DIER PLANT ïepziekte samenwerking tussen een plant en een dier Weekendpazzel 'öJ fS S Hf BS Üft b s «t I BAB to (D CQ m mAm m m"B m 'U m *0 UI w I M. A nederland i lil CQ Sensationele partij s tt &m B 8 Tragiek van Stein i a A 1 ft ft A BABABJB BAB BA^ 5 ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1980 ■VARIA! TROUW/KWARTET ZAT door henk van halm In april heb Ik beloofd te rug te komen op de beruch te ziekte die een voortdu rende zorg is van plantsoe nendiensten en anderen die de iepen een goed hart toe dragen. De Ïepziekte werd in 1917 in ons land ontdekt. Vandaar dat de Engelsen spreken van „Dutch Elm disease". Als ik het uit hun mond hoor, klinkt het al tijd licht verwijtend, alsof wij de schuld zijn van hun overvloed aan hout voor de open haard. ZIJ verloren sinds 1967 minstens een derde van de dertig miljoen iepen, die Engeland rijk was. In veel graafschappen staan nog heel wat ontschorste boomskeletten overeind. Een akelig gezicht in het zomers-vrolijke landschap. Met de iepziekte kregen de Engelsen pas tien jaar na de ontdekking te ma ken. maar nog eens tien jaar later was het aantal aangetaste bomen zo gedaald dat het verschijnsel nog maar een Incidenteel pro bleem vormde. In de rest van West-Europa was dat allerminst het geval. Sommige streken verlo ren negentig procent van hun ie pen. Pas na de oorlog verloor de ziekte ook daar veel van zijn kwaadaardige karakter. Pas weer in de jaren zestig werd iepziekte het probleem dat het nu nog is. in Engeland zowel als iets later ook in ons land. Daarover straks wat meer. Keverwerk Biologisch gezien is de iepziekte een interessant geval van team werk tussen een dier en een plant. Het dier kan een grote of een klei ne iepespintkever zijn, twee van de drie soorten lepespintkevers die werkelijk schadelijk zijn. Die lepespintkevers zetten hun eieren af onder de bast van kwijnende of dode iepen. In zo'n „broedboom" knaagt het vrouwtje een „moeder gang" uit in de splntlaag tussen hout en schors. Aan weerszijden daarvan legt ze de eitjes en de larven daaruit vreten zich vanuit die moedergang verder in de splntlaag. Zo ontstaat een ken merkend uitwaaierend patroon van larvegangen. Als ze volwassen zijn, verpoppen de larven zich aan het eind van him gang. waaruit ze in mei als kever te voorschijn ko men. Aan de buitenkant van de stam zijn dan ronde gaatjes te zien, de ui tvlle go peningen, „hagel- schot" genoemd en een zeker her kenningsmiddel van aantasting. Die jonge kevers vliegen naar de Jonge scheuten van gezonde iepen om zich daar aan de bast te goed te doen. Daarna paren ze en leg gen de vrouwtjes hun eitjes in het spint van slecht gedijende iepen op de zojuist beschreven manier. Niet in springlevende, want daar van is de sapstroom zo sterk dat de kevers in hun uitgeknaagde gangen zouden verdrinken. Zulke kwijnende bomen kunnen, zoals ik ln april schreef, iepen zijn die zo hevig hebben gebloeid dat ze later slecht ln blad kwamen, bomen die ernstige schade hebben geleden door het winterse strooien van zout, door de aanleg van lei dingen en kabels, door vraat van vee of andere beschadigingen, of die op een plek staan die niet meer geschikt voor ze is, bij voorbeeld doordat de bodem door gaslekken zuurstof arm is geworden of zo ver dicht door het verkeer dat er een zuurstoftekort in ontstaat Of het zijn bomen die zijn aangetast door de iepziekte. Schimmel De kever is daar namelijk niet de echte veroorzaker van, al heeft ze er de hand in. Het organisme dat de iepen doodt is een schimmel, die in het spint leeft Kevers die uitvliegen uit een door de schim mel aangetaste boom zitten vol schimmelsporen, die alleen een verse bastwond in een lepe tak no dig hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Zo'n wond maken die pas uitgevlogen kevers in ge zonde iepen als ze vóór de paring de jonge scheuten aanvreten. Daarin komen dan de sporen te- Een Jonge iep in een Amsterdamse straat, stervend naast een (ogen schijnlijk?) nog gezond exemplaar. recht, die uitgroeien tot schimmel draden die de kanalen verstoppen waardoor de sapstroom gaat. De schimmel produceert bovendien gifstoffen, waardoor het blad ver geelt, verwelkt en afsterft. Door de verstopping van de vaten stag neert de vocht- en voedselvoorzie ning van de boom en zo sterft de iep deel voor deel, naarmate de schimmelwoekering voort schrijdt. De eerste tekenen van Ïepziekte zijn in het voorjaar te zien, als sommige takken, meestal ln de top van de boom, niet goed ln het blad komen. In de zomer zijn ze helemaal kaal en ln het volgende voorjaar komt ook de rest van de kroon moeilijk in blad. Het normale verloop is dat de boom na twee jaar dood is. Teamwerk De stervende of door de schimmel gedode iep vormt een welkome broedplaats voor de iepespintke ver. Zo helpt de schimmel de ke ver en de kever de schimmel tot grote schade van het iepenbe stand. In de tijd dat de Ïepziekte in Europa aan hevigheid Inboette, werd hij met fineer Ingevoerd ln Noord-Amerika Razendsnel greep de schimmel er om zich heen en nog steeds woedt de ziek te er onverminderd verwoestend. Met transport van ongeschild Amerikaans iepehout kwam de schimmel in Europa terug en bleek daarbij van een bijzonder agressief type. Het eerst kwam de nieuwe iepziekte tot uitbarsting in Zuld-Engeland, waar tussen 1967 en 1973 zeven miljoen iepen het slachtoffer werden. Verbazing wekkend en ongekend was de snelheid waarmee dat gebeurde, want de schimmel had maar een paar weken nodig om een geheel gezonde boom te doden. In 1972 werd in Friesland de eerste boom gevonden die door deze agressieve vorm werd aangetast en in 1973 stierven er in Amsterdam meer iepen dan in de hele periode sinds 1950! Was het bij de „oude" iep ziekte nog mogelijk een boom te redden door bij tijdige ontdekking de zieke takken te verwijderen, bij de agressieve vorm lukt dat zel den. Daarom is voorkomen het enige dat overblijft. Vóór 1 april moeten alle aangetaste bomen en alle geveld iepehout van bast ont daan zijn, zodat eventueel erin verblijvende kevers niet de kans krijgen'ln mei uit te vliegen en gezonde bomen te besmetten. Zie ke bomen moeten zo snel mogelijk worden opgeruimd. En sinds vier jaar bestaat een schlmmeldodend middel dat in de boom kan wor den geïnjecteerd. De behandeling is nogal kostbaar en daarom maakt men er alleen gebruik van om mooie oude iepen te behou den. Ten slotte, wat is nu waar van de Nederlandse herkomst? Na tuurlljk bestond de schimmel al lang voor de ontdekking. Mis schien al vijfduizend Jaar of nog veel langer. De iep was een alge mene boom in de Westeuropese bossen, tot vijfduizend Jaar gele den een sterke achteruitgang op trad. Dat is gebleken uit het on derzoek van stuifmeel uit bodem lagen die uit die tijd dateren. Epi demisch optreden van de Ïepziek te zou er wel eens de oorzaak van kunnen zijn geweest. Horizontaal. 1. spil van een wiel, 3. schijf vis, 7. bloedhuis. 10. stuk stof, 12. mengelmoes, 15. geestdrift. 17. op stootje, 18. voorzetsel, 19. papegaai. 20. recht stuk vaarwater. 22. duiker eend. 23. gebergte op Kreta, 24. titel (afk), 26. verfbordje van de kunst schilder, 28. lidwoord, 29. uitgebraden stukje vet, 31. opium om te roken, 33. muzieknoot. 34. tennis term, 36. water in N.Br. 37. organische verbinding, 40. telwoord, 42. voegwoord, 43.hoog bouwwerk, 45. neon (afk), 46. bouw land, 47. vlug, 48. beker. 50. loot, 51. voorzetsel, 53. ogenblik, 55. vreemde munt, 57. bedreven, 60. gesneden steen, 61. sierplant, 62. bladader. 63. boom. Verticaal. 1 engels bier. 2. groente. 4. voorzetsel. 5. gehoororgaan. 6 kleve rige stof, 7. waterstand, 8 waterke ring, 9. bouwland, 11. vreemde munt. 13 niet gespannen, 14. mak, 16. scheik. element, 18. rekening, 21. toi letartikel, 22. Myth, figuur, 23. denk beeld, 24. dona (afk.), 25. soort. 27. dreef, 29. spleet. 30. keurig, 32. reser voir, 33. kurk, 35. metaalsoort, 38. deel van een boom, 39. vertragings toestel, 41. water in Friesland, 42. ingang, 44. rekening, 46. uniek. 47. paard, 49. pit, 50. oude lengtemaat, 52. voor, 54. watering, 56. badplaats in Duitsland, 57. elector (afk.), 58. votre excellence (afk.), 59. nummer (afk.). Oplossing tot en met woensdag ai per briefkaart sturen naar: Dagbla Trouw/Kwartet, postbus 859. Amste dam. Links boven vermelden: weft endpuzzel. Oplossing vorige puzzel Hor. 1 rapé, 4. ink, 6. aker. 9. Ee, li aren, 12. open, 14. eg. 16. raar, li lakei, 20. Eede, 22. kanaal. 24. alleet 26. el, 27. plaveisel, 30. ne. 31. rem, 3! Ane, 33. iep, 35. kat, 36. entre, 38. nc; 40. mat, 41. end, 42. lek. 43. tak, f mes. 46. satan, 48. pet, 50. los, 52. at- 53 lor, 55. Ot, 61. kerrie, 63. stere, 69. adel, 7 75. ne, 76. rans, Vert. I. reaal. 2. parapet, 3. er, 4 Ina, koe, 6.a.e. 7 knellen. 8 reden. 9.erki 11. Ella, 13. pias. 15. genet. 17. An. krent. 21. e.e, 23. alm. 25. lei, vandaal. 29. Ierland, 31. atel, 34 p ter, 35. kam. 36. Ens, 37. een, 39. pa 45. sopraan, 47. taupe, 48 pommadi 49. moker, 51. Sri, 53 lui. 54. telle, 5 teler. 58. eest, 59. Iser. 60. meent, r.i. 64. P D. 67. til. 68. ram, 72. ns. 7 a.k. De boekenbonnen gaan naar: H. Ui ger v.d. Poort, Nieuwenhoornstrai 50a te Rotterdam; P. Verbeek, Evert senstraat 7 in Rijnsburg; J. M. Smil van der Mijn, De Savornin Lohmao laan 49 in Amstelveen. 8 Onze PTT heeft ln samenwerking met het bureau In to mart een on derzoek gehouden over de volgen- He zaken: de waardering van het uiterlijk van onze postzegels ln het algemeen, de waardering over een vijftigtal zegels van de laatste Jaren en naar de omvang en de aard van het postzegelverzamelen in ons land. Drie lijvige rapporten zijn het interessante resultaat van deze enquête, welke werd gehou den onder 1019 niet-verzamelaars en 1036 verzamelaars. Het rapport spreekt van nlet-filatellsten en fi latelisten. Hier volgt een greep uit de conclusies van het onderzoek. Ruim de helft van de ondervraag de Nederlanders van veertien Jaar en ouder vindt het uiterlijk van onze zegels in het algemeen mooi; een derde acht de buitenlandse zegels vergelijkenderwijs ln het al gemeen mooier; de onze zijn fan tasieloos, kleurloos én saai; driek wart van de ondervraagde verza melaars menen dat bijvoorbeeld de zegels van Polen, Zwitserland, GrootrBrlttannlê, West-Duitsland en Spanje duidelijk mooier zijn. Een algemeen gewaardeerde zegel dient volgens ondervraagden een realistische afbeelding te hebben, helder, fris, vrolijk, warm of rustig van kleur te zijn, terwijl de ge bruikte tekst functioneel de bete kenis van de zegel toelicht. Het uitgeven van zegels met toeslag achten bijna alle ondervraagden (verzamelaars en nlet-verzame- laars) ln het algemeen een goede manier van geld inzamelen. Even een opmerking bulten de en quête om. Wat zou het antwoord van de verzamelaars geweest zijn, Indien een vraag als „Vindt u de Nederlandse zegels als postzegel geslaagd?" was Ingevoegd? Dan zouden bepaald meer eisen ter ta fel gekomen zijn, zoals: duidelijke vermelding van het land van her komst, idem van het bedrag van de nominale waarde en van de toeslag en van het doel van de uitgifte. En daaraan ontbreekt wel eens Iets. Ik las onlangs in een tijdschrift dat een verzamelaar na het kopen van de Brldge-Olympla- de-zegel ln de mening verkeerde een misdruk te hebben gekocht. Waar was de naam van het land en het bedrag van de waarde? Na lang zoeken trof hij beide gege vens toch nog in de hoekjes van de speelkaarten, die de zegels sier den, aan. Om de aanleiding voor de uitgifte te vinden, had hij een loep nodig, terwijl op de voor grond op een blanco speelkaart een Ideale plaats voor de vermel ding voorhanden was. Over de waardering voor een vijftigtal ze gels van de laatste jaren waren beide partijen het aardig eens. Als mooiste kwam uit de bus „Goudse Glazen-zegel" nr. 2 van 1979, de derde plaats kreeg van belde de Europa-zegel 1978 (Haarlems stad huis), terwijl de overige zegels zij het niet steeds in dezelfde vol gorde toch nog al eens bij belde groepen voorkwamen. Bij de cate gorie „lelijkste" zegels waren bel de „veroordelaars" het roerend eens. Van de negen zegels, die deze kwalificatie kregen, waren het precies dezelfde zegels; als num mer één blonk uit: de tekstzegel „Europese verkiezingen", voorts kwamen ln de rij voor „Ned. MIJ voor Handel en- Nijverheid" en (natuurlijk) Korfbal 1978 en de 100 Jaar Tandheelkundig Onderwijs. Over de omvang en de aard van het postzegelverzamelen ln ons land het volgende. Meer dan 600.000 mensen van veertien Jaar en ouder verzamelen postzegels; 580.000 verzamelen Nederlandse postzegels waarvan 500.000 onge bruikte. Bij deze aantallen over treffen de mannen de andere sexe ln een verhouding van 2 1. Jonge ren verzamelen relatief meer dan personen van middelbare of oude re leeftijd, terwijl door lieden van de middelbare sociale klasse va ker wordt verzameld dan door die van de laagste en hoogste sociale milieus. Van de verzamelaars is negentien procent lid van een ver eniging, 27 procent leest een post zegeltijdschrift en 65 procent leest postzegelrubrieken in dag- of weekbladen. Uit verschillende gegevens con cludeert het rapport dat genoem de 500.000 verzamelaars in 1979 ongeveer 31 miljoen gulden (of ge mlddeld 62 gulden per persoon hebben besteed aan ongebruikt! postzegels. Uiteraard zijn in di rapporten nog veel meer interes santé zaken te lezen, onder meer wensen van het publiek, onder werpen van zegels, publiciteit enz. Al in 1959 voorspelde oud-kampi oen van Nederland R.C. Keiler, dat wij binnen vijf tot acht jaar weer een nationaal kampioen zou den hebben, Jonger dan 25 Jaar. Toen ln 1967 Ton 8 IJ brands op zestienjarige leeftijd de titel voor zich opeiste had Keiler op een merkwaardige manier gelijk ge kregen al zal hij toen nog niet hebben vermoed dat de kampioen nog maar zestien zou zijn. Daar kwam nog bij dat de toen nog maar dertienjarige Harm Wlerama beslag wist te leggen op de derde plaats, na de onttroonde Roozen- burg. Heel dammend Nederland liep ln die tijd naast de schoenen van trots en men dacht zelfs al aan het terughalen van de wereldtitel uit Rusland. Men verheugde zich zo ln het dam wereldje dat dra. P. Roozenburg ln Het Damspel een uitbundig artikel schreef onder de kop: „1 april 1967: een keerpunt." Een paar maanden later zei Koe- perman ln een intervleuw dat 81J- brands ln de strijd om de wereldti tel een gevaarlijke concurrent voor de Russen zou zijn: van Wlerama vond hij dat de jonge Fries weliswaar een talentvolle maar te Jonge speler was. Deze uitspraak werd dan ook gedaan voordat de toenmalige wereld kampioen ook maar een partij te gen Wlerama had gespeeld. Na hun eerste duel ln het Brlntatoer nooi ln Hoogezand haastte de Rus zich zijn uitspraak in te trekken, want toen verklaarde hij Wlerama een diepzinnige speler met een fantastisch Inzicht te vinden. Wel iswaar eindigde Wlerama toen met een nederlaag en elf remises op een zevende plaats, maar zijn spel had, evenals dat van Sljbrands, diepe Indruk op de Russen ge maakt Ditzelfde toernooi ls overi gens onvergetelijk geworden door de volgende stand, (zie diagram) Deze is ontleend aan het gerucht makende duel Leclalr (wit) - An- drelko. Ikzelf was als speler ln Hoogezand aanwezig en won daar de Jeugdgroep. Na een gemakke lijke en vlotte overwinning kwam ik huppelend een zaal ln waar een merkwaardige sfeer heerste. Mom pelende, verontwaardigde men sen, een verbijsterde Journalist, die mij bijna omver liep en ln een hoek achter een dambord twee totaal verschillend reagerende mensen. De een eerst nog uiterst rustig, onverstoorbaar, de ander daarentegen bijna bulten zijn zin nen. HIJ staarde zijn tegenstander maar aan en bewoog voortdurend op zijn stoel om dan heel onver wacht op te staan om een eind te gaan wandelen en om even onver wacht weer te gaan zitten. Zetten deed hij niet. Herman de Jongh gaf toendertljd de volgende suggestieve weergave van dit gebeuren: De Rus speelde de opening volgens zijn gewoonte razendsnel. Hij kent alle openings varianten en openingscombina ties uit zijn hoofd. Dus kon hij, behalve tegen spelers van zijn el- gen formaat en dat zijn er maar VW/ m S een paar in de eerste tien, twin tig zetten van een partij voor de vuist weg spelen. De Amerikaan was een heel ander type. Hij overwoog elke zet met de grootste zorgvuldigheid en liet niets aan het toeval en aan zijn intuïtie over. Dus daar gingen ze. Andrelko onmiddellijk zettend en met een onverschillig gebaar weg lopend als Leclalr aan zet was. En deze denkend, zoekend en ploete rend. Toen gebeurde het. Andrel ko had een overmachtige stelling geformeerd en het moment was aangebroken om de witte stelling te bestormen. Zijn hand was reeds boven schijf 17 want die moest de aanval beginnen. Zijn hand bleef een tijd boven die schijf. Toen trok hij hem terug. Het had maar een haar gescheeld of de Sowjet- kampioen was in een verschrikke lijke hinderlaag gelopen. Men ver wachtte toen een andere zet, maar die kwam niet. Andreiko had geen andere zet. Het wachten was toen op een schijfoffer maar ook dat kwam niet. Andreiko keek zijn tegen stander verwonderd en veront waardigd aan. Hij keek de wed strijdleider aan, keek naar de tuin achter de speelzaal. Toen weer naar zijn tegenstander. Tien mi nuten, twintig minuten. Alsof hij hem wilde hypnotiseren. Daarna zij hij plotseling: „Remise" „No", beet Leclalr hem toe. „No?" her haalde Andreiko verbaasd en ver ontwaardigd. Daarna ging het spelletje verder. Leclalr was opge staan en ijsbeerde geërgerd door de zaal. Andrelko bleef achter het bord zitten. Speelde niet en dacht niet. Na een uur en tien minuten deed hij een zet. Leclalr antwoordde en Andrelko die moest slaan wachtte opnieuw. Nu vijfendertig minuten. Hij had toen nog precies vijf minu ten voor dertig zetten en die ratel de hij achter elkaar af. Bijna had hij Leclalr overbluft Maar de Amerikaan wist n> g net genoeg kalmte op te brengen om het Rus sische geweld te weerstaan en een penibele remise uit het vuur te spelen. Tot zover De Jongh. Vanuit de diagramstand volgde 19.44-40 (op 17—21 volgt nu 30-24 en 29—24!) 19... 25-28 20. 29—23 18x29 21. 34x32 12—18 22. 40-35 7—12 23. 31—26 22x31 24. 36x27 18—23 25. 49—43 13—18 26. 43—38 9-13 27. 27—21 16x27 28. 32x21 18—22 29. 37—32 13—18 30. 21—16 8—13 31. 16x7 2x11 32. 42—37 11— 16 33. 37—31 16—21 34. 48—43 6— 11 35. 32—27 21x32 36. 38x27 22— 28 37. 41—37 17—22 38. 43—39 12— 17 39. 39-34 11—16 40. 37—32 28x 37 41. 31x42 22x3142. 26x37 17—22 43. 50—44 16—21 44. 44—39 22-27 45. 46-41 13-22 46. 39—33 13—18 47. 33—29 23—28 48. 42—38 19—23 49. 47—42 21—26 50. 30—25 14—19 51. 34—30 23x34 52. 41—36 4—9 53. 38x27 22x31 54. 35—30 18—23 55 41—36 4—9 56 36x27 28—33 57 39x28 23x41 58. 42—37 41x21 59 15—10 26—31 60. 25—20 31—36 61 19—4 21—27 62. 4x24 1—1. Nu, 13 jaar na dit damgevecht, dat men gerust het meest besproken duel van de eeuw mag noemen, ziet de toekomst voor de dam sport er beter uit dan ooit. Gant- warg won, ook in 1967, de hoofd groep van het Brlnta-toernooi en is evanals Wierema nog steeds ac tief in duels om de hoogste eer. Zowel Ledair als Andreiko zijn er niet meer en Sljbrands heeft er de voorkeur aan gegeven om inciden teel nog eens een minder sterk bezet toernooi te spelen; het echte grote werk laat hij jammer genoeg nog steeds links liggen. We zijn hem alleen maar dankbaar voor de vele publicaties 3 Een van de meest tragische spe lers uit de schaakgeschiedenis is de Russische grootmeester Leonid Stein geweest. Niet, omdat hij zoals dat heet „te vroeg gestorven is", maar omdat zijn hele carrière ls verknoeid door de meest absur de reglementen. 8teln die betrek kelijk laat met schaken was be gonnen, maakte aan het eind van de jaren vijftig een stormachtige ontwikkéling door. die hem al snel bij de wereldtop deed belanden. In 1962 mocht hij ln Stockholm aan het interzonale toernooi deelne men. Om zich te plaatsen, moest hij bij de eerste zes eindigen. Sa men met Gligoric en Benkö werd hij inderdaad zesde, maar toen trad er een vreemde Fide-regel in werking. Er was. om combinevor ming te verhinderen, bepaald dat slechts drie landgenoten naar het kandidatentoernooi mochten doorgaan. Stein was achter Pe trosjan, Geiler en Kortsjnoj de vierde aankomende Rus en viel zodoende uit de boot. Wel won Stein kort daarop een driekampje met Benkö en Gligoric, maar daarin had hij om zijn eigen tra giek nog eens te benadrukken, al leen voor spek en bonen meege daan. Twee jaar later herhaalde de ge schiedenis zich. In Amsterdam werd 8tein zesde, maar weer zaten er drie Russen voor hem en toen mochten Reshevsky en Ivkov. die zelfs onder hem waren geëindigd. uitmaken wie naar het kandida tentoernooi ging. Nog was voor Stein de agonie niet achter de rug, hoewel de Fide besloot de hele regel maar af te schaffen. In het interzonale toernooi van Sousse (1968) bleek tot afgrijzen van iedereen, dat Stein nu met Hort en Reshevsky een dubbelrondlg drie- kampje moest spelen om één plaats. Men gunde hem de door tocht naar de kandidatenmatches van harte en toen Stein ln de eer ste turn us Hort versloeg, leek er toch nog rechtvaardigheid op de wereld te bestaan. In de laatste partij van de laatste turn us nam Hort echter revanche. In een ver loren stelling wist hij Stein nog te „flessen" en daarop ging een la chende Reshevsky, die alles remi se had gespeeld, verder. In 1973 stierf Stein 39 jaar oud ten gevolge van een hartaanval. Hij was een groot speler, origineel, een echte vertegenwoordiger van hy- perdynamische Russische school. Keene noemde hem „the master of the attack". Kortgeleden is er in de SowjetrUnie een biografie over hem verschenen, geschreven door Gufeld en Lazerew Daaruit de nu volgende partij. Wit: Lutikov. Zwart: Stein (1964). I. e2-e4 e7-e5 2. Pfl-f3 Pb8-c6 3. Lfl-b5 a7-a6 4. Lb5-a4 Pg8-f6 5. 0-0 Lf8-e7 6. Tfl-el b7-b5 7. La4-b3 0-6 8. c2-c3 d7-d6 9. h2-h3 Pf6-d7 10. d2-d4 Lc8-b7 (De theorie geeft aan 10. Pb6 of 10. LI6, maar Stein heeft zo zijn eigen ideeën). II. Pbl-d2 Pc6-a5 12. Lb3-c2 c7-c5 13. Pd2-fl (Het thematische 13. d5 wordt met 13. f5! beantwoord). 13. c5xd4 14. c3xd4 Ta8-c8 15. Pfl-e3 f7-g€ 16. Pe3-g4 h7-h5! 17. Pg4-e3 e5xd4 18. Pf3xd4 Le7-f6 19. I A IOTA® «B ifl it Wt Ia lift e bas A Pd4-f3 (Minder sterk was: 19 Pf5 gf5x 20. Pf5x Tc5! 21. Dh5x Tf5x 22 Df5x Pe5 en zwart doorstaat de storm, maar 19. b3 gaf wit een langdurig voordeel). 19. Pa5-c4 20. Pe3xc4 b5xc4 21. Pb3-d4 Tf8-e8 22. b2-b4? (Speculeert op 22 bc3x, maar zwart heeft aanzienlijk beter). 22. d6-d5! 23- Tal-bl d5xe4 24. Le2-a4 Te8-«7 25. Lcl-e3 Pd7-e5 (Wit is er al erg aan toe. maar de manier waarop Stein te werk gaat, is niet voor iedereen weggelegd). 26. b4-b5 a6xb5 27. Pd4xb5 Pe5-d3 28. Tel-e2 Tc8-a8 29. Pb5-a7 Dd8-c7 30. Tbl-b6 Te7- e6 31. Pa7-b5 Zie diagram I 31. Dc7xb6! (Dit dameoffer is de inleiding van een hardhandig slotspel) 32. Le3xb6 Te6xb6 33. Pb5-c7 Ta8xa4! (De uiteindelijke pointe: wit moet wel op de verwik kelingen ingaan). 34. Ddl-a4+ Tb6- blt 35. K(l-h2 Lf6-e5t 36. *2-g3 e4- e3! (Dreigt onder alles door ook nog eens mat op hl. De witte da me is volstrekt machteloos tegen de zwarte lopers). 37. f2-f3 Lb7xf3 38. Da4-e8t Kg8-g7 39. Pc7-e6t K(7-f6! (Zwart omzeilt een laatste grapje: 39.e6x 40. De7t Kh6 41 Df8+ Lg7 42. Df3x) 40. Te2-g2 (De enige manier om het mat te voor komen). 40. Pd3-f2! Zie diagram n En dit was de slotstelling, want wit gaf het op Er hielp werkelijk niets meer: 41. Dd8+ Ke6x 42 De8+ Kf6 43. Dh8+ Kf5 44 Dc8* Kg5 45. Dd8+ Kh6 46. Tgl Pg4+!' 47. hg4X Tb2+ 48. Kh3 hg4X 49 Kh4 Th2 mat! Het is toch werke lijk iets bijzonders om zo een par tij te mogen winnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 22