De nalatenschap van Palladio
Op de lippen van een kind
door Louwrens Langevoort
Basilica Palladiana beheerst het tiendeeeuws paleis in gotische stijl. Na naam als architect mee. Het gebouw
irktplein van Vicenza. Het gebouw is veel geharrewar werd Palladio hiervoor werd evenwel pas vierendertig jaar na
itstaan als reconstructie van een vijf- in de arm genomen en vestigde er zijn zijn dood voltooid.
De Villa Rotonda is het meest gecopieer- Vicentiaan Almerico Capra en wordt werk van klassieke bouwkunst. Joseph
de ontwerp van Palladio. De villa werd door onder meer Goethe's reisverslag ge- Losey verfilmde er twee jaar geleden
in de jaren 1566-67 gebouwd voor de rijke noemd als een onovertroffen meester- Mczarts opera Don Giovanni.
Het was deze week vierhonderd jaar geleden dat de Italiaanse bouwmeester
Andrea Palladio overleed. Voor zijn vaderstad Vicenza werd dit feit
aanleiding alles omtrent Palladio duidelijk op een rijtje te zetten en hun
beroemde burger door middel van een tentoonstellingenserie te eren. Want
per slot van rekening heeft hij in de meest letterlijke zin het gezicht van
deze Noord-Italiaanse stad bepaald.
TROUW/KWARTET 23
23 AUGUSTUS 1980
cenza is gelukkig nog een van
steden in Italië, die niet Jaar-
lis worden overlopen door stro-
en toeristen, die het straat- en
adsbeeld beheersen. Gelegen
ssen Verona waar de nage-
ichtenis aan Romeo en Julia en
vermaarde operavoorstellin-
:n in de Romeinse arena geen
ikel vrij hotelbed overlaten
i Venetië, waar in de zomer-
aanden al bijna niemand meer
aliaans spreekt, is het een oase
n rust. Vicenza ziet er mis-
hien minder onderhouden uit,
is minder gerestaureerd of ge-
Don schoongemaakt, toch doet
centrum allerminst onder
air de naburige concurrenten.
markt van de stad wordt beheerst door
enorm bouwwerk, de Basilica Palladi-
In feite is dit een verwarrende naam,
it het is geen basiliek in de kerkelijke
van het woord, maar het paleis werd
dertijd als „raadszaal" opgericht. Palla-
ana is eeuwen later toegevoegd, ter
eerdere glorie van de architect
chakel"
at is nu het belang geweest van Palla-
o. Was hij nu de vernieuwer of Juist niet.
Misschien toch wel belde: voor zijn tijd
gaf hij nieuwe impulsen aan de bouw
kunst, maar alle inspiratie die hij daar
voor nodig had, putte hij uit de antieke
architectuur. Hij is de onmisbare schakel
tussen de hoogrenaissancistische en de
neo-klassleke barokculturen.
Palladio werd geboren in 1508 in het dorp-
Je Pietro della Gondola, gelegen in de
„Serenissima Venezia", de naam voor de
Venetiaanse republiek. Al op dertienjari
ge leeftijd wordt hij leerjongen van een
beeldhouwer in Padua. Ondanks het con
tract voor zes jaar, gaat hij er na drie Jaar
al vandoor; hij vestigt zich definitief in
Vicenza.
Een ontmoeting in 1538 met Giandlodgio
Trissino heeft grote Invloed op zijn leven.
Trissino, bijzonder tevreden over de door
Palladio uitgevoerde uitbreidingen van
zijn Villa Cricoll, wendt zijn Invloed in
politieke en culturele kringen in de Vene
tiaanse Republiek en Rome aan en be
zorgt zijn protégé handenvol werk. In de
eerste plaats een staatsopdracht; de gale
rijen voor het Palazzo della Ragione (Pa
leis van Justitie), bovendien enkele villa's
van rijke burgers. Deze opdrachten stellen
Palladio financieel in staat enkele reizen
te maken en zich theoretisch beter te
onderleggen. Gefascineerd door de klas
sieke bouwkunst, geeft hij zelfs in 1554
een archeologische reisgids in „pocketfor
maat" uit.
Hij wordt de bouwmeester van een respec
tabel aantal particuliere villa's in de Vene
tiaanse Republiek, maar wordt door de
overheid minstens zoveel gewaardeerd en
ontvangt opdrachten voor paleizen in Vi
cenza, Venetië en Padua. In 1570 wordt hij
zelfs tot Staatsbouwmeester verheven. In
deze functie leidt hij restauratiewerk
zaamheden aan het Palazzo Ducale in
Venetië, dat kort daarvoor door brand
gedeeltelijk verwoest was.
Theoreticus"
In dat zelfde jaar verschijnen in Venetië
Palladio's Vier Boeken over Architectuur.
Ze zijn niet alleen „de neerslag van Palla
dio's classcicistisch en humanistisch den
ken, maar vormen bovenal de memoires
van zijn technische en praktische erva
ring. Het is door deze geschriften dat
Palladio zijn Invloed heeft gehad op de
bouwfilosofie in de eeuwen die na hem
komen. Palladio maakt grondig studie
van de Romeinse architect Vitruvius en
stelde zich diens werken en geschriften tot
voorbeeld. Pilaren, kapitelen, gevels, deu
ren, vensters en versleringen komen regel
recht voort uit de Antieken. Eenvoud en
symmetrie vieren hoogtij, plattegronden
moeten voldoen aan IJselijk nauwkeurige
verhoudingsgetallen en ook de Inrichting
van de vertrekken wordt aan strenge eisen
onderworpen.
In het Jaar van zijn dood ontstaat nog het
wondermooie Teatro Olimpico. Voor de
Accademia, een genootschap geleerde he
ren, waarvan Palladio zelf deel uitmaakte,
bouwt hij een theater, dat geënt is op de
Griekse traditie. In dit werkstuk wordt de
theoretische vervolmaking tot in het ab
surde doorgevoerd. Het was niet van be
lang een functioneel instituut te creëren,
slechts moest alles aan het klassieke ide
aal voldoen. Gevolg is dat het Teatro
Olimpico een anachronistisch juweel is,
waar Je als toeschouwer hoogst onconfor-
tabel zit en bovendien nooit meer dan een
gedeelte van het toneel ziet. Maar dat is
dan geheel de wil geweest van de illustere
heren, die vonden dat ze allemaal recht
hadden op een gelijk zicht tijdens een
voorstelling, aangezien ze toch allen de
zelfde „contributie" betaalden.
Dat het toch een Juweel is. komt door het
strenge ontwerp, de evenwichtigheid ten
top, de sublieme regelmaat van voetstuk
ken, pilaren, portalen, kortom de verde
ling van de ruimte en bovendien de oog
verblindende inrichting en sober gekleur
de versieringen. De drie „straten" in het
vaste decor vormen een hoogtepunt van
optisch bedrog: in enkele meters diepte
worden tientallen meters gesuggereerd.
Invloed
.Het erfgoed in de wereld" heet de belang
rijkste van de tentoonstellingen. De nala
tenschap is dan ook niet gering. Wie had
er ooit gedacht dat het Paleis op de Dam
het Mauritshuls en diverse grachtenpan
den regelrechte „afstammelingen" van
Palladio's brein zouden zijn. Jacob van
Campen en zijn tijdgenoten zijn in hun
gehele oeuvre sterk door de Italiaan beïn
vloed geweest. Toch spreekt men in het
algemeen niet over het Palladianisme in
Nederland, aange: n de geschriften van
Palladio hier ten lande geïntroduceerd
werden door zijn leerling Scamozzi. Het
gedeelte Nederland op de expositie geeft
dan ook haarfijn aan, hoe de elementen
via Scamozzi in onze landstreken werden
verwerkt: bovendien zijn de begeleidende
teksten (van Jan Terwen) overduidelijk,
iets dat ik bij de overige gedeelten node
gemist heb.
Palladio's invloed is overal in de wereld
terug te vinden. De Verenigde Staten dan
ken hun oude bouwwerken (eind achttien
de, begin negentiende eeuw) aan zijn filo
sofie; half Londen, gebouwd door Inigo
Jones en Campbell is terug te voeren tot
Italiaanse originelen en zelfs het commu
nistische Moskou van de jaren twintig en
dertig heeft nog grote invloeden van de
Italiaanse classicisme ondergaan.
De Palladio tentoonstellingen worden in
vijf steden gehouden. Naast Vicenza is in
Venetië een algemene expositie over Ar
chitectuur en Utopie in de Zestiende eeuw
te zien, waarin Palladio vanzelfsprekend
een grote rol is toebedeeld. Veronia geeft
een overzicht van de band tussen die stad
en de architect, in Bassano is het de
relatie aardewerk en architectuur en Pa
dua tenslotte stelt Palladio's collega Alvi-
se Cornaro centraal en bouwt om hem een
Palladio-tentoonstelling op.
Deplorabel
De kwaliteit van deze exposities is wisse
lend. Zoals gezegd ontbreken vaak tekst
en uitleg, die echter wel in de catalogi
vermeld staan, die bij de uitgeverij Electa
(Milaan) verschenen zijn. Deze boekwer
ken kosten ongeveer vijfentwintig gulden
en zijn hun geld dubbel en dwars waard.
Niet in de tentoonstellingen opgenomen
zijn de vele bouwwerken van Andrea Pal
ladio. Van de geïnteresseerde toeschou
wer wordt verwacht dat hij die zelf gaat
opzoeken. Ze staan overal in het Veneti
aanse land. maar zijn vaak moeilijk te
bezoeken Vele villa's zijn namelijk privé-
bezit en de eigenaren zijn niet erg op een
voortdurende aanloop gesteld. Bovendien
verkeren vele huizen in een deplorabele
toestand. Bijvoorbeeld de Villa Rotonda
in Vicenza waar Joseph Losey zijn Don
Giovanni-film opnam. Deze film-opera
speelde in feite geheel in de „decors" van
Palladio, eerbetoon aan diens creatief ver
mogen, dat op zijn gebied vergelijkbaar
was met het unieke van Mozarts muziek.
De Villa Rotonda kan nu gerestaureerd
worden dank zij de opbrengst van de film,
maar vele andere villa's is een minder lot
beschoren. Slechts particulieren kunnen
dit nog redden, want de Italiaanse rege
ring schiet hier financieel te kort.
De Palladio-exposities lopen tot 9 no
vember.
H. Leopold heeft honderden onvoltooide gedichten nagelaten. Van één zo'n lang ge- I nuscript: een fascinerende puzzel, waarvan A.L.Sötemann verslag doet. Wie wil ervaren
icht is nu de volledige ontstaansgeschiedenis gereconstrueerd uit tientallen stukjes ma- wat dichten voor Leopold betekende, moet „Op het voetspoor van de dichter" lezen.
door T. van Deel
'oen P. N. van Eyck
Ich ertoe zette de dich-
trlijke nalatenschap
an J. H. Leopold voor
itgave gereed te ma-
en, zag hij zich ge-
laatst voor een wel-
aast onmogelijke op-
ave. Hij trof „talloze,
rotendeels losse blad-
Ijden, blaadjes en snip
ers" aan, soms „in en-
eloppe, omslag of por-
ïfeuille bij elkaar ge-
ouden", die „een grote
ïenigte in alle mogelij-
[e staten van bewer
ing verkerende verzen,
chetsen en fragmen-
en" bevatten. Met enig
echt van spreken kon
ij dan ook oordelen
dat de uitgave van Le-
'Polds nalatenschap
en voor werkelijk be
ëdigende oplossing
iet vatbaar probleem
Mussen heeft hij. met alle j
Htrlct.es. zo'n uitgave wel t
hzorgd, waardoor Leopolds j
*kende oeuvre meer dan ver- i
dubbeld werd Onder het
sindsdien gevleugeld gewor
den motto „o rijkdom van het
onvoltooide" een ln de snip
pers aangetroffen regel
nam Van Eyck honderden ver
zen uit de nalatenschap op
een verbluffende verzameUng,
waaruit zich heel goed Leo
polds manier van werken laat
aflezen. Invallen en flarden,
regels die uit nauwelijks meer
dan het rijmwoord bestaan,
maar die een ritme suggereren
dat meer voltooide gedeelten
samenbindt, worden bijeenge
voegd, ondergaan veranderin
gen. of blijven open en
duister
De fascinatie die van deze
om zo te zeggen nog dich
tende Leopold uitgaat is
groot. Het mag dan ook van
zelf spreken dat Van Eyck de
ongebruikelijke beslissing
nam om in een niet-weten-
schappelijke uitgave zoveel
ruimte op te eisen voor poëzie
die nog niet af is. Hij begreep
dat daarmee he* wezen van
dit werk in het geding was.
De verantwoording die Van
Eyck gaf van zijr. edit arische
arbeid bleef summier. Hij zag
daar zelf wel het bezwaar van
in en sloot dan ook een later,
uitvoerig verslag niet uit. Dat
is er nooit van gekomen, waar
door er nu een gebrekkig en
dus onbevredigend inzicht be
staat in de wijze waarop Van
Eyck met Leopolds nalaten
schap is omgegaan.
A. L. Sötemann heeft zojuist
in „Op het voetspoor van de
dichter" een uitvoerige studie
gewijd aan de ontstaansge
schiedenis van een van Leo
polds nagelaten gedichten:
„Naast ons. naast ons, achter
het riet". Zijn beschrijving,
analyse en interpretatie geeft
een voorbeeldige indruk van
het soort problemen waarvoor
een bezorger van Leopolds na
gelaten werk zich gesteld ziet
en versterkt Van Eycks me
ning dat een „werkelijk bevre
digende oplossing" utopisch
is. Anderzijds laat Sötemanns
boek zien dat die bevredigen
de oplossing wel dichter bena
derd kan worden dan Van
Eyck dacht.
„Op het voetspoor van de
dichter" is niet de eerste Ne
derlandse studie ir. dit genre,
maar we', de eerste die volle
dig recht doet aan de gecom-
eerdheid van het prc-
tleem: orde scheppen in tien-
al «en stukjes papier, waaron-
der snippers met maar een
paar woorden erop. Sötemann j
i'wjvu uuf-
C fcy»iCL l_
ei L
W.
V.
L
4 t
v »o.t,7f{7T
Ctift
t
ï-
L^//
4>i
p--
c"
Ï4a l,
Een van de manuscript-velletjes van „Naast ons, naast
ons, achter het riet".
stelt een hypothese op over de
samenhang tussen al deze
handschriften en probeert zo
precies mogelijk een relatieve
chronologie van de varianten
vast te stellen. Ik ken geen
Nederlandse studie waarbij
de ontstaansgeschiedenis van
een tekst zo consciëntieus op
de voet gevolgd wordt.
Het is geen eenvoudig boek
geworden, al koos Sötemann
voor een overzichtelijke pre
sentatie. waarin elk velletje
papier in de hypothetische
volgorde besproken wordt en
gereproduceerd, zodat we kij
kend naar het handschrift
mee kunnen dichten met de
schrijvende Leopold. We zien
hem geïnspireerd worden tot
een vers over het fluitspel,
naar aanleiding van twee arti
kelen over muziek uit het Ber
liner Tageblatt, we maken
mee hoe, in Sötemanns woor
den. „bepaalde elementen, óf
in een wat grotere samen
hang. ófwel geïsoleerd, tel
kens weer uit hun oorspronke
lijke context konden worden
losgemaakt en op heel andere
plaatsen ingevlochten of ver
werkt. waarbij ze meermalen
een complete metamorfose"
ondergaan. Het vers blijft ten
slotte onvoltooid, al is het ver
moedelijke slot merkwaardig
gaaf. en kennelijk ineens, tot
stand gekomen:
Ligt gij en luistert? is uu:
eigen
hart een meegaan en een
neigen
als van takken in den wind
toebestemd en uitverkoren
zijn verborgenst lot te hooren
op de lippen van een kind
De fluitspelende herdersjon
gen die in dit gedicht optreedt
is niet alleen een verbeelding
van de dichter, maar beeldt
de dichter ook uit. Het fluit
spel vertolkt, evenals het ge
dicht dat doet. iets wezenlijks
aangaande het menselijk lot,
het brengt tragiek tot uitdruk
king in de schoonheid van het
lied, dat smart tot vreugde
transformeert.
Een grote verdienste van Sö
temanns studie is dat Leo
polds werkwijze telkens in
nauw verband wordt gebracht
met zijn poëzie-opvatting. die
tegelijk levensbeschouwing
is. De varianten-studie is voor
kennis daaromtrent heel be
langrijk.
Van Leopold is (toch!) een va-
riorum-editie op komst, al
toont Sötemann bij voorbaat
met deze uitgeschreven tekst
geschiedenis aan dat de pre
sentatie van varianten in som
mige gevallen vrijwel ondoen
lijk zal zijn. en zelfs onge
wenst. Eén exemplarisch ge
val zo afdoende behandelen
als nu is gebeurd, lijkt voor
alsnog de beste manier. Aan
de uitkomst valt af te lezen
dat Van Eyck bij de samen
stelling van zijn versie van
„Naast ons. naast ons. achter
het riet" bepaald eigengereid
te werk is gegaan en dat het
vers in feite „opener" en on-
voltooider is dan hij sugge
reert.
Toen Fokkema, jaren gele
den. zijn omvangrijke varian
ten-editie van Achterberg pu
bliceerde, (onlangs herdrukt)
was hij de eerste die zich in
Nederland serieus op dit ter
rein bewoog. Hij beschikte, ta
melijk gelukkig, over alleen
druk-varianten. Wie een in
zicht wil geven in handschrift
varianten krijgt het nog heel
wat lastiger, zoals uit dit wel
uitzonderlijk gecompliceerde
Leopold-voorbeeld duidelijk
kan worden. Maar is de ont
staansgeschiedenis eenmaal
bevredigend gereconstrueerd,
dan is ook de bewondering
toegenomen voor een dichter
die hard werkte om ten slotte
een voltooid vers te mogen
ontvangen.
A. L. Sötemann. Op het voet
spoor van de dichter. Amster
dam, Athenaeum-Polak
Van Gennep, 1980. 176 bli.
Met vele facsimiles, gebon
den. 85 gulden.
Een van de manuscript-vel
letjes van „Naast ons, naast
ons, achter het riet".