Rie Mastenbroek: nog steeds
verzoeken om handtekening
Minister Scholten
en het oorlogsrecht
Uit brieven van lezers
'Men wil wat van
je, zo lang men
je gebruiken kan'
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
23
Oud-zwemkampioene noemt 44 jaar later 'sport betrekkelijk'
door Henrlëtte Theunissen
„Om mij kun je niet heen",
zegt Rie Mastenbroek wan
neer wij afspreken dat zij mij
zal afhalen bij het pont in
Rozenburg. Dat klopt. Rie
Mastenbroek is opvallend
dik. In haar kleine flatje vleit
zij zich languit op de bank.
Een kleine magere man „De
Wit. aangenaam" blijft tij-
dens het gesprek in een hoek
T van de kamer patiëncen.
Zoon Otto blijft een half uur
tje hangen, dan spoedt hij
zich naar zijn verloofde om
haar te vertellen over zijn
nieuwe flat. Niets in de kamer
verwijst naar sport en roem.
„Nee zeg, daar moet ik niet
aan denken. Die lauwerkrans-
jes en bekers sneuvelden me
teen al, die zijn zo voor en na
in de vuilnisbak verdwenen.
En dat zilver, misschien ligt er
in de kelder nog wat. Wat
moet je er mee, je kunt er
geen brood op kopen," zegt de
drievoudig Olympisch zwem-
kampioene.
Zoon Otto vindt in een kast een gou
den medaille uit Berlijn en permi-
teert zich een opmerking over de
gastheer uit die dagen. Rie reageert
met sterk Rotterdams accent:
i „Ja Otto, het is vreselijk wat daar
gebeurd is en geloof maar niet dat
2 niemand wist toén (wijzend naar de
medaille) wat zich daar afspeelde. Ie
dereen stak toch z'n kop in het zand!
En dan zeggen ze tegen mij: „dat jij
daar naar toe gegaan bent" dat be
grijpen ze dan niet. Nu hebben ze het
dan weer over Moskou, maar
Schmidt zit wel met die Russen om
de tafel te verbroederen. Die dissi
denten waren er acht Jaar geleden
toch ook? En ln welk land zat Ameri
ka acht jaar geleden? Precies Ja. Rus
land zal wel geen heilstaat zijn, maar
ze hebben altijd grote geesten voort
gebracht. Kijk naar de kunst, de we
tenschap, de sport Nee Zuid-Afri-
ka mag niet meer meedoen met de
sport, maar in Amerika hebben de
negers ook geen leven en hebben we
hier dan geen rassendiscriminatie?
Als ze politiek niet meer kunnen
schelden van de sport dan moeten ze
de Olympische Spelen afschaffen,
want wie bepaalt waar de grens ligt?
En op welk moment? Nou?" ZIJ zelf
misschien? „Je wéét toch niets. Nu
zie je alles op T.V., maar toen toch
niet. Ik was zeventien. Ik zat in die
tredmolen: ik ging naar school (Indu
strieschool), zwom van kwart over
twaalf tot tien voor half twee, weer
naar school en naar huls. En dan in
het week-end een wedstrijd en dan
hoorde Je wanneer je weer moest uit
komen. Praten? Er werd nergens over
gepraat, dus ook niet over politiek."
'Vrijwillig'
Nu wordt zij al ziek als ze de lucht van
chloor ruikt. Het laatst dat zij ge
zwommen heeft is acht jaar geleden
in het zwembadje van het ziekenhuis
om te revalideren. De meest bejubel
de ster van Berlijn groeide als enig
kind op in een Rotterdamse arbei
dersbuurt. Over haar vader wil ze
niets kwijt, over moeder die werk
ster was weinig. Door een vriendin
netje werd ze mee naar het zwembad
genomen. Ze vond het meteen leuk.
De entreeprijs van vijfendertig cent
werd bij elkaar gescharreld met be
zoekjes aan tantes en opoes. Toen zij
er al snel door een trainster werd
uitgepikt werd het zwemmen een on
derdeel voor haar bestaan. De buurt
leefde mee met haar prestaties. De
paardenslager legde elke weeg een
haasje voor Rie weg, zodat zij dage
lijks haar half pond biefstuk raison
van een kwartje kreeg. Zus Braun, die
net met zwemmen gestopt was, be
voorraadde haar met badpakken.
Voelt zij zich achteraf gebruikt?
„Door Hitler? Ik ben er toch vrijwillig
naar toe gegaan. Je moet het niet zo
ver gaan zoeken, daar word Je hele
maal eng van. Als je nu naar Moskou
gaat, dan doe Je dat toch ook niet
voor Brezjnew? We gaan zo generali
seren. We hebben een geheel Duits
koningshuls, we rijden nog steeds
over de wegen die hij heeft laten
aanleggen, we hebben het belasting
systeem en de kinderbijslag toch ook
niet meteen afgeschaft. Nee, het regi
me deugde niet. Maar ik heb niet voor
Hitier gezwommen en niet voor mijn
land. Ik heb voor me zelf ge
zwommen."
'Hypocriet"
„Allemaal van wol! Als ze nu geen
zijden badpak aangemeten krijgen
kunnen ze niet zwemmen, kijk maar
naar Enlth Brigitta. En daar heb je
weer de vermenging van sport en
politiek. Het is zo'n hypocriete we
reld. Hebben ze het over amateurs en
staatsamateurs in Rusland. Die ku-
keledorus, die hardloper Jos Hermes
krijgt die geen loonderving? Of ze
lopen stage ln Amerika. Die Eefting,
werkt die? Wie betaalt dat?"
Otto mompelt dat de prestaties er nu
ook naar zijn.
Rie: „O ja? Ik heb anders vier medail
les gehaald terwijl Ik mijn leven lang
zo'n bloedarmoede heb gehad dat an
dere mensen er nauwelijks gewoon
mee zouden hebben kunnen leven.
Dat ontdekten ze twintig jaar na de
Spelen. Nu worden ze medisch bege
leid. Toen ik bijna verzoop in 1935
omdat ik geen adem kreeg, heette dat
aanstellerij. Kreeg ik een tabletjes
voor mijn schildklier, maar ik had
tekort aan zuurstof. Daardoor men
strueerde ik ook maar vier of vijf keer
per jaar. Gelukkig net op de goede
momenten want ik heb er wereldre
cords mee verbeterd."
Heeft zwemmen een belangrijke
plaats ingenomen in uw leven?
„Nee hoor, nee. Je hebt er meer last
van dan wat anders Het is nu 44 jaar
geleden dat ik Olympisch record-
houdster werd en nu nog komen er
wekelijks verzoeken voor foto's en
handtekeningen. Je staat altijd in de
kijkerd. Mensen verwachten van alles
van je. Je mag niet in de fout gaan."
Roem
Dat heeft met roem te maken.
„Maar dat komt er toch uit voort! Je
zwemt en je denkt wat die kan dat
kan ik ook en je wint en je wint weer
en dan gaan er deuren voor Je open,
maar aan die deuren heb je niets. De
mensen willen wat van je. zolang als
ze je gebruiken kunnen tenminste.
Maar dat besef je achteraf. Toen werd
je ook niets gevraagd, Je ging omdat
je moest. Je moest naar die receptie,
je moéster was een grote receptie
bij Herman Göring, ik heb nog altijd
spijt dat ze die koffer van me gestolen
hebben. Die uitnodiging, dat was een
prachtige aquarel. Ze moesten er alle
maal naar toe. En nou is daar die
oorlog en dan pakken ze jou. Dan
zeggen ze: jij bent bij die Göring
geweest! Ik ben er toevallig niet ge
weest, waarschijnlijk, omdat ik de
enige was die in die week twaalf maal
aan de start moest verschijnen."
„Maar goed. Nee, roem. Iedereen die
om Je heen loopt slaat zich op de
borst, het is alleen zo jammer dat als
je in de narigheid komt te zitten, dat
die borstkloppers nergens meer te
bekennen zijn. Kijk naar Ansje Bun
schoten. Dat arme kind was zo ver
bouwereerd toen ze niet meer mocht
zwemmen dat ze toen opeens nooit
meer iets van iemand hoorde. Om dat
te begrijpen moet je ouder zijn. Je
ziet toch waar sportmensen mee om
ringd zijn. Maar toen ik laatst aan de
voorzitter van de zwembond vroeg op
hoeveel het wereldrecord stond, toen
wist hij het niet. Een man met zo'n
functie, daar word je toch beroerd
vanOp dat moment dat ze niet
meer door jou met hun foto in de
krant kunnen is het uit met de
vriendschap en dan pakken ze je
waar ze je pakken kunnen."
Rie vindt het niet zo belangrijk om
over zichzelf te praten. „Dat is ln het
hele leven toch zo." Maar nergens
zijn prestaties zo extreem meetbaar
als in de sport. „Nee maar als jij je
stukje niet aardig schrijft of een an
der kan het beter, dan vlieg je er toch
ook uit."
Gekneusde enkel
Na enig aandringen wil zij het toch
wel weer eens kwijt hoe zij zo'n jaar
na de Olympische Spelen, tegen dok
tersadvies in, door haar bond gefor
ceerd werd om met haar gekneusde
enkel deel te nemen aan de Neder
landse kampioenschappen. En over
hoe zij behandeld werd daarna, toen
ze verloor. Ook voor de sportverslag
gevers waren haar „paarlende tan
den" toen opeens een stuk minder
wit. En hoe zij, toen ze in 1938 zwem
les gaf ln Antwerpen, plotsklaps" tot
prof. verklaard werd toen zij weigerde
om mee te doen aan de Europese
kampioenschappen in Londen. Maar
Rie zegt er geen pijn in haar buik van
te hebben gehad. Kort daarna is zij
1936: olympisch kampioene Rie Mastenbroek (rechts) in gesprek
met Willy den Ouden.
getrouwd en had ze twee kinderen.
Haar nakomertje Otto(25) heeft zij
voor een groot deel zelf alleen opge
voed. Meer dan tien jaar was zij in-
structrice bij een schoonmaakbedrijf.
Ze had de verantwoordelijkheid over
vijfendertig gebouwen, crèches wa
ren er niet in de buurt sprak schande
over de ontaarde moeder. De laatste
jaren is ze arbeidsongeschikt. Zeven
jaar geleden is Rie Mastenbroek her
trouwd. Met De Wit.
Waarschijnlijk zou ze weer zijn gaan
zwemmen als ze weer jong was, om
dat ze die gave had en omdat je niets
weet als je jong bent. Maar als je haar
vraagt wat ze liever geweest was dan
was ze liever een wetenschapsbeoefe
naar geweest. Iemand die iets had
uitgevonden, al was het maar tegen
de verkoudheid. „Dat je belangstel
ling groter is dan het kleine cirkeltje
waar je ln zit, dat heb ik mijn kinde
ren proberen mee te geven. Sport is
betrekkelijk en dat is het hele leven.
Sport moet geen hoofdzaak zijn, je
moet er afstand van kunnen nemen."
Lachertje
Als ik alle stroopwafels van het scho
teltje gegeten heb resumeren we:
Geen boycot van de Olympische Spe
len in 1980? „Niet als de Olympische
Spelen blijven bestaan. Amerika be
moeit zich met zaken waar ze beter af
kunnen blijven. Nu stelt Carter dui
zenden dollars beschikbaar om alle
thuisblijvende spelers toch een me
daille te geven, ter compensatie. Vind
je dat geen lachertje? Hoor je nu
stemmen opgaan om de Spelen in
1984 in Amerika te boycotten0 We
weten toch dat de C.I.A. overal infil
treert. Kijk, dat die Rus is ingevallen
in Afghanistan, dat is natuurlijk ver
schrikkelijk, maar dat is niet de echte
reden van de boycot. Wat daarachter
zit, dat weet ik ook niet, want dat
houden ze achter de schermen en dót
is politiek."
Deze rubriek is uitsluitend bestemd voor korte reacties op in deze krant gelezen
berichten, artikelen en commentaren, en niet voor open brieven, gedichten,
oproepen of reacties op advertenties (deze laatste dienen tot de directie gericht te
worden) De redactie behoudt zich het recht van bekorting voor. Hierover of over
het niet plaatsen (meestal door ruimtegebrek) kunnen wij helaas met corresponde
ren. Brieven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw, Postbus 859,1000
AW Amsterdam. Bij publikatie worden naam en woonplaats van de schrijver
vermeld.
Politie (3)
GOS (5)
In uw krant van 5/8 kwam ds. B. ter
Haar van Rotterdam aan het woord.
(Hij vond het nodig zijn afkeuring te
laten horen over het ambtelijke op
treden van een politieman, waarbij ln
de verwikkelingen van de aanhou
ding, op een verdachte toegepast, die
wrdachle de dood vond. Hoe dit ln
zijn werk is gegaan is nog volop in
ondeizoek. Desondanks krijgt onze
pblltieman er al goed van langs. Die
verdachte toch was een Marokkaan.
En het ls nu eenmaal „in" bij onze
[eestelijke stand, om dit soort lieden,
n bescherming te nemen. Mag ik
chter tegen dit soort modieus, dlscri-
nlnerend, akelig gedoe met grote
xacht protesteren? Ook wens ik de
politieman veel sterkte toe ln zijn
rbeid! Laten we hopen dat het inge-
telde onderzoek óók gunstig voor
tem aflopen mag! Hebt u alstublieft
vat meer begrip voor het ongelooflijk
■Jnoeilijke werk van onze H. Herman-
Jrtad! Men moet het bij die dienst
5°oral (ook) hebben van de respons,
egeven door de burgerij!
Itrecht
'olitie (4)
n dezelfde krant, 4 augustus, waarin
Is Ter Haar zijn ergernis uitspreekt,
taat een bericht dat in Eindhoven
en man ls gedood in een café. Ik
lenk dat dominee Ter Haar daarover
tiet zal schrijven. Nu het een Marok-
aan geldt (die de wet overtrad) en er
egelijk een snier naar een politieman
an gegeven worden, is dat wel het.
eval Wat nog erger is vind ik dat
ominee Ter Haar het overtreden van
[e wet goedpraat Misschien heeft
'er Haar zondag in de kerk de wet
oorgelezen? (Daar staan immers de
toelen des gerichts?) Nu is de politie
ie overheid dus) ineens de zondebok,
'een, ik ben het eens met A. A. Spij-
erboer als die schrijft: „Laten nu die
ominees die zo meewarig schrijven
ver zulk soort zaken nu eens niet
iet woorden alleen, maar ook daden
lellen en een klein stukje van hun
Igen huis beschikbaar stellen voor
en Marokkaan in plaats van hen ln
en kerk te laten bivakkeren.
Irielle W. C. van Heyzen
GOS (4)
Ules met elkaar een in-droevige
aak. Zowel wat het spreken over
lank en zwart in Zuid-Afrika betreft,
Js het spreken van Nederland over
|e homofilie. Gaat het hier nu om de
van God. of om de eer van
ttensen?
Om een lang verhaal kort te maken
wilden wij even aan het adres van
mevr. M. Booy Heuzeveld uit Amstel
veen zeggen dat wij het roerend met
haar eens zijn. Omdat wij allen Gods
schepselen zijn moet ook die apart
heid zo snel mogelijk van de baan.
Neen niet er uit lopen, maar onze
blanke broeders ln Zuld-Afrika op
hun christenplicht wijzen en horen
wat onze Messias Jezus daar leerde
en voorging! Als een medemens die
anders gekleurd is een zwarte broeder
terugstuurt die het Heilig Avondmaal
wil houden! Neen, weg met zo'n ver
derfelijke leer! Juist in deze eerste
weken van augustus is 35 jaar gele
den de atoombom op Hirosjima en
Nagasaki geworpen, wat vele duizen
den doden en zieken heeft gekost.
Laat ons met het IKV zeggen: dat
nooit weer. De atoomwapens de we
reld uit om te beginnen uit Neder
land. Geen haat tegen welk volk of
ras ook. Laat de liefde van Christus
het overwinnen ln alles!
G. W. von Meyenfeldt
loe moet er op deze wijze nog werf-
racht uitgaan van de kerken naar de Groningen
'weid, als de kerken zich alleen
taande kunnen houden door een po- rr\
üek steekspel. Waar ligt dan de wlUO \f)
tens tussen waarheid en leugen?
dr. T. J. Poppema
er geen Bijbelse waarheid meer?
ijn er geen mannen meer als Stépha-
jus en de 6 andere (Handelingen 6 5)
'ol van geloof en heiligen Geest? Of
•orden zij de mond gesnoerd.
F»» I. Eisenga
Prof. Plomp constateert een levens
groot verschil in Schriftbeschouwing
tussen vele Nederlandse gereformeer
den en de meeste andere gerefor
meerden in de GOS. Ik geloof dat nog
meer gereformeerde Nederlanders
wél met de visie van de GOS mee
kunnen gaan en daar blij mee zijn.
Sterker nog, zijn die anderen nog
gereformeerd te noemen?
Met prof. Plomp geloof ik dat bij dit
verschil van Schriftbeschouwing de
eigenlijke problemen liggen en dat
niet alleen bij de GOS maar bij heel
de gereformeerde kerken in Neder
land. Het zou goed en eerlijk zijn
vanuit die gezichtshoek ook de pro
blemen ln onze kerken hier te bena
deren. Dacht ik. De bijbel een pro
bleemboek of een boek van zeker
heden.
Amsterdam A. Speelman
Illegalen
Het uit het land zetten van Illegalen
is een schandelijke zaak voor ons
land. Waar blijft onze solidariteit en
naastenliefde? De regering dient on
verwijld een verblijfsvergunning te
verlenen aan de nog 70.000 in ons
land verblijf houdende illegalen en
hen toe te staan hun gezinnen te
laten overkomen. De grenzen dienen
ruimer te worden opengesteld voor al
degenen, die gebruik wensen te ma
ken van de economische en sociale
verworvenheden ln dit land. Voorts
dienen deze mensen voorrang te krij
gen op gebied van huisvesting, onder
wijs, sociale voorzieningen etc., want
wij hebben veel goed te maken.
Verschillen in cultuur en levensge
woonten behoeven geen enkel be
zwaar te zijn. In Rotterdam bestaat
al een kwart van de bevolking uit
Immigranten. De oorspronkelijke be
woners, voor zover niet naar elders
vertrokken, hebben geleerd zich aan
de situatie aan te passen om binnen
afzienbare tijd op te gaan in een
multiracionale samenleving.
Hilversum C. van Rijn
GOS (6)
De lidkerken van de Q08, de gerefor
meerde oecumenische synode, on
langs in Nimes gehouden, hebben de
vertegenwoordigers uit Nederland
onaangename ervaringen bezorgd.
Binnep de GOS ls natuurlijk geen
plaats voor hier te lande binnen de
gereformeerde kerken bestaande op
vattingen, dat we Paulus voorbij zijn,
dat zijn regels voor geloof en leven
tijdbepaald en kortzichtig zijn en zijn
oordeel soms onbevoegd, wegens ge
brek aan kennis van zaken. De door
braak naar de Wereldraad van Ker
ken. waarbinnen men de oecumene
thans eigenlijk verkiest boven die
binnen een gereformeerde geloofsge
zindheid, als er moet worden geko
zen, wekt ook begrijpelijk wantrou
wen. Evenals de theologische wild
groei in de, uit vrees voor een nieuw
1944, veel te grote ruimte. Men kan
binnen de GOS onmogelijk gelukkig
zijn met een lidkerk die oude gerefor
meerde leerstelligheid, eventueel in
alledaags Nederlands herschreven,
liever eerbiedig bijzet dan eerbiedigt.
En een proeve van een nieuw belijden
(Berkhouwer en Ridderbos 1974) wist
de onmacht en verwarring niet te
bedwingen. Ik denk aan een kerk die
overal in de wereld gereformeerd ker
kelijk leven heeft gewekt, maar die
wat ze leerde zelf dreigt kwijt te ra
ken. Wat heet gereformeerd? In Ne
derland heeft die naam voor de kerk
van dr. Hofland, waar ik meen slechts
historische zin. Paulus voorbij, eist
het leven. Maar noem het niet gere
formeerd.
Rotterdam
J. Brouwer
een vrouw liggen er soms andere ta
ken, waarbij zij gelijktijdig het evan
gelie kan uitdragen. Hierbij denk ik
aan bij voorbeeld ramen zemen bij
bejaarden of invaliden. Tegelijk kan
men dan met de daad, het woord en
evangelie uitdragen. Deze arbeid (ra
men zemen, wassen of strijken) kan
niet door een man gedaan worden.
Als voorbeeld wil ik wijkverpleegkun
dige stellen. Zij hebben een goede
opleiding genoten. Persoonlijk heb ik
er meer dan één gekend, die tijdens
verpleging van chronische patiënten,
of een wekelijkse wasbeurt aan be
jaarden of anderen (wat beslist geen
hoogdravend werk is) een opbeurend
woord en/of De Goede Boodschap
hebben uitgedragen. Tenslotte wat
voor wijzen en geleerden verborgen is
openbaart God aan eenvoudigen van
hart, die Hem liefhebben en vrezen.
Den Haag
H. Rietveld
Telebingo (2)
Het droombeeld dat in het jaar 2000
drie miljard mensen permanent hon
ger zullen lijden eist een structurele
aanpak, nu al in weereldwijd ver
band. Op korte termijn hier en nu
omdat ook vandaag miljoenen men
sen verhongeren én op de lange ter
mijn. Dat zien bijvoorbeeld de officië
le Nederlandse medefinancieringsor
ganisaties zoals Cebemo, Hivos, Icco,
Novlb, Werelddiakonaat en Zending,
enz. al geruime tijd duidelijk in.
Stichting Bingo en Telebingospellet-
Jes betekenen helemaal niets voor de
oplossing van die problemen. Een
maal 27 miljoen en misschien nog een
keer 30 miljoen want verder wil
Bingo, althans nu, niet gaan op
basis van een fooi van 1,50 per deel
nemer om zelf kans op een auto of een
reisje te maken lossen geen proble
men op en hebben niets te maken
met de barmhartige Samaritaan. Al
leen wanneer alle mensen die inko
men en/of vermogen ontvangen, res
pectievelijk bezitten permanent met
iets minder, rekening houdend met
draagkracht, „genoegen" zouden wil
len nemen en echt bereid zullen zijn
anderen ook een bestaan te gunnen,
kan de honger in de wereld doen
verdwijnen. Maar wel die mensen
zich in vrijheid op hun eigen manier
zonder honger in staat stellen te
leven ln gezondheid.
Voorburg J. Kei jzer sr.
Vrouw (2)
Naar aanleiding van een ingezonden
schrijven van mevrouw Van Binsber-
gen te Zeist, gepubliceerd in Trouw
van 1 augustus wil lk gaarne even
reageren. God schiep de mens naar
Zijn beeld, man en vrouw zo schiep
Hij hen, beide naar gelijke waarde,
maar elkaar aanvullend, ieder met
eigen gaven en talenten. Dat vele
kerkewerk waar u zich mee moet be
zighouden kan misschien ook wel
door een man gedaan worden. Voor
Zelfbevrediging
Ik heb er behoefte aan Iets op te
merken over een aspect van Trouw's
berichtgeving Inzake twee actuele on
derwerpen, dat naar mijn weten nooit
naar voren komt. De onderwerpen die
ik bedoel zijn „Zuld-Afrika" en „De
Illegalen". Ik merk zowel van redac
tionele kant als van de kant van
schrijvende lezers namelijk steeds
een religieus besef wanneer het deze
zaken betreft, waarbii ik „mezelf ga
afvragen of men nu bij de andere
mens betrokken ls, of dat men alleen
maar een soort zelfbevrediging zoekt.
Wie gelovig is (in religieuze of ideolo
gische zin), die wil daar iets van erva
ren, van vóelen, en die is daarom
steeds iets aan het najagen, pak weg
zoals een ander materieel gewin na-
Jaagt. Ik beweer daarom dat velen die
uit geloofsmotieven zoals zij zullen
zeggen „voor de onderdrukte mede
mens opkomen" ln feite bedoelen dat
zij iets voor zichzelf najagen. Zij heb
ben de onderdrukte nodig, wellicht
méér dan omgekeerd! Ten overvloede
zeg ik hier dat dit geen pleidooi is
voor apartheid of tegen illegalen, gro
te genade nee. Maar volgens mij ver
beter je de wereld nog altijd het beste
door zelfkennis en persoonlijke inte
griteit. De toon die ik in uw krant
soms tegenkom, vind ik dan ook erg
onwezenlijk. Dat wou ik kwijt.
Amsterdam
L. A. Baakman
Fedde Schurer (2)
Ik was leerling van meester Schurer
en ik geef u de garantie dat wat de
heer v. Bennekom (ook een oudleraar
van me) schreef voor 100% waar is.
Wij hielden heel erg van meester
Schurer. Ook bij zijn vrouw juffrouw
Willie heb ik ln de klas gezeten. Toen
al was Fedde een prima kerel en
ontplooide zich o.a. ook als dichter.
De liedjes die we zongen bij het 25-
jarig regeringsjubileum van Wilhel-
mina heeft hij gedicht en nog vele,
vele andere. Nog zeg ik ze uit mijn
hoofd op. Ja Jammer dat zo'n man
uitgerangeerd werd door een stel bet
weters die zo nodig moesten.
Hoofddorp J. de Vries
Onpartijdige NOS (3)
Volkomen eens met de heren Vos en
Heling uit Trouw van 4 en 7 augustus.
De Vara behoeft heus niet zo veel
propaganda voor haar omroep te ma
ken, de NOS draagt haar zienswijze
wel voor aan het publiek en dat kost
haar veel minder, nu betaalt de over
heid de uitzendingen. En als ik Koos
Postema op de televisie hoor in het
NOS-programma dan weet ik wel, of
schoon hij in Groot Uur U wel sym
pathiek overkwam.
De Lier J. van de Po!
door Melndert J. F. Stelling
De notitie van minister
Scholten ls uitermate teleur
stellend. Niet vanwege het
feit dat de minister zegt mijn
stellingname niet te kunnen
delen, maar wel vanwege het
bedenkelijke niveau van het
document. Het is zö onvolle
dig en ln vele opzichten zö
onjuist, dat het haast beledi
gend is om het als een se
rieus antwoord te presente
ren aan de Kamer. Ik zal dit
in het hierna volgende toe
lichten.
Het humanitaire oorlogsrecht heeft
zich langs twee lijnen ontwikkeld.
De eerste lijn is het zgn. „recht van
Genève; dat is het oorlogsrecht dat
ziet op de bescherming van de
slachtoffers van het oorlogsgeweld.
De tweede lijn is het zgn. „recht van
Den Haag"; dat is het oorlogsrecht
dat ziet op de wijze van oorlogvoe
ring.
In mijn artikel van 29 februari ba
seerde ik mijn stellingname na-
drukkellijk ook op het recht van
Den Haag. In dat verband noemde
ik de Verklaring van Sint Peters
burg (1868) en het Landoorlog Re
glement (1907).
In zijn notitie ziet de minister
maar één lijn, namelijk het recht
van Genève. Met geen woord rept
hij over het recht van Den Haag. Dit
terwijl hij wél melding maakt van
het feit dat in 1961 door de Algeme
ne Vergadering van de Verenigde
Naties een resolutie werd aangeno
men, waarin werd uitgesproken dat
het gebruik van kernwapens in
strijd is met het volkenrecht. Weet
de minister dan niet dat die resolu
tie werd gebaseerd op onder andere
de Verklarine van Sint Petersbure
en de Haagse Verdragen van 1899
en 1907, welke verdragen ons het
Landoorlog Reglement brachten?
Met andere woorden: weet hij niet
dat de meerderheid der volkeren, op
basis van dezelfde documenten als
door mij aangehaald in het artikel
van 29 februari, de door mij naar
voren gebrachte zienswijze deelt?
Twee resoluties
Een resolutie van de Algemene Ver
gadering is niet juridisch verbin
dend, zo merkt de minister nog op.
Bovendien wijst hij erop dat Neder
land, evenals de NAVO-bondgeno-
ten, bij de stemming over de voren
bedoelde resolutie tegenstemden
Hij verzuimt echter te vermelden
dat de resolutie van 1961, nog eens
nadrukkelijk werd bevestigd door
de aanvaarding door de Algemene
Vergadering van resolutie 2936
(XXVII) van 29 november 1972. Bij
die gelegenheid stemde Nederland
niet meer tegen, maar onthield zich
van stemming. Dit houdt naar vol
kenrechtelijke opvatting in, dat Ne
derland zich niet tegen die resolutie
wenste te verzetten. Een niet onbe
langrijk gegeven lijkt mij.
Op 29 februari jl. schreef de
luchtmachtkapitein Stelling
op deze pagina, dat de Neder
landse militair op grond van
het internationale recht, ver
plicht is medewerking aan de
inzet van kernwapens te wei
geren. Dat vormde voor de
CDA-kamerleden Conprie en
De Kwaadsteniet aanleiding
om op 19 maart enkele vragen
te stellen aan de minister van
defensie. Zij vroegen of de mi
nister bereid was zijn stand
punt ten aanzien van Stellings
uitspraken te bepalen en dat
standpunt mee te delen aan de
Kamer. Minister Scholten rea
geerde op 25 maart positief op
deze vragen en zegde de kamer
een notitie toe.
Die notitie is uiteindelijk op
14 juli aan de Kamer aangebo
den. De minister doet daarin
de uitspraak dat het humani
taire oorlogsrecht het gebruik
van kernwapens onbesproken
en ongeregeld laat. Tevens
komt hij tot de conclusie dat
de Nederlandse overheid niet
in strijd met internationale
verdragen zou handelen, wan
neer zij zou instemmen met
het gebruik van kernwapens.
Het is dan ook volgens de mi
nister niet juist om te stellen
dat de militair zou moeten
weigeren aan de inzet van
kernwapens mede te werken.
Het is een onmiskenbaar feit dat in
het oorlogsrecht het gebruik van
kernwapens nergens met zoveel
woorden ls verboden. Maar dat be
tekent geenszins, dat de algemene
regels inzake de toepassing van ge
weld niet van toepassing zouden
zijn op dat gebruik. Dit blijkt ook al
uit het feit dat de veroordeling van
het gebruik van atoomwapens door
de meerderheid der volkeren, zoals
reeds gesteld, werd gebaseerd op
het recht van Den Haag, waarin nu
juist die algemene regelen worden
gegeven. De uitspraak van de mi
nister. dat het oorlogsrecht het ge
bruik van kernwapens onbesproken
en ongeregeld laat, is dan ook vol
strekt onjuist.
Regelrecht in strijd met de ver
dragstekst is de opmerking van de
minister, dat het eveneens door mij
aangehaalde Genocide verdrag
(1948) zich slechts .richt tegen de
systematische en doelbewuste uit
roeiing van bepaalde etnische groe
pen, in oorlogs- of in vredestijd".
Artikel 2 van dat verdrag luidt na
melijk:
„In dit verdrag wordt onder ge
nocide verstaan een van de vol
gende handelingen, gepleegd
met de bedoeling om geheel of
gedeeltelijk, een nationale, eth-
nologische, godsdienstige of ras-
sengroep uit te roeien, en wel:
a. Het doden van leden van de
groep;
b. Het toebrengen van ernstig
lichamelijk of geestelijk let
sel aan leden van de groep.
c. Het opzettelijk aan de groep
opleggen van levensvoor
waarden. bedoeld om de li
chamelijke vernietiging van
de gehele groep of een gedeel
te ervan te veroorzaken;
d. Het opleggen van maatrege
len. bedoeld om geboorten
binnen de groep te voor
komen;
e. Het gewelddadig overbren
gen van kinderen van de
groep naar een andere
groep"
De minister ontkent tevens dat het
Genocideverdrag van toepassing
zou kunnen zijn op de inzet van
kernwapens. Hieruit blijkt dat hij,
evenmin als met de tekst van het
verdrag, ook niet op de hoogte is
van de parlementaire geschiedenis
omtrent de goedkeuringswet van
het verdrag. Naar aanleiding van
vragen van het Eerste-Kamerlid
Diepenhorst, erkende namelijk de
staatssecretaris van buitenlandse
zaken op 30 juni 1964, dat genocide
ook zou kunnen worden gepleegd
door middel van inzet van kernwa
pens.
Gerechtvaardigd
Er zou nog veel op te merken zijn
over de notitie van de minister van
defensie. Het is evenwel niet doen
lijk op deze plaats uitputtend com
mentaar te leveren. Uit het voren
staande blijkt echter reeds genoeg
zaam, dat de door mij aan de notitie
van de minister gegeven kwalifica
tie is gerechtvaardigd. Ook zal het
duidelijk zijn dat de door mij ge
volgde redenering in het artikel van
29 februari door de notitie van de
minister niet is weerlegd.
Het is dan ook te hopen dat de
Kamer zich niet neerlegt bij dit
„antwoord" van de minister. De
problematiek waarom het gaat, is te
belangrijk om op de wijze waarop
de minister dit doet in zijn notitie te
worden besproken.
Nadenken
Tenslotte nog één opmerking. Het
heeft bijna vier maanden geduurd
voordat de minister in staat was
zijn visie kenbaar te maken. Gezien
deze lange duur en het bedenkelijke
niveau van de notitie, lijkt mij de
conclusie gewettigd dat kennelijk
nog nooit op het departement van
defensie is nagedacht over de vraag,
of inzet van kernwapens niet in
strijd komt met het internationale
recht Dit doet het ergste vermoe
den voor wat betreft het serieus
nemen van de volkenrechtelijke
verplichting het gebruik van geweld
te begrenzen.
Door een misgreep is gisteren
deze beschouwing van kapi
tein Stelling in een verkeerde
volgorde afgedrukt. Vandaar
deze herplaatsing.