In Polen is de oorlog alom tegenwoordig NSDAG 29 JULI 1980 Eén dag in het jaar viert Polen de bevrijding van het fascisme, maar het land heeft zo zeer van de oorlog geleden dat de herinnering eraan het hele jaar door levend wordt gehouden. De bloemen bij de vele monumenten en gedenktekens zijn steeds vers. Polen heeft kort na de oorlog grote volksverhuizingen gekend en het hele land is een stuk naar het Westen opgeschoven. Ook dat heeft veel wonden nagelaten, die nog steeds niet zijn geheeld. door Koos van Weringh Op een gebouw aan de Marszal- kowska, de brede boulevard-ach- tige hoofdstraat van Warschau, laten twee mannen voorzichtig rode borden met witte opschrif ten aan lange touwen naar bene den zakken. Een voorbijganger aan wie ik vraag wat de Poolse tekst betekent die in gedeelten naar beneden komt zegt: „Vijfen dertig jaar na de bevrijding van het Hitlerfascisme". Op straat neemt een derde man de borden in ontvangst en plaatst ze op een vrachtauto. Als het karwei ge klaard is komen de twee mannen ook naar beneden. De vrachtauto met de borden verdwijnt hobbe lend uit het gezicht. Het is zaterdag 10 mei als ik dit tafereel gadesla, één dag na de viering van de vijfendertigste bevrijdingsdag. Het lijkt erop dat Polen overgaat tot de orde van de dag. Het feest is weer geweest, de borden zijn weggehaald en het duurt weer een Jaar voordat het negen mei is en de bevrij ding van het fascisme moet worden ge vierd. Dat lijkt echter maar zo, want in Polen is de oorlog alom tegenwoordig. De televisie heeft de vorige avond beelden laten zien van de oorlogsjaren: de opruk kende Duitse legers, de aangerichte ver woestingen, de terugtrekkende Duitse en oprukkende Russische legers, de aange richte verwoestingen, eindeloze stoeten vluchtelingen, de bevrijding. Moe van al die beelden, die ik een paar dagen tevoren ook uitvoerig op de Nederlandse televisie gezien heb, probeer ik op mijn hotelkamer een radiostation te vinden waar troostrij ke muziek uit klinkt. Het eerste station dat ik indruk biedt de stem van Hitier. „Es lebe das Deutsche Volk!", schreeuwt hij. De radio brengt eveneens een documen taire over de oorlog. Wat de Poolse stem zegt kan ik niet verstaan, maar dat is ook niet noodzakelijk om de uitzending te kunnen volgen. Geluiden van overtrek kende vliegtuigen, exploderende bommen «n bulderende kanonnen behoeven geen commentaar. Het in een militaire cadans gescandeerde „Gott-mit-uns-Gott-mit- uns" begrijp ik ook zo wel. Fragmenten in het Duits en Pools wisselen elkaar af.' Duitse nieuwsberichten van eind 1945 melden dat de „Festung Breslau" nog steeds helfhaftig stand houdt tegen het rode leger, maar via de radio komt ten slotte ook de bevrijding, getuige het mas sale gejuich aan het einde van de docu mentaire. Polen is verlost van het fascis me, maar de oorlog, dat is de overheersen de indruk van een bezoek aan het land, is nog steeds niet voorbij. Antisemitisme Eigenlijk begon het al op Schiphol. Het vliegtuig vertrekt met een uur vertraging ♦n tijdens het doelloze wachten waaruit let gaan vliegen grotendeels bestaat, raak lx aan de praat met een Amerikaanse mevrouw van, schat ik, een jaar of zestig. Ze is in Polen geboren, maar in de jaren dertig met haar ouders naar de Verenigde Staten vertrokken vanwege het toene mende antisemitisme. Haar vader nam Hitier serieus, zegt ze. Nu ze ouder wordt wil ze toch nog een keer kijken hoe het in Polen is. Ze raakt tamelijk opgewonden als ze een groep van zo'n twintig Amerika nen ziet aankomen, die een soort bidpren tje in het knoopsgat dragen. Het blijken uit Detroit afkomstige rooms-katholieken te zijn, van Poolse afkomst, die ook met het vliegtuig naar Warschau gaan. „De Poolse rooms-katholieken, dat waren de ergste antisemieten", zegt ze furieus tegen mij. Ik vertel haar dat ik het boek van Ouenter Lewy, „De Rooms-Katholieke Kerk en Nazi-Dultsland" jaren geleden eens gelezen heb, waaruit blijkt dat die kerk zich behoorlijk gecompromitteerd heeft in die tijd. De foto in dat boek van een paar Berlijnse geestelijken die de Hit lergroet brengen zie ik trouwens voor me. Eenmaal in het land van bestemming aan gekomen zullen de verwijzingen naar de periode van de oorlog alleen maar sterker worden. Polen heeft buitengewoon geleden onder het oorlogsgeweld en het is dan ook be grijpelijk dat daar, voor iedereen zicht baar, aan herinnerd wordt. De oorlog mag niet vergeten worden en in het straatbeeld gebeurt dat ook bepaald niet. Op het plein bij de opera staat het reusachtige monu ment voor de Helden van Warschau, een vrouwenfiguur met een geweldig zwaard waarmee de vijanden vernietigd zijn. In het uurtje dat ik even terzijde op een bank zat te lezen wordt aan een paar honderd kinderen, twaalf-dertienjarigen die keurig twee aan twee zijn komen aanlopen, tekst en uitleg gegeven. De meesten van hen maken enige aantekeningen, sommigen proberen een schetsje van het beeld te vervaardigen waarbij ze met een kenners blik om het monument heenlopen. Een begeleider, die een beetje Duits spreekt, vertelt mij dat de kinderen een opstel moeten schrijven over het thema oorlog en bevrijding. Dat gebeurt in wedstrijd- vorm, het gaat erom wie het beste opstel maakt Verse bloemen Kleine monumenten, meestal een beschei den gedenkteken met een vaasje bloemen ervoor, kom Je in verschillende straten tegen. Zij herinneren aan incidentele ge beurtenissen, zoals de plaats waar een verzetsstrijder neergeschoten of een ande re gruweldaad door de Duitsers bedreven is. De bloemen zijn steeds vers, dat valt mij op. In kerken en andere gebouwen treffen we bijna steeds foto's aan van hoe het in mei 1945, toen de oorlog pas voorbij was, eruit zag. Dat zijn de bekende foto's van zwart geblakerde bouwwerken, die als skeletten tegen elkaar hangen. Die beelden uit het verleden laten ook zien hoeveel in Polen moest worden opgebouwd. En dat is ook gebeurd, dat zie je als Je rondloopt. Een deel van de oude stad van Warschau is steen voor steen en straat voor straat in de oorspronkelijke staat teruggebracht. Dat is ook het geval in Wroclaw, het vroegere Breslau. De universiteitsgebouwen daar zijn prachtig gerestaureerd, ook de muur schilderingen. De Duitse legers hebben in deze stad, onder leiding van een fanatieke SS-gene- raal, het langst gevochten. De fragmenten uit de Duitse nieuwsberichten die ik een paar dagen eerder in de documentaire voor de radio hoorde gewaagden van het heldhaftig standhouden van de „Festung Breslau". Dat betekende in werkelijkheid dat die stad voor driekwart aan de ver woesting prijsgegeven is. ,Leeg opgeleverd' Monumenten en foto's vormen de zichtba re herinneringen aan het nabije verleden, maar veel meer indruk maken de nlet- zlchtbare herinneringen, die in de hoofden van de mensen bewaard worden. De Ame rikaanse Joodse mevrouw, die ik op Schiphol trof, gaat nog één keer naar haar geboorteland terug om na te gaan of het beeld dat zij heeft nog met de werkelijk heid van nu overeenstemt. Dat zal haar tegenvallen, want de oorlog heeft alles veranderd, zeker in dat deel van Europa. Hoe de grenzen in Oost-Europa na 1945 verlegd zijn weet ik in grote lijnen wel. maar de gevolgen daarvan heb ik mij nooit zo gerealiseerd. Polen is een stuk naar het Westen opgeschoven, de „West- verschiebung" heet dat. Het oostelijk ge deelte van Polen, van Wilna in het Noor den tot Lemberg in het Zuiden, behoort nu tot de Sowjet-Unie. De mensen die er woonden, enige miljoenen, zijn verplaatst naar wat nu West-Polen, maar in 1945 nog Duitsland was. De Duitsers op hun beurt zijn ook opgeschoven naar het Westen, de meesten zullen in de DDR wonen, terwijl ook velen, bang voor de Russen, naar de Bondsrepubliek gegaan zullen zijn. West- Polen is bij wijze van spreken, „leeg opge leverd" voor de OostrPolen. Op een morgen dat ik geen enkele univer sitaire verplichting heb loop ik een eind langs de rivier die dwars door Warschau stroomt, de Vistula. Ik heb een stapel kranten gekocht en hoop ergens een plek je te vinden waar ik die kan doorlezen. Dat lukt en ik verdiep mij in een nummer van „Neues Deutschland", het officiële orgaan van de partij in de DDR. Ik heb de krant van 9 mei. Op de voorpagina staat een uitvoerige verklaring van de partijlei der en de voorzitter van de ministerraad, Erich Honecker en Willi Stoph. Zij bieden hun gelukwensen aan hun Russische col lega's Breznjew en Kosygln aan „naar aanleiding van de vijfendertigste verjaar dag van de overwinning van de Sowjet- Unle in de grote vaderlandse oorlog en de bevrijding van het Duitse volk van het fascisme". Ik lees ook nog dat het Sowjet- volk met het neerslaan van de fascistische agressor, n& de grote Oktoberrevolutie, de belangrijkste wereldhistorische daad ver richt heeft. In Poolse, Tsjechische en Hongaarse kranten, die ik helaas niet kan lezen, staan hoogstwaarschijnlijk precies zulke artikelen. De Oosteuropese landen, inclu sief de DDR, dat toch een omvangrijk gedeelte van Hitlers voormalige rijk om vatte, wordt geen enkele verantwoorde lijkheid genomen voor de gebeurtenissen tussen 1933 en 1945. In dat land heerst kennelijk de visie dat alle natlonaal-socia- listlsten en alle soldaten die Rusland bin nenvielen en ook al die andere landen bezet hebben, afkomstig zijn uit die stre ken van het vroegere rijk die nu tot de Bondsrepubliek behoren. Dat is ook een visie natuurlijk. Broedervolk Waarschijnlijk omdat ik in een Duitse krant zit te lezen word ik aangesproken door een Duitssprekende heer, die zich met een gezelschap ook aan de rivier bevindt. Hij zegt vriendelijk goedendag, vraagt waar ik vandaan kom en kijkt enigszins verbaasd als blijkt dat dat niet de DDR is. Ik heb niet naar de reden van zijn verbazing gevraagd, misschien is het omdat ik in „Neues Deutschland" zit te lezen. Wij raken in gesprek en hij vertelt het volgende. Hij is afkomstig uit de buurt van Stettin, een stad ten oosten van de Oder, die na de oorlog bij Polen kwam en nu Szczecin heet. Als soldaat vocht hij in Polen, geruime tijd in Warschau. „Wij hebben ons uiterste best gedaan," zegt hij, „deze stad met de grond gelijk te maken." Met armgebaren probeert hij aan te geven hoe diep de brug over de Vistula, waar wij vlak bij staan, aan het eind van 1943 in het water hing. Na de oorlog, als hij na vele omzwervingen weer thuis is, moet hij zijn woonplaats verlaten en komt in de buurt van Leipzig terecht. Nu is hij een burger van de 'DDR en zijn de Polen zijn broe ders, maar het gebied waar hij geboren en getogen is is taboe voor hem. „Het is één grote waanzin," constateert hij bitter. De Polen gedragen zich ook lang niet altijd als behorend tot een broedervolk, maar dat kan hij billijken, gezien de ellende die Duitsland over hen gebracht heeft. Mis moedig voegt hij zich weer bij zijn gezel schap Mijn opmerking dat het goed is dat de Duitse macht gebroken is draagt, ge loof ik, weinig tot zijn gemoedsrust bij. Hoewel de landen van het Warschau-pact regelmatig officieel laten weten solidair met elkaar te zijn kan op individueel niveau menige anti-DDR-opmerklng wor den vernomen. De Duitsers uit de DDR worden als méér-dan-honderd-procent- communisten omschreven, ze zijn dogma tisch en fanatiek. Een Pool, die naar de DDR reist wordt bij de grens precies zo gemaltraiteerd als een reiziger uit het Westen vertelt iemand. HIJ ging een keer naar de Bondsrepubliek en is toen door TsjechoslowakiJe gereden, daar heb Je weinig last. Een ander verhaalt met af schuw van een congres, waar de officiële talen het Engels, Frans, Duits en Russisch waren en de DDR-geleerden hun lezingen in het Russisch hielden. Zo is aan verschil lende dingen te merken, dat het oud zeer tussen Polen en de DDR zich dagelijks vernieuwt. Tegen het eind van mijn verblijf moest ik, dat stond op het programma, nog een college geven in Wroclaw, een stad die ligt in de gebieden die door Franz Josef Strauss nog altijd als de „Ostgebiete" worden omschreven. Een tweemotorig vliegtuigje van de LOT, de Poolse lucht vaartmaatschappij, vliegt er een uur over, vanaf Warschau dan. Wroclaw, het vroegere Breslau, is zo'n Duitse stad, met in het centrum hoge, strakke gebouwen, betrekkelijk smalle straten en besloten pleinen. En allemaal gerestaureerd. De mensen die er wonen komen van elders, voornamelijk uit Oost- Polen, dat nu tot de Sowjet-Unie behoort. Een ruim zestigjarige mevrouw, werk zaam aan de universiteit, vertelt dat zij uit Lemberg komt, dat nu Lwow heet. Bij het horen van de naam Lemberg moet ik altijd aan de schrijver Joseph Roth den ken, die daar in de buurt geboren is en in die stad naar het gymnasium ging. Ik vraag haar of ze wel eens van Roth ge hoord heeft en dat blijkt het geval te zijn. Ze noemt een paar van zijn boeken, ze is zelfs op hetzelfde gymnasium geweest. Ze vertelt op mijn verzoek het één en ander van die stad en de omgeving en hoe het daar voor de oorlog was. Ik heb er veel over gelezen en menig fotoboek heb ik doorgebladerd om mij een beeld te kun nen vormen, maar een ooggetuige ont moeten gebeurt niet elke dag. Zij is gebo ren in de laatste nadagen van de Oosten rijks-Hongaarse dubbelmonarchie en nog enigszins opgegroeid in de culturele tradi ties die daarbij hoorden. Na de Eerste Wereldoorlog werd het een Pools gebied en na de Tweede Russisch. Hoewel ze in Polen woonde en ook nog steeds in Polen woont is zij haar vaderland kwijtgeraakt. Ze maakt er het beste van, maar toch is het daar het gemis, dat het onmogelijk is terug te gaan. De gesprekken met de Duitse ex-soldaat en de mevrouw uit Lemberg hebben mijn inzicht in de eigentijdse geschiedenis niet vergroot. Of misschien ook wel. De politie ke beslissingen die na de oorlog genomen zijn kunnen door iedereen die dat wil in de boeken nagelezen worden Als het een goed boek is staat op fraai ingekleurde kaarten hoe de „Westverschiebung" in Polen in haar werk gegaan is. De grenzen zijn een eind verlegd, veelal op gronden die politiek begrijpelijk zijn. De vrees van de Sowjet-Unie voor het Duitse revanchis- me zou aanzienlijk groter zijn als er nog steeds één Duitsland was. Van twee van die na-oorlogse volksverhui zingen in het midden van Europa heb ik één deelnemer gesproken: een uit Duits land verdreven Duitser en een uit Polen verdreven Poolse. De tweede woont nu in het gebied dat de eerste heeft moeten verlaten. Beiden verlangen naar iets dat niet meer kan: terug naar hun geboorte land. De geschiedenis heeft hun geboorte land opgeheven, maar langs de verscho ven grenzen bloeit het heimwee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 9