lachtenregen
pver rijexamen
p-i..MiawKMiiiwwt
rdag 13 September 1980
10.81
r bestaat waarschijnlijk helemaal niets, dat bij zoveel Nederlanders tegelijk, zoveel
ateloze ergernis weet op te wekken als het rijexamen. Dat is geenszins verwonderlijk,
nt de meesten zakken. Een enkeling slechts, komt na de rijproef weer binnen met de
ende stap van iemand, die het roze papiertje eindelijk heeft weten te bemachtigen,
eruit de meesten keren met een somber gezicht terug naar hun tafeltje, van verre al
ee-schuddend naar rijschoolhouder en familieleden, om alle hoop meteen de grond in
boren. Met zichtbare walging trekken ze hun portefeuille tevoorschijn, om
onderdvijftig gulden neer te tellen voor de rijschoolhouder, die het geld vaak met even
rote tegenzin zal overdragen aan het CBR. De meesten verlaten kort daarna het
lebouw met een natgesnoten zakdoek in de hand, of met een blik van oprechte wanhoop
|l de ogen. Omdat het alweer niet gelukt is.
79
ireportagei
5.39
5.7
6.25
oor Pauline van de Ven
als hij een nieuwe instructeur in dienst
neemt. Het schijnt nogal eens voor te
komen dat een instructeur zijn arm om
een vrouwelijke leerling heenslaat, zich
naar haar overbuigt en doodleuk aankon
digt dat hij 'nu heel andere lessen gaat
geven'. „Geef zo'n knuppel een halfjaar en
je kimt je rijschool wel opdoeken," gromt
een rijschoolhouder die zo'n geval uit ei
gen praktijk opdist.
Voorbeelden van instructeurs die rijscho
len om zeep helpen zijn er genoeg. Een
veel voorkomend geval is de instructeur
die een eigen rijschool wil beginnen, en de
leerlingen van de rijschool waarvoor hij
werkt probeert mee te nemen. Meestal
gebeurt dat onder het motto: Rijschool X
gaat failliet. U kunt binnenkort bij mij les
komen nemen, want ik ga dan voor mezelf
beginnen. Tenslotte bent u aan mij ge
wend. Soms voelt de leerling daar niets
voor vaak ook wel. Dan kan het de
rijschool tientallen leerlingen kosten, en
in sommige gevallen de kop.
Overigens moet hieraan worden toege
voegd, dat de kans dat de leerling zich een
buil valt aan een instructeur die een eigen
rijschool wil beginnen uiterst klein is. Op
het punt van opleidingen voor instruc
teurs is de laatste jaren erg veel verbeterd.
Boycot
Opvallend is het, te zien dat de rijschool
houders en instructeurs vrijwel nooit blij
ken mee te rijden tijdens het examen.
Sinds kort is dat namelijk wel mogelijk.
Een rijschoolhouder legt uit: „Dat is een
stille boycot van ons. Wij vinden dat het
geen zin heeft achterin de auto mee te
rijden als we toch geen enkele vorm van
inspraak hebben. We wachten op het éch
te examen nieuwe stijl."
De rijscholen hebben daarbij een systeem
in gedachten waarbij de instructeur in
feite het examen afneemt. De examinator
zit achterin als een soort gecommitteerde.
Bij de beoordeling zouden ook de presta
ties die de leerling tijdens de rijlessen
heeft geleverd, in aanmerking moeten
worden genomen. Gedeeltelijk zijn deze
gedachten terug te vinden in het systeem
dat de ANWB ontwierp. Hierbij is het
voordeel niet alleen dat de kandidaat min
der zenuwachtig is doordat de vertrouwde
instructeur naast hem zit, maar ook dat
hij zijn examen niet alleen door „de zenu
wen" verprutst: het systeem van de mid-
delbare-schoolexamens.
Dat er inderdaad mensen zijn die normaal
heel behoorlijk rijden maar tijdens het
examen bevangen worden door een nood
lottige en kostbare zenuwaanval, blijkt
uit het interview dat het Parool vorige
week zaterdag had met de Amsterdamse
rijschoolhouder Düster: Kandidaten die
met hun huissleutel trachten de auto op
gang te krijgen, of kandidaten die hun
verrassing tonen over het feit dat er geen
stuur in de auto zit, nadat ze op de rech
terstoel hebben plaatsgenomen, zijn vol
gens hem geen uitzondering. Ook Düster
zegt voor zijn klanten staatsexamen aan
te vTagen, meteen nadat ze bij het CBR
zijn gezakt.
ic*roene golf
i&rÖene loli-
fr
trouw/kwartet
le er de kranten van de laatste
•n jaar op naleest, komt al gauw
>t de ontdekking dat er in al die
ren nagenoeg niets ten goede is
iranderd op het gebied van rij-
Hamens. Het Algemeen Handels-
ad schrijft in juni 1964 in een
11e aanklacht tegen het CBR
at het percentage geslaagden in
ederland lachwekkend laag is
srgeleken bij het buitenland;
it slagen of zakken grotendeels
hankelijk is van de willekeur
an de examinator, en dat bij het
eorie-examen „de logica wel
eer ver zoek is."
et jaarverslag van het CBR in Rijswijk,
eldt dat dertig procent van de kandida-
d die in 1979 examen deden, de eerste
»r slaagden. Dat mag een verheugende
itwikkeling lijken, want sinds het Alge-
Deen Handelsblad de kwestie zestien jaar
Eleden aansneed, is dat percentage dan
met bijna tien gestegen.
ochtend praten met Amsterdamse
•lhouders levert echter een genu-
•der beeld op.
ircentage van mensen die de eerste
slagen mag landelijk dertig zijn in
Tdam, Rotterdam en Den Haag ligt
It aanzienlijk lager. Daar ligt de kans
It men de eerste keer voor het rijexamen
aagt tussen de twintig en de tweeëntwin-
procent. Rijschoolhouders maken
eeds vaker en luidruchtiger bezwaar te
il het monopolie van het CBR en ze
(ken daarvoor gegronde redenen te
Wn.
Ivergeplaatst
rijschoolhouder die zijn naam liever
et in de krant ziet, deelt mee dat exami-
itoren in dienst van het CBR in Amster-
tm, de opdracht krijgen niet boven een
ipaald percentage geslaagden uit te ko
en. Gebeurt dat wel, dan wordt de exa-
itor aanvankelijk berispt. Levert hij
(Jaarna nog steeds een te hoog percentage
eslaagden af, dan wordt hem gevraagd of
ij soms zin heeft een paar maanden in
H lijvoorbeeld Maastricht te gaan wer
en. Hij wordt overgeplaatst aldus de
jschoolhouder. Hij vertelt erbij dat hij,
om, u alweer geruime tijd geleden, acht bij
jn weten zeer goede kandidaten naar het
xamen stuurde. De eerste zakte, de twee-
ook, en toen even later de derde kandi-
it terugkwam zonder geslaagd te zijn,
apte hij op hoge poten naar de examina-
toe om duidelijk te maken dat deze
cht leerlingen zonder uitzondering uit-
tekend reden. De rijschoolhouder: „De
olgende vijf waren geslaagd. Na afloop
wam die examinator naar me toe met de
raag „Bent u nu tevreden meneer (X)?"
oen de rijschoolhouder deze vraag niet
antwoordde zou de examinator hem
ebben toegevoegd: „U begrijpt dat ik
et te ver boven mijn percentage kan
fstijgen."
Ie
ten bij het CBR. Hij geeft toe dat rij
schoolhouders die van zich afbijten, een
hoger percentage geslaagden afleveren
dan zij die dat niet doen. „Dat gaat inder
daad ten koste van mensen die niet van
zich laten horen." Hij wijst een zeer jonge
rijschoolhouder aan. „Ten koste van hem
onder anderen."
Voor kandidaten die bij hem zakken, gaat
hij in hoger beroep door een staatsexa
men aan te vragen bij het ministerie van
verkeer en waterstaat. Het percentage dat
daar examen doet en de eerste keer slaagt,
schat de rijschoolhouder op tachtig.
Twee van zijn leerlingen nemen plaats
aan het tafeltje. De een gezakt, de ander
geslaagd. De gezakte kandidaat steekt
met trillende vingers een sigaret op. De
geslaagde barst nerveus in tranen uit. De
moeder van de geslaagde: „Blij toe dat ze
eindelijk geslaagd is, ik kreeg er onder
hand zelf een maagzweer van. Emmers
geld kost het. Een paar duizendjes zijn we
er zeker aan kwijtgeraakt."
Een paar duizendjes zijn leerlingen al
gauw kwijt, voordat ze het rijbewijs op
zak hebben. Volgens de rijschoolhouders
geeft iemand die nu les neemt en vijf keer
examen doet (geen uitzondering) al gauw
drie- tot vierduizend gulden uit. Het ver
velende is daarbij, dat het lesgeld eigen
lijk voor de klant te hoog is, en voor de
rijschoolhouder te laag. Maximaal mag
per les van een uur, veertig gulden worden
gevraagd. Voor leerlingen, in veel gevallen
jongeren die het minimumloon verdienen,
is veertig gulden een rib uit het lijf. Rij
schoolhouders houden vol dat het voor
hen eigenlijk te weinig is. „Je moet de
belastingdienst belazeren," zegt een rij
schoolhouder. „Anders houd je het hoofd
eenvoudig niet boven water." Volgens
hem geeft vrijwel iedere rijschool minder
uren op aan de belasting, dan er in werke-
lijheid worden gemaakt.
Dat zou tegelijk een van de redenen zijn,
dat een rijschool niet gauw ten behoeve
van zijn leerlingen een beroep doet op
artikel 109 van het Wegenverkeersregle
ment, en staatsexamen aanvraagt bij ver
keer en waterstaat. „Ze zijn vaak allang
blij als de kandidaat zakt. Dan kunnen ze
hem nog even houden. Tenslotte is het
hun brood op de plank," legt een rijschool
houder uit. Een andere reden daarvoor
zou zijn, dat veel rijscholen te weinig
aandacht besteden aan het theorie-ge
deelte. „Als je leerlingen daar niet glans
rijk voor slagen bij verkeer en waterstaat,
mogen ze de auto niet eens instappen om
praktijkexamen te doen."
Goede naam
Illustratie Mare Terstroet
Voorlichter H. Fokkink bij het CBR in
Den Haag. ontkent niet met zoveel woor
den dat de percentages geslaagden per
examinator niet boven het landelijke ge
middelde mogen uitkomen. Wel acht hij
net uitgesloten dat een examinator een
mededeling van die strekking zou doen
aan een rijschoolhouder. „Ik kan niet a
priori zeggen dat die rijschoolhouder liegt,
want ik ben natuurlijk niet bij dat gesprek
geweest. Maar een examinator hoeft geen
verantwoording af te leggen aan de rij
school. en hij zal er wel voor waken deze te
vertellen, dat hij niet boven een bepaald
percentage geslaagden mag uitkomen" al
dus Fokkink.
Overigens is men bij het CBR van mening,
dat onder het koren van de rijscholen nog
steeds veel kaf schuilt. Veel rijschoolhou
ders zouden een armoedige kennis van de
theorie van het rijden hebben. Als kandi
daten zakken, zoeken zij naar oorzaken
die buiten de rijschool liggen, aldus het
CBR. Bovendien vindt het bureau, dat de
leerling wat zelfbewuster moet worden.
„Veel klanten willen voor een tientje op de
eerste rij zitten, terwijl ze beter voor hon
derd gulden een goede rijschool kunnen
zoeken."
Ook het CBR geeft toe dat het voor leer
lingen moeilijk is. uit te maken wat een
goede rijschool is en wat niet. Gewezen
wordt echter op een uitgave van de
ANWB, die als handleiding kan dienen bij
het zoeken naar een goede rijschool. Het
boekje heet „Gids voor Auto-rij Instruc
tie", kost 4,50 gulden en is bij elke ANWB
vestiging te koop
Rijscholen die prijs stellen op hun goede
naam, raden hun leerlingen, vaak al na de
eerste keer zakken bij het CBR, wèl aan
staatsexamen te doen.
„Van de andere kant: Hoe weten klanten
of ze met een goede rijschool te maken
hebbend Daar kunnen ze op geen enkele
manier achter komen," aldus een rij
schoolhouder.
Overigens zijn niet alle instructeurs de
zelfde mening toegedaan, wat betreft het
al of niet meerijden tijdens examens. Er
zijn er ook, die wel meerijden en over
slagen of zakken van de kandidaat önder-
handelen met de examinator soms met
succes. Formeel echter heeft de rijschool
houder of instructeur geen enkele in
spraak. De kandidaat trouwens evenmin.
De 27-jarige J. S. merkte dat in januari
van dit jaar, toen hij voor het eerst exa
men deed. De auto waarin hij moest afrij
den had de hele nacht op het parkeerter
rein van het CBR gestaan. Het vroor dat
het kraakte. De instructeur had zich ver
slapen en had daarom niet, zoals gebrui
kelijk is, even een rondje gereden om de
auto warm te laten lopen. Dat was pech
voor J. S., want nadat hij twintig minuten
vruchteloos had geprobeerd de auto van
zijn plaats te krijgen, mocht hij weer
uitstappen. Gezakt. „Kostbare grappen",
vindt hij.
Een ander geval uit de praktijk is me
vrouw A. V. Zij deed negen vergeefse
pogingen in het bezit van het rijbewijs te
komen. De tiende keer reed haar instruc
teur mee achterin. Na afloop gaf deze haar
een bemoedigend schouderklopje: U
slaagt wel hoor, u hebt geen enkele fout
gemaakt. Wie schetst mevrouw V.'s verba
zing toen zij van de examinator te horen
kreeg dat ze was gezakt. „U reed wel goed
hoor, verklaarde de examinator, „maar
zo gespannen".
Schriftelijk
Een andere klacht van de rijscholen: Het
schriftelijk deel van het examen deugt
niet. Het examen zelf kan sterk verbeterd
worden. De keuze-vragen moeten worden
afgeschaft, en de kandidaat moet gecon
fronteerd worden met gevallen zoals die
zich in de praktijk voordoen. Verkeer en
waterstaat doet dat al door middel van
fotomateriaal. Bovendien noemen de rij
schoolhouders het op z'n minst weinig
consequent, dat iemand nog voor het
praktijk-onderdeel kan opgaan (en sla
gen) na eerst op het onderdeel theorie te
zijn gezakt.
Om de zaken weer enigszins in rechte
banen te leiden, heeft het CBR daar het
volgende op gevonden: zakken voor theo
rie en slagen voor praktijk kèn, maar doet
de kandidaat het theorie-onderdeel over
en zakt hij andermaal, dan moet hij de
daaropvolgende keer zowel de praktijk als
de theorie overdoen. En ga zo maar door.
Bovendien, zo menen sommige instruc
teurs, zou het schriftelijk deel van het
examen waarschijnlijk wel goedkoper
kunnen. (Examen doen, alleen op dit on
derdeel, kost 65 gulden). Zij vragen zich
namelijk af of het nog ergens voor dient,
dat elke kandidaat tijdens het schriftelijk
examen een eigen examinator tegenover
zich heeft zitten. Eén supervisor die er
voor zorgt dat er niet gespiekt wordt, lijkt
de instructeurs ruim voldoende.
Bovendien wordt opgemerkt dat het theo
rieboekje nog steeds voor velen schier
ondoorgrondelijk is. Maar dat geeft het
CBR dan ook zelf toe als het in zijn
voorwoord opmerkt dat „het theorieboek
je niet tot doel heeft, de instructeur over
bodig te maken." Integendeel, dat is ook
juist de klacht.
Zoals een leerling meestal niet weet of hij
met een betrouwbare rijschool in zee gaat
of niet, zo weet een rijschoolhouder meest
al niet wat voor vlees hij in de kuip heeft.
5 L --Q fit