Bill Evans was een
vernieuwend pianist
Toneelindividuen vastgeklemd
in onontkoombaar isolement
Koppig kunstenaar
van de avant-garde
Bij de dood van een fijnbesnaard lyricus
En dan nog
rn!Basmn.hixm\a
Don Dekker: Jan Modaal bestaat voor mij niet
Nieuwe boeken
door Frlt» Lagerwerff
AMSTERDAM De afgelopen dagen is de internationale jazzwereld opgeschrikt door het
tragische nieuws over Bill Evans' dood. In New York overleed deze invloedrijke pianist op 51-
jarige leeftijd, een maagbloeding werd als vermoedelijke doodsoorzaak opgegeven. Zo valt het
doel voor een voortreffelijk musicus, die vooral door insiders veelvuldig geroemd is.
De glorieperiode van Bill Evans, een
typische „musicians musician" lag
tussen het eind van de Jaren vijftig en
begin van de jaren zestig. Hoewel hij
wat populariteit betreft in de scha
duw van Oscar Peterson en Dave
Brubeck verbleef, stak hij deze en
zovele andere pianisten in melodisch,
harmonisch en ook ritmisch opzicht
volledig naar de kroon. Toch zal men
Evans niet terugvinden in het histori
sche rijtje „vernieuwers van de jazz-
piano". dat voorlopig uit Scott Jop-
lin, Jerry Roll Morton, Earl Hines.
Speciaal vandaag
Brandpunt KRO's actua
liteitenrubriek heeft een eigen
reportage uit W.Duitsland
naar aanleiding van een brief
van de Duitse bisschoppen die
een voorkeur inhoudt voor
Strauss (CDU/CSU); reportage
over sluiting van het beade-
mingscentrum voor lijders
aan spierdystrofie van het Wil-
helmina Gasthuis in Amster
dam; aandacht voor de moei
lijkheden van de Amsterdam
se politie door het krakersbe-
leid.
Ned. 2/21.20.
De magie van de dans in
deze derde aflevering van de
zesdelige serie die balletdan
seres Margot Fonteyn samen
stelde gaat het over vernieu
wers in de loop der jaren. Ar
chiefbeelden van Isadora Dun
can, de vrouw van de sjaaldan-
sen, die zijzelf improviseerde
en van Ruth St.Denis. Verder
gesprekken met The London
Comtemporary Dance Theatre
over eigentijds werk en met
The Dance Theatre of Harlem
over modern negerballet.
Maar echt aandacht besteden
aan de allerlaatste ontwikke
lingen doet de traditioneel in
gestelde Engelse ballerina
niet.
Ned.I/22.10
De letter M het KRO-
radioprogramma brengt het
tweede programma in een
driedelige serie over de reac
ties als een kind overlijdt. In
„Maartje is dood" is Maartje
een meisje dat plotseling erg
ziek wordt. De arts wil niet
komen. Als hij komt is Maartje
dood. In deze uitzending ko
men de reacties van de omge
ving aan bod. In de laatste
gaat het over de aanklacht die
de ouders bij het medisch
tuchtcollege indienen tegen de
arts.
Hilv. 2/9.20
Duke Ellington, Teddy Wilson, Her-
bie Nichols, Thelonlous Monk, Bud
Powell, Lennie Tristano en Cecil Tay
lor bestaat.
De werkelijke ontwikkeling van
Evans' muziek is kort en weinig spec
taculair geweest, hoewel zijn impul
sen in de ensembles van met name
Miles Davis en Charles Mlngus onte
genzeggelijk hebben bijgedragen tot
de revolutionaire stijlvernieuwingen
in de free jazz van de jaren zestig
Davis hoorde Evans één keer solo-
spelen in New York en begreep hier
een technisch begaafd pianist aan
het werk was die meer dan wie ook los
van de beat musiceerde, die op har
monisch niveau avontuurlijk inge
steld was en die een uitermate ge
durfde aanpak had van klassieke
songs.
Er werd door Evans soms op basis
van toonladders en een beperkt aan
tal akkoorden geïmproviseerd het
zogenaamde modale spelen in een
tijd dat nagenoeg iedere muzikant,
ook Davis, bebop speelde. Zo raakte
Evans bekend als de wat eenzame,
fijnbesnaarde man die de grote mode
van akkoordenschema's niet volgde
maar precies deed wat hij zelf wilde,
namelijk de mogelijkheden van het
toonreeksenspel verder onderzoeken.
Davis, op zoek naar een opvolger voor
Red Garland, die voornamelijk het
akkoordenspel perfect uitvoerde,
wist Evans gedurende acht maanden
aan zijn band (naast Miles bestaande
uit Cannonball Adderley, John Col-
trane, Paul Chambers en Philly Joe
Jones) te verbinden. Op hun CBS-
plaat Kind of Blue staat muziek die
te zamen met die van Sonny Rollins,
luister maar naar diens werk uit de
Village Vanguard-periode de eerste
aanzet tot een meer vrije melodische
aanpak inhield. Evans heeft hierbij
een essentiéle compositorische rol ge
speeld. al gaf hij dit desgevraagd
maar heel aarzelend toe.
Eigen trio
Opmerkelijk genoeg was hij uit deze
fameuze band gestapt toen dit schit
terende Kind of Blue uitkwam. Zijn
grote ambitie was een hecht eigen
trio, met contrabas en drums, waarin
zo vrij mogelijk kon worden gemusi
ceerd. Terwijl vele pianisten uit zijn
tijd. op Cecil Taylor na. zich traditio
neel lieten begeleiden door een bas
sist en een drummer, ontwikkelde hij
een nieuw concept: de razend virtuo
ze contrabassist Scott LaFaro fra
seerde langs de pianopatronen en
slagwerker Paul Motian was ritmisch
volledig vrij. De toonreeks was verla
ten, deze muziek leek te zijn opge
bouwd uit romantische rêverieën die
in spontaan klinkende harmonieën
waren vervat. In die geest werd jaren
later door Paul Bley en Chick Cores
gespeeld en toen werd dat nog als een
verfrissende ontwikkeling be
schouwd.
Evans heeft zijn oorspronkelijke con
cept later niet zo zeer veranderd, als
wel verder uitgediept: „Ik probeer zo
kernachtig rnogelijk te spelen, het
komt misschien als complex over, tja,
het is het resultaat waaraan we jaren
hard gewerkt hebben. Zonder dat we
er overigens zoveel over gepraat heb
ben. Ik ben geen gecompliceerd den
ker of een esotericus, met Scott en
Chuck Israels, mijn latere bassist,
heb ik de muziek een aantal malen
doorgesproken, maar dat was dan
ook een uitzondering. Wij waren nog
al individualistisch, we wilden ons
noch laten vastpinnen op traditionele
rollen, noch laten verleiden tot plot
selinge koersveranderingen."
Eigen visie
Wie de concerten van Evans, in het
Concertgebouw, op de tv of op het
Northsea Festival heeft gevolgd zal
de volstrekt eigen visie op harmonie,
contrapunt en ritmische verfijning
stellig zijn bijgebleven. Hij sprak zelf
Enkele leuke berichten voor orgel-
liefhebbers: Marie-Claire Alain speelt
op 29 september in de Laurenskerk,
Rotterdam, een concert waarmee de
Rotterdamse Orgelmaand wordt af
gesloten. Toegangsprijs 7,50. aan
vang 20.15 uur. Haar land- en vakge
note Michelle Leclerc zit op 2 oktober
op de orgelbank van het orgel in de
St. Agathakerk, Lisse. Zij speelt drie
stukken van een andere beroemde,
reeds overleden, Franse organiste,
Jeanne Demessieux, een impromptu
van Vierne en de zesde orgelsymfonie
van Widor. Aanvang 20.15 uur. Op 27
september speelt in de orgelzaal van
Cor Booij, Dalmeerpad 13, Sint Pan-
cras de organist Kik Schaart. Zijn
programma reikt van Bach tot Asma.
Aanvang 15 uur, toegang gratis.
Zaterdagmorgenmuziek heet een
serie van zes concerten in de Jacobi-
kerk, Utrecht. Op 27 september vanaf
11 uur kan men gratis luisteren naar
een gezelschap van drie zangers, twee
strijkers en een organist. Inhoudelijk
beweegt het concert zich binnen de
grenzen van de Barok. De volgende
morgenmuzieken zijn vastgesteld tel
kens op de laatste zaterdag van okto
ber, november, januari, februari en
maart. Genoemde serie niet te ver
warren met de zaterdagmiddagmu-
ziek in de Domkerk. Utrecht. Oók
gratis op 27 september om 15.30 uur
te luisteren naar het vioolconcert in
G en de Salzburgse symfonie van
Mozart. Op 4 oktober weer een koor-
orgelprogramma: Mis van Francis
Poulenc en Laudes organi van Ko-
daly.
DINSDAG 23 SEPTEMBER 1980
TROUW/KWARTET
door Dirkje Houtman
AMSTERDAM Don Dek
ker Is als toneelschrijver nog
niet zo lang bezig. Twee jaar
geleden voerde Centrum zijn
eerste stukken op. Twee een
akters, Tussen de middag en
Later op de avond, waarvoor
hij de Van Dalsum-prijs
kreeg. Morgen gaan er op
nieuw twee eenakters ln pre
mière: Het Komplot en Zell-
bevriezing.
Over het eerste stuk Is Dekker spaar-
zaam met mededelingen om regisseur
Antolne Uitdehaag niet in de wielen
te rijden. „Een toneelstuk is, als het
af is een op zichzelf staand gegeven,"
vindt Dekker, „waar een regisseur
mee mag doen wat hij wil." Met het
resultaat van „Zelfbevriezing", een
monoloog, gespeeld door Onno Mo
lenkamp toont hij zich meer ingeno
men. „Wat Onno daarmee doet, vind
ik aangrijpend."
Dekker heeft zich nog steeds niet
gewaagd aan een avondvullend stuk.
Hij doet dat bewust niet omdat hij
geen behoefte heeft aan ingewikkelde
dramatische constructies. De drama
tische lijn in zijn stukken is dan ook
vederlicht en wordt tot nu toe voor
namelijk gevoed door de mededelin
gen van zijn personages over hun
verleden. Een terugblik op een ge
leefd leven geeft het bejaarde echt
paar Tante Marie en Ome Cor in
„Later op de avond"; in „Zelfbevrie
zing" geeft een 58-jarige man een
verantwoording achteraf over zijn
voor ons ongebruikelijke levenswijze
Herinneringen
Omdat het eerste stuk wordt uitge
voerd door twee personen verwacht
je een dialoog. Qua vorm lijkt dat wel
zo, maar in de uitwerking zit het
tegendeel. Het is geen gesprek van
Toneelgroep Centrum heeft in het verleden veel eer ingelegd
met het brengen van nieuw Nederlandstalig repertoire. Au
teurs als Gerben Hellinga, Herman Lutgerink, Gerard Lem-
mens, Ton Vorstenbosch en Don Dekker zijn allemaal in deze
proeftuin begonnen. Het afgelopen seizoen leek het aanbod te
schrompelen. De auteurs, in ademnood door de intensieve
produktie ineens, lieten het afweten, maar zijn nu weer terug.
De komende week gaan er maar liefst drie Nederlandstalige
stukken in première. „Hoe laat is het" van Herman Lutgerink,
vanavond in Centrum Bellevue in Amsterdam, „Loopbaan en
liefde" een lunchpauze-feuilleton in drie afleveringen van Ton
Vorstenbosch en Peter Römer morgenmiddag in de Toneel
schuur in Haarlem en diezelfde avond brengt het gezelschap in
de Blauwe Zaal in Utrecht twee eenacters uit van Don Dekker,
onder de titel „Het Komplot".
twee mensen die met elkaar herinne
ringen ophalen. Tante Marie vertelt,
Ome Cor vult haar aan of corrigeert
zijn vrouw met een eigen verhaal.
Beiden proberen een eigen versie te
slijten, zodat er geen gesprek tussen
twee mensen over hun verleden kan
ontstaan. Zo beschrijven ze zichzelf
in een contactarmoedig isolement.
Om het trieste verleden, dat door de
verhalen heenschemert, te maskeren
nemen zij hun toevlucht tot grappen
en lolletjes, kant-en-klaar verkrijg
baar in de feestwinkel.
Dit echtpaar is nog samen. Dat is de
56-jarige man uit „Zelfbevriezing"
niet. Deze man leeft volkomen in een
zelfgekozen fantasiewereld. Ooit, in
het verleden, heeft hij iets ergs mee
gemaakt en sindsdien is hij sterk op
zijn hoede. Zijn gevoelens heeft hij
bevroren om niet nog kwetsbaarder
te zijn dan hij al is.
In beide stukken ontbreekt een span
ningsboog tussen de figuren. In „La
ter op de avond" bewust om de con
tactarmoede tussen het echtpaar aan
te geven, in „Zelfbevriezing" omdat
de man letterlijk en figuurlijk alleen
is.
In „Het Komplot" heeft Dekker die
spanning wel proberen aan te bren
gen. Centraal staat een beeldhouwer
die zich bedreigd voelt. Creatief zit
hij vast en geeft daar iedereen, behal
ve zichzelf, de schuld van. Zijn tegen
speler is een bokser, waarmee Dekker
aan wil geven dat er niet een reële
strijd tussen twee mensen plaats
vindt, maar een gevecht tussen li
chaam en geest.
Excuus
De figuren ln zijn stukken zoeken
voortdurend naar een excuus voor
een falend bestaan. Dat gebruiken ze
niet alleen om dit bestaan mogelijk te
maken maar ook om hun verdriet te
maskeren. In hun uitweidingen han
teren ze veelal een associatieve ver
teltrant die zo veelzeggend is dat de
achtergrondinformatie over hun so
ciale omstandigheden niet expliciet
hoeft te worden meegedeeld. Ze ver
tegenwoordigen geen groep en hun
gedragingen worden sterk vanuit hun
individuele eigenschappen bepaald
Gezien de leeftijd van zijn persona
ges legt Dekker zijn eigen jeugdherin
neringen niet letterlijk vast in zijn
stukken. Dat zou volgens hem jeugd
sentiment in de hand werken. Wel
zijn deze oudere mensen de dragers
van een steeds terugkerende thema
tiek in zijn stukken het individu
vastgeklonken in zijn isolement
die hij aan jeugdervaringen ontleent.
Geboren in 1944 en opgegroeid in
Amsterdam-Oost heeft hij dat isole
ment ooit zelf ervaren. Hij is jood, ziet
er mediterraan uit wat hem menig
maal door schoolvriendjes werd inge
peperd. „In mijn Jeugd heb ik me
sterk bepaald gevoeld door de manier
waarop ik eruit zag," zegt hijzelf. Ook
de Individuele benadering van zijn
drama-figuren komt rechtstreeks
voort uit een persoonlijke levenshou
ding. Zelf een individualist, een ein-
zelganger, pint hij zich niet vast op
een specifieke richting. Hij is beeld
houwer, werkte na de Rietveldacade
mie zeven jaar bij de film en begon in
1975 te schrijven aan „Later op de
avond". Oorspronkelijk was dit stuk
voor de tv bestemd maar later heeft
Dekker het samen met Peter Ooste-
hoek voor het toneel bewerkt.
Mededogen
De manier waarop Dekker zijn stof
rangschikt ademt een groot mededo
gen voor de toneelfiguren. Hij is wars
van sociaal-realisme op het toneel en
de vooringenomenheid waarmee met
name t.v.-makers bepaalde bevol
kingsgroepen in' clichés vastprikken.
Momenteel werkt hij aan een televi
siestuk voor de NCRV dat in het
kader van de tweede- en derde gene
ratie gastarbeiders wordt uitge
bracht. „Ik ben er niet op uit een
gedramatiseerd rapport van de Stich
ting Welzijn Buitenlandse arbeiders
van te maken," zegt hij. „Het stuk
heeft als werktitel .Anderhalf en ik
probeer er het emotionele en sociale
isolement te verweven in de relatie
tussen een gepensioneerde arbeider
en een Marokkaans jongetje."
Voor die gepensioneerde man zou hij
het liefst Paul Steenbergen hebben.
Maar in een eerste reactie vonden zijn
opdrachtgevers deze acteur te netjes.
De opvatting heerst blijkbaar nog
steeds dat zo'n man een arbeider
moet zijn waar mensen zich tussen de
pinda's en koude pils onmiddellijk
mee kunnen identificeren. „Dat vind
ik een enorme belediging," zegt Dek
ker. „Je moet niet in sociale herken
baarheid, niet in groepen denken. Het
is toch een fabel dat een arbeider plat
praat en geen abn spreekt. Je distan
tieert je ervan als je ze ln hokjes
duwt. Het legt mensen een zekere
vervlakking op. Jan Modaal bestaat
voor mij niet. Het individu is belang
rijk en niet de bevolkingsgroep die hij
vertegenwoordigt. De man in het
stuk woont in het Sarphatipark en
speelt cello Dat is zijn emotionele
voertuig. Niet het feit dat hij arbeider
was en nu gepensioneerd is bepaalt
zijn gedrag," aldus Dekker
Ontroerend
Niet alleen Dekkers betrokkenheid
met zijn toneelfiguren ook de emotio
nele band met de acteurs waarvoor
hij schrijft bepalen zijn stukken. Hij
creëert bepaalde rollen het lie
een specifieke auteur. Voor
half" is Steenbergen zijn voe<
dem; „Zelfbevriezing" schreef
ciaal voor Onno Molenkamp.
hij mij ongelooflijk ontroei
Dekker uit. „Dat stamt uit
aandeel in „Later op de avoni
hij ome Cor zo warm en onb
speelde. Dat was voor mij ees
Als type heeft hij een kwetst
straling; daar wilde ik iets mee
r', tii' fH
in première gaan.
Bill Evans
technisch begaafd
altijd van „The Trio", had ook de
laatste jaren nog grote muzikale
plannen, verklaarde zich fysiek vol
komen fit te voelen werd spoedig
voor concerten in Europa verwacht.
Over de historische ontwikkeling aan
het einde van de jaren vijftig, toen hij
in feite al met een trio bezig was, zei
hij nog: „In die tijd hoorde je bijna
uitsluitend hard jazz groups, ik nam
een natuurlijke stap uit deze vuurtijd
en realiseerde me achteraf dat ik lan
ge tijd de enige was."
Voor zijn platen ontving Evans vijf
Grammy Awards en uitmuntende
kritieken. Toch was het voor hem
moeilijk om voor het trio werk te
krijgen. Dat is onbegrijpelijk wan
neer Je bijvoorbeeld de Village Van
guard Sessions van 1961 hoort (Mile
stone 47002): muziek van uitzonder
lijk lyrisch niveau, met meeslepende
harmonische vondsten in songs, die
zo klassiek en uitgeplozen waren, dat
andere pianisten er niet meer aan
durfden.
De werkgroep Indianen-project or
ganiseert een kunstveiling op 15 ok
tober om 20.15 uur in de Mozes en
Aöronkerk, Amsterdam. De op
brengst komt ten goede aan het Vier
de Russeltribunaal dat gewijd is aan
de positie van de Indianen in Noord-
Midden- en Zuid-Amerika. Kunste
naars die werk willen afstaan kunnen
terecht bij de BBK '69, Nieuwe He
rengracht 39,13 en 18 uur in de Mozes
en A&ron.
Mandala (Oosterse kunst, opge
bouwd uit een aantal concentrische
vormen. Het centrum ervan, het nul
punt, vormt het begin van elk pro
ces), van J. en M. Argüelles. Ultg.
Ankh Hermes, Deventer (133 blz. -
49,50). Van dezelfde uitgeverij is
Tantra, yoga en meditatie, door E.
Bruijn. (354 blz. - 60 gulden).
Toepoels, Hondenencyclopedie zesde
volledig herziene druk door M. v.d.
Wijer. Utg. Becht, Amsterdam 340
blz - 79.50.
Lesgeven, interne differentiatie in de
praktijk, van T. Geerligs en T. v.d.
Veen. Uitg. Van Gorcum. Assen. 466
blz. - 55 gulden.
AO-boekje nr 1831: Paddestoelen,
door A. J. Zwinenberg. Uitg. Stich
ting IVIO, Lelystad. 20 blz. 1,90.
Uit verwondering, gedichten van R.
Houwink. Uitg. Kairos, Soest. De ge
plaatste foto's zijn van A. F. de
Oroot. 20 blz. - 11.90.
door Peter Karstkapel
LEEUWARDEN In 1977 werd de Drachtster schoenmaker en kunstenaar Thijs Ri
aan de internationale kunstliefhebbers voorgesteld in de belangrijke tentoonstelling
denzen der Zwanziger Jahre" die in Berlijn gehouden werd. Ruim vijf jaar eerder weri
kunstenaar aan de vergetelheid ontrukt met de tentoonstelling „Dada in Drachten"
Coopmanshüs in Franeker. Inmiddels hebben K. Schippers en Thom Merkuur i
gegevens en vooral meer werk opgespoord. Een tentoonstelling gegroepeerd rond
Rinsema (1877-1947) is dan ook volledig gerechtvaardigd, vooral omdat nu duidel
geworden dat Rinsema, ondanks invloeden van artistieke potentaten als Theo van Doe
en Kurt Schwitters, een eigenzinnige persoonlijkheid was te midden van de Nederl
avant-garde tussen de twee wereldoorlogen.
Door zijn schrijvende broer Evert die
aforismen publiceerde „Komt door
zwijgen niets tot stand, door spreken
blijft niets staande" kwam Thijs
Rinsema omstreeks 1916 in contact
met Theo van Doesburg die toen vol
op zijn neoplasticistische ideeën pu
bliceerde en op andere wijzen uit
droeg. Voor Drachten werkte Van
Doesburg enkele kleurenschema's uit
die op en in bouwwerken van de vrij
traditioneel werkende architect C. R.
de Boer werden toegepast. Er resteert
weinig meer van, maar in de voorma
lige landbouwwinterschool in Drach
ten kunnen nog steeds de glas-in-lood
ramen van Theo van Doesburg
bewonderd worden. Hij had ze ge
maakt tijdens zijn verblijf aan het
Bauhaus in Weimar, in Duitsland
waar hij Kurt Schwitters, een buiten
beentje van de Dada-beweging, ont
moette. Ook deze inventieve kunste
naar was veelvuldig bij de Rinsema's
te gast.
Het veie werk op de tentoonstelling
laat zien dat de gebroeders Rinsema
kennelijk zeer onder de indruk zijn
geweest van het artistieke geweld
van Van Doesburg en Schwitters,
maar dat zij met een opmerkelijke
koppigheid zichzelf zijn gebleven.
Evert bleef zijn aforismen trouw, al
heeft hij aan de experimenten met de
taal van L K. Bosnet, het poëtische
pseudoniem van Van Doesburg, en
Schwitters stellig grote opwinding
beleefd. Thijs ontwikkelde een beeld
taal die niet zonder invloeden was
van De Stijl en van Dada; invloeden
die hij toch op een persoonlijke ma
nier wist te verwerken.
Vlooienspel
De tekeningen en schilderijen van
Thijs Rinsema zijn wel als kubistisch
getypeerd, de collages wel als Dada.
maar Rinsema koos niet de ruimtelij
ke suggestie van de fragmentatie van
de vorm, noch de onvoorspelbare
chaos om een levendige compositie te
bereiken. Het door hem gekozen
kleursysteem van De Stijl werd niet
consequent uitgewerkt en de tekenin
gen zonder kleur tonen aan dat de
kiemen weliswaar aanzienlijke verrij
kingen betekenen, maar niet van we
zenlijk belang zijn. Rinsema liet de
figuratie van de zichtbare werkelijk
heid niet los. Zelfs de abstract lijken
de composities met lijnen en vlakken
en met kleurige rondjes zijn mogelijk
verbeeldingen van het vlooienspel,
het spel dat Theo van Doesburg in
Rinsema's huiselijke kring gefasci
neerd moet hebben meegespeeld.
Rinsema's aanpak zou nog het best
Thijs Rinsema Stilleven met pendule, fles, verrekijker en pistool.
Tekening 1922-1930.
idealistisch objectivisme ge
kunnen worden. Hij verhelderd
te beelden voorwerpen tot I
typen, ving ze met lineaal en
en rangschikte ze tot een ie
spel van vormen en kleuren. I
dotische aanleidingen, tafels n
levens of vrije composities vi
fles. een glas en een kopje, een
kijker en een theelichtje,
strumenten, een lamp, een
doen er nauwelijks meer toe,
het gaat om de formele kracht
gehele beeld kan oproepen. RI
komt daarbij dicht bij de i
van verschillende Russische
structivisten, bv. Exter en P
maar ook bij die van de Franse
ten als Le Corbusier en Oa
Gewone gebruiksvoorwerpen
ceerde hij tot pure plastische vi
Het zijn dynamische stillevens
ge paradoxen.
De collages en doosjes beplal
composities in hout-fineer, din
sultaten van de contacten me
Schwitters, zijn eveneens uitkt
van een reductieproces, mal
van dat van het materiaal. 8
de techniek van de collage al
Jaren en hadden de Dadaïsten
van hun belangrijkste maniei
uitdrukken mee gevonden, Thl)
sema wendde in samenwerkil
Schwitters de nieuwe technl
om het recalcitrante van
vereenvoudigen. Hij bracht
papiertjes, entreekaartjes,
kingen en reclamemateriaal bij
rustiger patronen, bond het al
ment in ten gunste van het
zelf. De doosjes met hout-inl
waren helemaal nieuw. Op
toonstelling wordt door over
vergelijkingsmateriaal van
ters en Rinsema duidelijk dat
ste verder durfde te gaan in k
vorm.
De tentoonstelling wordt
door een goed verzorgde cal
met (en dat is voor het eert
kleurenreprodukties. Naast de
ge biografische gegevens (Sch
kwam bij de Rinsema's altij
het raam binnen; op 13 apr
verzorgde Schwitters in zijn
een Dada-soirée in Drachte
Doesburg goochelde er eens fl
metrische lichamen, terwijl I
theoretische verhandeling hid
er veel brieven en andere d<*
ten in opgenomen
De tentoonstelling is tot 12
in het Fries Museum te Leeut
te bezoeken, dagelijks van ll
zondags van 1 tot 5, zondags t
5. De tentoonstelling zal ver
nog te zien zijn in het Dor
museum en in het Museum I
ten-Dr Cuypers te Roermond