeg te doorkruisen. Het deed hen weliswaar nog steeds pijn dat hun kleinzoon niet was gedoopt, maar de discussie hierover was al lang geleden gesloten. Na rijp beraad werd besloten dat Bas toch mee mocht. Zijn grootmoeder vertelde hem vele gehei men van het kerkelijk bedrijf tijdens een dienst Het orgel, de collectezak. het zingen, de dominee en de preek alles werd uitvoerig behandeld Ook het stilzitten kreeg ruim de aandacht. Geluk kig schoot het oma op het goede moment ook nog te binnen uit te leggen dat opa niet bij hen in de bank zou zitten. Het bevattingsvermogen van Bas was niet groot genoeg om het ambt van ouderling te kunnen plaatsen, maar het was hem wel duide lijk dat opa de dominee een hand mocht geven en daarom helemaal voorin moest blijven. Die zondagmorgen was het feest voor het kind. In de kerk keek hij zijn ogen uit. Fluisterend vroeg hij zijn grootmoeder om opheldering over „die thee pot op de tafel daar". Vlak voordat de dienst begon kwamen de pupillen van het plaatselijke kindertehuis binnen en schoven in de voor hen ,nzi gereserveerde bank Wie dat waren9 Oma legi dat die jongens en meisjes in dat grote huis b park woonden omdat ze geen vader en mi eJJr hadden die voor hen zorgden „Allemaal do vroeg Bas verbijsterd Problemen uitleggen:11! een weetgierig jongetje is geen sinecure, zeker:n als dat snel en zachtjes moet gebeuren Maar d deed haar best iets te onthullen over gezinnen moeilijkheden. „Wat gemeen." reageerde pre „om bij je kinderen weg te lopen. Heel genu el1 Even zat hij erg stil naast zijn grootmoeder, jjf stond hij abrupt op om dicht bij haar oor ph commentaar te melden. „Ik zou nooit in dat aar willen Ik zou Eigenlijk wist hij niet ?o ül 1 wat hij zou. Hij had het Spaans benauwd b JSj gedachte wat voor vreselijks hem allemaal te overkomen. fap Ineens had hij alles weer goed op een rijtje en de angst en de spanning weg. „Als pappaP** mamma weg zouden lopen." fluisterde hij. J® ging ik gewoon op de stoep zitten wachten k «r weer terug kwamen. Ze komen altijd terugr rr Toen kwam zijn opa binnen en dat was dolle j - Hij ging staan om niets te missen van het g gebeuren waarbij zijn grootvader zo plechti zw deftig was betrokken. Het verplichte numnx Ho stilzitten daarna was wel een fikse anticlima het boeiende begin. Ondanks het feit dat hijg feJL was, overbrugde hij die voor hem eindeloze n u door met zijn duim in de mond lekker tegen 1 aan te zitten. *01 Later op de dag mocht hij naar huis opbellen JJJj nou. hij had het fijn hoor Poffertjes gegeten zielige kinderen gezien. Nee. niet bij de poffetl maar in de kerk. Ja dat was ook heel f Babbeldebabbel. Babbeldebabbel Aan het van het gesprek zei hij: „Weet je wat ook noj leuk was9 Opa hè. die was zonderling van die De Friesch-Groningsche Hypotheekbank N V te Amsterdam geeft m.i.v. 20 oktober 1980 tot nadere aankondiging uit 10%% pandbrieven 1980 per 1984/1988 tegen een koers van Effectief rendement 10.74%. Jaarcoupon per 15 september Prospectus van uitgifte op aanvraag verkrijgbaar bij onze kantoren, de banken en de commissionairs in effecten De uitgifte van de 11% pandbrieven 1980 per 1982/1988 is m.i.v. 20 oktober 1980 beëindigd Amsterdam Herengracht 433 (020-22 12 72) Arnhem Zijpenaaaise*eg 59 1085-42 7348) Eindhoven Ten Hagestraal 11 (040-44 68 55i Enschede M H Tromolaan 12 (053-31 24 45i Den Haag Lange Viiverberg 9 (070-60 59001 Groningen Ubbo Emmiussingei 75 (050-18 31831 Rotieraam Westbiaak 67 (010-11 5550) Utrecht Giidenkwartier43f030-310344| Onder redactie van Heieen van Batenburg Vragen uitsluitend In envelop en dus niet per brlefkaa - sturen aan postbus 91463, 2509 EB Den Haag. Per vraagt postzegels vsn 60 cent bijvoegen. Beslist niet aan de bul kant opplakken. Geheimhouding la verzekerd. Vraag: Graag zou ik de betekenis weten van het woord sindaal. Dit woord komt voor in Het woud der verwachting van Hella Haasse. In mijn woordenboek is het niet te vinden. Antwoord: Sindaal of ook wel sindel is een verouderd woord voor fijn lin nen of zijden stof. of een van die stof gemaakt kleed of doek. In proza of poëzie wordt soms dit verouderde woord nog opzettelijk gebruikt. In een gedicht van Geerten Gossaert komt deze regel voor: „Mijn lief heeft wisselkleed van sindel noch sameet." En sameet is dan weer een verouderd woord voor fluweel. Hofdijk schrijft over ,,'t sluierwaas van fijn sindaal." Spreekt men over een lapje of doekje, dan wordt in het Middelnederlands het verkleinwoord sindaalkyn ge bruikt. Vraag: Hoe oud is het Witte Huis in Washington; in welk jaar werd het gebouwd en door wie? Antwoord: Het Witte Huis, residentie van de president der Verenigde Sta ten te Washington, werd van 1792 af gebouwd door James Hoben. In 1800 werd het door John Adams ingewijd. Het gebouw heeft twee verdiepingen. In de jaren 1949-1952 werd het aan zienlijk vergroot. Vraag: Ik ben in het bezit van een viool met binnenin de aanduiding van de bouwer: „Joh. Baptist Schweitzer fecit ad farman Hieron- ym. Amati Pestini 1813." Antwoord: Johann Baptist Schweiz- ter was zeer zeker een beroemd viool bouwer, en als uw instrument inder daad door hem zou zijn gemaakt, zou het een kostbaar bezit zijn. Helaas is het zo, dat zijn violen vanwege de prachtige toon werden nagemaakt en van een vals naamplaatje werden voorzien. Dat is speciaal het geval bij violen die zoals de uwe het jaartal 1813 vermelden. Schweitzer werd omstreeks 1790 in wenen gebo ren en werkte sinds 1825 in Boeda pest. Hij gold daar al spoedig als een van de grote meesters in het vak en speciaal als bouwer van celli werd hij beroemd. De aanduiding „fecit ad torman Hieronym. Amati" betekent dat Schweitzer het model nabouwde van de Italiaanse vioolbouwer H. Amati. Pestini duidt op (Boeda-)Pest. Namaak-Schweitzerviolen werden gebouwd in Markneukirchen. Dat ge beurde vermoedelijk nog tot in het begin van deze eeuw. Het Saksische Markneukirchen is een centrum van waaruit tienduizenden violen hun weg door de wereld hebben gevon den. Men heeft daar niet alleen de violen van grote bouwers nagemaakt maar ze soms ook van valse namen voorzien. Vraag: Mijn parelmoeren ketting is helemaal dof geworden. Nu ben ik met de peperbus bezig geweest, die u advjseerde voor een granaten ket ting. Het is er wel iets, maar niet veel beter van geworden. Weet u nog een beter middel? Antwoord: Ik kreeg een tip van een juwelier die ik u hierbij maar door geef. Neem een zacht doekje met een paar druppels slaolie en wrijf daar de ketting mee op. De doek vooral niet te vet maken Vraag: Als ik mijn cyclamen wil over houden. wat moet ik dan precies doen? Antwoord: Wanneer de plant uitge bloeid is, steeds minder water geven. De sapen die in het blad zitten, trek ken zich terug in de knol en het blad verdroogt. Laat de knol dan met pot en al in een kast overwinteren. Deze koele rustperiode duurt één twee maanden. Tijdens de rust af en toe iets water geven, zodat hij niet ver schrompelt. Daarna de knol weer op potten in verse grond en wat meer water geven Blijf hem wel koel houden. Vraag: Wij hebben in ons bezit een beschilderd doek met boeddhaachti ge afbeeldingen. Achterop staan vreemde tekens. Wij hebben alle moeite gedaan om achter de beteke nis van deze tekens te komen, maar helaas. Kunt u ons wijzer maken? Antwoord: Het was niet eenvoudig de tekens achterop het doek vertaald te krijgen. De foto die u mij toestuur de heeft heel wat omzwervingen ge maakt. Ik kon er maar niet achter komen in welk taalgebied ik moest zoeken. De conservator voor China van het Rijksmuseum van volken kunde te Leiden wist mij te vertellen dat de tekens van Tibetaanse origine waren. Vertalen kon hij ze echter niet, daar hij deze taal niet beheerste. Ten slotte heeft een medewerker Tibe- taans en Boedhologie aan het Hindo- logisch instituut van de Rijksuniver siteit te Leiden het antwoord gege ven. Het gaat hier om drie wijdings syllaben, die in het Tibetaanse schrift geschreven zijn, doch van oorsprong Sanskrit, dat wil zeggen Oudindisch zijn. Deze drie lettergrepen worden regelmatig aan de achterzijde van boeddhistische rolschilderingen uit het Tibetaanse cultuurgebied aange troffen. Zij houden verband met de inwijding van deze rolschilderingen. die in zulke gevallen bijna altijd een religieus karakter hebben. Vraag: Ik las in een quizboek dat koning Willem Hl de oprichter van het Rode Kruis was (19 juli 1867). Ik meende dat dit Henry Dunant was? Hoe komt men dan aan Willem III? Antwoord: Het is inderdaad Jean Henry Dunant (1828-1910), een Zwit sers bankier, schrijver en filantroop, die het inititiatief nam tot de stich ting van het internationale Rode Kruis. Dit was in 1863. In Nederland werd in 1867 bij Koninklijk besluit de voorloper van het Nederlandse Rode Kruis opgericht. Deze organisatie draagt sinds 1895 deze naam. Vraag: Ik zou zo graag in het bezit willen komen van een boekje waarin de geschiedenis van Hontenisse be schreven wordt. Het is al Jaren gele den verschenen en helaas uitver kocht. Weet u wie de uitgever is? Antwoord: De geschiedenis van Hon- tenis van R. Fruitier is uitgegeven door de gemeente Hontenisse. Ik kan u vertellen dat juist een paar weken geleden een herdruk van het boekje is verschenen. De prijs is 25 gulden. U kunt het bestellen bij de gemeente Hontenisse, te Kloosterzande, code nummer 4587 ZC. Postbus 20. Vraag: Waarom moet men groente altijd eerst blancheren voor het in vriezen? Hoe gaat het blancheren in zijn werk? (chemische stoffen die m ge" aanwezig zijn en het bederveni in de hand kunnen werken) o delijk te maken. Ze zijn niet op actief bij een temperatuur v« graden onder, en zestig gradi boven nul. Het gebruik van tt tuurmandje bij het blanchereni handig. De groenten worden W vier minuten in kokend water a gedompeld. Nadat u ze met o en al meteen in ijskoud water, ijs op drijft (de avond tevoren koelkast zetten). Net zo lang afkoelen als u geblancheerd I Daarna laten uitlekken en de ten drogen. Ten slotte doet u zei plastic zak en zuigt met behulp een rietje de lucht eruit. U sluit<P luchtdicht af. Dit is noodzaï want anders droogt de groente' Antwoord: Het blancheren is noodza kelijk om de aanwezige enzymen Vraag: Kunt u ons ook vertellet de oorzaak is van mosvorming U gras? Hoe moet ik het bestrijd* Antwoord: Mosvorming waar de bodem vochtig is en eenl zuurgraad heeft. Bij tuincentrt bestrijdingsmiddelen te koop. W le plekken die in het gazon ontstaan, moeten opnieuw word* gezaaid met graszaad. Wanneet tuin erg schaduwrijk en vochW komt het mos wel steeds terug"- u de procedure regelmatig herhalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 6