Vrachtschip meet zeezand Het begon met het Naardermeer Wetenschap en techniek door Bob Foppema andere kolonies van zeldzame vogels (de purperreigers en de aalscholvers) huizen nog steeds in het Naardermeer. Hoewel reservaatsopzichter Van Ingen zich wel zorgen maakt over de aalschol vers: „Het is onduidelijk wat de gevolgen zijn wanneer de Markerwaard wordt inge polderd. De aalscholvers fourageren nu in die toekomstige Markerwaard In Wanne- perveen bevond zich vroeger een even grote kolonie (twee- tot tweeënhalf dui zend paren) aalscholvers, maar die is na de drooglegging van de Noordoostpolder nagenoeg verdwenen. Er bleven zo'n veer tig paren over, hoewel er nu weer tweehon derd paar zijn." Maar niet alleen voor lepelaars, aalschol vers en purperreigers is het Naardermeer een paradijs. Het huisvest ook vele soor ten eenden, zwanen, vogels van het riet (zoals roerdomp en rietzanger), visdiefjes, bruine kiekendieven, meerkoeten en tallo ze zangvogels. In de moerasbossen met zwarte els, berk, wilg, lijsterbes en mei doom lopen een honderdtal reeën, evenals kleinere zoogdieren als haas en konijn en wezel, hermelijn en boommarter. Op de later gegraven Martelaarsgracht, op weg naar de rietmat met een spleet waardoor je de aalscholverkolonie kimt zien, kun nen we met eigen ogen vaststellen dat ook de ringslang nog op het Naardermeer voorkomt. Niet gemakkelijk m Het instandhouden van een groot natuur reservaat als het Naardermeer (750 hecta re waarvan 700 hectare binnen de kaden) is verre van gemakkelijk. Vijf gebieden (Thijsse's Bos, De Driehoek, Jan Hagen- bos, Drie Elssloot en De Oude Kooi) zijn zogenoemde strikte reservaten, waar de natuur geheel de vrije loop wordt gelaten. Daarbuiten echter vraagt het Naarder meer om vaak moeilijk beheer. Zo moet het riet worden gemaaid omdat anders het proces van verlanding doorgaat en er over, pakweg, honderd jaar een „Naarder- bos" zou staan. Een van de problemen bij het maaien van riet is, naast de moeilijke toegankelijkheid, de kleine afzetmogelijk heid. Het water in het niet zo diepe (één tot anderhalve meter) Naardermeer vormt een zorg apart. Sinds het eind van de jaren zestig treedt er een verdroging op. Opzich ter Van Ingen: „We kunnen de waterstand niet goed meer in de hand houden. Het Naardermeer is afhankelijk van regenwa ter en kwel vanuit het Gooi. Door de droge zomers met weinig regen en door de ont trekking van grondwater door waterlei dingbedrijven neemt de watertoevoer af. Ook de kwaliteit van het water vermin dert. Aan de zuidoost kant van het Naar dermeer loopt de Karnemelksloot, het open riool van Bussum. Omdat de zande rige bodem weinig waterkerend vermogen heeft, dringt er ook vervuild water in het Naardermeer door. Het water van de Vecht is te vuil om in te laten, je kunt verdroging niet verhelpen met vervui ling." Het Naardermeer. Casette met twee boe ken. I. Het Naardermeer. Jac. P. Thijsse. Heruitgave van het Verkade-album uit 1912. 100 blz., geïllustreerd, n. Het Naar dermeer, gisteren, vandaag, morgen. D.A.C. van den Hoorn. 48 blz., geïllu streerd. Gezamenlijke uitgave van Zomer en Keuning, Ede en Vereniging tot be houd van natuurmonumenten in Neder land, 's-Graveland. Prijs ƒ34,50 (voor le den van Natuurmonumenten 29,50). rgRPAG 20 SEPTEMBER 1980 jet Naardermeer dankt zijn ver maardheid niet alleen aan zijn choonheid en natuurlijke rijk- lom, maar ook aan het feit dat aan het begin van deze eeuw de lemeente Amsterdam dit gebied tan open water, rietvelden en moerasbossen tot vuilstortplaats rilde bestempelen. Op 28 novem- ier 1904 liet het gemeentebestuur reten de vuilnisbelt aan de Kost- erlorenstraat te willen sluiten en iet huisvuil voortaan naar een waardeloze plas", te weten het laardermeer, te brengen. En of le gemeenteraad maar snel toe- temming wilde geven, want de las was tot aan het eind van het iar te koop voor maar 155.000 ulden. Iet voorstel bracht de nodige beroering •weeg. vooral in kringen van natuurbe- chermers. Toch speelde enkele weken iter, op 14 december 1904, in het debat in t gemeenteraad de natuurlijke waarde an het Naardermeer geen hoofdrol. De oomaamste bezwaren waren van finan ce en hygiënische aard. De financiële edenkingen ontstonden doordat het ge- eentebestuur de beslissing van de aan- oop van het Naardermeer op het laatste loment loskoppelde van een beslissing rer de vuils tort. Een deel van de gemeen- raad voelde er echter niets voor veel eld uit te geven voor een plas, waarvan Je og niet weet wat je ermee gaat doen. Een r.der deel van de raad koos liever voor en toen nieuwe en hygiënischer oplos- ng: het verbranden van huls- en stads- uil. Zuinigheid en hygiëne wonnen het [(eindelijk: het voorstel werd die dag met chttien tegen twintig stemmen ver- orpen e schrik zat er bij de natuurbeschermers tied in en enkele leden van de Nederland se Natuurhistorische Vereeniging slo tn zich aaneen. Op een vergadering in rtis besloot een aantal organisaties en slangstellenden op 22 april 1905 een vere- Iging op te richten, die, zoals Jac. P. hijsse zei, gesteund door de sympathie an talloze natuurvrienden, de beschik ing dient te krijgen over zeer belangrijke immen. De eerste actie van de nieuwe 1treeniging tot behoud van natuurmonu menten in Nederland bestond uit een on- sizoek naar de mogelijkheid het Naar- Brmeer aan te kopen. Een commissie fan Tienhoven, Thijsse en Ritzema Bos) 1 viseerde gunstig, er werd een obligatie- ning van 160.000 gulden uitgeschreven d deze was in korte tijd voltekend. Op 3 sptember 1906 werd het Naardermeer ikocht Itbreiding =zz=zzr luie jaren daarna breidde Natuurmonu- nten haar bezittingen gestaag uit via bij het Naardermeer toegepaste finan- iering: het uitschrijven van leningen en rate en aflossingen voldoen uit de op- ïngst (vis, riet, hout) van het gekochte bied. De overheid hield lange tijd de eurs dicht, maar desondanks konden in t vooroorlogse jaren toch nog aardig wat ezlttingen worden verkregen, zoals land- tëderen die nu deel uitmaken van het ationaal park Veluwezoom. u zijn grote aankopen niet meer denk aar zonder steun van de overheid (rijk en ovincie), terwijl in bijzondere gevallen oals bij aankoop van het Zwanewater, et Deelerwoud, het Geuldal en nu de Waddenzee. De zeehonden weten er meer van. We weten nog niet zo veel van de zee. Eergisteren vertrok uit Den Helder een met zorg geïmproviseerd onderzoekschip om onze kennis van een echt grote rivier-in-de-oceaan te vergroten. Dollard) een extra beroep op de leden wordt gedaan. Natuurmonumenten heeft nu meer dan een kwart miljoen leden en beheert zo'n veertigduizend hectare na tuurterreinen. Bewogen leven Het Naardermeer heeft een bewogen leven achter de rug, waarin talloze aanslagen op het gebied zijn gepleegd. Ook na de aan koop in 1906 doken er steeds nieuwe be dreigingen op. Het Naardermeer is op na tuurlijke wijze ontstaan en niet, zoals Thijsse ten onrechte in het Verkade-al bum uit 1912 schrijft, door afgraving van het veen. Het is waarschijnlijk begonnen als een klein meer aan de voet van de Gooise heuvels. In de tiende eeuw reeds werd het meer genoemd; zeven eeuwen later werd de eerste poging ondernomen het in te polderen. In 1623 werd getracht het met windmolens leeg te pompen, maar "es jaar later werd het weer onder water gezet als barrière voor de oprukkende Spanjaarden. In 1883 waagde Jhr. J.W.H. Rutgers van Rozenburg een nieuwe poging. Hij liet tochten graven en een stoomgemaal bou wen, dat het meer moest droogleggen ten behoeve van de landbouw. Drie Jaar later moest hij zijn poging staken: het Naarder meer was nauwelijks droog te krijgen, het gemaal moest dag en nacht draalen en dat werd te kostbaar. De voornaamste oor zaak: de sterke kwel. Gelukkig werd een deel van het Naardermeer niet droogge legd: een aantal vogels en andere dieren konden zich daar handhaven en later het weer onder water komende deel hero veren. Stoomtrein Door het Naardermeer reed toen al een aantal jaren een stoomtrein: de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort werd in 1874 in gebruik genomen. De spoorwegen hebben altijd druk op het Naardermeer uitgeoe fend, zoals In 1922, toen de Gooise stoom tram een andere route door het Naarder meer wilde aanleggen. Mede door een gro te handtekeningen- en briefkaartenactie verdween het plan van tafel. De afgelopen jaren deed zich opnieuw een bedreiging voor: de nieuwe Flevospoorlijn naar Al- mere en Lelystad zou vlak langs de weste lijke rand van het Naardermeer worden aangelegd. Acties leidden er mede toe dat de spoorbaan vijfhonderd meter in weste lijke richting wordt opgeschoven, hoewel de Nieuwe Keverdijkse polder (een van de buffers tussen het Naardermeer en de opdringende verstedelijking) nog steeds wordt doorsneden. Treinen veroorzaken ook regelmatig brand in het Naardermeer: de dode bomen na de grote brand in 1976 steken nog steeds omhoog. Het Naardermeer van nu is in vele opzich ten veranderd. Nu ligt het niet meer in een verlaten gebied, zoals vroeger, maar het is praktisch geheel ingesloten. Door hoog spanningsleidingen, door oprukkende hoogbouw, door autosnelwegen en door verkeersknooppunten. Erg stil is het er ook niet meer. Zo'n twaalf keer per uur dendert er een trein doorheen. De vogels trekken zich er niets (meer) van aan, maar reservaatsopzichter B. van Ingen staakt tijdens onze rondvaart telkens even zijn uitleg. De luchtmacht geeft regelmatig acte van zijn paraatheid, terwijl wat ver der en wat hoger aan de hemel grotere en langzamere vliegtuigen voorbijkomen, op weg naar het niet zo ver gelegen Schiphol. Rijke indruk Desondanks maakt het Naardermeer nog altijd een rijke indruk. En het is ook nog steeds rijk. De lepelaarskolonie telt ne gentig tot honderd broedparen. De laatste twee jaar neemt dat wat af, omdat de Oostvaardersplassen (het „jonge" natuur gebied in Flevoland) een deel van de lepe laars hebben overgenomen. Ook de twee de kaarten in de atlas lijkt geen twijfel mogelijk: een rivier eindigt de zee begint. Door schade en schande weten we in Nederland Het vuile water van de Rijn stroomt daarna grotendeels, voor de langs, tussen Den Helder en Texel door, naar de 'ft uit Rotterdam voor ne maanden gecharterde l S. Tyro wordt door dr. J. L Stel omschreven als een 'gedankt koopvaardij- toip. Het ligt er nog keu- te bij, dat wel, maar com- krcieel is er geen brood leer mee te verdienen, 'aar het door Stel bij de oninklijke Nederlandse kademie van wetenschap- *n gecoördineerde zeeon- ereoek drijft voor een be- "ignjk deel op zulke chepen i twee dagen is de Tyro olgens plan vertimmerd Dt oceanologisch onder- Kkvaartuig. In stan dard-containers opge duwde laboratoria van e* Nederlands instituut •oor onderzoek der zee NlOZ), an Texel, zijn in «un geheel op het dek ge- 'onteerd Ze zijn van air- ®nditioning voorzien, 'ant het wordt warm on- erweg. De reis voert naar et Angola-bekken. ten 'esten van Afrika. Een an de doelen is de rivier- 'flta van de Zaïre (voor in Kongo), die tot vijf- dnderd kilometer door loopt in de Atlantische Oceaan. Is onze „eigen" Noordzee dan niet goed genoeg meer voor leuk onderzoek? Geo loog dr. D. Eisma van het NIOZ wil dat inderdaad breder zien. De toenemen de exploitatie van de zee scheepvaart, visserij, olie. gas, zand en grind, in de nabije toekomst diepzee- mijnbouw en mogelijk ook energiewinning heeft ge leid tot een toenemende behoefte aan kennis, niet alleen van de ondiepere zee boven het continentale plat, ook van de oceaan. De overheid moest in een onvoldoende bekend mili eu beheersproblemen be oordelen. Vandaar dat sinds enkele jaren het zeeonderzoek wordt gestimuleerd Dat speelt zich grotendeels af op het fundamentele ni veau van „wat gebeurt hier allemaal en hoe komt dat zo?" De geoloog interes seert zich dan voor de her komst van de zeebodem die hij aantreft. Voor een deel is die naar beneden komen zakken (skeletjes van microscopische beest jes die de zee erboven be woonden), voor een deel aan komen spoelen (slib en zand dat uiteindelijk van het land afkomstig is) Dat verklaart weer belang stelling voor waterstromin gen die. afhankelijk van herkomst en voorgeschie denis. rijkelijk of spaar zaam de voedingsstoffen voor algen en beestjes aan voeren. En de belangstel ling voor met name heel grote rivieren, die belang rijke hoeveelheden zwe vend materiaal aanvoeren. Wat dat betreft is de Zaïre enkele ordes van grootte interessanter dan de Rijn. Het is een van de grootste rivieren ter wereld Daarom wil geoloog drs Tj. C E. van Weering met zijn nieuwe apparatuur juist in dat gebied de ver schillende afgezette bo demlagen in kaart bren gen. De trillingen die zijn „air gun" met samengeperste lucht in het water veroorzaakt, dringen kilometers diep de bodem in en worden door de be grenzingen van verschil lende lagen teruggekaatst. Uit de geregistreerde echo's kan een samenhan gend beeld van de bodem structuur worden gecon strueerd. Op interessante plaatsen kan van de bovenste acht tien meter een bodemmon ster worden getrokken door een verzwaarde holle pijp te laten zakken. Daar voor moest aan boord van de Tyro een speciale lier worden geïnstalleerd, om dat deze operatie wordt uitgevoerd in waterdiepten van duizenden meters De kernmonsters worden ten dele al aan boord onder zocht. Andere delen wor den later door een reeks van meewerkende labora toria geanalyseerd op tal van biologische en chemi sche bijzonderheden. Er gaan jaren overheen voor dat de verwerking naar de smaak van de onderzoe kers enigszins volledig is. Hoewel Van Weering zich uitsluitend door geologi sche belangstelling laat lei den. realiseert hij zich best dat er een geur van olie aan zijn onderzoek zit. Hij be kijkt tenslotte hoe grote hoeveelheden zand op de zeebodem terecht zijn ge komen. En hij weet dat zand in de oliegeologie geldt als een goed reser voirgesteente. Het onderzoek naar de snelheid van opbouw en de vorm van afzettingen, vari aties in de samenstelling, en veranderingen door pro cessen na de afzetting, kan leiden tot beter begrip ook van oude zandvoorkomens elders, waar wel eens olie in zou kunnen zittea Dat zit er in de bovenste afzettingen zeker niet. want olie verzamelt zich al leen in reservoirgesteenten als een afsluitende laag daarboven verder zwerven verhindert. Bovendien werkt Van Weering in wa terdiepten waar oliemen sen nog niet van durven te dromen. Toch zijn de con necties letterlijk hoorbaar. In de nieuwe „air gun" zit ten technische verfijnin gen verwerkt die bereidwil lig ter beschikking werden gesteld door Shell en die nu voor het eerst in de niet- commerciële wetenschap worden gebruikt. Behalve naar de bodem kijken de oceanologen wel degelijk ook naar het water in hun object van studie. Het die pe water van het Angola- bekken is een relatief gei- soleerd stuk oceaan, inge klemd tussen de Mid-At- lantische Rug in het wes ten en de Walvisrug in het zuiden De beklemming is relatief, want boven die beide ruggen in de zeebo dem staat nog altijd een kleine vierduizend meter water. Toch wordt het bek ken maar via twee door gangen voorzien van vers koud bodemwater dat uit de poolstreek afkomstig is. Door verschillen te meten in temperatuur, zoutgehal te en verdere chemische samenstelling, zal worden nagegaan hoe de verschil lende watermassa's zich geleidelijk met elkaar Een pijp voor het nemen van bodemmonsters gaat overboord. mengen. Ook chemische uitwisselingen tussen wa ter en bodem worden daar bij betrokken. Het is toe gegeven allemaal uiterst onspectaculair. Maar zo lang wij de zee vervuilen (en het ziet er niet naar uit dat we daar aanstonds mee ophouden) mogen we op z'n minst enige belangstel ling hebben voor de trans portverschijnselen die zich daar voordoen. door Hans Schmit BINNENLAND! In de vesting Naarden worden vandaag ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Vereniging tot behoud van natuurmonumenten in Nederland diverse evenementen gehouden, zoals een natuur - markt, excursies en exposities (onder meer van de aquarellen voor de plaatjes van de Verkade-albums). Tijdens de ochtendbijeenkomst in de Grote Kerk zal koningin Beatrix het eerste exemplaar van de jubileum-uitgave in ontvangst nemen: een boek over het Naardermeer, het natuurmonument waar het destijds allemaal mee is begonnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13