Bill Evans was een vernieuwend pianist Toneelindividuen vastgeklemd in onontkoombaar isolement Koppig kunstenaar van de avant-garde Bij de dood van een fijnbesnaard lyricus En dan nog rn!Basmn.hixm\a Don Dekker: Jan Modaal bestaat voor mij niet Nieuwe boeken door Frlt» Lagerwerff AMSTERDAM De afgelopen dagen is de internationale jazzwereld opgeschrikt door het tragische nieuws over Bill Evans' dood. In New York overleed deze invloedrijke pianist op 51- jarige leeftijd, een maagbloeding werd als vermoedelijke doodsoorzaak opgegeven. Zo valt het doel voor een voortreffelijk musicus, die vooral door insiders veelvuldig geroemd is. De glorieperiode van Bill Evans, een typische „musicians musician" lag tussen het eind van de Jaren vijftig en begin van de jaren zestig. Hoewel hij wat populariteit betreft in de scha duw van Oscar Peterson en Dave Brubeck verbleef, stak hij deze en zovele andere pianisten in melodisch, harmonisch en ook ritmisch opzicht volledig naar de kroon. Toch zal men Evans niet terugvinden in het histori sche rijtje „vernieuwers van de jazz- piano". dat voorlopig uit Scott Jop- lin, Jerry Roll Morton, Earl Hines. Speciaal vandaag Brandpunt KRO's actua liteitenrubriek heeft een eigen reportage uit W.Duitsland naar aanleiding van een brief van de Duitse bisschoppen die een voorkeur inhoudt voor Strauss (CDU/CSU); reportage over sluiting van het beade- mingscentrum voor lijders aan spierdystrofie van het Wil- helmina Gasthuis in Amster dam; aandacht voor de moei lijkheden van de Amsterdam se politie door het krakersbe- leid. Ned. 2/21.20. De magie van de dans in deze derde aflevering van de zesdelige serie die balletdan seres Margot Fonteyn samen stelde gaat het over vernieu wers in de loop der jaren. Ar chiefbeelden van Isadora Dun can, de vrouw van de sjaaldan- sen, die zijzelf improviseerde en van Ruth St.Denis. Verder gesprekken met The London Comtemporary Dance Theatre over eigentijds werk en met The Dance Theatre of Harlem over modern negerballet. Maar echt aandacht besteden aan de allerlaatste ontwikke lingen doet de traditioneel in gestelde Engelse ballerina niet. Ned.I/22.10 De letter M het KRO- radioprogramma brengt het tweede programma in een driedelige serie over de reac ties als een kind overlijdt. In „Maartje is dood" is Maartje een meisje dat plotseling erg ziek wordt. De arts wil niet komen. Als hij komt is Maartje dood. In deze uitzending ko men de reacties van de omge ving aan bod. In de laatste gaat het over de aanklacht die de ouders bij het medisch tuchtcollege indienen tegen de arts. Hilv. 2/9.20 Duke Ellington, Teddy Wilson, Her- bie Nichols, Thelonlous Monk, Bud Powell, Lennie Tristano en Cecil Tay lor bestaat. De werkelijke ontwikkeling van Evans' muziek is kort en weinig spec taculair geweest, hoewel zijn impul sen in de ensembles van met name Miles Davis en Charles Mlngus onte genzeggelijk hebben bijgedragen tot de revolutionaire stijlvernieuwingen in de free jazz van de jaren zestig Davis hoorde Evans één keer solo- spelen in New York en begreep hier een technisch begaafd pianist aan het werk was die meer dan wie ook los van de beat musiceerde, die op har monisch niveau avontuurlijk inge steld was en die een uitermate ge durfde aanpak had van klassieke songs. Er werd door Evans soms op basis van toonladders en een beperkt aan tal akkoorden geïmproviseerd het zogenaamde modale spelen in een tijd dat nagenoeg iedere muzikant, ook Davis, bebop speelde. Zo raakte Evans bekend als de wat eenzame, fijnbesnaarde man die de grote mode van akkoordenschema's niet volgde maar precies deed wat hij zelf wilde, namelijk de mogelijkheden van het toonreeksenspel verder onderzoeken. Davis, op zoek naar een opvolger voor Red Garland, die voornamelijk het akkoordenspel perfect uitvoerde, wist Evans gedurende acht maanden aan zijn band (naast Miles bestaande uit Cannonball Adderley, John Col- trane, Paul Chambers en Philly Joe Jones) te verbinden. Op hun CBS- plaat Kind of Blue staat muziek die te zamen met die van Sonny Rollins, luister maar naar diens werk uit de Village Vanguard-periode de eerste aanzet tot een meer vrije melodische aanpak inhield. Evans heeft hierbij een essentiéle compositorische rol ge speeld. al gaf hij dit desgevraagd maar heel aarzelend toe. Eigen trio Opmerkelijk genoeg was hij uit deze fameuze band gestapt toen dit schit terende Kind of Blue uitkwam. Zijn grote ambitie was een hecht eigen trio, met contrabas en drums, waarin zo vrij mogelijk kon worden gemusi ceerd. Terwijl vele pianisten uit zijn tijd. op Cecil Taylor na. zich traditio neel lieten begeleiden door een bas sist en een drummer, ontwikkelde hij een nieuw concept: de razend virtuo ze contrabassist Scott LaFaro fra seerde langs de pianopatronen en slagwerker Paul Motian was ritmisch volledig vrij. De toonreeks was verla ten, deze muziek leek te zijn opge bouwd uit romantische rêverieën die in spontaan klinkende harmonieën waren vervat. In die geest werd jaren later door Paul Bley en Chick Cores gespeeld en toen werd dat nog als een verfrissende ontwikkeling be schouwd. Evans heeft zijn oorspronkelijke con cept later niet zo zeer veranderd, als wel verder uitgediept: „Ik probeer zo kernachtig rnogelijk te spelen, het komt misschien als complex over, tja, het is het resultaat waaraan we jaren hard gewerkt hebben. Zonder dat we er overigens zoveel over gepraat heb ben. Ik ben geen gecompliceerd den ker of een esotericus, met Scott en Chuck Israels, mijn latere bassist, heb ik de muziek een aantal malen doorgesproken, maar dat was dan ook een uitzondering. Wij waren nog al individualistisch, we wilden ons noch laten vastpinnen op traditionele rollen, noch laten verleiden tot plot selinge koersveranderingen." Eigen visie Wie de concerten van Evans, in het Concertgebouw, op de tv of op het Northsea Festival heeft gevolgd zal de volstrekt eigen visie op harmonie, contrapunt en ritmische verfijning stellig zijn bijgebleven. Hij sprak zelf Enkele leuke berichten voor orgel- liefhebbers: Marie-Claire Alain speelt op 29 september in de Laurenskerk, Rotterdam, een concert waarmee de Rotterdamse Orgelmaand wordt af gesloten. Toegangsprijs 7,50. aan vang 20.15 uur. Haar land- en vakge note Michelle Leclerc zit op 2 oktober op de orgelbank van het orgel in de St. Agathakerk, Lisse. Zij speelt drie stukken van een andere beroemde, reeds overleden, Franse organiste, Jeanne Demessieux, een impromptu van Vierne en de zesde orgelsymfonie van Widor. Aanvang 20.15 uur. Op 27 september speelt in de orgelzaal van Cor Booij, Dalmeerpad 13, Sint Pan- cras de organist Kik Schaart. Zijn programma reikt van Bach tot Asma. Aanvang 15 uur, toegang gratis. Zaterdagmorgenmuziek heet een serie van zes concerten in de Jacobi- kerk, Utrecht. Op 27 september vanaf 11 uur kan men gratis luisteren naar een gezelschap van drie zangers, twee strijkers en een organist. Inhoudelijk beweegt het concert zich binnen de grenzen van de Barok. De volgende morgenmuzieken zijn vastgesteld tel kens op de laatste zaterdag van okto ber, november, januari, februari en maart. Genoemde serie niet te ver warren met de zaterdagmiddagmu- ziek in de Domkerk. Utrecht. Oók gratis op 27 september om 15.30 uur te luisteren naar het vioolconcert in G en de Salzburgse symfonie van Mozart. Op 4 oktober weer een koor- orgelprogramma: Mis van Francis Poulenc en Laudes organi van Ko- daly. DINSDAG 23 SEPTEMBER 1980 TROUW/KWARTET door Dirkje Houtman AMSTERDAM Don Dek ker Is als toneelschrijver nog niet zo lang bezig. Twee jaar geleden voerde Centrum zijn eerste stukken op. Twee een akters, Tussen de middag en Later op de avond, waarvoor hij de Van Dalsum-prijs kreeg. Morgen gaan er op nieuw twee eenakters ln pre mière: Het Komplot en Zell- bevriezing. Over het eerste stuk Is Dekker spaar- zaam met mededelingen om regisseur Antolne Uitdehaag niet in de wielen te rijden. „Een toneelstuk is, als het af is een op zichzelf staand gegeven," vindt Dekker, „waar een regisseur mee mag doen wat hij wil." Met het resultaat van „Zelfbevriezing", een monoloog, gespeeld door Onno Mo lenkamp toont hij zich meer ingeno men. „Wat Onno daarmee doet, vind ik aangrijpend." Dekker heeft zich nog steeds niet gewaagd aan een avondvullend stuk. Hij doet dat bewust niet omdat hij geen behoefte heeft aan ingewikkelde dramatische constructies. De drama tische lijn in zijn stukken is dan ook vederlicht en wordt tot nu toe voor namelijk gevoed door de mededelin gen van zijn personages over hun verleden. Een terugblik op een ge leefd leven geeft het bejaarde echt paar Tante Marie en Ome Cor in „Later op de avond"; in „Zelfbevrie zing" geeft een 58-jarige man een verantwoording achteraf over zijn voor ons ongebruikelijke levenswijze Herinneringen Omdat het eerste stuk wordt uitge voerd door twee personen verwacht je een dialoog. Qua vorm lijkt dat wel zo, maar in de uitwerking zit het tegendeel. Het is geen gesprek van Toneelgroep Centrum heeft in het verleden veel eer ingelegd met het brengen van nieuw Nederlandstalig repertoire. Au teurs als Gerben Hellinga, Herman Lutgerink, Gerard Lem- mens, Ton Vorstenbosch en Don Dekker zijn allemaal in deze proeftuin begonnen. Het afgelopen seizoen leek het aanbod te schrompelen. De auteurs, in ademnood door de intensieve produktie ineens, lieten het afweten, maar zijn nu weer terug. De komende week gaan er maar liefst drie Nederlandstalige stukken in première. „Hoe laat is het" van Herman Lutgerink, vanavond in Centrum Bellevue in Amsterdam, „Loopbaan en liefde" een lunchpauze-feuilleton in drie afleveringen van Ton Vorstenbosch en Peter Römer morgenmiddag in de Toneel schuur in Haarlem en diezelfde avond brengt het gezelschap in de Blauwe Zaal in Utrecht twee eenacters uit van Don Dekker, onder de titel „Het Komplot". twee mensen die met elkaar herinne ringen ophalen. Tante Marie vertelt, Ome Cor vult haar aan of corrigeert zijn vrouw met een eigen verhaal. Beiden proberen een eigen versie te slijten, zodat er geen gesprek tussen twee mensen over hun verleden kan ontstaan. Zo beschrijven ze zichzelf in een contactarmoedig isolement. Om het trieste verleden, dat door de verhalen heenschemert, te maskeren nemen zij hun toevlucht tot grappen en lolletjes, kant-en-klaar verkrijg baar in de feestwinkel. Dit echtpaar is nog samen. Dat is de 56-jarige man uit „Zelfbevriezing" niet. Deze man leeft volkomen in een zelfgekozen fantasiewereld. Ooit, in het verleden, heeft hij iets ergs mee gemaakt en sindsdien is hij sterk op zijn hoede. Zijn gevoelens heeft hij bevroren om niet nog kwetsbaarder te zijn dan hij al is. In beide stukken ontbreekt een span ningsboog tussen de figuren. In „La ter op de avond" bewust om de con tactarmoede tussen het echtpaar aan te geven, in „Zelfbevriezing" omdat de man letterlijk en figuurlijk alleen is. In „Het Komplot" heeft Dekker die spanning wel proberen aan te bren gen. Centraal staat een beeldhouwer die zich bedreigd voelt. Creatief zit hij vast en geeft daar iedereen, behal ve zichzelf, de schuld van. Zijn tegen speler is een bokser, waarmee Dekker aan wil geven dat er niet een reële strijd tussen twee mensen plaats vindt, maar een gevecht tussen li chaam en geest. Excuus De figuren ln zijn stukken zoeken voortdurend naar een excuus voor een falend bestaan. Dat gebruiken ze niet alleen om dit bestaan mogelijk te maken maar ook om hun verdriet te maskeren. In hun uitweidingen han teren ze veelal een associatieve ver teltrant die zo veelzeggend is dat de achtergrondinformatie over hun so ciale omstandigheden niet expliciet hoeft te worden meegedeeld. Ze ver tegenwoordigen geen groep en hun gedragingen worden sterk vanuit hun individuele eigenschappen bepaald Gezien de leeftijd van zijn persona ges legt Dekker zijn eigen jeugdherin neringen niet letterlijk vast in zijn stukken. Dat zou volgens hem jeugd sentiment in de hand werken. Wel zijn deze oudere mensen de dragers van een steeds terugkerende thema tiek in zijn stukken het individu vastgeklonken in zijn isolement die hij aan jeugdervaringen ontleent. Geboren in 1944 en opgegroeid in Amsterdam-Oost heeft hij dat isole ment ooit zelf ervaren. Hij is jood, ziet er mediterraan uit wat hem menig maal door schoolvriendjes werd inge peperd. „In mijn Jeugd heb ik me sterk bepaald gevoeld door de manier waarop ik eruit zag," zegt hijzelf. Ook de Individuele benadering van zijn drama-figuren komt rechtstreeks voort uit een persoonlijke levenshou ding. Zelf een individualist, een ein- zelganger, pint hij zich niet vast op een specifieke richting. Hij is beeld houwer, werkte na de Rietveldacade mie zeven jaar bij de film en begon in 1975 te schrijven aan „Later op de avond". Oorspronkelijk was dit stuk voor de tv bestemd maar later heeft Dekker het samen met Peter Ooste- hoek voor het toneel bewerkt. Mededogen De manier waarop Dekker zijn stof rangschikt ademt een groot mededo gen voor de toneelfiguren. Hij is wars van sociaal-realisme op het toneel en de vooringenomenheid waarmee met name t.v.-makers bepaalde bevol kingsgroepen in' clichés vastprikken. Momenteel werkt hij aan een televi siestuk voor de NCRV dat in het kader van de tweede- en derde gene ratie gastarbeiders wordt uitge bracht. „Ik ben er niet op uit een gedramatiseerd rapport van de Stich ting Welzijn Buitenlandse arbeiders van te maken," zegt hij. „Het stuk heeft als werktitel .Anderhalf en ik probeer er het emotionele en sociale isolement te verweven in de relatie tussen een gepensioneerde arbeider en een Marokkaans jongetje." Voor die gepensioneerde man zou hij het liefst Paul Steenbergen hebben. Maar in een eerste reactie vonden zijn opdrachtgevers deze acteur te netjes. De opvatting heerst blijkbaar nog steeds dat zo'n man een arbeider moet zijn waar mensen zich tussen de pinda's en koude pils onmiddellijk mee kunnen identificeren. „Dat vind ik een enorme belediging," zegt Dek ker. „Je moet niet in sociale herken baarheid, niet in groepen denken. Het is toch een fabel dat een arbeider plat praat en geen abn spreekt. Je distan tieert je ervan als je ze ln hokjes duwt. Het legt mensen een zekere vervlakking op. Jan Modaal bestaat voor mij niet. Het individu is belang rijk en niet de bevolkingsgroep die hij vertegenwoordigt. De man in het stuk woont in het Sarphatipark en speelt cello Dat is zijn emotionele voertuig. Niet het feit dat hij arbeider was en nu gepensioneerd is bepaalt zijn gedrag," aldus Dekker Ontroerend Niet alleen Dekkers betrokkenheid met zijn toneelfiguren ook de emotio nele band met de acteurs waarvoor hij schrijft bepalen zijn stukken. Hij creëert bepaalde rollen het lie een specifieke auteur. Voor half" is Steenbergen zijn voe< dem; „Zelfbevriezing" schreef ciaal voor Onno Molenkamp. hij mij ongelooflijk ontroei Dekker uit. „Dat stamt uit aandeel in „Later op de avoni hij ome Cor zo warm en onb speelde. Dat was voor mij ees Als type heeft hij een kwetst straling; daar wilde ik iets mee r', tii' fH in première gaan. Bill Evans technisch begaafd altijd van „The Trio", had ook de laatste jaren nog grote muzikale plannen, verklaarde zich fysiek vol komen fit te voelen werd spoedig voor concerten in Europa verwacht. Over de historische ontwikkeling aan het einde van de jaren vijftig, toen hij in feite al met een trio bezig was, zei hij nog: „In die tijd hoorde je bijna uitsluitend hard jazz groups, ik nam een natuurlijke stap uit deze vuurtijd en realiseerde me achteraf dat ik lan ge tijd de enige was." Voor zijn platen ontving Evans vijf Grammy Awards en uitmuntende kritieken. Toch was het voor hem moeilijk om voor het trio werk te krijgen. Dat is onbegrijpelijk wan neer Je bijvoorbeeld de Village Van guard Sessions van 1961 hoort (Mile stone 47002): muziek van uitzonder lijk lyrisch niveau, met meeslepende harmonische vondsten in songs, die zo klassiek en uitgeplozen waren, dat andere pianisten er niet meer aan durfden. De werkgroep Indianen-project or ganiseert een kunstveiling op 15 ok tober om 20.15 uur in de Mozes en Aöronkerk, Amsterdam. De op brengst komt ten goede aan het Vier de Russeltribunaal dat gewijd is aan de positie van de Indianen in Noord- Midden- en Zuid-Amerika. Kunste naars die werk willen afstaan kunnen terecht bij de BBK '69, Nieuwe He rengracht 39,13 en 18 uur in de Mozes en A&ron. Mandala (Oosterse kunst, opge bouwd uit een aantal concentrische vormen. Het centrum ervan, het nul punt, vormt het begin van elk pro ces), van J. en M. Argüelles. Ultg. Ankh Hermes, Deventer (133 blz. - 49,50). Van dezelfde uitgeverij is Tantra, yoga en meditatie, door E. Bruijn. (354 blz. - 60 gulden). Toepoels, Hondenencyclopedie zesde volledig herziene druk door M. v.d. Wijer. Utg. Becht, Amsterdam 340 blz - 79.50. Lesgeven, interne differentiatie in de praktijk, van T. Geerligs en T. v.d. Veen. Uitg. Van Gorcum. Assen. 466 blz. - 55 gulden. AO-boekje nr 1831: Paddestoelen, door A. J. Zwinenberg. Uitg. Stich ting IVIO, Lelystad. 20 blz. 1,90. Uit verwondering, gedichten van R. Houwink. Uitg. Kairos, Soest. De ge plaatste foto's zijn van A. F. de Oroot. 20 blz. - 11.90. door Peter Karstkapel LEEUWARDEN In 1977 werd de Drachtster schoenmaker en kunstenaar Thijs Ri aan de internationale kunstliefhebbers voorgesteld in de belangrijke tentoonstelling denzen der Zwanziger Jahre" die in Berlijn gehouden werd. Ruim vijf jaar eerder weri kunstenaar aan de vergetelheid ontrukt met de tentoonstelling „Dada in Drachten" Coopmanshüs in Franeker. Inmiddels hebben K. Schippers en Thom Merkuur i gegevens en vooral meer werk opgespoord. Een tentoonstelling gegroepeerd rond Rinsema (1877-1947) is dan ook volledig gerechtvaardigd, vooral omdat nu duidel geworden dat Rinsema, ondanks invloeden van artistieke potentaten als Theo van Doe en Kurt Schwitters, een eigenzinnige persoonlijkheid was te midden van de Nederl avant-garde tussen de twee wereldoorlogen. Door zijn schrijvende broer Evert die aforismen publiceerde „Komt door zwijgen niets tot stand, door spreken blijft niets staande" kwam Thijs Rinsema omstreeks 1916 in contact met Theo van Doesburg die toen vol op zijn neoplasticistische ideeën pu bliceerde en op andere wijzen uit droeg. Voor Drachten werkte Van Doesburg enkele kleurenschema's uit die op en in bouwwerken van de vrij traditioneel werkende architect C. R. de Boer werden toegepast. Er resteert weinig meer van, maar in de voorma lige landbouwwinterschool in Drach ten kunnen nog steeds de glas-in-lood ramen van Theo van Doesburg bewonderd worden. Hij had ze ge maakt tijdens zijn verblijf aan het Bauhaus in Weimar, in Duitsland waar hij Kurt Schwitters, een buiten beentje van de Dada-beweging, ont moette. Ook deze inventieve kunste naar was veelvuldig bij de Rinsema's te gast. Het veie werk op de tentoonstelling laat zien dat de gebroeders Rinsema kennelijk zeer onder de indruk zijn geweest van het artistieke geweld van Van Doesburg en Schwitters, maar dat zij met een opmerkelijke koppigheid zichzelf zijn gebleven. Evert bleef zijn aforismen trouw, al heeft hij aan de experimenten met de taal van L K. Bosnet, het poëtische pseudoniem van Van Doesburg, en Schwitters stellig grote opwinding beleefd. Thijs ontwikkelde een beeld taal die niet zonder invloeden was van De Stijl en van Dada; invloeden die hij toch op een persoonlijke ma nier wist te verwerken. Vlooienspel De tekeningen en schilderijen van Thijs Rinsema zijn wel als kubistisch getypeerd, de collages wel als Dada. maar Rinsema koos niet de ruimtelij ke suggestie van de fragmentatie van de vorm, noch de onvoorspelbare chaos om een levendige compositie te bereiken. Het door hem gekozen kleursysteem van De Stijl werd niet consequent uitgewerkt en de tekenin gen zonder kleur tonen aan dat de kiemen weliswaar aanzienlijke verrij kingen betekenen, maar niet van we zenlijk belang zijn. Rinsema liet de figuratie van de zichtbare werkelijk heid niet los. Zelfs de abstract lijken de composities met lijnen en vlakken en met kleurige rondjes zijn mogelijk verbeeldingen van het vlooienspel, het spel dat Theo van Doesburg in Rinsema's huiselijke kring gefasci neerd moet hebben meegespeeld. Rinsema's aanpak zou nog het best Thijs Rinsema Stilleven met pendule, fles, verrekijker en pistool. Tekening 1922-1930. idealistisch objectivisme ge kunnen worden. Hij verhelderd te beelden voorwerpen tot I typen, ving ze met lineaal en en rangschikte ze tot een ie spel van vormen en kleuren. I dotische aanleidingen, tafels n levens of vrije composities vi fles. een glas en een kopje, een kijker en een theelichtje, strumenten, een lamp, een doen er nauwelijks meer toe, het gaat om de formele kracht gehele beeld kan oproepen. RI komt daarbij dicht bij de i van verschillende Russische structivisten, bv. Exter en P maar ook bij die van de Franse ten als Le Corbusier en Oa Gewone gebruiksvoorwerpen ceerde hij tot pure plastische vi Het zijn dynamische stillevens ge paradoxen. De collages en doosjes beplal composities in hout-fineer, din sultaten van de contacten me Schwitters, zijn eveneens uitkt van een reductieproces, mal van dat van het materiaal. 8 de techniek van de collage al Jaren en hadden de Dadaïsten van hun belangrijkste maniei uitdrukken mee gevonden, Thl) sema wendde in samenwerkil Schwitters de nieuwe technl om het recalcitrante van vereenvoudigen. Hij bracht papiertjes, entreekaartjes, kingen en reclamemateriaal bij rustiger patronen, bond het al ment in ten gunste van het zelf. De doosjes met hout-inl waren helemaal nieuw. Op toonstelling wordt door over vergelijkingsmateriaal van ters en Rinsema duidelijk dat ste verder durfde te gaan in k vorm. De tentoonstelling wordt door een goed verzorgde cal met (en dat is voor het eert kleurenreprodukties. Naast de ge biografische gegevens (Sch kwam bij de Rinsema's altij het raam binnen; op 13 apr verzorgde Schwitters in zijn een Dada-soirée in Drachte Doesburg goochelde er eens fl metrische lichamen, terwijl I theoretische verhandeling hid er veel brieven en andere d<* ten in opgenomen De tentoonstelling is tot 12 in het Fries Museum te Leeut te bezoeken, dagelijks van ll zondags van 1 tot 5, zondags t 5. De tentoonstelling zal ver nog te zien zijn in het Dor museum en in het Museum I ten-Dr Cuypers te Roermond

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 4