'Om gewoon stukje menselijk
bestaan zet ik een kadertje'
Bas
Uitgifte
10%% pandbrieven
Beëindiging
11% pandbrieven
FGH hypotheekbank
99%
Jos van Manen Pieters is haar Tuinfluiter ontgroeid
MAANDAG 20 OKTOBER 1980
VARIA
door Fred Lammers
EDE Jos van Manen Pie
ters is sinds kort bezig een
roman te schrijven waarin de
vrouw van middelbare leef
tijd centraal komt te staan.
Autobiografisch kun je het
boek niet noemen, daarvoor
worden werkelijkheid en ver
beelding er te veel in door
elkaar gehusseld, maar dat
neemt niet weg dat het een
boek zal worden over genera
tiegenoten van de schrijfster.
Er zit veel eigen ervaring in,
omdat Jos van Manen Pieters
volgens haar eigen zeggen
geen personen kan beschrij
ven die haar „wezensvreemd"
zijn.
„Als je iets niet zelf hebt meege
maakt, doorleefd of ingeleefd kun je
er niet over schrijven. Dat is de fout
die sommige oudere collega's van mij
wel maken. Zij schrijven over jonge
mensen, terwijl zij hun leefwereld
niet kennen of die ontgroeid zijn. Zij
denken dat het wel goed zit als je een
grietje een spijkerbroek aan trekt.
Maar de kijk op het leven van zo'n
romanfiguur is dan wel de visie die de
schrijfster zelf op de zaken heeft.
Zoiets kan niet. Gelukkig heb ik door
mijn kinderen greep op jonge mensen
gehouden. Maar dat kan snel veran
deren. Tien jaar is tegenwoordig al
een generatie. Je moet goed opletten,
wanneer je er mee moet stoppen er
over te schrijven. Daarom heb ik een
tijdje geleden de afspraak met mijn
kinderen gemaakt dat ze me mijn
schrijfmachine uit de handen zullen
rukken als ze merken dat ik over
dingen schrijf waarop ik geen vat
meer heb."
Jos van Manen Pieters geen oudbakken broodjes
Het nieuwe boek van Jos van Manen
Pieters zal nog wel even op zich laten
wachten. Ze is geen snelle schrijfster.
„Als ik een boek onder handen heb
probeer ik zoveel mogelijk elke dag
"wat te schrijven. Als ik één vel klaar
krijg is dat al een hoge dagproduktie.
Meestal beperk ik me tot een half vel.
Een boek in de twee jaar vind ik meer IHpaliQiTIP
dan voldoende. Ik laat me beslist niet
opjutten door uitgevers."
ik me er wel toe zetten voor die her
druk. Omdat die in een speciaal gro
ter lettertype wordt uitgebracht,
moest alles opnieuw worden gezet en
moest ik de drukproeven corrigeren
Vooral het eerste deel heb ik met
opgetrokken tenen gelezen".
„Niet dat ik verloochen wat ik des
tijds heb geschreven, maar ik ben er
boven uitgegroeid. Het is onrijp werk,
veel te idealistisch. Het was wel eer
lijk gemeend. Ik heb het destijds met
veel liefde geschreven, maar ik was
foen een pril meisje van even twintig,
een onbeschreven velletje papier. Ma
rion Verkerk, de hoofdpersoon is uit
de Tuinfluiter, is tegen elke verlei
ding bestand. Dat is natuurlijk onmo
gelijk. Achteraf denk ik: wat heb ik
destijds een grote woorden in de
mond durven nemen."
Bestseller
Het komende boek wordt het twintig
ste dat Jos van Manen Pieters op
haar naam heeft staan, afgezien van
de omnibussen, waarin diverse titels
zijn gebundeld. Dit najaar is het een
kwarteeuw geleden dat Jos haar de
buut maakte met „En de tuinfluiter
zingt". Het boek is een nationale
bestseller geworden. Na al die jaren is
het in onze bibliotheken nog bijna
altijd uitgeleend.
Uitgeverij Kok in Kampen grijpt het
zilveren jubileum begin volgende
maand aan om een speciale editie
van de „Tuinfluitertrilogie" (op deel
één zijn er nog twee gevolgd) op de
markt te brengen in een oplage van
maar liefst 50.000 exemplaren. Van de
drie miljoen boeken die er inmiddels
van Jos van Manen Pieters onder de
mensen zijn, staat de Tuinfluiter bo
ven aan de lijst en nog steeds houdt
de vraag aan. „Veel mensen denken
als je het woord tuinfluiter noemt
niet in de eerste plaats meer aan een
aardig vogeltje maar aan mijn boek.
Daarop pinnen ze me min of meer
vast Ik weet nu wel dat ik er nooit
meer van zal loskomen" zegt Jos.
Financieel legt die trilogie haar geen
windeieren, maar is de schrijfster ge
lukkig met die grote belangstelling?
„Eerlijk gezegd niet. Die Tuinfluiter
is mij te boekig. Daarmee bedoel ik,
dat ik er te veel boekentaal in heb
gebruikt. Het is ook te veel geschre
ven volgens het principe van de chris
telijke leer. Bewust heb ik het jaren
lang niet meer ingekeken. Nu moest
Dat het boek desondanks nog steeds
zoveel mensen aanspreekt verklaart
Jos met het feit dat zij in dat boek
een wereld heeft beschreven van
warmte, liefde en idealisme. Het is de
wereld zoals die eigenlijk zou moeten
zijn en in zo'n wereld willen veel men
sen graag wegdromen. Jos heeft er al
lang afstand van genomen, na zich
deel twee en drie door het publiek te
hebben laten „afbedelen". Als zij de
mensen tevreden had willen stellen,
waren er nog veel meer Tuinfluiter
gekomen.
„Dat wil ik echter per se niet. Voor
een trilogie ben ik al huiverig, omdat
je vaak ziet dat schrijvers, die zich
daartoe laten verleiden in herhalin
gen vallen. Als ik een vervolgroman
schrijf kies ik altijd een nieuw plot.
De hoofdpersonen uit het vorige boek
zijn in zo'n vervolg slechts randfigu
ren. Je moet ervoor zorgen telkens
met iets nieuws te komen. Dat is mijn
bezwaar tegen sommige schrijfsters
in boekenseries. Ze leveren te veel
oudbakken broodjes."
Door de aandacht die de Tuinfluiter
krijgt heeft Jos van Manen Pieters
vaak het gevoel dat haar andere boe
ken zijn overschaduwd, hoewel ze
daarin veel wezenlijker zaken aan de
orde stelt. Zij vertelt erin over haar
gehandicapte dochtertje, dat door
een zee van ellende moest gaan om
haar bestemming in het leven te vin
den. Ook haar mislukte huwelijk
heeft haar veel schrijf-stof gegeven.
De naam van haar vroegere man
voert zij nog steeds, nu gecombineerd
met haar meisjesnaam, zonder kop
pelteken. „Wij pasten gewoon niet bij
elkaar, konden niet communiceren.
Dat hebben we na veel verdriet bei
den te laat ingezien. We zijn mede op
aanraden van de kinderen, zeven jaar
geleden, uit elkaar gegaan en zijn nu
heel goede vrienden."
Voordat het zover was gebeurde er
heel wat. Daarover schrijven was
voor Jos in de eerste plaats een thera
pie. Dat ze ook een groter publiek in
haar trieste ervaringen liet delen
heeft een speciale reden.
Gist
„Boeken lezen is voor tal van mensen
de enige manier om in een andere
wereld te stappen. Je zet met een
boek mensen aan het denken. Een
boek is als gist, dat overal doorheen
trekt. Elk mens probeert zijn eigen
vlag hoog te houden, maar in wezen
zitten velen met dezelfde problemen:
kinderen die niet meer geloven, aan
samenwonen de voorkeur geven bo
ven trouwen, een huwelijk dat veel te
wensen overlaat en noem maar op, je
kimt de lijst zelf aanvullen. Het is dan
belangrijk daarover in een boek te
kunnen lezen. Je kunt lering trekken
uit de manier waarop anderen soort
gelijke moeilijkheden oplossen. Dat
is voor mij reden genoeg het niet voor
me te houden, hoewel je je op die
manier kwetsbaar opstelt, want hoe
je de omstandigheden ook verandert,
de hoofdpersoon in een boek ben je
toch ergens zelf en dat voelen de
lezers best aan. Dat zijn dan romanfi
guren die je timmert."
Jos van Manen streeft dat na in een
voudige taal. „Het is in vergelijking
met vroeger veel minder mooischrij
verij geworden. Het staat allemaal
dichter bij de realiteit. Om een ge
woon stukje menselijk bestaan zet ik
als het ware een kadertje Tegen
woordig kun je meer schrijven dan
een jaar of twintig geleden, al blijft
het volgens Jos van Manen Pieters
„moeilijk" hete hangijzers in boeken
te behandelen en die bij christelijke
uitgevers uitgegeven te krijgen.
„Zij denken aan hun afnemers en het
is helaas nog altijd zo dat bepaalde
volksgroepen nog steeds aan wat ik
noem stijlkijken doen goed is goed
en slecht, slecht. De tijd is echter
voorbij dat je als christelijk auteur
moest doen alsof mensen geen lijf
hebben. Vrouwen mochten vroeger
niet ongesteld zijn. In boeken gingen
mensen zelfs niet naar de wc. Je kreeg
daardoor een scheef beeld. Ik ga niet
om de dingen heen, maar ik doe het
op een rustige manier. Ik wil niet
schokken. Schrijven over die licha
melijke, en daarom zo menselijke za
ken. hoeft niet in te houden dat je
platvloers moet worden, de dingen
tot op het botje moet afkluiven. Jan
Cremer is een modeverschijnsel ge
weest. Het was voor een keer mis
schien best aardig alles eens zwart op
wit gedrukt te zien, maar als je mij
vraagt of het functioneel was, moet ik
zeggen: nee."
Oude stijl
Tussen de Tuinfluiter en Jos laatste
boek „Voetsporen op het water" ligt
een kwart eeuw. een periode die haar
persoonlijk niet onberoerd heeft gela
ten. Haar boeken zijn met haar veran
derd. Bijbelteksten is Jos steeds min
der gaan hanteren. „Het christelijke
is veel minder nadrukkelijk gewor
den. Het zit er alleen in als het een
functie heeft in het verhaal. Mijn eer
ste boeken waren helemaal in oude
stijl volgens zondag tien van de Hei-
delberger Catechismus: alles wordt
ons door Gods vaderlijke hand toege
meten, verdriet, vreugde en ar
moede."
„Daarover ben ik wel een beetje an
ders gaan denken. Wil God al die
ellende? Naar mijn overtuiging niet.
Het is alles het gevolg van de degene
ratie van het bestaan-. Die opvatting
vind je terug in mijn boeken. Niet dat
ik het er bewust in stop. Ik schrijf in
de eerste plaats om mensen een boei
end verhaal voor te zetten, niet om ze
te bekeren. Dan kan ik beter tractaat-
jes gaan schrijven."
„Ik heb het daarom ook niet zo begre
pen op de aanduiding christelijk
boek. Wat is dat? Volgens mij is een
boek christelijk als er iets van het
erbarmen met je medemens, zoals
Jezus ons dat heeft voorgehouden,
inzit. Maar daarom hoeft het nog niet
met name te worden genoemd. Het
kan ook gebeuren door een stuk aan
dacht voor elkaar van mensen. Dat
zit wel in mijn boeken: de onderlinge
liefde en waardering voor elkaar, het
elkaar opvangen. Een mens heeft een
mens nodig om verder te kunnen. Dat
loopt als een rode draad door alles
wat ik schrijf".
De ochtend na ons gesprek hangt Jos
van Manen Pieters al vroeg aan de
telefoon. „Ik heb nog eens nagedacht
over alles wat we gisteren hebben
bepraat. Ik maak me toch wel een
beetje zorgen over wat ik heb gezegd
over die Tuinfluiter. Het is echt niet
mijn bedoeling geweest die jubileum
uitgave van tevoren al de grond in te
boren. Dat zou voor mijn uitgever
ook niet zo aardig zijn. De mensen
moeten echt niet gaan denken dat ze
dat boek nu maar niet moeten kopen,
omdat de schrijfster het zelf niets
vindt Wat ze moeten doen is het
vergelijken met mijn later werk. Dan
kunnen ze zien hoe mijn schrijven
zich heeft ontwikkeld".
door Mink van Rljsdijk
De vijfjarige Basje had verklaard dat hij in het
vervolg Bas moest heten. De kleine-jongetjes-
periode was definitief voorbij. Het ogenblik voor
deze groot-zijn verklaring was goed gekozen. Voor
de eerste keer was het logeren bij zijn grootouders
een succes en hoefde hij niet vlak voordat de nacht
begon spoorslags retour naar het ouderlijk huis,
zoals dat in het verleden nogal eens was gebeurd
Hij was groot, heette Bas en wilde dus ook mee
naar de kerk. Zijn grootouders hadden zo hun
twijfels over dit uitstapje. Jazeker uitstapje.
Poffertjes eten. de dierentuin en naar de kerk.
voor het kind lag het allemaal in dezelfde sfeer
Dat kwam doordat zijn ouders „de kerk niet meer
zagen zitten" en dat was precies het probleem voor
opa en oma. Zij wilden beslist niet de schijn
wekken heimelijk de opvoeding die Bas kreeg te
doorkruisen. Het deed hen weliswaar nog steeds
pijn dat hun kleinzoon niet was gedoopt, maar de
discussie hierover was al lang geleden gesloten.
Na rijp beraad werd besloten dat Bas toch mee
mocht. Zijn grootmoeder vertelde hem vele gehei
men van het kerkelijk bedrijf tijdens een dienst
Het orgel, de collectezak. het zingen, de dominee
en de preek alles werd uitvoerig behandeld
Ook het stilzitten kreeg ruim de aandacht. Geluk
kig schoot het oma op het goede moment ook nog
te binnen uit te leggen dat opa niet bij hen in de
bank zou zitten. Het bevattingsvermogen van Bas
was niet groot genoeg om het ambt van ouderling
te kunnen plaatsen, maar het was hem wel duide
lijk dat opa de dominee een hand mocht geven en
daarom helemaal voorin moest blijven.
Die zondagmorgen was het feest voor het kind. In
de kerk keek hij zijn ogen uit. Fluisterend vroeg hij
zijn grootmoeder om opheldering over „die thee
pot op de tafel daar". Vlak voordat de dienst
begon kwamen de pupillen van het plaatselijke
kindertehuis binnen en schoven in de voor hen
,nzi
gereserveerde bank Wie dat waren9 Oma legi
dat die jongens en meisjes in dat grote huis b
park woonden omdat ze geen vader en mi eJJr
hadden die voor hen zorgden „Allemaal do
vroeg Bas verbijsterd Problemen uitleggen:11!
een weetgierig jongetje is geen sinecure, zeker:n
als dat snel en zachtjes moet gebeuren Maar d
deed haar best iets te onthullen over gezinnen
moeilijkheden. „Wat gemeen." reageerde pre
„om bij je kinderen weg te lopen. Heel genu el1
Even zat hij erg stil naast zijn grootmoeder, jjf
stond hij abrupt op om dicht bij haar oor ph
commentaar te melden. „Ik zou nooit in dat aar
willen Ik zou Eigenlijk wist hij niet ?o ül 1
wat hij zou. Hij had het Spaans benauwd b JSj
gedachte wat voor vreselijks hem allemaal te
overkomen. fap
Ineens had hij alles weer goed op een rijtje en
de angst en de spanning weg. „Als pappaP**
mamma weg zouden lopen." fluisterde hij. J®
ging ik gewoon op de stoep zitten wachten k «r
weer terug kwamen. Ze komen altijd terugr rr
Toen kwam zijn opa binnen en dat was dolle j -
Hij ging staan om niets te missen van het g
gebeuren waarbij zijn grootvader zo plechti zw
deftig was betrokken. Het verplichte numnx Ho
stilzitten daarna was wel een fikse anticlima
het boeiende begin. Ondanks het feit dat hijg feJL
was, overbrugde hij die voor hem eindeloze n u
door met zijn duim in de mond lekker tegen 1
aan te zitten.
*01
Later op de dag mocht hij naar huis opbellen JJJj
nou. hij had het fijn hoor Poffertjes gegeten
zielige kinderen gezien. Nee. niet bij de poffetl
maar in de kerk. Ja dat was ook heel f
Babbeldebabbel. Babbeldebabbel Aan het
van het gesprek zei hij: „Weet je wat ook noj
leuk was9 Opa hè. die was zonderling van die
De Friesch-Groningsche Hypotheekbank N V te Amsterdam
geeft m.i.v. 20 oktober 1980 tot nadere aankondiging uit
10%% pandbrieven 1980 per 1984/1988 tegen een koers van
Effectief rendement 10.74%. Jaarcoupon per 15 september
Prospectus van uitgifte op aanvraag verkrijgbaar bij onze
kantoren, de banken en de commissionairs in effecten
De uitgifte van de 11% pandbrieven 1980 per 1982/1988
is m.i.v. 20 oktober 1980 beëindigd
Amsterdam Herengracht 433 (020-22 12 72) Arnhem Zijpenaaaise*eg 59 1085-42 7348)
Eindhoven Ten Hagestraal 11 (040-44 68 55i Enschede M H Tromolaan 12 (053-31 24 45i
Den Haag Lange Viiverberg 9 (070-60 59001 Groningen Ubbo Emmiussingei 75 (050-18 31831
Rotieraam Westbiaak 67 (010-11 5550) Utrecht Giidenkwartier43f030-310344|
Onder redactie van
Heieen van Batenburg
Vragen uitsluitend In envelop en dus niet per brlefkaa -
sturen aan postbus 91463, 2509 EB Den Haag. Per vraagt
postzegels vsn 60 cent bijvoegen. Beslist niet aan de bul
kant opplakken. Geheimhouding la verzekerd.
Vraag: Graag zou ik de betekenis
weten van het woord sindaal. Dit
woord komt voor in Het woud der
verwachting van Hella Haasse. In
mijn woordenboek is het niet te
vinden.
Antwoord: Sindaal of ook wel sindel
is een verouderd woord voor fijn lin
nen of zijden stof. of een van die stof
gemaakt kleed of doek. In proza of
poëzie wordt soms dit verouderde
woord nog opzettelijk gebruikt. In
een gedicht van Geerten Gossaert
komt deze regel voor: „Mijn lief heeft
wisselkleed van sindel noch sameet."
En sameet is dan weer een verouderd
woord voor fluweel. Hofdijk schrijft
over ,,'t sluierwaas van fijn sindaal."
Spreekt men over een lapje of doekje,
dan wordt in het Middelnederlands
het verkleinwoord sindaalkyn ge
bruikt.
Vraag: Hoe oud is het Witte Huis in
Washington; in welk jaar werd het
gebouwd en door wie?
Antwoord: Het Witte Huis, residentie
van de president der Verenigde Sta
ten te Washington, werd van 1792 af
gebouwd door James Hoben. In 1800
werd het door John Adams ingewijd.
Het gebouw heeft twee verdiepingen.
In de jaren 1949-1952 werd het aan
zienlijk vergroot.
Vraag: Ik ben in het bezit van een
viool met binnenin de aanduiding
van de bouwer: „Joh. Baptist
Schweitzer fecit ad farman Hieron-
ym. Amati Pestini 1813."
Antwoord: Johann Baptist Schweiz-
ter was zeer zeker een beroemd viool
bouwer, en als uw instrument inder
daad door hem zou zijn gemaakt, zou
het een kostbaar bezit zijn. Helaas is
het zo, dat zijn violen vanwege de
prachtige toon werden nagemaakt en
van een vals naamplaatje werden
voorzien. Dat is speciaal het geval bij
violen die zoals de uwe het
jaartal 1813 vermelden. Schweitzer
werd omstreeks 1790 in wenen gebo
ren en werkte sinds 1825 in Boeda
pest. Hij gold daar al spoedig als een
van de grote meesters in het vak en
speciaal als bouwer van celli werd hij
beroemd. De aanduiding „fecit ad
torman Hieronym. Amati" betekent
dat Schweitzer het model nabouwde
van de Italiaanse vioolbouwer H.
Amati. Pestini duidt op (Boeda-)Pest.
Namaak-Schweitzerviolen werden
gebouwd in Markneukirchen. Dat ge
beurde vermoedelijk nog tot in het
begin van deze eeuw. Het Saksische
Markneukirchen is een centrum van
waaruit tienduizenden violen hun
weg door de wereld hebben gevon
den. Men heeft daar niet alleen de
violen van grote bouwers nagemaakt
maar ze soms ook van valse namen
voorzien.
Vraag: Mijn parelmoeren ketting is
helemaal dof geworden. Nu ben ik
met de peperbus bezig geweest, die u
advjseerde voor een granaten ket
ting. Het is er wel iets, maar niet veel
beter van geworden. Weet u nog een
beter middel?
Antwoord: Ik kreeg een tip van een
juwelier die ik u hierbij maar door
geef. Neem een zacht doekje met een
paar druppels slaolie en wrijf daar de
ketting mee op. De doek vooral niet
te vet maken
Vraag: Als ik mijn cyclamen wil over
houden. wat moet ik dan precies
doen?
Antwoord: Wanneer de plant uitge
bloeid is, steeds minder water geven.
De sapen die in het blad zitten, trek
ken zich terug in de knol en het blad
verdroogt. Laat de knol dan met pot
en al in een kast overwinteren. Deze
koele rustperiode duurt één twee
maanden. Tijdens de rust af en toe
iets water geven, zodat hij niet ver
schrompelt. Daarna de knol weer op
potten in verse grond en wat meer
water geven Blijf hem wel koel
houden.
Vraag: Wij hebben in ons bezit een
beschilderd doek met boeddhaachti
ge afbeeldingen. Achterop staan
vreemde tekens. Wij hebben alle
moeite gedaan om achter de beteke
nis van deze tekens te komen, maar
helaas. Kunt u ons wijzer maken?
Antwoord: Het was niet eenvoudig
de tekens achterop het doek vertaald
te krijgen. De foto die u mij toestuur
de heeft heel wat omzwervingen ge
maakt. Ik kon er maar niet achter
komen in welk taalgebied ik moest
zoeken. De conservator voor China
van het Rijksmuseum van volken
kunde te Leiden wist mij te vertellen
dat de tekens van Tibetaanse origine
waren. Vertalen kon hij ze echter niet,
daar hij deze taal niet beheerste. Ten
slotte heeft een medewerker Tibe-
taans en Boedhologie aan het Hindo-
logisch instituut van de Rijksuniver
siteit te Leiden het antwoord gege
ven. Het gaat hier om drie wijdings
syllaben, die in het Tibetaanse schrift
geschreven zijn, doch van oorsprong
Sanskrit, dat wil zeggen Oudindisch
zijn. Deze drie lettergrepen worden
regelmatig aan de achterzijde van
boeddhistische rolschilderingen uit
het Tibetaanse cultuurgebied aange
troffen. Zij houden verband met de
inwijding van deze rolschilderingen.
die in zulke gevallen bijna altijd een
religieus karakter hebben.
Vraag: Ik las in een quizboek dat
koning Willem Hl de oprichter van
het Rode Kruis was (19 juli 1867). Ik
meende dat dit Henry Dunant was?
Hoe komt men dan aan Willem III?
Antwoord: Het is inderdaad Jean
Henry Dunant (1828-1910), een Zwit
sers bankier, schrijver en filantroop,
die het inititiatief nam tot de stich
ting van het internationale Rode
Kruis. Dit was in 1863. In Nederland
werd in 1867 bij Koninklijk besluit de
voorloper van het Nederlandse Rode
Kruis opgericht. Deze organisatie
draagt sinds 1895 deze naam.
Vraag: Ik zou zo graag in het bezit
willen komen van een boekje waarin
de geschiedenis van Hontenisse be
schreven wordt. Het is al Jaren gele
den verschenen en helaas uitver
kocht. Weet u wie de uitgever is?
Antwoord: De geschiedenis van Hon-
tenis van R. Fruitier is uitgegeven
door de gemeente Hontenisse. Ik kan
u vertellen dat juist een paar weken
geleden een herdruk van het boekje is
verschenen. De prijs is 25 gulden. U
kunt het bestellen bij de gemeente
Hontenisse, te Kloosterzande, code
nummer 4587 ZC. Postbus 20.
Vraag: Waarom moet men groente
altijd eerst blancheren voor het in
vriezen? Hoe gaat het blancheren in
zijn werk?
(chemische stoffen die m ge"
aanwezig zijn en het bederveni
in de hand kunnen werken) o
delijk te maken. Ze zijn niet op
actief bij een temperatuur v«
graden onder, en zestig gradi
boven nul. Het gebruik van tt
tuurmandje bij het blanchereni
handig. De groenten worden W
vier minuten in kokend water a
gedompeld. Nadat u ze met o
en al meteen in ijskoud water,
ijs op drijft (de avond tevoren
koelkast zetten). Net zo lang
afkoelen als u geblancheerd I
Daarna laten uitlekken en de
ten drogen. Ten slotte doet u zei
plastic zak en zuigt met behulp
een rietje de lucht eruit. U sluit<P
luchtdicht af. Dit is noodzaï
want anders droogt de groente'
Antwoord: Het blancheren is noodza
kelijk om de aanwezige enzymen
Vraag: Kunt u ons ook vertellet
de oorzaak is van mosvorming U
gras? Hoe moet ik het bestrijd*
Antwoord: Mosvorming
waar de bodem vochtig is en eenl
zuurgraad heeft. Bij tuincentrt
bestrijdingsmiddelen te koop. W
le plekken die in het gazon
ontstaan, moeten opnieuw word*
gezaaid met graszaad. Wanneet
tuin erg schaduwrijk en vochW
komt het mos wel steeds terug"-
u de procedure regelmatig
herhalen.