uwe olie lijkt niet
uurder te worden'
NOTU wil VN-verdrag
over satelliet-televisie
Ivertentie Uitzendbureau op grens toelaatbare
Rentelasten drukten
winst Océ v.d. Grinten
schoonde' winst
procent omhoog
U-president: benzineprijs kan nog dalen
weede kwartaal
Gevolgen voor tijdschrift rampzalig
Tijdschriften geen vetpot
kort duurt 'onbepaalde tijd'?
sr
22 AUGUSTUS 1980
FINANCIEN EN ECONOMIE
TROUW/KWARTET P 13 RHS 15
en onzer verslaggevers
ERDAM „Het .olieplaatje' ziet er voor dit jaar (en 1981) erg rustig uit. Dit,
gesteld dat zich geen politieke ontwikkelingen voordoen, die roet in het eten gooien,
t echter niet gebeurt, voorzie ik voor de komende tijd geen tendens tot verhoging van de
ran ruwe olie." Aldus de heer D. de Bruyne, president-directeur van de Koninklijke
fandsche Petroleum Maatschappij (Shell) bij de presentatie van de resultaten van de
over de eerste zes maanden van dit jaar.
jdvoorraden ruwe olie schat-
dit ogenblik zeer groot, zeker
nderd dagen verbruik. „Er
ankers gehuurd om als voor-
p te fungeren. Zelfs als Saoe-
wat de heer De Bruyne
Ijnlijk leek, zijn produktie
agen met ongeveer 1 miljoen
r dag, dan nog zal er voldoen-
i, meende hij.
i onzer verslaggevers
BKDAM De Koninklijke/Shell Groep heeft het twee
rn rtaal van het lopende jaar afgesloten met een nettore-
j; van 680 miljoen pond sterling, tegen 710 miljoen pond
.1 over dezelfde periode van vorig jaar. Daarbij moet
ns wel rekening worden gehouden met de aanzienlijke
w van de methode van voorraadwaardering, die door de
ia Shell-maatschappijen wordt toegepast, en met het
ige effect van valuta-omrekeningen.
VENLO Rentelasten hebben de resultaten gedrukt van
Océ-Van der Grinten. Over het tweede kwartaal daalde de
winst van 12 tot 11,8 miljoen gulden en over het eerste halfjaar
van 19,3 tot 18,9 miljoen. De halfjaaromzet steeg van 626 tot
702 miljoen gulden.
Door dit grote olie-overschot op
zich een gevolg van éen teruggang
van de vraag, verband houdende met
besparingen (wegens de hoge prijzen)
en een teruggang van de economi
sche bedrijvigheid ln de wereld zijn
ook de prijzen op de zogenaamde
spotmarket enorm naar beneden ge
gaan. Zodanig dat de premie, die tot
nu toe op de spotmarket werd bere
kend boven de officiële prijs, voor olie
uit het Midden-Oosten vrijwel geheel
is verdwenen. Daarmede is de spot-
market-prijs voor ruwe olie uit het
Midden-Oosten nu vrijwel gelijk aan
de officiële prijs (32 dollar per vat van
159 liter). Een verdere daling van de
spotprijzen in het tweede halfjaar
lijkt niet uitgesloten, aldus de heer
De Bruyne, die de omzetten aan olie
op de spotmarket momenteel als zeer
klein kenschetste.
Perspectieven
deze twee factoren buiten
el ring gelaten, dan was de „ge-
9v winst ongeveer 18 procent
n over het tweede kwartaal
en 15 procent hoger dan via
helft van 1979. De stijging
namelijk te danken aan be-
ltaten in de olie- en gaspro-
ctor. Daaraan werd overi-
104 t afbreuk gedaan door een
je daling in de resultaten
67 chemische sector buiten
er nerika.
nettoresultaat over het twee-
67$aal en het eerste halfjaar van
87 i ongeveer 150 miljoen pond,
ivelijk 470 miljoen pond toe
87jven aan het feit, dat de FIFO
first out") methode van
/aardering werd gevolgd in
||fan een methode, die actuele
"pn opbrengsten beter op el-
a temt. In 1979 waren de over-
tige cijfers respectievelijk
280 miljoen pond en 415
X>nd
De resultaten zijn, aldus de heer De
Bruyne, gunstig beïnvloed door het
feit,- dat 31 procent van de olie nog uit
eigen bronnen komt en doordat aan
de afzetkant de hogere kosten kon
den worden doorberekend. Het zal
echter in het tweede halfjaar moeilij
ker worden de marges te handhaven.
Zeker is, dat dit halfjaar een „bijzon
der nauwkeurige verkooppolitiek"
zal eisen.
„We zijn echter niet pessimistisch",
aldus de Shell-president „We zijn na
melijk flexibeler dan onze concurren
ten omdat we makkelijker kunnen
omschakelen op lichtere produkten,
die betere marges bieden."
De heer De Bruyne zei overigens wèl
te verwachten, dat de gepubliceerde
winst dit jaar lager zal uitkomen dan
die van 1979. De „geschoonde" winst
(gepubliceerde winst, gecorrigeerd
voor voorraadwaarderingen en valu
tawijzigingen) bedraagt met 908 mil
joen pond sterling echter nu al iets
meer dan de helft van dë „geschoon
de" winst over geheel 1979.
Tweede Eerste
kwartaal halfjaar
72i enen ponden)
1980 1979 1980 1979
Jultaatexcl. valuta-omrekeningen590 653 1.378 1.204
[valuta-effect per saldo90 57 20 124
lltaat680 710 1.398 1.328
Dit alles opent volgens hem perspec
tieven voor de consument en wel in
dat opzicht, dat hij een verdere verla
ging (in centen) van de prijs van ben
zine aan de pomp mag verwachten.
Het prijsverloop op de spotmarket
wordt namelijk in aanmerking geno
men in de prijsformule, die de rege
ring hanteert voor het vaststellen van
de benzineprijs. Bij dit alles speelt
ook een rol, dat het aanhouden van
grote voorraden olie (bij het huidige
hoge rentepeil) een erg kostbare zaak
is. Verder oefent de zwakke dollar (de
prijzen van ruwe olie worden in deze
munt genoteerd) een druk uit op de
prijzen.
De heer De Bruyne ging uitvoerig in
op de tactiek van Saoedi-Arabië bin
nen het kader van de OPEC, de orga
nisatie van olieproducerende en -ex
porterende landen. Hij zei te ver
wachten, dat ergens in de loop van
het lopende of het laatste kwartaal
van dit jaar Saoedi-Arabië de prijs
van zijn ruwe olie (nu nog 28 dollar
per vat) zal verhogen tot 32 dollar per
vat. Daarmede zal de prijs dan op één
lijn liggen met die yan de andere
OPEC-landen.
Met deze prijsunificatie die, volgens
de heer De Bruyne, gepaard zal gaan
met een teruggang in de produktie
van Saoedi-Arabië, zal de basis aan
wezig zijn voor het uitvoeren van een
strategisch plan op lange termijn van
de OPEC-landen, waarbij de prijzen
van de ruwe olie met een zekere regel
maat (ieder halfjaar) zullen worden
aangepast, rekening houdende met
inflatie, economische groei en valuta
veranderingen in de wereld.
Dit strategisch plan zal een belang
rijk punt zijn op de eind van dit jaar
in Bagdad te houden jubileum-bij-
eenkomst van de OPEC. De organisa
tie bestaat dan twintig jaar. Voor
waarde voor het doorgaan van het
plan is echter wel, dat eerst een één
wording van de olieprijzen is bereikt.
De heer De Bruyne meende overigens
wel dat, afgezien van de waarschijn-
Een verdere verlaging van de benzineprijs lijkt niet onmogelijk.
lijke produktieverlaging door Saoedi-
Arabië, er niet zoveel ruimte meer is
voor de OPEC-landen om hun pro
duktie verder te verlagen. Deze lan
den moeten namelijk ook leven. Indo
nesië en ook Irak bij voorbeeld heb
ben hun olie-inkomsten broodnodig.
Vorig jaar produceerden de OPEC-
landen met elkaar ruim 31 miljoen
vaten ruwe olie per dag. Voor dit jaar
schatte de heer De Bruyne de OPEC-
produktie op 27 a 28 miljoen vaten
per dag.
DE INDUSTRIËLE MAAT
SCHAPPIJ, die onlangs de Bussum-
se Waterleiding Mij verkocht aan de
provincie Noord-Holland heeft voor
het ontvangen geld een aantal indu
striële bedrijven gekocht, namelijk
NieafVan der Hoorn en Wouda. Deze
bedrijven werden gekocht van de be-
leggingsgroep Van Wijk en Heringa
die op zijn beurt weer eigenaar Is van
60 procent van de aandelen Industrie-
Ie Maatschappij.
KLUWER heeft in tegenstelling
tot Elsevier/NDU en Audet de winst
in het eerste halfjaar wel zien stijgen:
van 10,4 tot 11,1 miljoen gulden. De
verbetering van het bedrijfsresultaat
was verhoudingsgewijs zelfs groter
maar op de nettowinst drukten ook
bij Kluwer hoge rentelasten. Een lich
te winststijging zit er ook voor heel
1980 wel ln.
CETECO verdiende tot 1 juli 4,2
(5,1) miljoen maar vermoedt dat de
achterstand wel kan worden ingelo
pen. Met de wederopbouw van het
bedrijf ln Nicaragua en de hervatting
van de activiteiten daar is goede
voortgang gemaakt.
Een eventuele verhoging van de olie
prijs door Saoedi-Arabië zal overi
gens aan de Shell voorbij gaan. De
Shell-groep ontvangt namelijk in
tegenstelling tot haar concurrenten
geen olie uit Saoedi-Arabië. Shell is
er echter wèl sterk in geïnteresseerd.
Reden waarom momenteel met Saoe
di-Arabië besprekingen aan de gang
zijn over de bouw van petrochemi
sche installaties in dat land door
Shell, in ruil voor olieleveranties.
Wat de vraag naar ruwe olie in de
westelijke wereld aangaat, zei de
Shell-president voor het gehele jaar
1980 een totale vraag van 50 miljoen
vaten per dag te verwachten, tegen
gemiddeld 52 miljoen vaten per dag
verleden jaar. In het eerste kwartaal
van dit jaar bewoog de totale vraag
van de westelijke wereld zich op een
peil van 53 miljoen vaten per dag (de
invloed van de winter was in dit cijfer
nog merkbaar); in het tweede kwar
taal was het echter gedaald tot 48,1
miljoen vaten per dag.
Shell neemt momenteel van Iran
geen ruwe olie af. De prijs van de
Iraanse ruwe olie is nu buiten elke
verhouding (35 dollar per vat). Iran
exporteert op dit ogenblijk bijzonder
weinig olie. Toch kan Iran, volgens de
heer De Bruyne, niet uit het „olie
plaatje" worden weggelaten. Daarin
past namelijk een Iran met een pro
duktie van ongeveer 4 miljoen vaten
per dag, waarvan ongeveer de helft
wordt uitgevoerd.
DEN HAAG (ANP) In een gisteren uitgegeven nota dringt de Nederlandse Organisatie van
Tijdschriftuitgevers (NOTU) aan op het met spoed formuleren van een VN-verdrag inzake
satelliet-tv. De NOTU zou het lielst zien, dat satelliet-uitzendingen slechts mogelijk zijn na
een voorafgaand akkoord tussen het zendende land en bet „bestraalde" land.
Omdat de NOTU slechts een geleide
lijke invoering van satelllet-tv wenst,
bepleit zij in haar nota dat de minis
ter van cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk haar toestemming
onthoudt aan het aanbrengen van
een Nederlandse ondertiteling. Daar
door worden buitenlandse program
ma's voldoende oninteressant voor
adverteerders. De NOTU is voor het
vormen van een breed samengestelde
beleidsgroep, die zich verdiept in de
realiteit van de bedreiging van bui
tenlandse commerciële tv en die
moet nagaan hoe de internationale
ontwikkelingen op dit terrein in ba
nen van geleidelijkheid kunnen wor
den gebracht om de tijdschriftpers in
de gelegenheid te stellen zich aan te
passen.
Verder moet de commissie nagaan,
hoe de financiële schade van de ex
port van reclamegelden (het adverte
ren door Nederlandse ondernemers
via buitenlandse commerciële tv) kan
worden beperkt en opgevangen. De
NOTU vindt, dat de rechtstreeks be
nadeelden en vooral de tijdschriftuit
gevers betrokken moeten worden bij
het exploiteren van een extra com
mercieel tv-net.
De gedachten van de NOTU gaan
daarbij onder meer uit naar het ex
ploiteren van een eigen kabel-kanaal.
Een op de drie tijdschriften in Neder
land wordt met verlies geëxploiteerd."
Dat is gebleken uit een enquête waar
150 van de 400 Nederlandse tijdschrif
ten aan deelnamen. Van die 150 wa
ren er weer 50 verliesgevend. Dit werd
door het NOTU-bestuur meegedeeld
bij de presenatie van de nota over de
electronische media en de toekomst
van de tijdschriften.
Oorzaken van de slechte rentabiliteit
zijn ondermeer de hogere hout- en
papierprijs en de gestegen posttarie-
ven. Daarbij voelen de uitgevers zich
dan nog bedriegd door de commercië
le satelliet- en kabel TV.
De NOTU heeft uitgerekend, dat de
komst van de commerciële tv de ad
vertentie-inkomsten van de tijd
schriften met minstens twintig pro-
vent zal doen dalen. De schade wordt
voor de omroepprogrammabladen
geschat op minstens 12 miljoen gul
den, voor de opinieweekbladen min
stens 13 miljoen gulden, voor de pu
bliekstijdschriften minstens 60 mil
joen gulden en voor de vaktijdschrif
ten minstens 15 miljoen gulden.
Pas in allerlaatste instantie dient vol
gens de NOTU overwogen te worden
de pers overlevingskansen te bieden
door een dan billijke regeling te
treffen voor compensatie van geleden
schade.
In dezelfde nota zegt de NOTU. dat
viewdata in de huidige vorm op korte
termijn geen bedreiging voor de tijd
schriften zal gaan betekenen. Als de
huidige technische beperkingen (960
leestekens per pagina, beperkt kleur
gebruik, primitieve vormen, simpele
lay-out, trillend beeld, moeizame tele
foonverbindingen enz.) zouden wor
den overwonnen, en als viewdata
goedkoper zou worden, dan zit die
bedreiging er echter wel degelijk in.
De NOTU vindt dat de uitgevers van
publiekstijdschriften er verstandig
aan doen zich tijdig met viewdata in
te laten, omdat viewdata naar alle
waarschijnlijkheid een aanvullende
functie zal gaan vervullen naast de
bestaande uitgaven en in sommige
gevallen zelfs een vervangende.
Ook voor de vak tijdschriftuitgevers
geldt volgens de NOTU, dat viewdata
een interessant en soms zelfs noodza
kelijk verlengstuk betekent van de
klassieke informatieve functie van de
uitgevers. De NOTU verzet zich tegen
de stellingname van de minister van
CRM, dat viewdata tot omroep wordt
gerekend. Zij blijft er bij, dat viewda
ta een databankservice is. De pers
vrijheid zou in het geding komen als
een beperking zou worden aange
bracht met betrekking tot het aantal
informatieleveranciers, vindt de NO
TU. Zij stelt zich voorts op het stand
punt, dat het de uitgevers toegestaan
moet zijn om op bescheiden wijze
reclame te verwerken op de hoofdpa
gina's.
De NOTU spreekt zich verder na
drukkelijk uit, tegen verruiming van
de zendtijd en verhoging van de tarie
ven voor de etherreclame. De NOTU
verwacht, dat verhoging van de Ster-
omzet zal leiden tot een verminderde
reclame-omzet in de tijdschriften.
Voorts bepleit de NOTU geleidelijk
heid bij de invoering van commercië
le kabel-tv. Het opengooien van de
Nederlandse grenzen voor commer
ciële tv uit het buitenland betekent
volgens de NOTU niet alleen onder
mijning van het huidige omroepbe
stel, maar tevens het einde van een
„fors" aantal tijdschriften. Dat kan
volgens de NOTU geen enkele minis
ter van CRM zich permitteren, omdat
een serieuze taakopvatting inzake
een cultuurbeleid zich daartegen
verzet.
Tot nu toe heeft de minister van CRM
een gesprek met de NOTU over de
problemen van de commerciële tv
geweigerd, maar, zegt de NOTU in
haar nota, wij blijven aandringen op
een spoedgesprek met de minister om
een bijdrage te kunnen leveren aan
de gedachtenvorming over deze ma
terie.
sterff1 kref»en de uitzfendbureau's van het ministerie
97 iale zaken te horen dat een groot aantal uitzend-
moest stoppen omdat zij al langer dan drie
in dezelfde baan hadden. Een uitzendkracht mag in
89J t niet langer dan drie maanden dezelfde baan
*?jh. Verlenging tot zes maanden is toegestaan wan-
9ij it onder opgave van „speciale redenen" wordt
7 bij het ministerie,
ij de 40 en 50.000 mensen werken in ons land via een
uitzendbureau. Het uitzendwerk omvat per jaar rond
300.000 verschillende banen. Tot vorig jaar betrof het in
tegen de 30.000 gevallen een baan van meer dan drie
maanden.
Vorig jaar steeg dit aantal tot rond 40.000, en
voor het lopende jaar voorzag het ministerie een voort
gaande, drastische stijging. Daarbij kon het ministerie
niets „speciaals" vinden in de opgegeven redenen voor de
verlenging. Het ministerie zag hierin een teken dat steeds
meer vaste arbeidsplaatsen worden bezet door uitzend
krachten.
Aanwijzingen daarvoor tref je ook aan in de advertenties
van de uitzendbureau's. Die wekken ook de indruk dat een
aantal bureau's zich schuldig maakt aan arbeidsbemidde
ling voor vaste banen, een taak die de wet uitdrukkelijk
heeft gereserveerd voor de arbeidsbureau's die onderdeel
uitmaken van het ministerie van sociale zaken. De com
merciële uitzendbnreau's zijn al langere tijd een doorn in
het oog van een deel van de vakbeweging en van de linkse
politieke partijen. Niet alleen hebben uitzendkrachten
een mindere rechtspositie, ook zouden de uitzendbureau's
de gemakkelijk bemiddelbare werklozen „afromen" van
de arbeidsmarkt, waardoor de officiële arbeidsbureau's
blijven zitten met de moeilijke gevallen en bij de werkge
vers een slechte naam krijgen als bemiddelaars voor
arbeid.
"KHAN VAN WORKUM
HAAG Uitzendbureaus
wettelijk alleen tussen
Jekenden en werkgevers be-
SBen voor tijdelijke banen. Al-
beidsbureaus mogen bemid-
ai 'oor vaste banen.
t dan le danken van de adverten-
7 uitzendbureaus? Daarin wemelt
J leel concrete banen, met de aandui-
i' or langere duur" of „voor onbepaal-
iMet naam worden de bedrijven
13 vacatures niet genoemd, want dan
«45 gegadigden met voorbijgaan van
endbureau rechtstreeks naar dat
ii lunnen stappen. Maar op het eerste
J lijkt het hier te gaan om echte
„6 emiddeling voor permanente ba-
ién advertentie worden zelfs „pro-
gelijkheden" aangeboden aan de
Uder met PD" die „bedrijf te Den
h m dienst wil zijn. Het moet een zeer
4£e baan zijn, als je er binnen drie
al promotie kunt maken.
ministerie van sociale zaken dit
zomaar toe? Antwoord kregen we
i H. Haeck. Hijis op hef ministerie
in de „Afdeling Bijzondere Vraag-
van Arbeidsverhoudingen", en in
ilvol blijken ook de uitzendbureaus
ven.
len het niet goed wat er de laatste
advertenties gebeurt. Aanduidin-
,voor onbepaalde tijd" zijn mislei-
e suggereren dat het om veel langer
in principe drie maanden. Formeel
we er niets tegen doen. Strikt for-
n „onbepaalde tijd" en „langere
Lk zes weken of twee maanden zijn
n is een uitzendbureau nog niet
als wordt geadverteerd met be-
-fig in permanente banen. Niet het
*n is strafbaar, alleen het bemidde-
5? dus als er een aanstelling uit voort-
5 laar het is wel op het randje wat er
urt" advertentie met „promotie
mogelijkheden" leidt ook bij Haeck tot eni
ge verbazing.
Informele afspraak
Ongeveer vier jaar geleden, vertelt mr
Haeck, is er een afspraak gemaakt tussen
het ministerie en de Algemene Bond van
Uitzendbureaus (ABU). „Dat was een infor
mele afspraak. We hebben de bureaus op
het hart gebonden alleen te adverteren met
tijdelijk werk, juist ook om te vermijden
dat we over en weer in juridische haarklove
rijen verzeild raken. Maar de laatste tijd
zijn de bureaus lakser geworden in het
nakomen van die afspraak."
Tijd derhalve om de ABU ook in dit opzicht
de wacht aan te zeggen? Haeck: „We zullen
zeker bij de ABU aan de bel gaan trekken,
maar op dit moment is dat niet zo oppor
tuun. De relatie is nu niet al te vriendelijk."
Haeck wijst op de maatregel van maart, en
de verdere verscherpingen die de minister
in overweging heeft. „Wij zijn er beslist niet
op uit de uitzendbureaus te bestrijden. Wij
willen ze hun nuttige economische functie
laten vervullen, namelijk zich richten op
echt tijdelijk werk."
Uitgangspunt van het beleid van de minis
ter is dat uitzendwerk in het arbeidsproces
uitzondering moet blijven en geen regel
mag worden. Nederland heeft intussen een
uitgebreid stelsel van voorzieningen voor
vaste werknemers, zoals ontslagbescher
ming, pensioneopbouw, medezeggenschap.
Uitzendkrachten blijven meestal hiervan
verstoken. Dat is derhalve alleen accepta
bel als het beperkt blijft tot uitzonderings
situaties.
Bij de ABU is uiteraard nog niets
bekend van bedenkingen van het ministerie
tegen de wijze van adverteren. „Als er aan
merkingen zijn, dan moet men daar maar
mee komen", aldus een woordvoerder. „Na
tuurlijk mogen uitzendbureau's niet aan
arbeidsbemiddeling doen. Zij passen wel
op, want zij riskeren het verlies van hun
vergunning. Er is ook nog nooit een van
onze bureau's in moeilijkheden gekomen in
dit opzicht."
Van Dak
Maar wat vindt hij dan van aanduidingen
als „voor onbepaalde tijd" of „langere
duur"? „Onbepaalde tijd kan ook twee
maanden zijn, en een dergelijke periode
kun je heel wel „langere duur" noemen. Ik
begrijp trouwens al van u dat men ook op
het ministerie bekend is met Van Dale."
En dat van die „promotiemogelijkheden"
dan? De ABU-woordvoerder veronderstelt
dat het hier kan gaan om een uitzendbu
reau dat verbonden is met een „head hun-
ter". een bureau dat in opdracht van bedrij
ven speurt naar managers en topfunctiona
rissen. Deze vormen van arbeidsbemidde
ling worden tot nu toe, net als die van
impressario's, voetbalmakelaars, wervings-
en selectiebureau's, ongemoeid gelaten
door het ministerie, hoewel de vraag gesteld
kan worden of hier geen sprake is van echte
arbeidsbemiddeling. De minister heeft ove
rigens al dit punt aangeroerd in een advie
saanvrage aan de Sociaal-economische
Raad over een nieuwe Arbeidsvoorzie
ningswet.
Beter onderwerp
Al met al kan de ABU-woordvoerder niets
onoorbaars zien in de advertenties van de
uitzendbureau's. Hij ziet er dan ook hele
maal geen verhaal voor de krant in zitten,
en adviseert naar een beter onderwerp voor
een artikel uit te zien. Toch hebben we nog
maar eens enkele adverterende uitzendbu
reau's afgebeeld, en geïnformeerd naar de
baan achter de advertentie.
In het algemeen waren de gebelde bureau's
zeer zuinig met informatie zodra het ge
sprek kwam op de tijdsduur van de concre
te baan waarmee was geadverteerd. In het
geval van de gezochte „ergotherapeut voor
langere tijd voor een ziekenhuis in Buiten-
veldert" kwam er wel een concreet ant
woord: deze baan stond gepland tot 7 de
cember, maar de mevrouw van het uitzend
bureau wist niet of de baan dan echt vervalt
dan wel dat deze termijn zo gepland is
omdat dan de drie maanden voorbij zijn.
Weer een ander geval betrof het „bedrijf in
A'dam-Zuid" dat dringend verlegen zat om
een „boekhoudkundig medewerker/ster
i.b.v. PD", en wel „voor onbepaalde tijd."
Die tijd bleek wel érg onbepaald, want het
meisje van het uitzendbureau moest beken
nen dat zij nog helemaal geen „bedrijf in
A'dam-Zuid" had. „We hebben deze adver
tentie erin gezet om die uitzendkrachten
beschikbaar te hebben zodra er een bedrijf
om vraagt. Het is nu een beetje een dode
tijd, en als het over enige weken weer druk
wordt, hebben we wat achter de hand."
"Echt onbepaalde tijd'
In het geval van de magazijnbediende die
„voor onbepaalde tijd" nodig is voor een
bedrijf in Rijswijk wond het uitzendbureau
er geen doekjes om. „Ze zoeken daar eigen
lijk naar een vaste kracht." En de receptio
niste die al geplaatst bleek bij een werkge
ver aan het Haagse Noordeinde, kan daar
ook permanent blijven als zij dat wil en ze
in de smaak valt. „Die baan is écht voor
onbepaalde tijd", aldus de mevrouw van
het uitzendbureau. „Vanwege het ministe
rie mag je nu niet langer dan drie maanden
blijven. Dan moet je minstens drie weken
eruit, en dan kun je weer voor drie maanden
terug."
Als de betrokkene in zo'n geval in vaste
dienst VEin de inlenende werkgever wil gaan,
worden daar door de gebelde uitzendbu
reau's geen problemen over gemaakt. Veel
al wordt alleen verlangd dat de uitzend
kracht wel de eerste drie maanden vol
maakt in dienst van het uitzendbureau. De
ABU gaat er prat op dat steeds meer men
sen via uitzendwerk aan een vaste baan
komen, hetzij bij het inlenende bedrijf, het
zij bij een andere werkgever. Overigens
wijst ook dat er op dat in toenemende mate
bedrijven gebruik maken van uitzend
krachten voor permanente banen. En de
trots van de ABU blijft een beetje mis
plaatst zolang er uitzendbureau's zijn die
„ter bescherming van hun commerciële be
langen", aldus de ABU-woordvoerder het
inlenende bedrijf laten beloven dat het niet
zal proberen uitzendkrachten in eigen vaste
dienst over te nemen.
Niets wijzer werden we omtrent het „bedrijf
te Den Haag" met die „promotiemogelijk
heden" voor een uitzendkracht. Het uit
zendbureau wilde hierover bijzonder weinig
kwijt voor de krant, alleen voor echte gega
digden.