uwe olie lijkt niet uurder te worden' NOTU wil VN-verdrag over satelliet-televisie Ivertentie Uitzendbureau op grens toelaatbare Rentelasten drukten winst Océ v.d. Grinten schoonde' winst procent omhoog U-president: benzineprijs kan nog dalen weede kwartaal Gevolgen voor tijdschrift rampzalig Tijdschriften geen vetpot kort duurt 'onbepaalde tijd'? sr 22 AUGUSTUS 1980 FINANCIEN EN ECONOMIE TROUW/KWARTET P 13 RHS 15 en onzer verslaggevers ERDAM „Het .olieplaatje' ziet er voor dit jaar (en 1981) erg rustig uit. Dit, gesteld dat zich geen politieke ontwikkelingen voordoen, die roet in het eten gooien, t echter niet gebeurt, voorzie ik voor de komende tijd geen tendens tot verhoging van de ran ruwe olie." Aldus de heer D. de Bruyne, president-directeur van de Koninklijke fandsche Petroleum Maatschappij (Shell) bij de presentatie van de resultaten van de over de eerste zes maanden van dit jaar. jdvoorraden ruwe olie schat- dit ogenblik zeer groot, zeker nderd dagen verbruik. „Er ankers gehuurd om als voor- p te fungeren. Zelfs als Saoe- wat de heer De Bruyne Ijnlijk leek, zijn produktie agen met ongeveer 1 miljoen r dag, dan nog zal er voldoen- i, meende hij. i onzer verslaggevers BKDAM De Koninklijke/Shell Groep heeft het twee rn rtaal van het lopende jaar afgesloten met een nettore- j; van 680 miljoen pond sterling, tegen 710 miljoen pond .1 over dezelfde periode van vorig jaar. Daarbij moet ns wel rekening worden gehouden met de aanzienlijke w van de methode van voorraadwaardering, die door de ia Shell-maatschappijen wordt toegepast, en met het ige effect van valuta-omrekeningen. VENLO Rentelasten hebben de resultaten gedrukt van Océ-Van der Grinten. Over het tweede kwartaal daalde de winst van 12 tot 11,8 miljoen gulden en over het eerste halfjaar van 19,3 tot 18,9 miljoen. De halfjaaromzet steeg van 626 tot 702 miljoen gulden. Door dit grote olie-overschot op zich een gevolg van éen teruggang van de vraag, verband houdende met besparingen (wegens de hoge prijzen) en een teruggang van de economi sche bedrijvigheid ln de wereld zijn ook de prijzen op de zogenaamde spotmarket enorm naar beneden ge gaan. Zodanig dat de premie, die tot nu toe op de spotmarket werd bere kend boven de officiële prijs, voor olie uit het Midden-Oosten vrijwel geheel is verdwenen. Daarmede is de spot- market-prijs voor ruwe olie uit het Midden-Oosten nu vrijwel gelijk aan de officiële prijs (32 dollar per vat van 159 liter). Een verdere daling van de spotprijzen in het tweede halfjaar lijkt niet uitgesloten, aldus de heer De Bruyne, die de omzetten aan olie op de spotmarket momenteel als zeer klein kenschetste. Perspectieven deze twee factoren buiten el ring gelaten, dan was de „ge- 9v winst ongeveer 18 procent n over het tweede kwartaal en 15 procent hoger dan via helft van 1979. De stijging namelijk te danken aan be- ltaten in de olie- en gaspro- ctor. Daaraan werd overi- 104 t afbreuk gedaan door een je daling in de resultaten 67 chemische sector buiten er nerika. nettoresultaat over het twee- 67$aal en het eerste halfjaar van 87 i ongeveer 150 miljoen pond, ivelijk 470 miljoen pond toe 87jven aan het feit, dat de FIFO first out") methode van /aardering werd gevolgd in ||fan een methode, die actuele "pn opbrengsten beter op el- a temt. In 1979 waren de over- tige cijfers respectievelijk 280 miljoen pond en 415 X>nd De resultaten zijn, aldus de heer De Bruyne, gunstig beïnvloed door het feit,- dat 31 procent van de olie nog uit eigen bronnen komt en doordat aan de afzetkant de hogere kosten kon den worden doorberekend. Het zal echter in het tweede halfjaar moeilij ker worden de marges te handhaven. Zeker is, dat dit halfjaar een „bijzon der nauwkeurige verkooppolitiek" zal eisen. „We zijn echter niet pessimistisch", aldus de Shell-president „We zijn na melijk flexibeler dan onze concurren ten omdat we makkelijker kunnen omschakelen op lichtere produkten, die betere marges bieden." De heer De Bruyne zei overigens wèl te verwachten, dat de gepubliceerde winst dit jaar lager zal uitkomen dan die van 1979. De „geschoonde" winst (gepubliceerde winst, gecorrigeerd voor voorraadwaarderingen en valu tawijzigingen) bedraagt met 908 mil joen pond sterling echter nu al iets meer dan de helft van dë „geschoon de" winst over geheel 1979. Tweede Eerste kwartaal halfjaar 72i enen ponden) 1980 1979 1980 1979 Jultaatexcl. valuta-omrekeningen590 653 1.378 1.204 [valuta-effect per saldo90 57 20 124 lltaat680 710 1.398 1.328 Dit alles opent volgens hem perspec tieven voor de consument en wel in dat opzicht, dat hij een verdere verla ging (in centen) van de prijs van ben zine aan de pomp mag verwachten. Het prijsverloop op de spotmarket wordt namelijk in aanmerking geno men in de prijsformule, die de rege ring hanteert voor het vaststellen van de benzineprijs. Bij dit alles speelt ook een rol, dat het aanhouden van grote voorraden olie (bij het huidige hoge rentepeil) een erg kostbare zaak is. Verder oefent de zwakke dollar (de prijzen van ruwe olie worden in deze munt genoteerd) een druk uit op de prijzen. De heer De Bruyne ging uitvoerig in op de tactiek van Saoedi-Arabië bin nen het kader van de OPEC, de orga nisatie van olieproducerende en -ex porterende landen. Hij zei te ver wachten, dat ergens in de loop van het lopende of het laatste kwartaal van dit jaar Saoedi-Arabië de prijs van zijn ruwe olie (nu nog 28 dollar per vat) zal verhogen tot 32 dollar per vat. Daarmede zal de prijs dan op één lijn liggen met die yan de andere OPEC-landen. Met deze prijsunificatie die, volgens de heer De Bruyne, gepaard zal gaan met een teruggang in de produktie van Saoedi-Arabië, zal de basis aan wezig zijn voor het uitvoeren van een strategisch plan op lange termijn van de OPEC-landen, waarbij de prijzen van de ruwe olie met een zekere regel maat (ieder halfjaar) zullen worden aangepast, rekening houdende met inflatie, economische groei en valuta veranderingen in de wereld. Dit strategisch plan zal een belang rijk punt zijn op de eind van dit jaar in Bagdad te houden jubileum-bij- eenkomst van de OPEC. De organisa tie bestaat dan twintig jaar. Voor waarde voor het doorgaan van het plan is echter wel, dat eerst een één wording van de olieprijzen is bereikt. De heer De Bruyne meende overigens wel dat, afgezien van de waarschijn- Een verdere verlaging van de benzineprijs lijkt niet onmogelijk. lijke produktieverlaging door Saoedi- Arabië, er niet zoveel ruimte meer is voor de OPEC-landen om hun pro duktie verder te verlagen. Deze lan den moeten namelijk ook leven. Indo nesië en ook Irak bij voorbeeld heb ben hun olie-inkomsten broodnodig. Vorig jaar produceerden de OPEC- landen met elkaar ruim 31 miljoen vaten ruwe olie per dag. Voor dit jaar schatte de heer De Bruyne de OPEC- produktie op 27 a 28 miljoen vaten per dag. DE INDUSTRIËLE MAAT SCHAPPIJ, die onlangs de Bussum- se Waterleiding Mij verkocht aan de provincie Noord-Holland heeft voor het ontvangen geld een aantal indu striële bedrijven gekocht, namelijk NieafVan der Hoorn en Wouda. Deze bedrijven werden gekocht van de be- leggingsgroep Van Wijk en Heringa die op zijn beurt weer eigenaar Is van 60 procent van de aandelen Industrie- Ie Maatschappij. KLUWER heeft in tegenstelling tot Elsevier/NDU en Audet de winst in het eerste halfjaar wel zien stijgen: van 10,4 tot 11,1 miljoen gulden. De verbetering van het bedrijfsresultaat was verhoudingsgewijs zelfs groter maar op de nettowinst drukten ook bij Kluwer hoge rentelasten. Een lich te winststijging zit er ook voor heel 1980 wel ln. CETECO verdiende tot 1 juli 4,2 (5,1) miljoen maar vermoedt dat de achterstand wel kan worden ingelo pen. Met de wederopbouw van het bedrijf ln Nicaragua en de hervatting van de activiteiten daar is goede voortgang gemaakt. Een eventuele verhoging van de olie prijs door Saoedi-Arabië zal overi gens aan de Shell voorbij gaan. De Shell-groep ontvangt namelijk in tegenstelling tot haar concurrenten geen olie uit Saoedi-Arabië. Shell is er echter wèl sterk in geïnteresseerd. Reden waarom momenteel met Saoe di-Arabië besprekingen aan de gang zijn over de bouw van petrochemi sche installaties in dat land door Shell, in ruil voor olieleveranties. Wat de vraag naar ruwe olie in de westelijke wereld aangaat, zei de Shell-president voor het gehele jaar 1980 een totale vraag van 50 miljoen vaten per dag te verwachten, tegen gemiddeld 52 miljoen vaten per dag verleden jaar. In het eerste kwartaal van dit jaar bewoog de totale vraag van de westelijke wereld zich op een peil van 53 miljoen vaten per dag (de invloed van de winter was in dit cijfer nog merkbaar); in het tweede kwar taal was het echter gedaald tot 48,1 miljoen vaten per dag. Shell neemt momenteel van Iran geen ruwe olie af. De prijs van de Iraanse ruwe olie is nu buiten elke verhouding (35 dollar per vat). Iran exporteert op dit ogenblijk bijzonder weinig olie. Toch kan Iran, volgens de heer De Bruyne, niet uit het „olie plaatje" worden weggelaten. Daarin past namelijk een Iran met een pro duktie van ongeveer 4 miljoen vaten per dag, waarvan ongeveer de helft wordt uitgevoerd. DEN HAAG (ANP) In een gisteren uitgegeven nota dringt de Nederlandse Organisatie van Tijdschriftuitgevers (NOTU) aan op het met spoed formuleren van een VN-verdrag inzake satelliet-tv. De NOTU zou het lielst zien, dat satelliet-uitzendingen slechts mogelijk zijn na een voorafgaand akkoord tussen het zendende land en bet „bestraalde" land. Omdat de NOTU slechts een geleide lijke invoering van satelllet-tv wenst, bepleit zij in haar nota dat de minis ter van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk haar toestemming onthoudt aan het aanbrengen van een Nederlandse ondertiteling. Daar door worden buitenlandse program ma's voldoende oninteressant voor adverteerders. De NOTU is voor het vormen van een breed samengestelde beleidsgroep, die zich verdiept in de realiteit van de bedreiging van bui tenlandse commerciële tv en die moet nagaan hoe de internationale ontwikkelingen op dit terrein in ba nen van geleidelijkheid kunnen wor den gebracht om de tijdschriftpers in de gelegenheid te stellen zich aan te passen. Verder moet de commissie nagaan, hoe de financiële schade van de ex port van reclamegelden (het adverte ren door Nederlandse ondernemers via buitenlandse commerciële tv) kan worden beperkt en opgevangen. De NOTU vindt, dat de rechtstreeks be nadeelden en vooral de tijdschriftuit gevers betrokken moeten worden bij het exploiteren van een extra com mercieel tv-net. De gedachten van de NOTU gaan daarbij onder meer uit naar het ex ploiteren van een eigen kabel-kanaal. Een op de drie tijdschriften in Neder land wordt met verlies geëxploiteerd." Dat is gebleken uit een enquête waar 150 van de 400 Nederlandse tijdschrif ten aan deelnamen. Van die 150 wa ren er weer 50 verliesgevend. Dit werd door het NOTU-bestuur meegedeeld bij de presenatie van de nota over de electronische media en de toekomst van de tijdschriften. Oorzaken van de slechte rentabiliteit zijn ondermeer de hogere hout- en papierprijs en de gestegen posttarie- ven. Daarbij voelen de uitgevers zich dan nog bedriegd door de commercië le satelliet- en kabel TV. De NOTU heeft uitgerekend, dat de komst van de commerciële tv de ad vertentie-inkomsten van de tijd schriften met minstens twintig pro- vent zal doen dalen. De schade wordt voor de omroepprogrammabladen geschat op minstens 12 miljoen gul den, voor de opinieweekbladen min stens 13 miljoen gulden, voor de pu bliekstijdschriften minstens 60 mil joen gulden en voor de vaktijdschrif ten minstens 15 miljoen gulden. Pas in allerlaatste instantie dient vol gens de NOTU overwogen te worden de pers overlevingskansen te bieden door een dan billijke regeling te treffen voor compensatie van geleden schade. In dezelfde nota zegt de NOTU. dat viewdata in de huidige vorm op korte termijn geen bedreiging voor de tijd schriften zal gaan betekenen. Als de huidige technische beperkingen (960 leestekens per pagina, beperkt kleur gebruik, primitieve vormen, simpele lay-out, trillend beeld, moeizame tele foonverbindingen enz.) zouden wor den overwonnen, en als viewdata goedkoper zou worden, dan zit die bedreiging er echter wel degelijk in. De NOTU vindt dat de uitgevers van publiekstijdschriften er verstandig aan doen zich tijdig met viewdata in te laten, omdat viewdata naar alle waarschijnlijkheid een aanvullende functie zal gaan vervullen naast de bestaande uitgaven en in sommige gevallen zelfs een vervangende. Ook voor de vak tijdschriftuitgevers geldt volgens de NOTU, dat viewdata een interessant en soms zelfs noodza kelijk verlengstuk betekent van de klassieke informatieve functie van de uitgevers. De NOTU verzet zich tegen de stellingname van de minister van CRM, dat viewdata tot omroep wordt gerekend. Zij blijft er bij, dat viewda ta een databankservice is. De pers vrijheid zou in het geding komen als een beperking zou worden aange bracht met betrekking tot het aantal informatieleveranciers, vindt de NO TU. Zij stelt zich voorts op het stand punt, dat het de uitgevers toegestaan moet zijn om op bescheiden wijze reclame te verwerken op de hoofdpa gina's. De NOTU spreekt zich verder na drukkelijk uit, tegen verruiming van de zendtijd en verhoging van de tarie ven voor de etherreclame. De NOTU verwacht, dat verhoging van de Ster- omzet zal leiden tot een verminderde reclame-omzet in de tijdschriften. Voorts bepleit de NOTU geleidelijk heid bij de invoering van commercië le kabel-tv. Het opengooien van de Nederlandse grenzen voor commer ciële tv uit het buitenland betekent volgens de NOTU niet alleen onder mijning van het huidige omroepbe stel, maar tevens het einde van een „fors" aantal tijdschriften. Dat kan volgens de NOTU geen enkele minis ter van CRM zich permitteren, omdat een serieuze taakopvatting inzake een cultuurbeleid zich daartegen verzet. Tot nu toe heeft de minister van CRM een gesprek met de NOTU over de problemen van de commerciële tv geweigerd, maar, zegt de NOTU in haar nota, wij blijven aandringen op een spoedgesprek met de minister om een bijdrage te kunnen leveren aan de gedachtenvorming over deze ma terie. sterff1 kref»en de uitzfendbureau's van het ministerie 97 iale zaken te horen dat een groot aantal uitzend- moest stoppen omdat zij al langer dan drie in dezelfde baan hadden. Een uitzendkracht mag in 89J t niet langer dan drie maanden dezelfde baan *?jh. Verlenging tot zes maanden is toegestaan wan- 9ij it onder opgave van „speciale redenen" wordt 7 bij het ministerie, ij de 40 en 50.000 mensen werken in ons land via een uitzendbureau. Het uitzendwerk omvat per jaar rond 300.000 verschillende banen. Tot vorig jaar betrof het in tegen de 30.000 gevallen een baan van meer dan drie maanden. Vorig jaar steeg dit aantal tot rond 40.000, en voor het lopende jaar voorzag het ministerie een voort gaande, drastische stijging. Daarbij kon het ministerie niets „speciaals" vinden in de opgegeven redenen voor de verlenging. Het ministerie zag hierin een teken dat steeds meer vaste arbeidsplaatsen worden bezet door uitzend krachten. Aanwijzingen daarvoor tref je ook aan in de advertenties van de uitzendbureau's. Die wekken ook de indruk dat een aantal bureau's zich schuldig maakt aan arbeidsbemidde ling voor vaste banen, een taak die de wet uitdrukkelijk heeft gereserveerd voor de arbeidsbureau's die onderdeel uitmaken van het ministerie van sociale zaken. De com merciële uitzendbnreau's zijn al langere tijd een doorn in het oog van een deel van de vakbeweging en van de linkse politieke partijen. Niet alleen hebben uitzendkrachten een mindere rechtspositie, ook zouden de uitzendbureau's de gemakkelijk bemiddelbare werklozen „afromen" van de arbeidsmarkt, waardoor de officiële arbeidsbureau's blijven zitten met de moeilijke gevallen en bij de werkge vers een slechte naam krijgen als bemiddelaars voor arbeid. "KHAN VAN WORKUM HAAG Uitzendbureaus wettelijk alleen tussen Jekenden en werkgevers be- SBen voor tijdelijke banen. Al- beidsbureaus mogen bemid- ai 'oor vaste banen. t dan le danken van de adverten- 7 uitzendbureaus? Daarin wemelt J leel concrete banen, met de aandui- i' or langere duur" of „voor onbepaal- iMet naam worden de bedrijven 13 vacatures niet genoemd, want dan «45 gegadigden met voorbijgaan van endbureau rechtstreeks naar dat ii lunnen stappen. Maar op het eerste J lijkt het hier te gaan om echte „6 emiddeling voor permanente ba- ién advertentie worden zelfs „pro- gelijkheden" aangeboden aan de Uder met PD" die „bedrijf te Den h m dienst wil zijn. Het moet een zeer 4£e baan zijn, als je er binnen drie al promotie kunt maken. ministerie van sociale zaken dit zomaar toe? Antwoord kregen we i H. Haeck. Hijis op hef ministerie in de „Afdeling Bijzondere Vraag- van Arbeidsverhoudingen", en in ilvol blijken ook de uitzendbureaus ven. len het niet goed wat er de laatste advertenties gebeurt. Aanduidin- ,voor onbepaalde tijd" zijn mislei- e suggereren dat het om veel langer in principe drie maanden. Formeel we er niets tegen doen. Strikt for- n „onbepaalde tijd" en „langere Lk zes weken of twee maanden zijn n is een uitzendbureau nog niet als wordt geadverteerd met be- -fig in permanente banen. Niet het *n is strafbaar, alleen het bemidde- 5? dus als er een aanstelling uit voort- 5 laar het is wel op het randje wat er urt" advertentie met „promotie mogelijkheden" leidt ook bij Haeck tot eni ge verbazing. Informele afspraak Ongeveer vier jaar geleden, vertelt mr Haeck, is er een afspraak gemaakt tussen het ministerie en de Algemene Bond van Uitzendbureaus (ABU). „Dat was een infor mele afspraak. We hebben de bureaus op het hart gebonden alleen te adverteren met tijdelijk werk, juist ook om te vermijden dat we over en weer in juridische haarklove rijen verzeild raken. Maar de laatste tijd zijn de bureaus lakser geworden in het nakomen van die afspraak." Tijd derhalve om de ABU ook in dit opzicht de wacht aan te zeggen? Haeck: „We zullen zeker bij de ABU aan de bel gaan trekken, maar op dit moment is dat niet zo oppor tuun. De relatie is nu niet al te vriendelijk." Haeck wijst op de maatregel van maart, en de verdere verscherpingen die de minister in overweging heeft. „Wij zijn er beslist niet op uit de uitzendbureaus te bestrijden. Wij willen ze hun nuttige economische functie laten vervullen, namelijk zich richten op echt tijdelijk werk." Uitgangspunt van het beleid van de minis ter is dat uitzendwerk in het arbeidsproces uitzondering moet blijven en geen regel mag worden. Nederland heeft intussen een uitgebreid stelsel van voorzieningen voor vaste werknemers, zoals ontslagbescher ming, pensioneopbouw, medezeggenschap. Uitzendkrachten blijven meestal hiervan verstoken. Dat is derhalve alleen accepta bel als het beperkt blijft tot uitzonderings situaties. Bij de ABU is uiteraard nog niets bekend van bedenkingen van het ministerie tegen de wijze van adverteren. „Als er aan merkingen zijn, dan moet men daar maar mee komen", aldus een woordvoerder. „Na tuurlijk mogen uitzendbureau's niet aan arbeidsbemiddeling doen. Zij passen wel op, want zij riskeren het verlies van hun vergunning. Er is ook nog nooit een van onze bureau's in moeilijkheden gekomen in dit opzicht." Van Dak Maar wat vindt hij dan van aanduidingen als „voor onbepaalde tijd" of „langere duur"? „Onbepaalde tijd kan ook twee maanden zijn, en een dergelijke periode kun je heel wel „langere duur" noemen. Ik begrijp trouwens al van u dat men ook op het ministerie bekend is met Van Dale." En dat van die „promotiemogelijkheden" dan? De ABU-woordvoerder veronderstelt dat het hier kan gaan om een uitzendbu reau dat verbonden is met een „head hun- ter". een bureau dat in opdracht van bedrij ven speurt naar managers en topfunctiona rissen. Deze vormen van arbeidsbemidde ling worden tot nu toe, net als die van impressario's, voetbalmakelaars, wervings- en selectiebureau's, ongemoeid gelaten door het ministerie, hoewel de vraag gesteld kan worden of hier geen sprake is van echte arbeidsbemiddeling. De minister heeft ove rigens al dit punt aangeroerd in een advie saanvrage aan de Sociaal-economische Raad over een nieuwe Arbeidsvoorzie ningswet. Beter onderwerp Al met al kan de ABU-woordvoerder niets onoorbaars zien in de advertenties van de uitzendbureau's. Hij ziet er dan ook hele maal geen verhaal voor de krant in zitten, en adviseert naar een beter onderwerp voor een artikel uit te zien. Toch hebben we nog maar eens enkele adverterende uitzendbu reau's afgebeeld, en geïnformeerd naar de baan achter de advertentie. In het algemeen waren de gebelde bureau's zeer zuinig met informatie zodra het ge sprek kwam op de tijdsduur van de concre te baan waarmee was geadverteerd. In het geval van de gezochte „ergotherapeut voor langere tijd voor een ziekenhuis in Buiten- veldert" kwam er wel een concreet ant woord: deze baan stond gepland tot 7 de cember, maar de mevrouw van het uitzend bureau wist niet of de baan dan echt vervalt dan wel dat deze termijn zo gepland is omdat dan de drie maanden voorbij zijn. Weer een ander geval betrof het „bedrijf in A'dam-Zuid" dat dringend verlegen zat om een „boekhoudkundig medewerker/ster i.b.v. PD", en wel „voor onbepaalde tijd." Die tijd bleek wel érg onbepaald, want het meisje van het uitzendbureau moest beken nen dat zij nog helemaal geen „bedrijf in A'dam-Zuid" had. „We hebben deze adver tentie erin gezet om die uitzendkrachten beschikbaar te hebben zodra er een bedrijf om vraagt. Het is nu een beetje een dode tijd, en als het over enige weken weer druk wordt, hebben we wat achter de hand." "Echt onbepaalde tijd' In het geval van de magazijnbediende die „voor onbepaalde tijd" nodig is voor een bedrijf in Rijswijk wond het uitzendbureau er geen doekjes om. „Ze zoeken daar eigen lijk naar een vaste kracht." En de receptio niste die al geplaatst bleek bij een werkge ver aan het Haagse Noordeinde, kan daar ook permanent blijven als zij dat wil en ze in de smaak valt. „Die baan is écht voor onbepaalde tijd", aldus de mevrouw van het uitzendbureau. „Vanwege het ministe rie mag je nu niet langer dan drie maanden blijven. Dan moet je minstens drie weken eruit, en dan kun je weer voor drie maanden terug." Als de betrokkene in zo'n geval in vaste dienst VEin de inlenende werkgever wil gaan, worden daar door de gebelde uitzendbu reau's geen problemen over gemaakt. Veel al wordt alleen verlangd dat de uitzend kracht wel de eerste drie maanden vol maakt in dienst van het uitzendbureau. De ABU gaat er prat op dat steeds meer men sen via uitzendwerk aan een vaste baan komen, hetzij bij het inlenende bedrijf, het zij bij een andere werkgever. Overigens wijst ook dat er op dat in toenemende mate bedrijven gebruik maken van uitzend krachten voor permanente banen. En de trots van de ABU blijft een beetje mis plaatst zolang er uitzendbureau's zijn die „ter bescherming van hun commerciële be langen", aldus de ABU-woordvoerder het inlenende bedrijf laten beloven dat het niet zal proberen uitzendkrachten in eigen vaste dienst over te nemen. Niets wijzer werden we omtrent het „bedrijf te Den Haag" met die „promotiemogelijk heden" voor een uitzendkracht. Het uit zendbureau wilde hierover bijzonder weinig kwijt voor de krant, alleen voor echte gega digden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 15