Buti: Klare taal of anders de banden verbreken Psalmen zingen aan het strand van Muiderberg Trouw UIT DE KERKBLADEN Is er geen condoleren? VANDAAC, VOORBUGANGC Zoektocht in Tsjaad naar zendelingen Hagia Sofia word weer gebedsplaats ZATERDAG 19 JUtl 1980 KERK TROUW/KWARTET door A. J. Klei Er bestaan mensen, zo heb ik tot mijn niet geringe ontsteltenis gemerkt, die bij 't vernemen van het woord „réveil" denken aan A. van Agt en niet aan A. Capadose. De heer, met wie ik op een receptie aan de praat raakte, was er zo eentje. Hij blonk van calvinistische zekerheden en het leek me verstandig, niet over kerk of politiek te beginnen. Daarom vertelde ik dat ik bezig was een mooi boek te lezen over het Réveil, geschrevendoor mr B. de Gaay Fortman, de De ander viel me schamper lachend in de rede. Of ik hem soms aanzag voor iemand, bij wie je kon aankomen met een tegen Van Agt gericht geschrift van linkse Bas van de PPR' Ik wees hem er op dat hij, indien hij me had laten uitspreken, geweten zou hebben dat ik het had oyer de grootvader van de door hem bedoelde De Gaay Fortman. Voorts legde ik hem het verschil uit tussen het door de huidige premier nagestreefde ethisch ontwaken en de opwekkingsbeweging in de vorige eeuw, die als „Het Réveil" te boek staat en waaraan de namen van Groen van Prinsterer, Da Costa, De Clercq, Heldring en Capadose verbonden zijn. Als ik nog even mag doorgaan met mijn blijkbaar niet overbodige uitleg: zij en andere voorname en vrome Amsterdammers en Hagenaars bewogen zich op kerkelijk, maatschappelijk en filantropisch terrein en de sporen van hun werk zijn vandaag nog aan te wijzen in, wat toen genoemd werd, inrichtingen van barmhartigheid Dat ze soms wat erg veel over hun ziel tobden, moeten we de mannen van het Réveil maar vergeven: ze hadden er de tijd (en het geld) voor. Maar nu dat boek van mr. B. de Gaay Fortman 1884-1961Het gaat hier om een bundeling van opstellen, die hij in de jaren dertig schreef over „Figuren uit het Réveil" (dit is ook de titel van het boek) en die verzameld en opnieuw uitgegeven zijn ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Stichting Het Réveil-Archief. Bij de oprichting daarvan was mr. De Gaay Fortman nauw betrokken. Zijn naam stond onder de circulaire, die in juni 1930 de deur uitging en waarin over de stichting te lezen viel dat deze ..zich allereerst ten doel stelt het bijeenbrengen en bewaren van brieven en andere geschriften die op het Réveil betrekking hebben. De nu voor ons liggende eenentwintig opstellen van mr. De Gaay Fortman worden voorafgegaan door een uitvoerig levensbericht, dat mr. W. F. de Gaay Fortman van zijn vader geeft. De toon van dit belangwekkend stuk is me afgemeten genoeg en spijtig is dat de heer De Gaay Fortman het heeft over „Geelkerkenkwestie" in plaats van: de kwestie-Geelkerken. Ook verzuimt hij te melden dat dominee Schot met een meisje Pierson was getrouwd. maar nu zijn mijn aanmerkingen op. Omdat hij liever geen leraar wilde worden, ging Bastiaan de Gaay Fortman in 1902 geen geschiedenis, maar rechten studeren. Hij heeft echter, getuige deze omvangrijke bundel, als „liefhebber" veel en met toewijding aan geschiedschrijving èn aan het daaraan verbonden onderzoek gedaan. Zijn verhandelingen hebben alle gemeen, dat ze toegankelijk en levendig zijn geschreven. Mr. De Gaay Fortman doet tegen abonnees van het weekblad Timotheüs niet neerbuigend-eenvoudig noch tegen afnemers van een lustrumuitgave van historici gewichtig- geleerd en dit getuigt van grote zorgvuldigheid jegens iedere lezer Die zorgvuldigheid spreekt ook uit de manier, waarop hij de door hem uit archieven of brievenverzamelingen opgediepte gegevens verwerkt tot een boeiend geheel. Zonder te romantiseren ziet hij toch telkens kans. treffende details naar voren te halen en zo komen we aan de weet dat Capadose. die trouwens nooit benauwd was iets als zondig aan te wijzen, ook de gemakkelijke fauteuils van de grafelijke familie Van Hogendorp veroordeelde, en dat Da Costa met de zeepzieder Bastiaan Heykens aan het strand van Muiderberg psalm 148 heeft aangeheven. Bij deze laatste bijzonderheid tekent mr De Gaay Fortman aan: „Dat is. meen ik, niet meer van dezen tijd." Hij schreef dit in 1939 en ik kan het hem ruim veertig jaar later nazeggen. Een paar van mijn collega's wonen in Muiderberg en hoewel zij een ordentelijk leven leiden, bleken zij bij navraag nimmer psalmen te zingen aan het strand. Nu vraagt misschien een wakkere lezer: kenden Da Costa en Heykens psalm 148 uit het hoofd en hadden ze geen moeite met de nogal onbekende wijs? Ik denk dat zij, al of niet uit 't hoofd, de woorden gezongen hebben op een vertrouwde melodie van een gezang. Dat deden ze in die tijd en in die kring wel meer. Deze wijsheid haal ik uit het andere boek, dat bij de vijftigste verjaardag van het Réveil-archief verscheen: „Aspecten van het Réveil". Daarin staat een opstel van dr. A. C. Honders over: „Het Réveil en het lied" en uit diens naspeuringen werd duidelijk, dat de mensen van het Réveil wel eens wat rommelden met de psalmmelodieën. Overigens vind ik dat de heer Honders geen praatjes moet verkopen over het taalgebruik van Hasebroek, zolang hij zelf nog „meerdere" schrijft als het „verscheidene" moet zijn, en het heeft over de „1773-berijming" als hij de berijming van 1773 bedoelt „Aspecten van het Réveil" biedt een aantal nieuwe historische bijdragen over (figuren uit) het Réveil; ze vormen de vrucht van voortgaande studie en onderzoek. Ik ga in deze aankondiging geen opsomming geven, ik streep (na dat van dr. Honders) nog twee onderwerpen aan: „Marinus Cohen Stuart 1824-1878), een remonstrant in het Réveil", behandeld door de Dordtse remonstrantse predikant E. H. Cossee, eri „Het Nederlands Réveil en het zogenaamd darbisme", door dr. W. J. Ouweneel, zelf darbist en vooral bekend via de EO. Het Réveil-archief is niet eenkennig en deze feestbundel zeer verschelden. Omdat niet iedereen (meer) weet wat het Réveil is, zal ook niet iedereen op deze verrukkelijke jubileum-uitgaven afvliegen. Toch waag ik het er op. ook buiten de kring van rechtstreeks geïnteresseerden aandacht voor deze boeken te vragen, omdat een niet gering deel van onze tegenwoordige kerkelijke en maatschappelijke discussies zijn wortel vindt in wat door de mensen van het Réveil gedacht en gedaan werd. 'Nog een paar bijzonderheden. Beide boeken zijn voorbeeldig uitgegeven door Kok te Kampen en beide kregen een Ten geleide mee van de huidige secretaris van het Réveil- archief dr. P. L. Schram, bij mijn weten de enige persoon in ons land die onderhoudende voorwoorden kan schrijven. „Figuren uit het Réveil" telt 469 pagina's, het uitvoerige personenregister meegeteld, bevat naast de titelpagina een foto van mr. B. de Gaay Fortman (wiens pennevruchten ongewijzigd, dus ook in de oorspronkelijke spelling, opgenomen zijn) en kost 79 gulden. „Aspecten van het Réveil" werd geredigeerd door de kerkhistorici dr. J. van den Berg, dr P. L. Schram en dr. S. L. Verheus; het boek is geïllustreerd, telt 273 pagina's, inclusief het personenregister en de gegevens over de medewerkers, en kost 45 gulden. Na 1 september kosten deze boeken een tientje meer. door Hennie Serfontein JOHANNESBURG Ds. Sam Buti, de scriba van de kerk van de zwarte gereformeerden in Zuid-Afrika (de „nederduits gereformeerde kerk in Afrika"), is van mening, dat zijn kerk de relatie met de blanke NG kerk moet verbreken, wanneer de laatste de apartheid blijft steunen. Hij zei mij dit in een interview over de snel slechter wordende verhoudingen tussen de blanke en de zwarte kerk. Buti deed een scherpe uitval naar de blanke kerk, die hij ervan beschuldig de dat zij haar grote financiële macht misbruikt om predikanten die kritiek leveren op de regering, tot zwijgen te brengen. Ook zei Buti mij. dat de veiligheidspolitie betrokken is in een subtiele strategie om bepaalde domi nees onder druk te zetten. Dit interview volgt op Buti's brief, waarin hij bekend maakte niet naar de gereformeerde oecumenische sy node (GOS) te gaan. die deze weken in Nimes (Frankrijk) vergadert. Dit hoewel Buti zelfs in het bestuur van de GOS zat Geld Hij bevestigde mij, dat hij dergelijke vergaderingen niet meer wil bijwonen vanwege de aanwezigheid van de blanke NG kerk, omdat deze kerk in. Zuid-Afrika zelf een werkelijke ont- waarin opgenomen: De Rotter dammer, met Dordts Oagblad, Nieuwe Haagse Courant met Nieuwe Leidse Courant Uitgave: Trouw/Kwartet BV Hoofdredacteur Jenze Tamminga Directeur mg. O. Postma HOOFDKANTOOR Postbus 859 1000 AW Amsterdam Wibautstraat 131 Amsterdam lel 020-913456 telex 13006 Rekeningnr 23 00 12 574 REGIO ROTTERDAM/DORDRECHT Postbus 948 3000 AX Rotterdam tel 010-115588 (abonnementen en bezorging) tel. 010-115588 (redact») - tet 115700 (uitsluitend voor advertenties) Westblaak 4 Rotterdam REGIO OEN HAAG/LEK3EN Postbus 101 2501 CC Den Haag tel 070-469445 (abonnementen en bezorging) tel 070-469445 (redactie) tel 070-468864 (uitsluitend voor Parkstraat 22 Den Haag REGIO NOORD/OOST-NEDERLAND (abonnementen en bezorging Postbus 3 8000 AA Zwolle tel 05200-17030 Melkmarkt 56 Zwolle Abonnementsprijzen: Per maand 16.98 Per kwartaal 50.95 Per half jaar 101.90 Per jaar 201.60 Advertentietarieven op aanvraag Telefonische abonnementenop drachten (zie adressen boven) Opgave lamiliebenchten 9-19 30 van maandag i/m vnjdag. Op zondag van 18-20 uur tetof 020- 913456 Opgave nvrn-advenenties tel 020-936868 of schnftekjk aan Mim-Adv afdeling, postbus 433 1000 AK AMSTERDAM Adreswijzingen uitsluitend schrit- teli|k aan onze Amsterdamse moeting met de zwarte kerken op alle niveaus uit de weg gaat. Buti bestreed volledig de beweringen van de „verligte" dr J. H. P van Rooyen, voorzitter van de zendings commissie van de ring Johannesburg van de blanke NG kerk. In een brief aan de pers, vorige week, ontkende Van Rooyen, dat de NG kerk of de ring Johannesburg om politieke rede nen financiële druk zouden hebben uitgeoefend op ds. Buri en zijn ge meente Alexandra In november vorig jaar dreigde de nng de steun aan de gemeente Alexandra stop te zetten omdat de kerkeraad geen verslagen instuurde over ds. Buti's werkzaamheden. Buti zei mij dat hem al twee jaar geleden in een gesprek met de ring was ge zegd, dat zijn „politieke uitspraken" tot gevolg hadden, dat blanke kerkle den geen geld meer voor de zending willen geven. Van Rooyen was daar bij tegenwoordig. „Het was duidelijk, dat mijn zogenaamde politieke uit spraken mee betrokken waren in de zaak van de blanke steun aan de zwarte kerk." aldus Buti. „Waarom stelde de ring Johannes burg na achttien jaar de voortzetting van de ondersteuning ineens afhan kelijk van het uitbrengen van een verslag? Ik kan het alleen maar zien als politieke druk. Het is een onder deel van de totale druk van de blanke kerk op de zwarte NG kerken." Gezond Ds. Buti zei dat zijn kerkeraad had besloten geen financiële hulp meer te aanvaarden Dit nadat de ring schrif telijk had laten weten, dat verdere steun alleen gegeven zou kunnen worden na een verzoek daarom van de gemeente Alexandra. Buti: „Waar om eisen zij nu ineens van ons een aanvraag om steun, terwijl zij ons achttien jaar automatisch gesubsidi eerd hadden?". Zijn kerkeraad heeft de blanke ring geadviseerd, het geld voor andere doeleinden te gebruiken of anders aan de kerkleden terug te geven. De gemeente Alexandra stelt alleen nog prijs op „gezonde verhou dingen" met de ring, „zonder de hin derpaal van een subsidie". Over de verhouding tussen de blanke NG kerk en de drie niet-blanke (zwart, indiër en kleurling) zei Buti: „De afgelopen tien jaar hebben wij in ontelbare conferenties en synodes in Zuid-Afrika en daarbuiten de apart heid aan de orde gesteld. Maar zij hebben ons nooit serieus genomen. Nu is het ogenblik gekomen, dat wij het nutteloos vinden om nog verder met hen te praten, en nu worden ze ineens wakker." Hij noemde de houding van de voor zitter van de blanke kerk, dr. E. P. J. Kleynhans, na de besprekingen van maart dit jaar In Pretoria, typerend. De kerken waren tot een zekere over eenstemming gekomen. Uitdrukke lijk was afgesproken, dat niemand commentaar zou geven, maar Kleyn hans gaf toch in het openbaar zijn mening en wel op zo'n wijze, dat hij evident verkeerd weergaf wat er ge beurd was. vier NG kerken). De beslissing is nu aan de blanken. Ik en andere zwarten zijn alleen bereid om weer te praten, wanneer de blanke kerk over de apartheid wil praten en ons eindelijk een antwoord geeft op de vraag, of zij apartheid steunt of.niet. De tijd voor vage resoluties, die zeggen dat de zaken waarover wij gesproken heb ben verder in studie zullen worden genomen, ls voorbij. Wij willen nu klare taal. De tijd ls voorbij, dat wij samenkwamen en eikaars harten ver warmden en vervolgens weer apart uiteengingen de heerser terug naar zijn aparte wereld en wij, de overheer sten, naar onze getto's." Buti ontkende, dat hij en andere „ra dicalen" van de Broederkring (een predikantenorganisatie van t}e drie zwarte NG kerken) plannen maken om zich af te scheiden en een nieuwe kerk te stichten. „Wel praat de Broe derkring over de consequenties van de synode-uitspraken van de drie zwarte NG kerken, dat er één verenig de nederduits gereformeerde kerk moet komen. Iets dat de blanke kerk heeft afgewezen." „Ik ben niet bang om te spreken. Omdat men weet dat de dingen zul len en moeten veranderen in de toe komst. Nu weten wij allemaal, dat Muzorewa in Zimbabwe geen toe komst had." Buti opperde de idee, dat de predi kanten parttime werk moeten gaan zoeken om zo financieel onafhanke lijk te worden van de blanken. Hij herhaalde zijn eerder gedane uit spraak, dat sommige zwarte domi nees op subtiele wijze door de veilig heidspolitie onder druk gezet worden. „Er zijn sommige predikanten onder wie ook ikzelf, die zogenaamde vriendschapsbezoekjes hebben ge kregen van de veiligheidspolitie. Zij kregen de raad, bij moeilijkheden contact met de politie op te nemen. Hun werd ook gevraagd om Informa tie over kerkelijke zaken in het alge meen. Dat is ons werk niet, de veilig heidspolitie te helpen. Ons werk is het evangelie te verkondigen en te ADVERTENTIE Bang Voorbij Het is de blanke kerk, die de commu nicatie heeft verbroken, zei Buti. „Ik ben niet langer geïnteresseerd in plichtmatige besprekingen met de blanke kerk. Ik kom ook niet meer op de bijeenkomsten van de federale raad (het paraplu-lichaam voor de Buti bestreed ook, dat de zwarte ker ken verdeeld zijn in radicale en con servatieve kerkleden. „De verschillen zijn niet principieel. De zogenaamde conservatieven zijn meest mensen die bang zijn om de apartheid te bestrijden, omdat zij vrezen hun fi nanciële steun door de blanke kerk te verliezen." „Velen van onze zogenaamde zwarte tegenstanders hebben mij onder vier ogen gezegd: Sam Buti, wij zijn het helemaal met jouw aanvallen op de apartheid eens, maar als wij dat in het publiek zeggen, worden we finan cieel geruïneerd. Maar deze dominees zullen hun angst voor de regering en de blanke kerk wel gauw overwinnen. Want wat zullen de gewone kerkle den, en vooral onze Jeugd zeggen over drie jaar, als hun eigen predikanten blijven zwijgen?" Géén opgeschroefde „pelgrimsreizenvolgestopt met toe ristische humbug en vrome kitsch, die beledigend zijn voor je geloof én je gezonde verstand! ONTDEKKINGSTOCHTEN DOOR DE LANDEN VAN DE BIJBEL W6I TH eologlsch «erairtwoonle A reheologlich Interessants C ultoreel belangwekkend! I srael THACIR R elzan een boefend programma van individuele en geheel verzorgde groepsreizen naar: EGYPTE - ISRAËL - TURKIJE - GRIEKENLAND - ROME. THACIR-Reizen zijn zeker niet geschikt voor iedereen, maar wèl voor mensen, die niet van plan zijn om zich heidense knollen voor christelijke citroenen te laten verkopen! Kortom: THACIR biedt reizen met een eigen karakter1 Bestel nog vandaag onze uitvoerige brochure zonder kleine lettertjes bij: Oekumenlsche Relsstlchtlng „THACIR", Europalaan 14, 3844 AV HARDER WIJK. Telefoon: 03410-21989. (U mag ons ook 's avonds en op zaterdag bellen Wij zijn maar klein, daarom moeten we beter ons best doen!) Protestants Maastricht nam een arti kel over uit het blad van de Sint- Lambertusparochie in Maastricht van de hand van pastoor L. Dirix Telkens wanneer je de krant open slaat en de overlijdensadvertenties bekijkt (en wie doet dat niet?), valt het op hoe het in ontvangst nemen van condoleances op de achtergrond begint te raken. Steeds meer staat er aan de onderkant van de overlijdens advertenties te lezen: „Daar wij over tuigd zijn van uw medeleven, is er geen condoleren" Ik vind dit een trieste ontwikkeling. Als er geen gele genheid wordt gegeven tot betuiging van deelname in het verlies van een dierbaar familielid, als er geen con tact is met degenen die eventueel van hun medeleven willen getuigen. Hoe kun je dan zo overtuigd zijn van hun medeleven? Wordt dat zo maar ver ondersteld? Zonder gelegenheid tot condoleren geef je meelevende men sen geen gelegenheid je te sterken in het dragen van het verdriet. Je komt ze misschien naderhand wel tegen op straat, maar dan weten de mensen, die je hadden willen condoleren, geen raad met de houding die ze dan moe ten aannemen. Bovendien ben ik van mening dat het gelegenheid bieden tot condoleren een functie vervult in. het rouwproces, dat na elk sterfgeval zich bij de nabestaanden afspeelt. Je krijgt de overtuiging dat de vrienden en bekenden en familieleden, die niet tot de allernaaste familie behoren, je echt sterken en kracht geven in het verwerken van het verdriet. De erva ring leert hoe bemoedigend het con doleren kan werken. Of Je moet zo'n zwartkijker zijn dat je het allemaal maar poespas vindt en onecht. Maar dan zitten we er toch goed naast. Afgezien van het feit dat er altijd wel mensen zullen zijn die louter plicht matig komen condoleren, is er toch bij de grote meerderheid van de men sen die komen condoleren, een gevoel van eerlijk en echt medeleven. Het verdwijnen van dat mooie ge bruik dat condoleren heet, zie ik als een uiting van een levenshouding die in de dood een vreemde, ongewenste en ongepaste gast ziet. Zo wordt dan de dood. die toch al in de meeste gevallen uitbesteed moet worden aan een ziekenhuis, nog meer weggedron gen uit het leven. Maar hoe moet het dan met de rouw, met het rouwpro ces? Waar kan men zijn verdriet kwijt? Openbare rouw is uit de tijd. Zwarte voiles en dito mouwbanden ook. Op zich niet zo verdrietelijk, maar het wil wel zeggen dat de sa menleving geen ruimte meer biedt voor persoonlijk verdriet. Rouwen is privézaak en speelt zich af binnen de muren van het eigen home. De inter ferentie tussen binnen- en buiten kant, tussen huiskamer en buitenwe reld maakt het verwerken van rouw niet lichter. Ik weet: er zijn gevallen dat je geen gelegenheid tot condole ren künt bieden. Maar ik vind het ongezond als men zegt: „We kunnen er niet tegen", of: „Je staat zo voor aap", of: „Ik ben bang dat ik moet huilen". Maar is het dan toch niet zo, dat Je ook moet zeggen: „Waar tranen verboden zijn, verhevigt het leed". In de steek Ds. J. van der Klaauw in de Gerefor meerde Kerkbode voor Hoogeveen en omgeving: Tenslotte wil ik het met u hebben over de allerdiepste eenzaamheid n.L .bij het naderend levenseinde! Wat gaat er niet in een mensen-hart om, als hij helemaal alleen door het diep ste dal moet en komt weg te vallen uit de liefhebbende, zorgende handen van je geliefden! Wie zal ook maar bij benadêring beschrijven of peilen het gevoel van grote verlatenheid, leegte of eenzaamheid van de ongeneeslijk zieke, die heen en weer geslingerd wordt tussen bange vrees en laatste hoop? Hoe licht wordt zo'n terniinale patiënt in een nauw slop van een zaamheid gemanoeuvreerd! Moeten- wij. als wij het weten de waarheid zeggen, als Iemand niet meer beter kan worden? Soms wordt in zieken huizen, hoe goed bedoeld ook. gelo gen en bedrogen! En dan lopen die patiënten maanden rond met een bij na ondraaglijk vermoeden; en bij wie kan men dan zijn spanning kwijt of zijn hart luchten? Kunnen wij elkaar in die bangste nood in vertrouwen nemen of laten onze intimi op het meeste kritieke moment ons geeste lijk in de kou? Mogen we zo'n onge neeslijk zieke alleen laten vechten met zijn angst en eenzaamheid? Ik zie die vrouw nog naar mij toeko men. Haar man, middelbare leeftijd, had een bloedziekte. Onverwachts kwam zij in tranen het mij vertellen: Ds., ik heb het mijn man verteld, dat zijn einde nabij is! Ik kan niet langer komedie spelen! Ons leven lang heb ben wij nooit geheimen voor elkaar gehad of iets achter gehouden! Altijd waren we een open boek voor elkaar. Moet ik nu, Kterwijl zijn dagen geteld zijn, glashard liegen en mijn man een rad voor zijn goen draaien? Ik walg van Kmijn eigen toneelspel, ik kan dit niet Klanger opbrengen! Een ander geval was een man, die wel 25 jaar astmatische bronchitis had. het werd tot een dodelijke kwaaL Zijn vrouw wist het, maar hield het maan den voor zich, doch als een loden last, bijna niet meer te dragen. Plots zei haar man: ik heb kanker, ik kan het aan je gezicht zien! Want je loopt al die tijd zo bedroefd om mij heen en toch speel je al die tijd verstoppertje! Vertel mij nu maar, hoe het er voor staat! Toen vertelde die vrouw alles, wat ze al lang wist en het was, als of er een muur van verwijdering weg viel, de eenzaamheid smolt weg; ze had den elkaar terug in hun diepste nood en konden weer van hart tot hart spreken, nu ze elkaar zo hard nodig hadden. Uit die ervaringen vraag je je zelf af: Is soms die onzekerheid, met de beste bedoelingen, toch niet een loden last? Terwijl de betrokken zieke die angst in de ogen van zijn bezoekers peilt en dat vermoeden tussen de regels in de gesprekken opvangt, ook al wordt er hardop nog zo luchthartig omheen gedraaid! Zou dat de eenzaamheid niet veel groter maken! Als niemand de moed heeft om eens echt vertrou welijk met je door te praten, val je toch in een diep gat of overvalt je het wanhopige gevoel van in de steek gelaten te worden, terwijl je aller zwaarste strijd begint! Dement Wij blijven in dezelfde sfeer. Laura Reedijk-Boersma in Woord en Dienst over het contact met demente be jaarden: Daar zitten ze. de demente bejaar den, in hun „dagverblijf" op de „zie kenboeg". Ze zijn niet ziek en ze „ver blijven" hier niet tijdelijk. Ze wonen hier, voorgoed, tot ze sterven. Wie de eerste keer hun domein betreedt schrikt, van het uitdrukkingloze sta ren, van het zitten te zitten of lopen te drentelen, van hun achterdocht („ze stelen hier"), van hun eenzaamheid. Het lijkt of ieder op een apart eiland je zit. Er is geen enkel onderling con tact. Zo zitten in heel Nederland duizenden „demente" bejaarden te wachten op hun dood. Ik hoorde een getal van 240 250 000 noemen. Ze zijn opgenomen in bejaarden- of ver pleegtehuizen, of in psychiatrische ziekenhuizen. Ze zijn niet alleen „lief", ze zijn vaak angstig en ver ward. Met sommige mensen kun je trou wens nog heel goed praten. Over vroeger vooral. Allerlei verhalen ko men boven, als je het „wachtwoord" weet, als je iets weet van of geïnvor- meerd hebt bij de familie of de verple ging, naar het vroegere beroep, de hobby, de kerk, de woonplaats. De dingen van vroeger zijn vaak heel duidelijk aanwezig, terwijl wat van daag of gisteren gebeurd is, niet meer wordt vastgehouden in de herinne ring. Ik verwonder me er soms over, dat velen nog allerlei liederen van vroeger kennen. Bij het Heilig Avond maal, gevierd in de ziekenboeg, met een tiental, voornamelijk „demente" mensen, zongen we „De Heer is mijn Herder". Allerlei mensen zongen mee, van wie ik het niet (meer) had ver wacht. „In het hart der woestijn ver- kwikke en laven zijn hemelse gaven." Hij versterkte ons met brood en met wijn. We dronken een slokje wijn. „Lekker," zei een mevrouw, „sterk" zei een meneer prijzend, en hij zei tegen zijn buurvrouw dat ze ook een slokje nemen moest. Wij aten een stukje brood sommigen zaten daar een beetje mee te kruimelen, maar allemaal waren we volwaardige leden van de gemeente, broeders en zusters ■in Christus. Ook uw broeders en zus ters. Is het niet een taak voor een kerk, voor de diaconie vooral, voor de Hervormde Vrouwen Dienst ook, om onze beste mensen toe te rusten voor dit werk. Niet iedereen kan dit, niet iedereen mag dit. Maar voor gevoeli ge mensen, mannen en vrouwen, ligt hier een grote en prachtige taak. Ge lukkig gebeurt het hier en daar ook al. namens de kerk. Dit zijn immers ook de „armen, die we altijd bij ons hebben". Deze werkloze kwetsbare mensen zijn volkomen aangewezen op de zorg en liefde van hun mede mensen; op-de zorg en liefde van ons. ,T» C „GA NIET AAN UW VOORBIJ..." Mijn heer. indien ik ow gent ft: heid gewonnen heb, ga dan t( aan uw knecht voorbij. (Gei 18. 1-15. ui Het is een uitermate belangrijk «i n waaruit deze woorden genomen r, Het gaat over de aankondiging v» de wonderlijke geboorte van Izak wonderlijk dat Sara om de gedach ut alleen al, gezien haar leeftijd, lachi eii moet. Izak zal de eerstgeborene zj| langs wie de lijn van Gods han gaat in de richting van de ene, tenslotte het ene volk onder alle volkeren. Drie mannen naderen Abrahams tent. Het is heet, zo midden op de dag, en Abraham zit de ingang van de tent Er staat: „r hij sloeg zijn ogen op Was hljl een lichte sluimering gevallen? r onmiddellijk is hij een en al actli De gastvrijheid zit hem in het blot «i Hij loopt de drie vreemdelingen tegemoet. Eén van de drie heet lui verdere van het verhaal „de Heer Maar zover is het nog niet, Abt ziet drie mannen. De wijze wai hen aanspreekt is althans voor oren uniek. Hij vraagt niet: wat1 de heren? Nog minder is er achterdocht in zijn wijze van optreden. Hij veronderstelt tei dat ze niet voor niets langs zijn tta] lopen. Dat is duidelij k in een st waar je eikaars tent moetzoeki de ruimte. Maar dan: hij wacht verzoek niet af. Hij doet zeil een verzoek. „Als ik uw genegenheid! gewonnen heb De roUenziji omgekeerd. Niet de drie mai hebben iets te vragen, maar Abraham. Er doet zich een gelegenheid voor iets voor deze mensen te kunnen zijn. Hij nodi_ uit en deelt ze mee wat hij voor bt doen wildaartoe zijt gij imxa langs uw knecht getrokken?" (vsi Er wordt hier meer verzwegen dan verteld. Zijn woorden spreken niet alleen van gastvrijheid maar van verwachting. Abraham staat er vc klaar. Z'n middagdutje in de hitte van de dag wordt doorbroken. Een geheimzinnig bezoek staat daart hem. Het mag niet voorbij gaan. het zal brengen weet hij nog niet, naar het hangt samen met het diepste van zijn bestaan, met de toekomst en de zin. I' Ds. Buti getuigen tegen de zonde. Wij zijn geen veiligheidsagenten, maar men sen met een profetische roeping." Overigens had Buti de indruk, dat deze vorm van Intimidatie op het moment niet meer zo veel voorkomt dan eerder het geval was. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Bedankt: voor Oegstgeest (toez.)jl Grieve te Amstelveen-Buitenvt GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor Gouda A. Moer) te Nieuw Beijerland. Van een onzer verslaggevers WORMER Twee zendelingen l vanuit Soedan deze week per i het buurland Tsjaad binnengeö ken in een vertwijfelde poging twee vrouwelijke zendelingen U reiken, van wie men al vier niets meer gehoord heeft. Tsjaad wordt al lange tijd geteUti door hevige binnenlandse troeM Bijna alle Europese en AmerikM zendelingen hebben het land va ten. In het volledig geïsoleerde noc oosten van het land zijn echter tl vrouwelijke zendelingen achterget ven, de Zwitserse doopsgezinde U guérite Ummel en een medewerkt van de Britse „Sudan United I sion". Samen leiden zij het kind huis Bakan as Salam in Abéché. Sinds vier maanden is niets meert hen vernomen. Postverbindini met Tsjaad zijn er al lang niet me vertelt de heer P. J de Jong te W< mer, secretaris van de Nederig» doopsgezinde zendingsraad. Wie brief post met bestemming in Tsjl krijgt deze terug met de mededeli van de PTT, dat vanaf 3 april al g« poststukken meer naar Tsjaad den verzonden. De voorraden van! kindertehuis moeten nagenoeg 2 uitgeput. Gilbert Klopfenstein, een Frai doopsgezinde die tot eind mei nog Tsjaad werkte, maar toen met zl gezin de wijk moest nemen via Kan roen, is thans met een auto vol vo» sel en medicamenten onderweg, men met de Engelsman Eddy 8tö van de SUM. Abéché ligt onge« 150 kilometer landinwaarts. De doopsgezinden in Nederlau Duitsland, Frankrijk en ZwitserlM doen hun zendingswerk gezamenlljl zodat ook in Nederland gespan# wordt uitgezien naar berichten on zuster Ummel. ANKARA (ANP) De Hagla Soflaj Istanboel oorspronkelijk een cM telijke basiliek, later een islamitisd moskee en sinds 1935 museum krijgt weer een godsdienstige functki De Turkse regering heeft erin toegt stemd dat moslems er weer in kun# bidden. Daarmee komt zij tegemd aan de wensen van de orthodol moslems, die kortgeleden de regetf bij een motie van wantrouw steunden. Kemal Ataturk. de stichter van moderne Turkse staat, had in b kader van een strikte scheiding W sen kerk en staat de moskee in museum doen veranderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 2