Vietske Prummel op zoek Bar de dieren vanDorestad Apartheid ten en honden waren er zeldzaam Nieuwe commissie monument Wilhelmina Belg zwaar gewond bij schietpartij Onbekende man doodgeslagen )AG 18 AUGUSTUS 1980 VARIA TROUW/KWARTET 7 red Lammers (INGEN Een klein straatje onder de rook Martinitoren. Het bord on de aanduiding Biolo- ucheologisch Insti- "Idat halverwege tegen dl van de forse panden jiroefd wijst erop dat ik t juiste adres ben. In na-vakantieweken ziet J. Ideling van de rijksuni- it er verlaten uit. ip mijn bellen komt er toch M aan en even later zit ik na ippen te hebben beklommen iel erkkamer van Wietske Prum- jaar en kersvers doctor in de ■ij, de en natuurwetenschappen. 3r{ lie die Wietske heeft gemaakt loctorstitel te halen is er niet oi alleen voor een select groepje digen interessant is en daarna M irdt vergeten, alleen nog Is te 5II ergens achteraf op een boe-i hü ik of in een universiteitsbi- E ,ri t heeft de fauna van Dorestad m Toegere Wijk bij Duurstede v e Rijksdienst voor het Oud- U odig Bodemonderzoek al 967 opgravingen verricht, on- it Zij noemt haar onderzoek vroegmiddeleeuwse Dorestad icheozoölogische studie", en m oor een biologe, wat zij toch in d plaats is, geen alledaagse ine ur en alles wat daarmee houdt ben ik al vanaf de ol geïnteresseerd. Later an de Nederlandse jeugd natuurstudie. Dat be te- in de weekeinden dikwijls ;en en zo lag het min of de hand dat ik biologie •ren Dorestad was toen nog helemaal niet aan de Ibte veranderde spoedig. Het ch-archeologisch instituut in •n is een van de belangrijk- tsen waar het ROB dierlijke in die bij opgravingen tevoor- romen naar toe stuurt voor iderzoek. happelijk hoofdmedewerk- het instituut is dr. Anneke Daar zij tevens de vrouw was Wietske in het begin van idietijd al te maken kreeg, ligt voor de hand. Mevrouw ,\iwd vooral toen het onder- iDwestad goed op gang kwam rstelpt met materiaal, dat zij inauwelijks meer aan kon. Ét omdat zij regelmatig in Én-Oosten werkt. mij kennelijk wel een ge ïnd om zich echt met Do- |tegaan bezig houden. We heb- over gepraat en toen is de gevallen, die bepalend de rest van mijn studie en 'Ijk ook voor de tijd die ik zij mevrouw Clason heb gekregen van de Organi- oor Zuiver Wetenschappelijk oek. Die instelling heeft ook ital studiereizen van mij be naar Duitsland, Denemarken «land. Natuurlijk ben ik al elf regelmatig naar Dorestad want het ging me enorm wat daar allemaal te voor- Mm." ndsten komen vooral uit de itten die bij de huizen in Dore- aren. Ook in het gebied waar haven van deze nederzetting |n talrijke ontdekkingen ge- itske beperkte zich bij haar c al gauw niet meer tot bot- soms al uitgesorteerd in Gro- worden afgeleverd. Zij ging veld in om materiaal te verza- Wietske Prummel kleine paarden (foto: KUdlmir v. d. Burf Het enige restant van een hond dat tot dusver in Dorestad is gevonden. Het dier moet een omvang hebben gehad van een klein soort herdershond. melen, niet alleen door zelf te graven, maar de laatste tijd vooral door op zoek te gaan naar details, waar de archeologen niet aan toe komen in de race met de tijd die bij de meeste opgravingen een rol speelt. Dat speel de ook bij belangrijke delen van de Dorestad-opgraving, waar de ge meente Wijk bij Duurstede als het ware achter de oudheidkundigen aanliep om woningbouwplannen te realiseren. Voor dat detailonderzoek maakte Wietske gebruik van een heel nieuwe methode: het zeven. Zeef „Hoewel het toch voor de hand ligt dat je gebruik maakt van een zeef als je naar kleine sporen die in de grond zijn achtergebleven op zoek gaat. is daar tot voor kort eigenlijk door nie mand gebruik van gemaakt. Pas een jaar of tien geleden zijn wetenschaps mensen de zeef gaan gebruiken. Iede reen doet dat op zijn eigen manier. Je kunt natuurlijk een grote zeef kopen of laten maken, maar daarmee bereik je in de praktijk nog niet zo veel. Ik heb evenals collega's die aan het ze ven gaan, zelf een zeef in drie delen bedacht. Een handige timmerman in Wijk bij Duurstede heeft die op mijn aanwijzingen gemaakt en da&rmee ben ik toen aan de gang gegaan." „Het is verrassend wat dan tevoor schijn komt In kluiten aarde, waar iedereen achteloos aan voorbij gaat, zitten restanten van vogels, vissen en andere kleine dieren en die kleine vondsten zijn vaak ontbrekende schakels in het ondeizoek. Dat er runderen en varkens in Dorestad rondliepen zal niemand verbazen, maar dat er zo'n rijke visstand was en er zoveel vogels leefden als waarvan wij sporen hebben ontdekt, was toch heel verrassend. Tot die vogels be hoorde ook de kraanvogel, die in de Utrechtse veengebieden een ideaal broedterrein had. De kievit en de goudplevier kwamen ook veel voor en dat wijst er op dat in de tijd waarin Dorestad een welvarende stad was, de omgeving, die eens zeer bosrijk was, al aardig open werd. De bossen werden in hoog tempo gekapt om aan materiaal te komen voor huizenbouw en de aanleg van de haven." Kwamen er dus vogels voor die nu in de omgeving van Wijk bij Duurstede onbekend zijn, aan de andére kant zoch Wietske tevergeefs naar over blijfselen van nu heel alledaagse vo gels als de mus. de vink en de merel. Kwamen die vogels echt niet in Dore stad voor of zijn hun sporen uitge wist? „Dat is echt iets waar ik een groot vraagteken bij zet. Datzelfde doe ik bij het punt huisdieren. Van honden en katten heb ik nauwelijks iets ge vonden. Drie skeletonderdelen die te voorschijn kwamen zijn duidelijk katten geweest en van één hond heb ik een skelet ontdekt, zodat ik met zekerheid durf te zeggen, dat het hou den van huisdieren in Dorestad onge bruikelijk is geweest Muizen Huismuizen waren er wel en in vrij grote hoeveelheden, wat weer heel wat zegt over de leefomstandigheden van de bewoners van Dorestad. Run deren werden vooral voor de slacht gehouden, niet voor de melk. Als men in Dorestad al melk heeft gedronken, wat niet zeker is, haalde men die bij geiten en schapen. Een boeiende ontdekking die Wietske heeft gedaan na de skeletten van vele dieren te hebben vergeleken en opge meten, is dat de runderen, varkens en paarden in Dorestad veel kleiner zijn geweest dan die dieren nu zijn. „Het grootste paard in Dorestad was niet groter dan de grootste pony nu. Scha pen waren ook klein en tanig Het zal een soort zijn geweest dat is te verge lijken met het Drentse heideschaap." „De varkens zagen er anders uit dan die van nu. Ze hadden spitse snuiten, zoals ook bij wilde zwijnen voorko men." Kippen en ganzen zijn in Dore stad talrijk geweest. Daar geen spo ren van bijgebouwen bij de huizen zijn ontdekt neemt Wietske aan dat die dieren vrij rondscharrelden. Over de kippen in het vroegere Wijk bij Duurstede valt te vertellen dat ze ook weer klein van soort waren, wat uite raard gevolgen had voor de eieren die ze legden. Een slotconclusie van Wietske is dat de dieren die in Dorestad leefden over het algemeen heel gezond waren. Al leen bij de runderen constateerde zij veel vergroeiingen aan de midden- en voetbeenderen, een bewijs dat zij zware arbeid hebben moeten verrich ten, wat wel zal inhouden dat ze op het land bij het ploegen werden ge bruikt. Die ontdekking illustreert de stelling dat er in Dorestad veel aan akkerbouw is gedaan. Voedseloverschotten „Al met al heb ik de indruk dat Dore stad een heel plezierige plaats moet zijn geweest om te wonen. De mensen hadden er alles wat ze nodig hadden. Er moeten zelfs voedseloverschotten zijn geweest en die werden dan weer uitgevoerd in ruil voor andere nuttige dingen." Als ik Wietske vraag of ze, nu haar studie afgerond is, Dorestad uit haar hoofd heeft gezet schudt ze ontken nend met haar hoofd. „Nee, ik geloof dat ik er heel moeilijk meer los van zal komen. In de eerste plaats niet omdat hier materiaal blijft binnenko men en ik voorlopig op dit instituut mijn werkkamer houd. De verleiding om te kijken wat er is gevonden blijft dan groot. En er is nog veel in te vullen, vooral nu ze in Dorestad zijn begonnen te zoeken naar restanten van een veel vroegere periode, de Romeinse tijd." Sinds kort is Wietske met subsidie van Zuiver Wetenschappelijk Onder zoek begonnen aan een nieuwe stu die, die in elk geval twee jaar zal duren en die als doel heeft aan de weet te komen hoe het stond met de verscheidenheid bij de dieren die toen algemeen bekend waren. „Daar weten we ook nog nauwelijks iets van. Daarbij ga ik weer uit van Dorestad omdat daarvan zoveel ma teriaal aanwezig is." De oude schoolplaat van Isings „De Noormannen voor Dorestad" hangt dus niet zo maar in Wietske's werkdo- mein. Ze heet Riek. maar omdat ze 55 jaar is en al aardig grijs noemt iedereen op kantoor haar mevrouw Riek. Ze werkt als „koffiedame" bij een uitzendbu reau. Het verhaal van haar leven heeft nogal wat sombere tinten, maar ze is ondanks alles niet onderuit gegaan. Vorige week kon ze weer een nieuw hoofdstuk aan haar levensverhaal toevoegen. Haar werkterrein een middelgroot kantoor in Den Haag beviel haar wel. De koffiekar liep goed en de apparaten in het keukentje van de kantine deden het prima. Dat was lang niet bij ieder bedrijf het geval en klagen over materiaal werd meestal niet in dank afgenomen. De sfeer op dit kantoor vond ze ook wel plezierig, de typistes waren aardig en de meeste heren zeiden goede morgen en dankuwel als ze koffie bracht. Nee. mevrouw Riek praatte niet van het ene kantoor in het andere, daar kon je als uitzendkracht niet aan beginnen Maar ze wilde best even kwijt dat burgerlijke beleefdheicTüit de mode raakte. Tijdens de lunchpauze kwamen de dames en heren naar de kantine en zorgde mevrouw Riek dat de diverse koffie- thee- of melkwensen werden vervuld. Dt was echt poot-aan spelen dan. meer als de baas op dat uur geen koffie op zijn kamer wilde, liep alles gesmeerd. Die bewuste middag wilde hij dat wel. voor vier personen nog wel. Ze vulde snel wat melkglazen en zette die op de balie, men moest er maar even een zelfbediening van maken. Natuurlijk moest ze heen en terug op de lift wachten en dat maakte haar een beetje jachtig. Het zou boven wel druk zijn. Op het moment dat ze de klapdeur van de kantine open- zwiepte. zag ze dat meneer De Wit met een onhan dig gebaar twee glazen karnemelk van de balie maaide. „Meneer" de Wit de jongen is net dertig stapte over de troep heen en verliet de ruimte. „Wat krijgen we nou. meneer de Wit? vroeg mevrouw Riek verbaasd „U kunt die rotzooi toch mee zomaar achterlaten?" Toen zei meneer de Wit: „En waarom niet? Voor zu^ke klusjes ben jij toch hier?" De aangeboden hulp van andere aanwezigen wees ze af. Er moest helemaal niet opgeruimd worden, maar geklaagd. Ze wist door te dringen bij de baas. die natuurlijk wel andere dingen aan zijn hoofd had dan „dat gezeur van zo'n mens". Toch ging hij zelfs mee naar boven. Toen hij de smeerpijpenj van glas en karnemelk zag. trok hij zijn eerste conclusie over „frustraties van zo'n koffiejuf' in. Hij informeerde of meneer De Wit dan helemaal niet had aangebo den even te helpen. Ook geen excuses gemaakt"1 „voor zulke klusjes ben jij toch hier dat was alles." herhaalde mevrouw Riek. Meneer De Wit werd ontboden Hij bevestigde zonder enige schaamte het verhaal van mevrouw Riek Hij begreep absoluut niet waarom er zo'n stampij werd gemaakt. Het was toch zijn taak niet een vloer schoon te maken? Excuses aanbieden. Waarom"1 Hij had toch niet opzettelijk glazen melk op de grond gegooid"1 Onvriendelijk tegen mevrouw Riek? Onzin, zij had juist erg uit de hoogte gedaan. Kortom: de baas kreeg geen poot aan de grond bij meneer de Wit. Tert einde raad dacht hij: nou pak ik je. Hij vroeg: „Als zoiets u nou thuis was overko men hoe zoudt u dan eigenlijk reageren? Meneer de Wit antwoordde „Dat kan ik absoluut niet beoordelen, daar ben ik nog te kort voor getrouwd." Al het kruit was verschoten De baas sprak nog de wens uit dat mevrouw De Wit talenten zou hebben om aan de heropvoeding van haar man ter hand te nemen. Meneer de Wit verliet daarop ongeschokt de kantine Een mevrouw Riek"1 Zij ruimde de troep op een beetje triester en een beetje wijzer dan ze al was. Vervolg van pagina 1 Een woordvoerder van de politie zei na de aanslag: „We veronderstellen dat deze door politieke motieven is ingegeven. Het is waarschijnlijk eer der het werk van een uiterst rechtse groep dan van links." Ook andere voorstanders van versoe peling van de rassenscheiding zijn de laatste tijd regelmatig bedreigd. Pro fessor Nic Wiehan. voorzitter van de commissie die een aantal hervormin gen in de arbeidsverhoudingen heeft bepleit, onthulde juist vrijdag, enkele uren voor de aanslag op het kantoor van professor Lombard, dat hij en zijn gezin de afgelopen vijftien maan den regelmatig zijn bedreigd. Soms werd hij uitgenodigd op valse adres sen in Johannesburg te verschijnen, bij andere gelegenheden werd hem anoniem uiteraard te verstaan ge geven dat men best wist op welke school zijn zoon zat. Het heeft er alle schijn van dat deze dreigementen net als de aanslag van vrijdagnacht het werk zijn van recht se studenten. Aan de universiteit van Pretoria maakt de uiterst rechtse Herstigte Nasionale Partij de laatste tijd veel opgang. Professor Gerrit Olivier, hoogleraar politieke wetenschappen aan deze universiteit, noemde de aanslag „een nieuw bewijs van de politieke onver draagzaamheid". Ook hij ziet er het werk in van uiterst rechts. En een collega, lector Deon Fourie, waar schuwde dat mensen die zulke acties ondernemen „dienen te beseffen dat het eenvoudiger is op de rug van een tijger te klimmen dan er weer van af te komen". „Later lopen de zaken uit de hand en kunnen de mensen die eenmaal met misdaden zijn begon nen niet meer onder controle worden gebracht." Van een onzer verslaggevers ,DEN HAAG De minister van cul tuur. recreatie en maatschappelijk werk, mevrouw Gardeniers. heeft vijf leden benoemd voor een nieuwe com missie die de regering gaat adviseren over een nationaal monument voor koningin Wilhelmina Een half jaar geleden gaf een andere commissie eenzelfde opdracht terug, nadat het ontwerp voor een Keienlint was afge keurd. De nieuwe commissie is nog niet bij elkaar geweest. De eerste vergade ring zal plaatsvinden op 27 augustus aanstaande onder voorzitterschap van drs. H. R. Hoe tink, directeur van het Mauritshuis in Den Haag. „Ik hoop dat we snel resultaten boeken, want het wordt tijd dat dat monu ment komt", zegt de heer Hoetink desgevraagd. De activiteiten rond het oprichten van een monument voor de in 1962 overleden koningin dateren van 1963. Op 31 augustus van dit jaar is het precies honderd jaar geleden AMSTERDAM (ANP) - Een 33-jari- ge Belg is zaterdagmiddag bij een schietpartij in de Grote Wittenbur- gerstraat in Amsterdam zwaar ge wond geraakt. Hij kreeg een forse kogel, afgevuurd uit een nagemaakt antiek geweer, door het lichaam. De kogel doorboorde daarbij de milt van het slachtoffer De kogel werd afgevuurd door zijn 37- jarige benedenbuurman, die een eta ge aan de Belg had verhuurd De dader is aangehouden De schietpartij ontstond na een woor denwisseling tussen huurder en ver huurder in de werkplaats van de laat ste onder hun woning. dat koningin Wilhelmina werd ge boren. De commissie heeft een drieledige opdracht gekregen. Ze moet een op dracht formuleren, advies geven over de plaats waar he", monument moet komen te staan (in Den Haag) en ze moet aangeven welke kunstenaars en architecten voor de opdracht in aan merking komen. Naast voorzitter Hoetink. bestaat de commissie uit T. J. Dijkstra. Rijks bouwmeester C. J. van Hameien, ar chitect. J. Schrofer. directeur van de academie voor beeldende kunst in Arnhem en C. M. VisserT beeldhouwer in Amsterdam. Van een onzer verslaggevers ROTTERDAM De Rotterdamse politie tast nog in het duister over de identiteit van de ongeveer 60-jarige man. die in de nacht van vrijdag op zaterdag in de Maasstad is doodge slagen. De politie heeft de dader, de 19-jarige B C. uit Rotterdam, aange houden. De jongeman bekende daty hij de man om het leven heeft ge bracht door enkele malen met een trottoirtegel op het hoofd te slaan. De man werd zaterdagmorgen vroeg in een portiek aan het Noordplein gevonden. B. C. had zelf de politie gebeld met de melding dat er een man dood op straat lag. Aanvanke lijk verklaarde de jongeman niets met het misdrijf te maken te hebben. Bij nader verhoor legde hij een be kentenis af. Als motief voor zijn daad voerde B. C. aan ergernis over het gedrag van de man. die volgens hem dronken was en waggelend over straat liep. De jongeman is al eerder in aanraking geweest met de politie Onder redactie van Heieen van Batenburg Vragen uitsluitend in de envelop en dus niet per briefkaart sturen aan postbus 93313, 2509 AH Den Haag Per vraag een gulden in postzegels bijvoegen, het liefst in waarden van 60 en 40 cent. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding is verzekerd wt een paar aardige reacties ers. Naar aanleiding van het latje van de koninklijke fami- torgen in een bloesemtak, dat orlog werd verspreid en waar- I Rijksinstituut voor oorlogs- Mitatie niet wist wie de maker ntving ik tegelijkertijd twee i Een lezer schreef: het was loeder, wijlen mevrouw E. J. A. s van Stolk te Rotterdam, die 8t)e maakte. Ze kreeg het idee 5 zo'n zoekplaatje van prins v zag. De prins ging ook met 2ln in ballingschap toen de ten het hier voor het zeggen 1 Zij ontwierp sincjs eind 1940 Bende zoekplaatjes waar zij I gedicht bij schreef. n die gedichten luidt: „Onweer "n verdrijven de beminden oog niet ziet. het hart weet het Een zoete geur verspreid Stenwinden: De een'ge roos atie ons kan binden". Aanvan- *erden de zoekplaatjes door II verspreid, later is er in Enge- III één een facsimile gemaakt. Plaatjes werden toen door ■Wn in ons land afgeworpen. elt er dus veel op dat we de er van het gevraagde zoek- gevonden hadden. Maar ken- ®in er in de oorlog meerdere ®ljes ontworpen en verspreid, anderen Want tot mijn ver- vond ik tussen de post nog lef waarin de naam van een &noemd werd. De heer De Vries uit Sneek schreef mij: wijlen mijn broer Joh. de Vries, schilder te Sneek, heeft dit ontwerp gemaakt, naar ik meen, in 1942. Door een foto graaf in Sneek is hiervan toen een negatief (glasplaat) gemaakt, dat nog in bezit is van de vrouw van mijn overleden broer. Het negatief werd dus niet zoals het RIOD meende vanuit Engeland in ons land gedistri bueerd. De foto's zijn hier verkocht voor een gulden per stuk. De op brengst was bestemd voor de LO (de landelijke organisatie voor steun aan onderdüikers). Toen in begin 1945 be kend werd dat de plaatjes uit Sneek afkomstig waren, moest men de pro- duktie stoppen; het werd te gevaar lijk. Maar in die paar aar zijn er vele honderden afdrukken gemaakt en verkocht. Wat de bij de plaatjes afgedrukte gedichten betreft: de zoon van me vrouw Mees herinnert zich dat zij die zelf maakte; de familie De Vries is de herkomst onbekend. Leven als God in Frankrijk. De ver klaring die Stoett (Nederlandse spreekwoorden en gezegden) voor de ze uitdrukking gaf, lijkt niet Juist te zijn. De schrijfster Betje Wolff had het over „Leeven als de goden in Vrankrijk" wat hoogstwaarschijnlijk een verbastering is van: leven als de Visigot(h)en in Frankrijk Deze volks stam had zich in de eerste eeuwen van het christendom (4e tot 7e eeuw» in Spanje en Frankrijk gevestigd en leefde er in Frankrijk als grote heren op los, zodat hun verwanten in Span je er Jaloers op waren In de Spaanse taal kent men dan ook nog deze uit drukking „vlvir como los godos en Francia". De Spanjaarden die van de Visigodos weten af te stammen zijn daar nog steeds trots op. Vandaar uitdrukkingen als „ser godo" van zeer oude familie zijn, en-„hacerse de los godos". wat wil zeggen: beweren van de Goten af te stammen. De Fransen kennen de uitdrukking niet. Waarschijnlijk wilden ze liever niet aan deze episode herinnerd worden Veel te pijnlijk. Hij werd vanuit het Spaans (Spanje was toen nog een wereldmacht) verder verspreid. Ik wil meteen van de gelegenheid gebruik maken om al die lezers te bedanken die dikwijls zo spontaan reageren op een oproep of zomaar het een en ander met hun kennis aanvullen. Het is heel plezierig werken als iedereen zo meeleeft. Ik kan meestal niet per soonlijk reageren, de tijd ontbreekt me. maar ik stel uw reacties zeer op prijs. Hartelijk dank. Vraag: Hoe is toch de Y in het Neder landse alfabet terecht gekomen? Schreef men vroeger de IJ als dubbel i (ii)? Antwoord: De y is in ons alfabet gekomen door overname uit het Ro meinse alfabet. De y was bij de Grie ken het teken voor de hoofdletter U (upsllon). De Romeinen namen het teken in de eerste eeuw na Chr. over om deze klank, die in het Latijn ont brak, in vreemde woorden weer te geven. Het Griekse Y-teken was weer ontleend aan het Fenicische alfabet (de letter wau). De y komt in het Nederlands alleen voor in oorspron kelijk vreemde woorden, met uit spraak i of J (bijv. yoghurt). Doordat vroeger de y in Nederland dikwijls werd geschreven in plaats van de ij, komt de y nog veel in eigennamen voor. Nu uw tweede vraag Toen geestelij ken in de vroege middeleeuwen met Westgermaanse stammen in aanra king kwamen, stonden ze voor de noodzaak de gehoorde klanken in let ters weer te geven. Zij gebruikten daarvoor het Romeinse alfabet met de klinkers a-e-i-o-u. Voor het weerge- ven van lange klinkers ging men later de klinkers verdubbelen of aanvullen met een e of een i. Zo was het teken ii de aanduiding voor de open i. Men schreef ook wel ij. In de loop van de zestiende tot achttiende eeuw is de ij (de dubbele i) in de dialecten van Holland, Utrecht. Brabant en het standaard-Nederlands „gedifton geerd". dat wil zeggen dat de uit- spraak ging overeenkomen met die van de ei. In sommige dialecten bleef de uitspraak i (kort of lang), in andere is nog enig verschil te horen tussen ij en ei. Vraag: Is er ook iets bekend over de schilder Deunhouwer? Antwoord: Piet Deunhouwer werd geboren te Utrecht op 8 april 1928. Hij woonde in Utrecht tot 1934, van 1934- 1944 in Den Haag, vertrok toen naar Rotterdam, maar verhuisde in 1955 opnieuw naar Den Haag. Hij was leer ling van de Akademie van beeldende kunsten in Den Haag en van de aka demie in Rotterdam. Hij is ontwer per, tekenleraar en kunstschilder, schildert in figuratieve stijl religieuze onderwerpen. Lid van Pulchri Studio in Den Haag. Vraag: Ik heb een vaas in mijn bezit waarvan de herkomst mij onbekend is. Graag zou ik er iets meer over willen weten. Antwoord: Dit is een Chinese vaas met email op de glazuurdecoratie. De decoratie stelt een scene voor uit een heel oud Chinees verhaal, „het ver haal van de drie rijken", spelende Irt de derde euuw na Chr. Het werd pas duizend jaar later, in de dertiende eeuw, opgeschreven. De vaas is waar schijnlijk Tsjing-te tsjén porselein, in ieder geval vooroorlogs. De juiste ou derdom was aan de hand van een foto niet vast te stellen. Vraag: Waardoor ontstaat „wild vlees" en wat is helse steen precies, waarmee het wild vlees aangestipt moet worden? Antwoord: Bij de genezing van wondjes ontstaat nieuw weefsel. Wanneer dit nieuwe weefsel gaat woe keren, ontstaan daardoor paddestoel- vormige gezwelletjes, die men dan „wild vlees" noemt. Helse steen is gesmolten en in staafjes gegoten zil- vemitraat (90 pet) en kaliumnitraat (10 pet). Het wordt gebruikt tegen wratten en om „wild vlees" weg te branden. Vraag: Deze zomer bezocht ik de ten toonstelling in de Koninklijke Stal len van paleis Het Loo en zag daar bordjes met het huis Vechtvliet. Waar staat dit huis en waar komt de naam vandaan? Kan het iets met een fami lienaam te maken hebben'' Antwoord: Het huis Vechtvliet heeft niet met vechten te maken, ook niet met een familienaam, maar het heet gewoon zo omdat het ergens aan de Vecht ligt. Vraag: Waar is de school voor toeris me gevestigd? Antwoord: School voor toeristische vorming. Boschstraat 32-34, 4811 GH Breda. tel. 076 148300 Vraag: Op onze tocht hoog in de bergen, boven de boomgrens, zagen wij deze bloem (foto) Het lijkt op een gentiaan, maar is toch weer anders. Antwoord: Ja, dit bloemetje behoort inderdaad tot de gentianenfamilie Het is de Gentiana Kochiana Perr. Song. Men zegt wel de hartverove- rendste van alle gentianen. Grote al leenstaande. kortgesteelde. diep-don- kerblauwe, van binnen groen gespik kelde trompetbloem. 5 tot 6 cm hoog. Ze staan te midden van een losse bladrozet van 5 tot 15 cm in doorsnee Ze bloeien in Juli en augustus op de alpenweiden, rotsen en steenhel lingen. Kl&>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 7