Vietske Prummel op zoek
Bar de dieren vanDorestad
Apartheid
ten en honden waren er zeldzaam
Nieuwe commissie monument Wilhelmina
Belg zwaar gewond
bij schietpartij
Onbekende man
doodgeslagen
)AG 18 AUGUSTUS 1980
VARIA
TROUW/KWARTET
7
red Lammers
(INGEN Een klein
straatje onder de rook
Martinitoren. Het bord
on de aanduiding Biolo-
ucheologisch Insti-
"Idat halverwege tegen
dl van de forse panden
jiroefd wijst erop dat ik
t juiste adres ben. In
na-vakantieweken ziet
J. Ideling van de rijksuni-
it er verlaten uit.
ip mijn bellen komt er toch
M aan en even later zit ik na
ippen te hebben beklommen
iel erkkamer van Wietske Prum-
jaar en kersvers doctor in de
■ij, de en natuurwetenschappen.
3r{ lie die Wietske heeft gemaakt
loctorstitel te halen is er niet
oi alleen voor een select groepje
digen interessant is en daarna
M irdt vergeten, alleen nog Is te
5II ergens achteraf op een boe-i
hü ik of in een universiteitsbi-
E
,ri t heeft de fauna van Dorestad
m Toegere Wijk bij Duurstede
v e Rijksdienst voor het Oud-
U odig Bodemonderzoek al
967 opgravingen verricht, on-
it Zij noemt haar onderzoek
vroegmiddeleeuwse Dorestad
icheozoölogische studie", en
m oor een biologe, wat zij toch in
d plaats is, geen alledaagse
ine
ur en alles wat daarmee
houdt ben ik al vanaf de
ol geïnteresseerd. Later
an de Nederlandse jeugd
natuurstudie. Dat be te-
in de weekeinden dikwijls
;en en zo lag het min of
de hand dat ik biologie
•ren Dorestad was toen
nog helemaal niet aan de
Ibte veranderde spoedig. Het
ch-archeologisch instituut in
•n is een van de belangrijk-
tsen waar het ROB dierlijke
in die bij opgravingen tevoor-
romen naar toe stuurt voor
iderzoek.
happelijk hoofdmedewerk-
het instituut is dr. Anneke
Daar zij tevens de vrouw was
Wietske in het begin van
idietijd al te maken kreeg, ligt
voor de hand. Mevrouw
,\iwd vooral toen het onder-
iDwestad goed op gang kwam
rstelpt met materiaal, dat zij
inauwelijks meer aan kon.
Ét omdat zij regelmatig in
Én-Oosten werkt.
mij kennelijk wel een ge
ïnd om zich echt met Do-
|tegaan bezig houden. We heb-
over gepraat en toen is de
gevallen, die bepalend
de rest van mijn studie en
'Ijk ook voor de tijd die
ik zij mevrouw Clason heb
gekregen van de Organi-
oor Zuiver Wetenschappelijk
oek. Die instelling heeft ook
ital studiereizen van mij be
naar Duitsland, Denemarken
«land. Natuurlijk ben ik al
elf regelmatig naar Dorestad
want het ging me enorm
wat daar allemaal te voor-
Mm."
ndsten komen vooral uit de
itten die bij de huizen in Dore-
aren. Ook in het gebied waar
haven van deze nederzetting
|n talrijke ontdekkingen ge-
itske beperkte zich bij haar
c al gauw niet meer tot bot-
soms al uitgesorteerd in Gro-
worden afgeleverd. Zij ging
veld in om materiaal te verza-
Wietske Prummel
kleine paarden
(foto: KUdlmir v. d. Burf
Het enige restant van een hond dat tot dusver in Dorestad is
gevonden. Het dier moet een omvang hebben gehad van een klein
soort herdershond.
melen, niet alleen door zelf te graven,
maar de laatste tijd vooral door op
zoek te gaan naar details, waar de
archeologen niet aan toe komen in de
race met de tijd die bij de meeste
opgravingen een rol speelt. Dat speel
de ook bij belangrijke delen van de
Dorestad-opgraving, waar de ge
meente Wijk bij Duurstede als het
ware achter de oudheidkundigen
aanliep om woningbouwplannen te
realiseren. Voor dat detailonderzoek
maakte Wietske gebruik van een heel
nieuwe methode: het zeven.
Zeef
„Hoewel het toch voor de hand ligt
dat je gebruik maakt van een zeef als
je naar kleine sporen die in de grond
zijn achtergebleven op zoek gaat. is
daar tot voor kort eigenlijk door nie
mand gebruik van gemaakt. Pas een
jaar of tien geleden zijn wetenschaps
mensen de zeef gaan gebruiken. Iede
reen doet dat op zijn eigen manier. Je
kunt natuurlijk een grote zeef kopen
of laten maken, maar daarmee bereik
je in de praktijk nog niet zo veel. Ik
heb evenals collega's die aan het ze
ven gaan, zelf een zeef in drie delen
bedacht. Een handige timmerman in
Wijk bij Duurstede heeft die op mijn
aanwijzingen gemaakt en da&rmee
ben ik toen aan de gang gegaan."
„Het is verrassend wat dan tevoor
schijn komt In kluiten aarde, waar
iedereen achteloos aan voorbij gaat,
zitten restanten van vogels, vissen en
andere kleine dieren en die kleine
vondsten zijn vaak ontbrekende
schakels in het ondeizoek. Dat er
runderen en varkens in Dorestad
rondliepen zal niemand verbazen,
maar dat er zo'n rijke visstand was en
er zoveel vogels leefden als waarvan
wij sporen hebben ontdekt, was toch
heel verrassend. Tot die vogels be
hoorde ook de kraanvogel, die in de
Utrechtse veengebieden een ideaal
broedterrein had. De kievit en de
goudplevier kwamen ook veel voor en
dat wijst er op dat in de tijd waarin
Dorestad een welvarende stad was,
de omgeving, die eens zeer bosrijk
was, al aardig open werd. De bossen
werden in hoog tempo gekapt om aan
materiaal te komen voor huizenbouw
en de aanleg van de haven."
Kwamen er dus vogels voor die nu in
de omgeving van Wijk bij Duurstede
onbekend zijn, aan de andére kant
zoch Wietske tevergeefs naar over
blijfselen van nu heel alledaagse vo
gels als de mus. de vink en de merel.
Kwamen die vogels echt niet in Dore
stad voor of zijn hun sporen uitge
wist?
„Dat is echt iets waar ik een groot
vraagteken bij zet. Datzelfde doe ik
bij het punt huisdieren. Van honden
en katten heb ik nauwelijks iets ge
vonden. Drie skeletonderdelen die te
voorschijn kwamen zijn duidelijk
katten geweest en van één hond heb
ik een skelet ontdekt, zodat ik met
zekerheid durf te zeggen, dat het hou
den van huisdieren in Dorestad onge
bruikelijk is geweest
Muizen
Huismuizen waren er wel en in vrij
grote hoeveelheden, wat weer heel
wat zegt over de leefomstandigheden
van de bewoners van Dorestad. Run
deren werden vooral voor de slacht
gehouden, niet voor de melk. Als men
in Dorestad al melk heeft gedronken,
wat niet zeker is, haalde men die bij
geiten en schapen.
Een boeiende ontdekking die Wietske
heeft gedaan na de skeletten van vele
dieren te hebben vergeleken en opge
meten, is dat de runderen, varkens en
paarden in Dorestad veel kleiner zijn
geweest dan die dieren nu zijn. „Het
grootste paard in Dorestad was niet
groter dan de grootste pony nu. Scha
pen waren ook klein en tanig Het zal
een soort zijn geweest dat is te verge
lijken met het Drentse heideschaap."
„De varkens zagen er anders uit dan
die van nu. Ze hadden spitse snuiten,
zoals ook bij wilde zwijnen voorko
men." Kippen en ganzen zijn in Dore
stad talrijk geweest. Daar geen spo
ren van bijgebouwen bij de huizen
zijn ontdekt neemt Wietske aan dat
die dieren vrij rondscharrelden. Over
de kippen in het vroegere Wijk bij
Duurstede valt te vertellen dat ze ook
weer klein van soort waren, wat uite
raard gevolgen had voor de eieren die
ze legden.
Een slotconclusie van Wietske is dat
de dieren die in Dorestad leefden over
het algemeen heel gezond waren. Al
leen bij de runderen constateerde zij
veel vergroeiingen aan de midden- en
voetbeenderen, een bewijs dat zij
zware arbeid hebben moeten verrich
ten, wat wel zal inhouden dat ze op
het land bij het ploegen werden ge
bruikt. Die ontdekking illustreert de
stelling dat er in Dorestad veel aan
akkerbouw is gedaan.
Voedseloverschotten
„Al met al heb ik de indruk dat Dore
stad een heel plezierige plaats moet
zijn geweest om te wonen. De mensen
hadden er alles wat ze nodig hadden.
Er moeten zelfs voedseloverschotten
zijn geweest en die werden dan weer
uitgevoerd in ruil voor andere nuttige
dingen."
Als ik Wietske vraag of ze, nu haar
studie afgerond is, Dorestad uit haar
hoofd heeft gezet schudt ze ontken
nend met haar hoofd. „Nee, ik geloof
dat ik er heel moeilijk meer los van
zal komen. In de eerste plaats niet
omdat hier materiaal blijft binnenko
men en ik voorlopig op dit instituut
mijn werkkamer houd. De verleiding
om te kijken wat er is gevonden blijft
dan groot. En er is nog veel in te
vullen, vooral nu ze in Dorestad zijn
begonnen te zoeken naar restanten
van een veel vroegere periode, de
Romeinse tijd."
Sinds kort is Wietske met subsidie
van Zuiver Wetenschappelijk Onder
zoek begonnen aan een nieuwe stu
die, die in elk geval twee jaar zal
duren en die als doel heeft aan de
weet te komen hoe het stond met de
verscheidenheid bij de dieren die
toen algemeen bekend waren.
„Daar weten we ook nog nauwelijks
iets van. Daarbij ga ik weer uit van
Dorestad omdat daarvan zoveel ma
teriaal aanwezig is."
De oude schoolplaat van Isings „De
Noormannen voor Dorestad" hangt
dus niet zo maar in Wietske's werkdo-
mein.
Ze heet Riek. maar omdat ze 55 jaar is en al aardig
grijs noemt iedereen op kantoor haar mevrouw
Riek. Ze werkt als „koffiedame" bij een uitzendbu
reau. Het verhaal van haar leven heeft nogal wat
sombere tinten, maar ze is ondanks alles niet
onderuit gegaan. Vorige week kon ze weer een
nieuw hoofdstuk aan haar levensverhaal toevoegen.
Haar werkterrein een middelgroot kantoor in
Den Haag beviel haar wel. De koffiekar liep goed
en de apparaten in het keukentje van de kantine
deden het prima. Dat was lang niet bij ieder bedrijf
het geval en klagen over materiaal werd meestal niet
in dank afgenomen. De sfeer op dit kantoor vond ze
ook wel plezierig, de typistes waren aardig en de
meeste heren zeiden goede morgen en dankuwel als
ze koffie bracht. Nee. mevrouw Riek praatte niet
van het ene kantoor in het andere, daar kon je als
uitzendkracht niet aan beginnen Maar ze wilde best
even kwijt dat burgerlijke beleefdheicTüit de mode
raakte.
Tijdens de lunchpauze kwamen de dames en heren
naar de kantine en zorgde mevrouw Riek dat de
diverse koffie- thee- of melkwensen werden vervuld.
Dt was echt poot-aan spelen dan. meer als de baas
op dat uur geen koffie op zijn kamer wilde, liep alles
gesmeerd.
Die bewuste middag wilde hij dat wel. voor vier
personen nog wel. Ze vulde snel wat melkglazen en
zette die op de balie, men moest er maar even een
zelfbediening van maken. Natuurlijk moest ze heen
en terug op de lift wachten en dat maakte haar een
beetje jachtig. Het zou boven wel druk zijn. Op het
moment dat ze de klapdeur van de kantine open-
zwiepte. zag ze dat meneer De Wit met een onhan
dig gebaar twee glazen karnemelk van de balie
maaide. „Meneer" de Wit de jongen is net dertig
stapte over de troep heen en verliet de ruimte.
„Wat krijgen we nou. meneer de Wit? vroeg
mevrouw Riek verbaasd „U kunt die rotzooi toch
mee zomaar achterlaten?"
Toen zei meneer de Wit: „En waarom niet? Voor
zu^ke klusjes ben jij toch hier?"
De aangeboden hulp van andere aanwezigen wees ze
af. Er moest helemaal niet opgeruimd worden,
maar geklaagd. Ze wist door te dringen bij de baas.
die natuurlijk wel andere dingen aan zijn hoofd had
dan „dat gezeur van zo'n mens". Toch ging hij zelfs
mee naar boven. Toen hij de smeerpijpenj van glas
en karnemelk zag. trok hij zijn eerste conclusie over
„frustraties van zo'n koffiejuf' in. Hij informeerde
of meneer De Wit dan helemaal niet had aangebo
den even te helpen. Ook geen excuses gemaakt"1
„voor zulke klusjes ben jij toch hier dat was
alles." herhaalde mevrouw Riek.
Meneer De Wit werd ontboden Hij bevestigde
zonder enige schaamte het verhaal van mevrouw
Riek Hij begreep absoluut niet waarom er zo'n
stampij werd gemaakt. Het was toch zijn taak niet
een vloer schoon te maken? Excuses aanbieden.
Waarom"1 Hij had toch niet opzettelijk glazen melk
op de grond gegooid"1 Onvriendelijk tegen mevrouw
Riek? Onzin, zij had juist erg uit de hoogte gedaan.
Kortom: de baas kreeg geen poot aan de grond bij
meneer de Wit. Tert einde raad dacht hij: nou pak ik
je. Hij vroeg: „Als zoiets u nou thuis was overko
men hoe zoudt u dan eigenlijk reageren? Meneer
de Wit antwoordde „Dat kan ik absoluut niet
beoordelen, daar ben ik nog te kort voor getrouwd."
Al het kruit was verschoten De baas sprak nog de
wens uit dat mevrouw De Wit talenten zou hebben
om aan de heropvoeding van haar man ter hand te
nemen. Meneer de Wit verliet daarop ongeschokt de
kantine
Een mevrouw Riek"1 Zij ruimde de troep op een
beetje triester en een beetje wijzer dan ze al was.
Vervolg van pagina 1
Een woordvoerder van de politie zei
na de aanslag: „We veronderstellen
dat deze door politieke motieven is
ingegeven. Het is waarschijnlijk eer
der het werk van een uiterst rechtse
groep dan van links."
Ook andere voorstanders van versoe
peling van de rassenscheiding zijn de
laatste tijd regelmatig bedreigd. Pro
fessor Nic Wiehan. voorzitter van de
commissie die een aantal hervormin
gen in de arbeidsverhoudingen heeft
bepleit, onthulde juist vrijdag, enkele
uren voor de aanslag op het kantoor
van professor Lombard, dat hij en
zijn gezin de afgelopen vijftien maan
den regelmatig zijn bedreigd. Soms
werd hij uitgenodigd op valse adres
sen in Johannesburg te verschijnen,
bij andere gelegenheden werd hem
anoniem uiteraard te verstaan ge
geven dat men best wist op welke
school zijn zoon zat.
Het heeft er alle schijn van dat deze
dreigementen net als de aanslag van
vrijdagnacht het werk zijn van recht
se studenten. Aan de universiteit van
Pretoria maakt de uiterst rechtse
Herstigte Nasionale Partij de laatste
tijd veel opgang.
Professor Gerrit Olivier, hoogleraar
politieke wetenschappen aan deze
universiteit, noemde de aanslag „een
nieuw bewijs van de politieke onver
draagzaamheid".
Ook hij ziet er het
werk in van uiterst rechts. En een
collega, lector Deon Fourie, waar
schuwde dat mensen die zulke acties
ondernemen „dienen te beseffen dat
het eenvoudiger is op de rug van een
tijger te klimmen dan er weer van af
te komen". „Later lopen de zaken uit
de hand en kunnen de mensen die
eenmaal met misdaden zijn begon
nen niet meer onder controle worden
gebracht."
Van een onzer verslaggevers
,DEN HAAG De minister van cul
tuur. recreatie en maatschappelijk
werk, mevrouw Gardeniers. heeft vijf
leden benoemd voor een nieuwe com
missie die de regering gaat adviseren
over een nationaal monument voor
koningin Wilhelmina Een half jaar
geleden gaf een andere commissie
eenzelfde opdracht terug, nadat het
ontwerp voor een Keienlint was afge
keurd.
De nieuwe commissie is nog niet bij
elkaar geweest. De eerste vergade
ring zal plaatsvinden op 27 augustus
aanstaande onder voorzitterschap
van drs. H. R. Hoe tink, directeur van
het Mauritshuis in Den Haag. „Ik
hoop dat we snel resultaten boeken,
want het wordt tijd dat dat monu
ment komt", zegt de heer Hoetink
desgevraagd. De activiteiten rond het
oprichten van een monument voor de
in 1962 overleden koningin dateren
van 1963. Op 31 augustus van dit jaar
is het precies honderd jaar geleden
AMSTERDAM (ANP) - Een 33-jari-
ge Belg is zaterdagmiddag bij een
schietpartij in de Grote Wittenbur-
gerstraat in Amsterdam zwaar ge
wond geraakt. Hij kreeg een forse
kogel, afgevuurd uit een nagemaakt
antiek geweer, door het lichaam. De
kogel doorboorde daarbij de milt van
het slachtoffer
De kogel werd afgevuurd door zijn 37-
jarige benedenbuurman, die een eta
ge aan de Belg had verhuurd De
dader is aangehouden
De schietpartij ontstond na een woor
denwisseling tussen huurder en ver
huurder in de werkplaats van de laat
ste onder hun woning.
dat koningin Wilhelmina werd ge
boren.
De commissie heeft een drieledige
opdracht gekregen. Ze moet een op
dracht formuleren, advies geven over
de plaats waar he", monument moet
komen te staan (in Den Haag) en ze
moet aangeven welke kunstenaars en
architecten voor de opdracht in aan
merking komen.
Naast voorzitter Hoetink. bestaat de
commissie uit T. J. Dijkstra. Rijks
bouwmeester C. J. van Hameien, ar
chitect. J. Schrofer. directeur van de
academie voor beeldende kunst in
Arnhem en C. M. VisserT beeldhouwer
in Amsterdam.
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM De Rotterdamse
politie tast nog in het duister over de
identiteit van de ongeveer 60-jarige
man. die in de nacht van vrijdag op
zaterdag in de Maasstad is doodge
slagen. De politie heeft de dader, de
19-jarige B C. uit Rotterdam, aange
houden. De jongeman bekende daty
hij de man om het leven heeft ge
bracht door enkele malen met een
trottoirtegel op het hoofd te slaan.
De man werd zaterdagmorgen vroeg
in een portiek aan het Noordplein
gevonden. B. C. had zelf de politie
gebeld met de melding dat er een
man dood op straat lag. Aanvanke
lijk verklaarde de jongeman niets
met het misdrijf te maken te hebben.
Bij nader verhoor legde hij een be
kentenis af. Als motief voor zijn daad
voerde B. C. aan ergernis over het
gedrag van de man. die volgens hem
dronken was en waggelend over
straat liep. De jongeman is al eerder
in aanraking geweest met de politie
Onder redactie van
Heieen van Batenburg
Vragen uitsluitend in de envelop en dus niet per briefkaart sturen
aan postbus 93313, 2509 AH Den Haag Per vraag een gulden in
postzegels bijvoegen, het liefst in waarden van 60 en 40 cent. Beslist niet
aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding is verzekerd
wt een paar aardige reacties
ers. Naar aanleiding van het
latje van de koninklijke fami-
torgen in een bloesemtak, dat
orlog werd verspreid en waar-
I Rijksinstituut voor oorlogs-
Mitatie niet wist wie de maker
ntving ik tegelijkertijd twee
i Een lezer schreef: het was
loeder, wijlen mevrouw E. J. A.
s van Stolk te Rotterdam, die
8t)e maakte. Ze kreeg het idee
5 zo'n zoekplaatje van prins
v zag. De prins ging ook met
2ln in ballingschap toen de
ten het hier voor het zeggen
1 Zij ontwierp sincjs eind 1940
Bende zoekplaatjes waar zij
I gedicht bij schreef.
n die gedichten luidt: „Onweer
"n verdrijven de beminden
oog niet ziet. het hart weet het
Een zoete geur verspreid
Stenwinden: De een'ge roos
atie ons kan binden". Aanvan-
*erden de zoekplaatjes door
II verspreid, later is er in Enge-
III één een facsimile gemaakt.
Plaatjes werden toen door
■Wn in ons land afgeworpen.
elt er dus veel op dat we de
er van het gevraagde zoek-
gevonden hadden. Maar ken-
®in er in de oorlog meerdere
®ljes ontworpen en verspreid,
anderen Want tot mijn ver-
vond ik tussen de post nog
lef waarin de naam van een
&noemd werd. De heer De
Vries uit Sneek schreef mij: wijlen
mijn broer Joh. de Vries, schilder te
Sneek, heeft dit ontwerp gemaakt,
naar ik meen, in 1942. Door een foto
graaf in Sneek is hiervan toen een
negatief (glasplaat) gemaakt, dat nog
in bezit is van de vrouw van mijn
overleden broer. Het negatief werd
dus niet zoals het RIOD meende
vanuit Engeland in ons land gedistri
bueerd. De foto's zijn hier verkocht
voor een gulden per stuk. De op
brengst was bestemd voor de LO (de
landelijke organisatie voor steun aan
onderdüikers). Toen in begin 1945 be
kend werd dat de plaatjes uit Sneek
afkomstig waren, moest men de pro-
duktie stoppen; het werd te gevaar
lijk. Maar in die paar aar zijn er vele
honderden afdrukken gemaakt en
verkocht.
Wat de bij de plaatjes afgedrukte
gedichten betreft: de zoon van me
vrouw Mees herinnert zich dat zij die
zelf maakte; de familie De Vries is de
herkomst onbekend.
Leven als God in Frankrijk. De ver
klaring die Stoett (Nederlandse
spreekwoorden en gezegden) voor de
ze uitdrukking gaf, lijkt niet Juist te
zijn. De schrijfster Betje Wolff had
het over „Leeven als de goden in
Vrankrijk" wat hoogstwaarschijnlijk
een verbastering is van: leven als de
Visigot(h)en in Frankrijk Deze volks
stam had zich in de eerste eeuwen
van het christendom (4e tot 7e eeuw»
in Spanje en Frankrijk gevestigd en
leefde er in Frankrijk als grote heren
op los, zodat hun verwanten in Span
je er Jaloers op waren In de Spaanse
taal kent men dan ook nog deze uit
drukking „vlvir como los godos en
Francia". De Spanjaarden die van de
Visigodos weten af te stammen zijn
daar nog steeds trots op. Vandaar
uitdrukkingen als „ser godo" van
zeer oude familie zijn, en-„hacerse de
los godos". wat wil zeggen: beweren
van de Goten af te stammen. De
Fransen kennen de uitdrukking niet.
Waarschijnlijk wilden ze liever niet
aan deze episode herinnerd worden
Veel te pijnlijk. Hij werd vanuit het
Spaans (Spanje was toen nog een
wereldmacht) verder verspreid. Ik wil
meteen van de gelegenheid gebruik
maken om al die lezers te bedanken
die dikwijls zo spontaan reageren op
een oproep of zomaar het een en
ander met hun kennis aanvullen. Het
is heel plezierig werken als iedereen
zo meeleeft. Ik kan meestal niet per
soonlijk reageren, de tijd ontbreekt
me. maar ik stel uw reacties zeer op
prijs. Hartelijk dank.
Vraag: Hoe is toch de Y in het Neder
landse alfabet terecht gekomen?
Schreef men vroeger de IJ als dubbel
i (ii)?
Antwoord: De y is in ons alfabet
gekomen door overname uit het Ro
meinse alfabet. De y was bij de Grie
ken het teken voor de hoofdletter U
(upsllon). De Romeinen namen het
teken in de eerste eeuw na Chr. over
om deze klank, die in het Latijn ont
brak, in vreemde woorden weer te
geven. Het Griekse Y-teken was weer
ontleend aan het Fenicische alfabet
(de letter wau). De y komt in het
Nederlands alleen voor in oorspron
kelijk vreemde woorden, met uit
spraak i of J (bijv. yoghurt). Doordat
vroeger de y in Nederland dikwijls
werd geschreven in plaats van de ij,
komt de y nog veel in eigennamen
voor.
Nu uw tweede vraag Toen geestelij
ken in de vroege middeleeuwen met
Westgermaanse stammen in aanra
king kwamen, stonden ze voor de
noodzaak de gehoorde klanken in let
ters weer te geven. Zij gebruikten
daarvoor het Romeinse alfabet met
de klinkers a-e-i-o-u. Voor het weerge-
ven van lange klinkers ging men later
de klinkers verdubbelen of aanvullen
met een e of een i. Zo was het teken ii
de aanduiding voor de open i. Men
schreef ook wel ij. In de loop van de
zestiende tot achttiende eeuw is de ij
(de dubbele i) in de dialecten van
Holland, Utrecht. Brabant en het
standaard-Nederlands „gedifton
geerd". dat wil zeggen dat de uit-
spraak ging overeenkomen met die
van de ei. In sommige dialecten bleef
de uitspraak i (kort of lang), in andere
is nog enig verschil te horen tussen ij
en ei.
Vraag: Is er ook iets bekend over de
schilder Deunhouwer?
Antwoord: Piet Deunhouwer werd
geboren te Utrecht op 8 april 1928. Hij
woonde in Utrecht tot 1934, van 1934-
1944 in Den Haag, vertrok toen naar
Rotterdam, maar verhuisde in 1955
opnieuw naar Den Haag. Hij was leer
ling van de Akademie van beeldende
kunsten in Den Haag en van de aka
demie in Rotterdam. Hij is ontwer
per, tekenleraar en kunstschilder,
schildert in figuratieve stijl religieuze
onderwerpen. Lid van Pulchri Studio
in Den Haag.
Vraag: Ik heb een vaas in mijn bezit
waarvan de herkomst mij onbekend
is. Graag zou ik er iets meer over
willen weten.
Antwoord: Dit is een Chinese vaas
met email op de glazuurdecoratie. De
decoratie stelt een scene voor uit een
heel oud Chinees verhaal, „het ver
haal van de drie rijken", spelende Irt
de derde euuw na Chr. Het werd pas
duizend jaar later, in de dertiende
eeuw, opgeschreven. De vaas is waar
schijnlijk Tsjing-te tsjén porselein, in
ieder geval vooroorlogs. De juiste ou
derdom was aan de hand van een foto
niet vast te stellen.
Vraag: Waardoor ontstaat „wild
vlees" en wat is helse steen precies,
waarmee het wild vlees aangestipt
moet worden?
Antwoord: Bij de genezing van
wondjes ontstaat nieuw weefsel.
Wanneer dit nieuwe weefsel gaat woe
keren, ontstaan daardoor paddestoel-
vormige gezwelletjes, die men dan
„wild vlees" noemt. Helse steen is
gesmolten en in staafjes gegoten zil-
vemitraat (90 pet) en kaliumnitraat
(10 pet). Het wordt gebruikt tegen
wratten en om „wild vlees" weg te
branden.
Vraag: Deze zomer bezocht ik de ten
toonstelling in de Koninklijke Stal
len van paleis Het Loo en zag daar
bordjes met het huis Vechtvliet. Waar
staat dit huis en waar komt de naam
vandaan? Kan het iets met een fami
lienaam te maken hebben''
Antwoord: Het huis Vechtvliet heeft
niet met vechten te maken, ook niet
met een familienaam, maar het heet
gewoon zo omdat het ergens aan de
Vecht ligt.
Vraag: Waar is de school voor toeris
me gevestigd?
Antwoord: School voor toeristische
vorming. Boschstraat 32-34, 4811 GH
Breda. tel. 076 148300
Vraag: Op onze tocht hoog in de
bergen, boven de boomgrens, zagen
wij deze bloem (foto) Het lijkt op een
gentiaan, maar is toch weer anders.
Antwoord: Ja, dit bloemetje behoort
inderdaad tot de gentianenfamilie
Het is de Gentiana Kochiana Perr.
Song. Men zegt wel de hartverove-
rendste van alle gentianen. Grote al
leenstaande. kortgesteelde. diep-don-
kerblauwe, van binnen groen gespik
kelde trompetbloem. 5 tot 6 cm hoog.
Ze staan te midden van een losse
bladrozet van 5 tot 15 cm in doorsnee
Ze bloeien in Juli en augustus op de
alpenweiden, rotsen en steenhel
lingen.
Kl&>