lelp waar
ïulp werkt
Doorbreek het armoede-evenwicht
•DAG 24 SEPTEMBER 1980
TROUW/KWARTET
P 9 RH 11 S 13
ioede in de uitpuilende steden van de derde wereld is
i nog te verkiezen boven armoede op het platteland.
J arbeiders dienen hun land met hun geldoverboekingen
T dan wanneer ze als werklozen thuis waren gebleven. In
moet je niet de armsten helpen, maar de mensen die voor
ontvankelijk zijn en een voorbeeld kunnen zijn voor
iren. De energiecrisis is voor sommige
dkkelingslanden een goede zaak geweest.
«Ie eigenzinnige opvattingen van de Amerikaanse
oom John Kennth Oalbraith over de verhouding tussen
en rijk. Ideën die in ieder geval óók de verdienste hebben
Jie tot nadenken prikkelen in een tijd waarin het
Lmisme over de ontwikkelingsproblemen hoogtij viert.
rNico Kussendrager
probleem van econo-
e ontwikkeling van de
wereld heeft veel
met binnenlandse dan
buitenlandse ooizaken
en. Er is een neiging
ontwikkelingslanden
iuld te geven aan kolo
me in het verleden, im-
ilisme, de multinatio-
ondememingen, ge-
aan markten om pro-
en af te zetten, grond-
enprijzen en gebrek
technische kennis,
zelfs als al die „oorza-
worden weggenomen,
t het ontwikkelingspro-
m levensgroot bestaan,
om net terug uit Brazi-
k twijfel er niet aan dat
iconomische ontwikke-
van Brazilië het we-
wonder van de afgelo-
25 jaar te danken is
het overwinnen van de
ne problemen".
John Kenneth Oalbraith over de
ken van onderontwikkeling. Bete-
lit. dat bijvoorbeeld vergaderingen
i de Verenigde Naties over meer
Ismogelijkheden voor de derde we-
betere prijzen voor produkten en
mtwikkelingshulp zinloos zijn?
ttken niet de noodzaak van dlscus-
New York. Ze zijn vanuit §en be-
gezichtspunt zeker belangrijk. Door
Tustrialisatie na de tweede wereld
zijn landen ais Brazilië, India, Sin-
en Taiwan zeer succesvolle voor
in van ontwikkeling geworden. Aan-
bjk werd gedacht dat deze landen
voor eigen gebruik zouden produce
nten] andse markten werden echter
belangrijker. Voor India bijvoor
de Verenigde Staten. Iedereen is
«d dat India en enkele andere ont-
ingslanden zoveel exporteren. De
gde Naties zijn een goede plaats om
»armee bezig te houden".
ijg'
fralen we toch over buitenlandse,
voorwaarden voor ontwikkeling,
bet scheppen van markten. De Vere-
Staten hebben juist besloten de
'uit India te verminderen, uit angst
concurrentie en verlies van ioerkge-
beul. V ontkent toch niet de beteke
bon slechte handelsvoorwaarden,
bijvoorbeeld ook van de oliecrisis,
oral voor de derde wereld een grote
betekende?
!lken dat geen seconde. Ik heb daar-,
grcegd dat de industrielanden pro-
uit ontwikkelingslanden moeten
®rden. Als de Verenigde Staten bar-
opwerpen tegen de invoer uit India,
schandelijk. Dat neemt echter de
oorzaken van onderontwikkeling
oliecrisis zit ingewikkelder in elkaar.
aantal ontwikkelingslanden is
genaamde crisis een goede zaak
Voor de landen die olie in de
grond hadden, zoals Irak, Iran, Koeweit,
Saoedl-Arabie, maar ook voor ontwikke
lingslanden die olie moeten invoeren zijn
de hoge olieprijzen niet zonder meer
slecht. India en Pakistan hebben bijvoor
beeld een groot overschot aan arbeid. Veel
van die arbeiders hebben nu werk gevon
den in het Midden-Oosten, met als gevolg
voor de Indiase betalingsbalans dat jaar
lijks zes miljard gulden wordt overge
maakt. Een van de meest gteslaagde India
se uitvoerprodukten is geschoold en onge
schoold personeel".
Migratie
John Kenneth Galbraith
V legt in uw boek veel nadruk op het
belang van migratie, het trekken van het
ene land naar het andere.
„Ik onderstreep dat omdat niemand over
de betekenis van migratie durft te praten.
Het wordt als onfatsoenlijk beschouwd.
Maar u in Nederland maakt ook gebruik
van mensen uit arme landen, zoals aan
vankelijk Indonesië en later Zuideuropese
landen. Als daar regels voor gesteld wor
den, is er helemaal geen sprake van uit
buiting van mensen, zoals wel eens wordt
beweerd. Mensen kunnen uitgebuit wor
den, zolang ze bedreigd worden met uit
zetting. Vergeet bovendien niet dat men
sen die naar elders trekken om werk te
vinden dat uit eigen vrije wil doen. Het is
beter geëxploiteerd te worden, dan hele
maal niet te worden benut"
In de dorpen in het zuiden van Tunesië
zie je alleen oudere mannen, vrouwen en
kinderen. Migratie kan voor zo'n land
toch onmogelijk voordelig zijn?
Al die Tunesiërs werken nu voor Peugeot
en Citroën, voor Franse bouwmaatschap
pijen, of voor het Parijse gemeentebe
stuur. Ze hebben daar veel meer kans op
vooruitgang, dan ze in Tunesië ooit gehad
zouden hebben. Die mensen kunnen hun
werkkracht veel beter gebruiken in
Frankrijk dan in Tunesië. Dat is veel
aantrekkelijker voor hen dan in een woest
gebied als Zuid-Tunesië te blijven. Het
feit dat de woestijn bestaat, betekent nog
niet dat die ook ontwikkeld moet
worden".
De 72-jarige John Kenneth Oalbraith
kan hoewel hij nog lang niet is
uitgewerkt al terugzien op een in
drukwekkende reeks functies in de we
tenschap, ambtenarij en diplomatie.
(Zo vertegenwoordigde hij in de jaren
zestig de Verenigde Staten in India als
ambassadeur).
Een van zijn laatste boeken is onlangs
bij Elsevier uitgegeven Armoede,
met als ondertitel „Eigenzinnige op
vattingen van een eminent econoom".
Als hij de ondertitel zelf heeft bedacht
klopt dat met de spreuk in zijn werkka
mer in Cambridge in de Amerikaanse
staat Massachusetts: „Bescheidenheid
is een vaak overschatte eigenschap."
Eminent en eigenzinnig, dat zijn ook
zijn opvattingen over de oorzaken van
de armoede in de derde wereld. Zijn
landen arm omdat de natuur hen heeft
achtergesteld? Kijk naar Japan, Tai
wan, Singapore, Hongkong en Israël.
Allemaal onderbedeeld met natuurlij
ke hulpbronnen, sommige ervan niet
meer dan een stadstaat, een verzame
ling bergachtige eilanden of een woes
tenij.
Ligt het dan aan de keus tussen kapita
lisme of socialisme? Het kapitalisti
sche Honkong, Singapore of Taiwan
floreert, maar het in wezen kapitalisti
sche India doet het slechter dan het
communistische China.
Gebrek aan kapitaal en technische
kennis dan? Hier worden oorzaak en
gevolg door elkaar gehaald, meent Oal
braith. Een land is niet echt arm omdat
het geen kapitaal heeft, maar het krijgt
geen kapitaal omdat het arm is. Als
een arm land geen Industrie heeft, be
zit het ook niet de technische kennis en
zijn er geen vakbewkame leiders voor
de op te zetten industrieën.
Kolonialisme? En Latijns-Amerlka
dan, dat al anderhalve eeuw onafhan
kelijk is, of Ethiopië en Thailand die
door de bezetters van de buurlanden
altijd werden ontzien?
Galbraith heeft wel een eigen verkla
ring: Er is niet ernstig rekening gehou
den met de mogelijkheid dat de econo
mische omstandigheden èn de econo
mische motivatie fundamenteel anders
zouden kunnen zijn dan in rijke
landen.
Streven de rijke landen normaal ge
sproken naar vergroting van produktie
en inkomen, de arme landen zouden
wel eens kunnen berusten in hun ar
moede; een armoede-evenwicht waar
bij de prikkel om eraan te ontkomen
gering is of ontbreekt.
Groei van het inkomen is niet normaal.
Elke vernieuwing of verbetering bergt
het risico van mislukking in zich. Er
wordt daarom van afgezien. En als er
een inkomensstijging is, wordt die on
middellijk geconsumeerd en niet ge
bruikt voor ontwikkeling. Als het even
wicht even wordt doorbroken, zal het
zich doorgaans weer herstellen.
De oplossing voor de armoede in de
derde wereld ligt volgens Galbraith
dan ook in het doorbreken van de
berusting. Als een minderheid dank zij
opleiding en scholing bereid is dit fata
lisme van zich af te schudden, zal de
ontwikkelingshulp zich op die groep
moeten richten.
Ouderwets rr=
Gastarbeiders komen ook uit andere lan
den, als Spanje, Joegoslavië.
„Joegoslaven die vanuit West-Duitsland
geld naar huis sturen dragen meer bij aan
de economische ontwikkeling van Joegos
lavië dan wanneer ze in Joegoslavië waren
gebleven. Als econoom ben ik erg ouder
wets. Mensen moeten daar naar toe gaan
waar hun grensproduktiviteit het hoogste
is. Waar u op zinspeelt is dat ontwikkeling
altijd binnen nationale grenzen moet
plaatsvinden. Dat is een vreemde houding
voor Nederlanders, die verondersteld wor
den intellectuele, internationaal gerichte
kosmopolieten te zijn".
Hoe kan verder het vertek van mensen uit
een land voordelig zijn voor dat land?
„Zoals ik betoog in mijn boek staat bij
lange na niet vast dat verlies aan arbeids
kracht schadelijk is. Neem Zweden. Het
was een van de armste landen in Europa,
totdat het vertrek van duizenden Zweden
naar Minnesota hervormingen in de land
bouw mogelijk maakte. Hetzelfde geldt
voor Ierland, en de Schotse Hooglanden,
waar mijn voorouders vandaan komen.
Een ander geval is Mexico. De enige hoop
op een beter leven voor mensen in de
Mexicaanse dorpen is naar Mexico Stad te
gaan, of naar de Verenigde Staten. In de
jaren na de tweede wereldoorlog was er
een grote verhuizing van Nederlanders
naar Canada. Heeft Nederland daar scha
de aan ondervonden? Hoogstens heeft het
minder van de Zuiderzee hoeven inpol
deren
U verwacht, blijkens uw boek, veel van de
meest initiatiefrijke mensen in ontwikke
lingslanden, niet van de armste ontwik
kelingsgroepen. Wat betekent dit voor de
ontwikkelingshulp? Bij de Wereldbank
en btj donorlanden als Nederland is er
Juist een neiging de ontwikkelingshulp te
richten op de „armsten der armen".
„Het is duidelijk dat zij geholpen moeten
worden. Maar de prioriteit voor de steun
moet daar liggen, waar er het beste ge
bruik van wordt gemaakt. De oudste ver
gissing in de agrarische ontwikkeling is
dat landbouwhulp en technische voorlich
ting gegeven moet worden aan de armste
boeren. In feite moet je de meest ontvan
kelijke boeren helpen, die dan een voor
beeld zijn voor anderen. Hetzelfde geldt
voor ontwikkelingslanden, hoewel Je dat
niet al te strikt kan toepassen. Een land
als Brazilië kan erg goed gebruik maken
van ontwikkelingshulp, terwijl Afrikaanse
landen het op dat moment het hardste
nodig hebben".
Vlucht -
Wat zou ontwikkelingshulp betekenen
voor de arme bevolking in het noordoos
ten van Brazilié? U praat over de goede
ontwikkeling van dat land, het effectieve
gebruik van de steun. Maar heeft ieder
een daar profijt van gehad, is de ontwik-
keling" doorgesijpeld naar beneden?
„Het is geen kwestie van doorsijpelen. Het
noordoosten van Brazilië is een zeer triest
deel van de wereld. Overal waar suiker
heeft gegroeid bestaat armoede en sociale
ellende. De armoede wordt daar niet opge
lost door de landbouw te verbeteren of
industrie op te zetten. Dat helpt maar een
beetje. Een veel betere oplossing voor de
Brazilianen in het noordoosten is naar het
zuiden te gaan, naar het industriegebied
van Sao Paulo en daar werk te zoeken.
Hetzelfde hebben we in de Verenigde Sta
ten meegemaakt. In Mississippi leefden
na de tweede wereldoorlog honderddui
zenden zwarte arbeiders in absolute ar
moede. Er werden verscheidene maatrege
len genomen om de landbouw te verbete
ren en hun meer kansen te geven. In feite
losten ze zelf het probleem op door naar
het noorden te gaan. Zij verhuisden net
als in het geval Sao Paulo naar steden
die er eigenlijk niet op voorbereid waren
hen te ontvangen. Omdat we niet willen
erkennen dat de vlucht voor de armoede
die kant op gaat. Leven in het getto in de
stad is altijd nog onvergelijkbaar veel
beter dan leven in een getto op het platte
land. Daar mag je alleen de hongerdood
sterven, zonder dat iemand er weet van
heeft."
Oelooft u nog in ontwikkelingshulp, om
de armoede in de derde wereld aan te
pakken?
„Een grote overdracht van financiële mid
delen is zonder meer deel van de oplos
sing, al was het alleen maar omdat het een
van de weinige dingen is die de westerse
landen kunnen doen. Hulp bij onderwijs
en gezondheidszorg is nuttig, maar veruit
het belangrijkste voor de rijke landen is
het verstrekken van kapitaalhulp. Daarop
moeten ze zich concentreren."
Ontmoedigd
Waarom doen de Verenigde Staten zo
weinig? De Amerikaanse hulp is de helft
van het internationaal afgesproken per
centage.
„De reden daarvoor is dat in de eerste
jaren van de ontwikkelingshulp het idee
bestond dat dat een soort tovermiddel
voor ontwikkeling van de derde wereld
was, net als het Marshallplan in West-
Europa. Toen dat niet zo bleek te zijn en
steeds duidelijker werd dat sprake is van
een langzaam proces, raakten de Ameri
kanen ontmoedigd. Een andere reden is
onverdraagzaamheid ten aanzien van lan
den die Amerikaanse hulp hebben gekre
gen en desondanks kritiek durven leveren
op de Verenigde Staten. Wij Amerikanen
moeten wat toleranter worden".
Kunnen de westerse landen nog aduise-
ren hoe de derde wereldlanden hun inter
ne problemen die ontwikkeling in de weg
staan kunnen oplossen? Nederland heeft
die neiging."
„Ik ben niet erg onder de indruk van de
.bijzondere wijsheid' van de westerse lan
den. Hun adviezen aan ontwikkelingslan
den hebben mij mijn grijze haren bezorgd.
Waarschijnlijk wordt bij zo'n advies de
nadruk gelegd op de landbouw, in plaats
van de industrie. Of, zoals ik eerder al zei,
op de arme boeren in plaats van boeren
die het meest ontvankelijk zijn voor tech
nische steun. Of wordt er te weinig aan
dacht besteed aan onderwijs, waaraan ik
persoonlijk grote waarde hecht om het
armoede-evenwicht in de derde wereld te
doorbreken. Dat is de belangrijke interne
taak voor ontwikkelingslanden. Scholing
is van wezenlijk belang voor ontwikke
ling, net zo goed als dat bij ons het geval is
geweest in de vorige eeuw. Scholing geeft
iemand contact met de buitenwereld en
kan hem helpen aan armoede te ont
komen".
Marx -
U gelooft niet in een socialistische oplos
sing voor ontwikkelingslanden, Waarom
niet?
„Socialisme is een mogelijkheid in een
laat stadium van ontwikkeling. In derde
wereldlanden moet je zuinig omspringen
met je schaarse hulpbronnen. Aan be
stuurders bestaat groot gebrek, en socia
lisme legt Juist op bestuurlijke krachten
een groot beslag. Daarom is socialisme
misschien wenselijk in een later stadium.
Het overbelast het bestuursapparaat bij
het begin van ontwikkeling. Wat dat be
treft volg ik Marx."
Volgens u speelt religie geen belangrijke
rol bij de ontwikkeling van de derde
wereld. Anderen zien Juist christendom of
confucianisme tn Oostaziatische lan
den als een stimulans voor ontwikke
ling.
„Dat religie geen belangrijke rol speelt
heb ik niet geschreven. Ik ben wel van
mening dat als mensen in armoede leven,
soms voor duizenden jaren, zij daar door
hun godsdienst mee verzoend raken. De
meeste wereldgodsdiensten dragen bij
aan berusting en het aanvaarden van je
lot. Ook het christendom, dat leert dat je
in de hemel komt als je arm bent, maar
dat als je rijk bent zelfs de kamelen voor
gaan".