De guerrilla op volle toeren' Vijf jaar strijd om Oost-Timor ERDAG 27 SEPTEMBER 1980 TROUW/KWARTET 17 gWIMII—Hl—IW IMdHIMdllll V.MM., rie partijen zijn direct betrojcken bij de rijd op Oost-Timor, Fretilin, UDT en idonesië. Hun visies lopen bepaald niet irallel )e meeste mensen waren er in 1975 van irertuigd dat na een paar dagen of hoog- t twee weken het verzet van het Fretilin gen de invasie gebroken zou zijn. Tegen Ue verwachtingen in gaat onze strijd thter nog steeds door en boeken wij iwel militaire als diplomatieke succes- en". Dat is de visie van de reizendé am- assadeur van het Fretilin, Roque Rodri- ues. at het Fretilin het al deze jaren zonder ladwerkelijke hulp uit het buitenland igen een militaire overmacht heeft volge- luden, bewijst volgens hem dat het Fre- ün werkelijk één is met het Oosttimore- volk: „De massamoorden, de willekeur, t corruptie en het machtsmisbruik van bezetter versterken alleen maar het tionale bewustzijn en de wil tot onaf- nkelijkheid bij het Oosttimorese volk". at is ook de reden waarom het Fretilin leen heil ziet in het Portugese voorstel anneer het als „de enige rechtmatige rtegenwoordiger van het Oosttimorese •Ik" wordt erkend. In dat geval is het etilin bereid samen met Portugal als koloniserende mogendheid, naar diplo- atieke oplossingen te zoeken. Zolang 'rtugal spreekt van „alle vertegenwoor- gende organisaties van Oosttimorezen" 11 het Fretilin de voorstellen niet serieus imen. ich is Rodrigues niet pessimistisch: „Wij n voorbereid op een langdurige volks- rlog tegen de bezetter. Twee factoren arken daarbij in ons voordeel: de demo- Usering van de Indonesische troepen en toenemende politieke chaos in Djakar- Maar bovendien leren wij steeds meer an de ervaring in de strijd, waardoor we i in staat zijn de oorlog te voeren zoals B dat het het beste uitkomt." 1 1976 werden tweeduizend UDT-aan- arigers van West-Timor naar Lissabon êvacueerd. Zij bleken felle tegenstan- ars van de Indonesische bezetter gewor- m te zijn. a UDT blijft echter weigeren het Fretilin 15 de enige vertegenwoordiger van het Oosttimorese volk te erkennen. Indonesië moet zich terugtrekken en Portugal zou opnieuw met het dekolonisatieproces moeten beginnen, vindt de UDT. Woord voerder Paulo Pires vindt echter wel dat Fretilin en UDT onderling zouden moeten samenwerken tegen de gemeenschappelij ke vijand. „Het Portugese voorstel is een stap in de goede richting", zegt hij. Pires vindt het positief dat Portugal in zijn voorstel het probleem van de verte genwoordiging van het Oosttimorese volk opwerpt. Op die manier kan de UDT op nieuw een stem in het dekolonisatie-pro ces krijgen. Maar tegelijkertijd is Paulo Pires beducht voor een oplossing la Nieuw-Guinea. Dat zou betekenen dat een eventuele volksstemming, ook onder toe zicht van de Verenigde Naties, een schijn vertoning wordt en de Indonesische heer schappij over Oost-Timor blijft bestaan. De Indonesische ambassadeur in Neder land, Kosasih, noemt het Portugese voor stel „een kwajongensstreek" Praten met Indonesië zonder voorafgaande erkenning van „de realiteit" op Oost-Timor is vol gens hem niet realistisch. Indonesië vindt dat als Portugal bij voorbeeld over het vluchtelingenprobleem wil praten, het ook de Indonesische heerschappij op Oost-Timor moet erkennen: „Als Portugal het werkelijk nodig vindt te praten, dan moet het er ook.voor opkomen en niet half-half spelen. D^t is een kwajongens streek hoor." „We moeten geen formele spelletjes spe len," zegt Kosasih „De wereld moet rea listisch worden. Er is een probleem op Oost-Timor, maar het is een ontwikke lingsprobleem. De Indonesische regering doet haar uiterste best om dit gedeelte op te bouwen en daarom staat zij natuurlijk open voor alle noodzakelijke bijstand van buitenaf. Maar de kwestie is nu niet meer aan wie Oost-Timor behoort. Als wij op het huidige, kritieke moment nog denken aan welke status Oost-Timor heeft, dan gaat dat ten koste van de bevolking. De status van Oost-Timor is een uitgemaakte zaak: in 1976 is Oost-Timor als de 27ste provincie van Indonesië in onze grondwet opgenomen. De hele wereld kan daarte gen zijn (wat niet zo is) maar dat doet aan het feit niets af." Verzet Toch zijn er nog steeds berichten over verzet van het Fretilin, werp ik tegen, zoals in juli nog vlakbij de hoofdstad Dili. „Dat was niet alleen in juli," antwoordt Kosasih. „Onlangs nóg werd een televisie- post, bewaakt door twee politiemensen overvallen door een groep bandieten die daar een hele lading rijst hebben meege nomen. Dat is geen georganiseerd verzet van het Fretilin. Zo wordt het alleen maar opgeblazen door de kranten. Maar als dit verzet is tegen de regering, dan is er in Nederland ook nog verzet tegen de rege ring. Men kan hier in zijn eigen huis nog wel vermoord worden." De verhalen over de situatie op Oost- Timor worden volgens Kosasih rijkelijk overdreven. „Een mier wordt een olifant." zegt hij. Toch zijn er concrete beschuldigingen van bij voorbeeld Amnesty International, die door Indonesië niet worden weerlegd. .Als we op al die beschuldigingen zoude moe ten reageren Nee daar hoeven we niet aan te beginnen. We kunnen onze energie nu beter richten op de opbouw van dit eiland. Dat is het voornaamste," is het antwoord. Daarover, over de humanitaire problemen van Oost-Timor. wil Insonesië graag praten, ook met Portugal, „maar men moet dan wel realistisch zijn." Kosasih is het volmondig met me eens dat de zaak muurvast lijkt te zitten. Het spijt hem erg. voor Portugal. „Portugal zit in een heel moeilijke situatie met al die vluchtelingen. Als ze niets geleerd hebben van het probleem met de Molukkers in Nederland zullen ze later ook veel moei lijkheden krijgen." In de nacht van 9 op 10 juli werd er aan de rand van de hoofdstad Dili zwaar gevochten. Acht uur lang werden over al schoten en mitrailleurvuur gehoord. Volgens de later in Lissabon aangeko men vluchtelingen renden de Indonesi sche soldaten in verwarring door de stad. Later werden de aangevallen wij ken geëvacueerd en platgeschoten. De avondklok werd vervroegd en oorlogs schepen voerden versterkingen aan De aanvallen op Dili zijn voor Fretilin- ambassadeur Roque Rodrigues het be wijs dat het verzet van het Fretilin zijn- moeilijke periode achter de rug heeft en dat de guerrilla weer op volle toeren draait. „In de zakken van een gesneu velde Fretilin-soldaat werden kassa bonnen uit Dili gevonden. De man had de dag ervoor nog openlijk inkopen in de winkels van Dili kunnen doen. Dat bewijst dat het Fretilin zich vrij onder de bevolking kan bewegen. Indonesië heeft nu een pasjescontrole ingesteld voor Dili, net als voor de zwarten in Zuid-Afrika". Diezelfde kassabonnen bewijzen voor Paulo Pires van de UDT in Lissabon dat het verzet „niet alleen van het Fretilin komt, maar van de hele bevol king". Al deze verhalen, afkomstig van vluchtelingen in Lissabon kunnen de Indonesische ambassadeur in Den Haag. Kosasih, in het geheel niet van zijn stuk brengen: „Het is normaal dat vluchtelingen slechte verhalen vertel len over het land waar ze vandaan komen. Anders zouden het geen vluch telingen zijn," zegt hij. Tolken Hoe de situatie op Oost-Timor werke lijk is, blijft moeilijk te achterhalen. Indonesië heeft buitenlandse journa listen tot nog toe slechts sporadisch toestemming gegeven het eiland te be zoeken. Zij werden dan begeleid door Indonesische tolken en kwamen niet veel verder dan tot berichten over de hongersnood, die na de hulp van het Internationale Rode Kruis en de Ame rikaanse Catholic Relief Service onder controle lijkt. Dat wil zeggen: de men sen sterven niet meer bij bosjes, zoals dat vorig jaar nog het geval was. Ambassadeur Kosasih gelooft in de ontwikkeling van het eiland, „dat door Portugal vierhonderd jaar lang ver waarloosd werd". Indonesië heeft een vijfjarenplan opgesteld dat Oost-fi- mor in 1983 bijna hetzelfde ontwikke lingsniveau moet brengen als de overi ge provincies van Indonesië. „Er moet dus veel geld bij," zegt hij, kennelijk doelend op buitenlandse hulp. „De ver bindingen zijn op dit moment het grootste probleem. Maar volgens de laatste berichten is er al een 450 kilo meter aan nieuwe wegen gereed geko men. In de Portugese tijd was maar een vijf of zes kilometer geasfalteerd rond de hoofdstad Dili". Concentratiedorpen De vluchtelingen in Lissabon spreken van concentratiedorpen waar de bevol king buiten de steden bij elkaar wordt gebracht om haar buiten het bereik van het Fretilin te houden. Volgens Kosasih gaat het echter om een poli tiek die de nomaden-gewoonten van de primitieve bergvolken moet tegen gaan. „Vooral met het oog op de volks telling hebben we de mensen bij elkaar geplaatst in bepaalde rijke streken. Maar als iemand dat niet wilde, was dat zijn zaak natuurlijk. Er zijn er altijd bij die zeggen dat het concentra tiekampen zijn". Vanuit deze concentratiedorpen zou den landbouw-, veeteelt- en kleine In dustrieprojecten moeten worden opge zet. Een groot aantal Tlmorezen is daar al voor naar Java en Sulawesi gestuurd „om ervaring met dit soort projecten op te doen en trainingen te volgen". Honderdveertig Timorezen volgen „in Indonesië" onderwijs, zegt Kosasih, sommigen zelfs op de universiteit. Fretilin-woordvoerder Abilio Araujo in Lissabon heeft een heel andere kijk op deze ontwikkelingspolitiek: „Indonesië heeft een transmigratie-politiek die eruit bestaat de Timorezen weg te voe ren en honderden en nog eens honder den Javanen daarvoor in de plaats op Oost-Timor te vestigen". Wanneer het buitenland massaal Timorese vluchte lingen zou opnemen, zoals Portugal voorstelt, zou deze politiek alleen maar vergemakkelijkt worden. vreest Araujo. door Jan Halkes kunnen zijn. Het Oosttimorese volk is intussen bijna gehalveerd door de gevolgen van de guerrilla van het bevrijdingsfront Fretilin tegen de Indonesische bezetter. Vorig jaar leidde die oorlog tot een hongersnood, die de mensen bij bosjes deed sterven. Een oplossing is echter nog ver weg. Portugal wil praten met Indonesië, maar is niet bereid de annexatie van zijn voregere kolonie door Indonesië te erkennen. Met hulp van de Verenigde Staten, Australië, Japan, China en ook Nederland wil Portugal een politieke oplossing zoeken. Volgens goede bron zou men daarbij in Lissabon denken aan een volksstemming onder toezicht van de Verenigde Naties over aansluiting bij Indonesië of onafhankelijkheid. Ook de Europese Gemeenschap en de vroegere Portugese koloniën die het Fretilin erkenden zullen hierover door Portugal worden geraadpleegd. In Lissabon wil de Portugese regering dan ook nog praten met „alle vertegenwoordigers van het Oosttimorese volk". De dekolonisatie-tragedie van Oost-Timor begint met de „anjerrevolutie" in Portugal. De politieke vrijheid die deze revolutie ook voor Oost-Timor brengt, leidt tot de oprichting van twee rivaliserende Oosttimorese partijen, de UDT en het Fretilin. De UDT vertegenwoordigt een vrij behoudende, stedelijke burgerij. Het Fretilin is de vooruitstrevende partij van het gewone volk. Na een kortstondige regeringscoalitie van de twee tracht de UDT de macht te grijpen en breekt er $en burgeroorlog uit. Het is dan augustus 1975. Tienduizend aanhangers van de UDT worden door het Fretilin over de kling gejaagd of naar het Indonesische West-Timor verdreven. Het Portugese militaire bewind houdt zich afzijdig, ook wanneer het Fretilin drie maanden lang de feitelijke heerschappij over de kolonie heeft. De Portugese afzijdigheid dwingt het Fretilin tot een eenzijdig uitroepen van de onafhankelijkheid op 28 november 1975. De nieuwe staat wordt door veertien landen erkend, waarvan de belangrijkste China, Vietnam, Angola en Mozambique zijn. Op 7 december vallen Indonesische troepen vanuit zee de hoofdstad Dili aan. Op verzoek van de UDT en een pro- Indonesisch splinterpartijtje, zeggen ze. Het Fretilin trekt zich met het overgrote deel van de bevolking in de bergen terug, vanwaar het een langdurige guerrilla begint. Portugal veroordeelt de invasie, verbreekt de diplomatieke betrekkingen met Djakarta, en blijft zichzelf als de rechtmatige gezagdrager op Oost-Timor beschouwen. Het Nederlands Oost Timor Komité organiseert vandaag in de Mozes en Aaronkerk te Amsterdam een - wngres over de toestand in Oost-Timor. In het gebouw yan de Verenigde Naties in New York bereidt men zich yoor op een nieuwe ronde in de debatten over hetzelfde irobleem. Het is bijna vijf jaar geleden dat in deze lithoek van de wereld Indonesië met veel i machtsvertoon het zeshonderdduizend inwoners ellende Oost-Timor binnenviel. )e internationale reacties op deze invasie waren oinimaal. De Verenigde Naties veroordeelden de inval, naar daar bleef het bijPortugal bleef als dekoloniserende mogendheid" de wettelijke Oost-Timor. Maar pas deze kwam de Portugese regering met een voorstel eerste stap op weg naar een oplossing zou Ambassadeur Kosasih

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 17