{Blanke man helpt
zielige vluchteling
TÉroAG 13 SEPTEMBER 1980
■RTTTTTCMT.ATjm
TROUW/KWARTET 21
biljoenen mensen over de hele wereld vluchten. aankunnen, dienen de burgers bij te springen. De
Voor oorlog, onderdrukking, honger of wat ook. beurzen moeten open, het lijden moet aan de man
Daarna hebben ze hulp nodig en het rijke westen gebracht,
kan die geven.
En dus trekt er een stroom hulpverleners, directeuren,
Talrijke hulporganisaties staan daarvoor klaar. hoogwaardigheidsbekleders, cameramannen en
Maar omdat de meeste regeringen de verslaggevers naar de kampen. Op zoek naar het
hulpbehoevenden in eigen land al nauwelijks meer herkenbare drama.
door Johan ten Hove
De Jonge Somalische UNHCR-man In het
All Ma tan kamp laat in leder geval weinig
heel van de illusie. Hij heeft in de Verenig
de Staten gestudeerd, spreekt vloeiend
Engels, maar gaf een Amerikaanse carriè
re op en keerde terug naar Somalië omdat
hij in zijn hart nomaad was gebleven. Hij
wordt nog steeds lyrisch bij het zien van
een kudde vee en een stel goede kamelen.
Hij gaat dagelijks om met de medische
teams in de kampen en kent ook het
verschijnsel „public relations". Hij kent de
vluchtelingen, sppeekt hun taal en weet
van hun bestaan. En op een avond barst
hij uit en zegt harde en verhelderende
dingen.
„Hun vee en hun gronden zijn ze al kwijt,
aan hun trots wordt geknaagd en hun
menselijke waardigheid wordt him afge
nomen. Ze worden gedwongen in kampen
te leven, nomaden die de vrijheid van de
vlakten gewend zijn. Ze moeten hun hand
ophouden om in leven te blijven en ze
voelen zich bedelaars. Ze zien ze komen,
de functionarissen en de hulpverschaffers
die hun vertellen hoe ze moeten leven, zij
die al eeuwen van de woestijn geleefd
hebben. Oude en wijze mannen worden
als kinderen behandeld. Ze zijn machte
loos en ze weten het. Ze kunnen het niet
uitleggen en daarom zwijgen ze. Hoe zou
den ze het ook kunnen uitleggen aan een
blanke die vraagt waarom de vluchtende
nomaden hun kamelen niet slachten en
opeten als ze toch zo'n honger hebben. De
vreemdeling begrijpt er niets van en is ook
niet bereid zich er in te verdiepen. Hij zal
stom verbaasd zijn als hij op een dag
merkt dat hij helemaal niet geliefd en
zelfs niet meer welkom is".
)at is allemaal niet zo erg omdat de
irecteuren en hun kompanen niet al te
hak hun burelen in het beschaafde wes-
en verwisselen voor de harde werkelijk-
ieid in het veld. Erger is dat ze in de korte
Ijd dat ze dat wel doen er in slagen met
Fote arrogantie en even groot onbegrip
<e plaatselijke gewoontes en cultuur te
oorbreken. En met al hun goede bedoe
ken, mensen die fysiek en psychisch in
hun zwakheid zijn, op zijn best negeren en
°P zijn slechtst vernederen en in hun
'aardigheid aantasten. Zonder het ook
oog maar te beseffen. Maar waarschijnlijk
hangt dat samen met het feit dat hulpor-
anlsaties geneigd zijn te denken in aan-
m allen, in aantallen guldens en aantallen
men, geneigd zijn mensen te objective-
"a tot hulpontvangers; kortom mensen
onbewust tot object maken van hun goed-
toenerigheld.
hopenpak -
°oed geconserveerde dertigers en veerti-
!«s, die zich te velde in zoverre bij de
1 nternationale ellendebestrijders hebben
aangepast dat ze meestal in het mondiaal
^accepteerde, tamelijk snel gesneden
'chtgewicht tropenpak zijn gestoken. Zo
met korte mouwen en vier zakken op
let licht getailleerde jasje. Het is net
«listingeerd genoeg om het ook op een
etwat officiële receptie te dragen en dan
toeft er geeneens een stropdas bij.
;J1 to is zeer geliefd bij VN-functionarissen,
Werkzaam in wat warmere klimaten, en Je
öet het in alle ontwikkelingslanden waar
een of meer VN-organisaties hebben toe
geslagen. Zie Je zo'n pak samen met een
Uplomatenkoffertje, dan weet Je vrijwel
Zeker dat het een VN-man is. De westerse
Pers in deze contreien draagt het ook,
maar de journalisten herken Je aan hun
Sera's en hun samsonite schoudertas
sen Vooral de wat lichter gekleurde pak-
ton (er is een vrij grote verscheidenheid
J^toend van stemmig grijs of blauw tot
Wanstaltig geel of wit) steken mooi af
De vluchtelingen in de kampen hebben
geen andere keuze dan de ingreep in hun
bestaan te accepteren. Er bestaat een
duidelijk ongelijke relatie en de vluchte
ling weet dat hij niet meer in staat is voor
zichzelf en,zijn gezin .ie zorgen én dat hij
afhankelijk is vart de blanke man, die voor
de noodzakelijke levensbehoeften kan
zorgen.
Illusie r=r=zzz
Maar laat geen hulpverschaffer de illusie
hebben dat hij op deze manier de harten
van de zwijgende honderdduizenden kan
winnen. De hoofden misschien, zolang het
duurt, zolang de afhankelijkheid bestaat.
Opmerkingen van de Somalische autori
teiten, die bol staan van de dankbaarheid
en de goede relaties met de hulporganisa
ties, veranderen daar niets aan. De Soma
lische regering zit wat afhankelijkheid be
treft in hetzelfde schuitje.
De lijn is door te trekken naar hulpverle
ners en westerse deskundigen in ontwik
kelingslanden in het algemeen. Deskundi
gen die met hun kennis, hun technische en
financiële overmacht en hun daaruit
voortvloeiende arrogante manier van op
treden hun eigen werk in de weg staan en
stilzwijgende afkeer wekken. Een afkeer
die groter wordt naarmate de goede be
doelingen er dikker bovenop liggen. Het is
allemaal te superieur, het houdt een ont
kenning in van de waardigheid van de
andere levenswijze, van de andere cul
tuur. Om over gelijkwaardigheid nog
maar te zwijgen.
Bedelaars
In het hete middaguur rijdt de
If Ihevrolet Cheyene over de Oost-
irikaanse vlakten. Buiten loopt
et tegen de veertig graden celsi-
is. Binnen is het behaaglijk koel,
lant zo'n Cheyene is het jongste
i ronder van Amerikaanse auto-
tchniek. Met air-conditioning,
en boel snufjes met bijbehoren-
le knoppen en voortreffelijke
luteuils. Terwijl het met zijn
n ier-wiel-aandrijving, au torna ti-
l the transmissie en hoge en lage
earing tevens een volwassen ter-
sinwagen is. Een kruising tussen
i( en luxe renpaard en een knoes-
werkpaard.
Binnen zitten vier blanke mannen omhan
gen met camera's. Er wordt druk gefilmd
i gefotografeerd. Soms zoeft, na een
tuk op de knop, even een zijruit naar
1 eneden en steekt er zo'n lange telelens
paar buiten. Even maar, want de wind die
ty, nar binnen waait is heet en stoffig en met
epen ramen heb je niets aan die aircondl-
toning.
Op safari in Oost-Afrika.
|Mijn echter niet in Kenia, er lopen geen
■jhffen of olifanten rond tegen het silhou-
«ran de Kilimanjaro. We rijden door een
frfiichtelingenkamp in het zuiden van So
malië en het wild bestaat uit vtychte-
Ungen.
Itomme verbazing na suggesties in die
lchtlng en opmerkingen dat dit waar-
chljnlijk niet de beste manier is om een
luchtelingenkamp te bezoeken. En dat Je
im dat in te zien echt geen antropoloog i
oeft te zijn.
hunisbaar
0
Irecteuren en vertegenwoordigers van
esterse hulporganisaties op pad. Aardi-
e mannen, professionele hulpverschaf-
is die aan het westerse thuisfront ber-
Bn werk verzetten en waarschijnlijk on-
Bsbaar zijn bij de werving van fondsen in
9e thuislanden. Maar die misschien beter
Bdie thuislanden kunnen blijven om zich
Blledig te wijden aan die Inderdaad vaak
Bed geoliede organisaties. „Te velde" lo-
Hen ze eigen medische teams en de au-
Bchtone hulpverschaffers dagelijks voor
B voeten en komen ze met goed-bedoel-
B, maar volstrekt onzinnige oplossingen
Bor problemen die of niet bestaan of
Borlopig gewoon niet op te lossen zijn.
tegen de met zorg gebruinde (blanke)
huid.
Maar dit terzijde.
Boek =^=z==r
Op pad met een groep hulpfunctionaris
sen van een in de Verenigde Staten opge
zette christelijke hulporganisatie met af
delingen in verscheidene Westeuropese
landen. Waarbij de directeur uitlegt dat
dat christelijke vooral gelegen is in de
motivatie van het thuisfront om de mis-
deelden in de wereld te hulp te komen. Hij
is zich er zeer van bewust dat Somalië een
islamitisch land is en hij heeft er geen
behoefte aan gevluchte nomaden in eerste
instantie met het Evangelie te confron
teren.
De Duitse tak van de organisatie is al een
stuk fundamentallstlscher, hetgeen in
Mogadisjoe, bij een persconferentie met
de vice-president, tot een wat pijnlijk mo
ment leidt. Een van de Duitsers biedt de
man een boek aan, waarin iets staat over
de relatie tussen West-Dultsland en So
malië. Hij biedt hem tevens het Nieuwe
Testament in het Duits aan. Beide boeken
blijven na afloop van de sessie op tafel
liggen. De vice-president had al zo'n boek,
al heet het in Somalië dan de Koran.
Op weg naar de kampen in de zuidelijke
regio Gedo is er slechts één Somalische
chauffeur bij. HIJ spreekt geen Engels en
niemand van ons spreekt Soraalisch. De
chauffeur is gewend te rusten en te eten in
de kleine dorpen die we doortrekken.
Daar is vlees, brood en wat te drinken te
koop. Op de heenweg komt daar niets van
omdat de groep de wagens heeft volgela
den met ingeblikte dranken en voedsel en
wij op z'n Amerikaans, ergens midden in
de woestenij uitgebreid gaan picknicken,
waarbij de chauffeur genegeerd wordt. Op
de terugweg rijdt hij vooraan en stopt hij
wel in een dorp en biedt het gezelschap
kamelemelk aan, hetgeen door vrijwel ie
dereen geweigerd wordt.
Media
Hulporganisaties hebben in het algemeen
te maken met achterbannen, die van tijd
tot tijd van informatie moeten worden
vooizien over het reilen en zeilen van de
organisatie en over de wijze waarop hun
goede geld wordt besteed. Daartoe geven
ze wekelijks of maandelijks bulletins uit,
waarin ze tevens nieuwe acties kunnen
aankondigen of weer een beroep kunnen
doen op de vrijgevigheid van hun achter
ban. Bij grotere rampen, zoals bij voor
beeld de vluchtelingenstroom in Indo-Chl-
na van de afgelopen jaren en die meer
recentelijk in de Hoorn van Afrika, wor
den ook vaak de media Ingeschakeld. Bij
de reis naar Somalië waren er zelfs twee
Amerikaanse televisieploegen ingehuurd.
Te velde
Blijkbaar stellen achterbannen er prijs op
de voormannen van de organisaties met
zoveel mogelijk autoriteiten, inlandse art
sen en hoge VN-functionarissen samen op
de foto's in de bulletins te zien. In ieder
geval worden er tientallen foto's gescho
ten van meneer A uit Beleren met de
Somalische vice-president, de Duitse am
bassadeur in Mogadisjoe, de topman van
de UNHCR (Hoge Commissariaat voor de
vluchtelingen van de Verenigde Naties) in
Somalië en iedere loslopende zwarte die
hoog genoeg is om op de foto te kunnen.
Als meneer A uit Beieren klaar is, komt
meneer B uit Engeland, meneer C uit
Oostenrijk en meneer D uit Zwitserland
aan de beurt. Iedereen komt handen
schuddend met een autoriteit op de plaat.
De onderschriften van de foto's zijn voor
spelbaar. „Meneer A uit Beieren, voorzit
ter van het centrale comité van de hulpor
ganisatie, bracht onlangs een bezoek aan
Somalië om zich op de hoogte stellen van
de nood onder de vluchtelingen. Hij had
een ontmoeting met de Somalische vice-
president en besprak de vluchtelingenpro
blemen in Somalië in het algemeen en die
van de zuidelijke regio (waar de hulporga
nisatie werkzaam is) in het bijzonder."
Te velde, in de kampen, wordt alles dun
netjes overgedaan en komt de plaatselijke
Somalische arts aan de beurt, die binnen
de kortste keren een lamme hand heeft.
Alles geschiedt voor een rieten hut, die
kliniek heet en waar haastig het embleem
van de hulporganisatie wordt opgeplakt.
Public relations heet dat, en het hoort er
blijkbaar allemaal bij.
Ook de vluchtelingen komen aan de
beurt; en dan wordt het tegelijk lachwek
kender en pijnlijker. Het levert taferelen
op van een stomverbaasde vluchteling,
die het zich laat welgevallen dat een tien
tal vreemde blanke mannen aan zijn hand
gaan zwengelen, hem vriendelijk doch
doordringend aankijken en op hem inpra
ten in een voor hem volstrekt onverstaan
bare taal.
Platen en beelden met kinderen doen het
altijd goed en kinderen zijn er zat als een
horde blanke mannen met de nodige ap
paratuur in vijf auto's een vluchtelingen
kamp komt bezoeken. Dus worden er
moeders met al of niet krijsende kinderen
opgesteld en met de verschillende direc
teuren en vertegenwoordigers op de plaat
gezet. „Meneer A uit Beieren aait vluchte-
lingetje over bol".
De ellende is dat de kinderen die nieuws
gierig komen aanhollen er niet uitzien als
kwijnende vluchtelingen (die zijn er wel,
maar de trotse nomaden-moeders lopen
daar niet mee te koop) en in die zin niet
geschikt zijn om achterbannen tot meer
vrijgevigheid te bewegen. Zodat je tv-
ploegen kunt horen zuchten dat er eigen
lijk geen goed materiaal voor handen is en
er naarstig wordt rondgekeken naar zieke
en vermagerde exemplaren.
De verkoop van de ellende.
De eerste de beste Somaliër die in Amster
dam, New York, Londen of München een
vrouw met een kind aanhoudt om ze te
fotograferen met de opmerking dat hij
liever een wat magerder kind gezien zou
hebben, loopt de kans te worden gelyncht.
Niet te vergelijken? Maar welk fundamen
teel verschil bestaat er dan?
Massa
Het zal allemaal wel zo moeten, tenslotte
is er inderdaad veel geld nodig om die
naar schatting anderhalf miljoen vluchte
lingen in Somalië alleen nog maar in leven
te houden. Maar de vanzelfsprekendheid
waarmee het allemaal gebeurt, de vol
strekte vanzelfsprekendheid waarmee in
dividuen worden gereduceerd tot een
voedsel en medicijnen consumerende
massa, ia weerzinwekkend. Het totale on
begrip voor mannen en vrouwen, die van
hun gronden verdreven zijn, hun bezittin
gen zijn kwijt geraakt, vaak gezinsleden
hebben verloren, gedoemd zijn een uit
zichtloos leven te leiden in een troosteloos
vluchtelingenkamp, hun hand moeten op
houden en nog dankbaar moeten zijn ook;
het is verbijsterend.
En dan gaat het in Somalië ook nog om
een trots en fier nomadenvolk, dat eeu
wenlang een onafhankelijk en vrij be
staan heeft geleid en zich niet de wet liet
voorschrijven door verre autoriteiten. Nog
steeds weigeren vele mannen zich neer te
leggen bij de onvrijheid van het vluchte
lingenkamp en zwerven zij rond met wat
van hun kudden is overgebleven. Of vech
ten zij samen met het Westsomallsche
bevrijdingsfront in de Ogaden tegen het
Ethiopische leger. In die zin is de strijd
van het front ook een strijd om het voort
bestaan van een levenswijze, het voortbe
staan van een nomadencultuur.