Buti: Klare taal of anders de banden verbreken
Psalmen zingen aan het strand van Muiderberg
Trouw
UIT DE KERKBLADEN
Is er geen
condoleren?
VANDAAC,
VOORBUGANGC
Zoektocht in
Tsjaad naar
zendelingen
Hagia Sofia word
weer gebedsplaats
ZATERDAG 19 JUtl 1980
KERK
TROUW/KWARTET
door A. J. Klei
Er bestaan mensen, zo heb ik tot mijn niet
geringe ontsteltenis gemerkt, die bij
't vernemen van het woord „réveil" denken
aan A. van Agt en niet aan A. Capadose. De
heer, met wie ik op een receptie aan de
praat raakte, was er zo eentje. Hij blonk van
calvinistische zekerheden en het leek me
verstandig, niet over kerk of politiek te
beginnen. Daarom vertelde ik dat ik bezig
was een mooi boek te lezen over het Réveil,
geschrevendoor mr B. de Gaay Fortman,
de
De ander viel me schamper lachend in de
rede. Of ik hem soms aanzag voor iemand,
bij wie je kon aankomen met een tegen Van
Agt gericht geschrift van linkse Bas van de
PPR' Ik wees hem er op dat hij, indien hij
me had laten uitspreken, geweten zou
hebben dat ik het had oyer de grootvader
van de door hem bedoelde De Gaay
Fortman. Voorts legde ik hem het verschil
uit tussen het door de huidige premier
nagestreefde ethisch ontwaken en de
opwekkingsbeweging in de vorige eeuw, die
als „Het Réveil" te boek staat en waaraan
de namen van Groen van Prinsterer, Da
Costa, De Clercq, Heldring en Capadose
verbonden zijn.
Als ik nog even mag doorgaan met mijn
blijkbaar niet overbodige uitleg: zij en
andere voorname en vrome
Amsterdammers en Hagenaars bewogen
zich op kerkelijk, maatschappelijk en
filantropisch terrein en de sporen van hun
werk zijn vandaag nog aan te wijzen in, wat
toen genoemd werd, inrichtingen van
barmhartigheid Dat ze soms wat erg veel
over hun ziel tobden, moeten we de mannen
van het Réveil maar vergeven: ze hadden er
de tijd (en het geld) voor.
Maar nu dat boek van mr. B. de Gaay
Fortman 1884-1961Het gaat hier om een
bundeling van opstellen, die hij in de jaren
dertig schreef over „Figuren uit het Réveil"
(dit is ook de titel van het boek) en die
verzameld en opnieuw uitgegeven zijn ter
gelegenheid van het vijftigjarig bestaan
van de Stichting Het Réveil-Archief. Bij de
oprichting daarvan was mr. De Gaay
Fortman nauw betrokken. Zijn naam stond
onder de circulaire, die in juni 1930 de deur
uitging en waarin over de stichting te lezen
viel dat deze ..zich allereerst ten doel stelt
het bijeenbrengen en bewaren van brieven
en andere geschriften die op het Réveil
betrekking hebben.
De nu voor ons liggende eenentwintig
opstellen van mr. De Gaay Fortman worden
voorafgegaan door een uitvoerig
levensbericht, dat mr. W. F. de Gaay
Fortman van zijn vader geeft. De toon van
dit belangwekkend stuk is me afgemeten
genoeg en spijtig is dat de heer De Gaay
Fortman het heeft over
„Geelkerkenkwestie" in plaats van: de
kwestie-Geelkerken. Ook verzuimt hij te
melden dat dominee Schot met een meisje
Pierson was getrouwd. maar nu zijn mijn
aanmerkingen op.
Omdat hij liever geen leraar wilde worden,
ging Bastiaan de Gaay Fortman in 1902
geen geschiedenis, maar rechten studeren.
Hij heeft echter, getuige deze omvangrijke
bundel, als „liefhebber" veel en met
toewijding aan geschiedschrijving èn aan
het daaraan verbonden onderzoek gedaan.
Zijn verhandelingen hebben alle gemeen,
dat ze toegankelijk en levendig zijn
geschreven. Mr. De Gaay Fortman doet
tegen abonnees van het weekblad
Timotheüs niet neerbuigend-eenvoudig
noch tegen afnemers van een
lustrumuitgave van historici gewichtig-
geleerd en dit getuigt van grote
zorgvuldigheid jegens iedere lezer
Die zorgvuldigheid spreekt ook uit de
manier, waarop hij de door hem uit archieven
of brievenverzamelingen opgediepte
gegevens verwerkt tot een boeiend geheel.
Zonder te romantiseren ziet hij toch telkens
kans. treffende details naar voren te halen en
zo komen we aan de weet dat Capadose. die
trouwens nooit benauwd was iets als zondig
aan te wijzen, ook de gemakkelijke fauteuils
van de grafelijke familie Van Hogendorp
veroordeelde, en dat Da Costa met de
zeepzieder Bastiaan Heykens aan het strand
van Muiderberg psalm 148 heeft aangeheven.
Bij deze laatste bijzonderheid tekent mr De
Gaay Fortman aan: „Dat is. meen ik, niet
meer van dezen tijd." Hij schreef dit in 1939
en ik kan het hem ruim veertig jaar later
nazeggen. Een paar van mijn collega's wonen
in Muiderberg en hoewel zij een ordentelijk
leven leiden, bleken zij bij navraag nimmer
psalmen te zingen aan het strand.
Nu vraagt misschien een wakkere lezer:
kenden Da Costa en Heykens psalm 148 uit
het hoofd en hadden ze geen moeite met de
nogal onbekende wijs? Ik denk dat zij, al of
niet uit 't hoofd, de woorden gezongen
hebben op een vertrouwde melodie van een
gezang. Dat deden ze in die tijd en in die
kring wel meer. Deze wijsheid haal ik uit het
andere boek, dat bij de vijftigste verjaardag
van het Réveil-archief verscheen: „Aspecten
van het Réveil". Daarin staat een opstel van
dr. A. C. Honders over: „Het Réveil en het
lied" en uit diens naspeuringen werd
duidelijk, dat de mensen van het Réveil wel
eens wat rommelden met de
psalmmelodieën. Overigens vind ik dat de
heer Honders geen praatjes moet verkopen
over het taalgebruik van Hasebroek, zolang
hij zelf nog „meerdere" schrijft als het
„verscheidene" moet zijn, en het heeft over
de „1773-berijming" als hij de berijming van
1773 bedoelt
„Aspecten van het Réveil" biedt een aantal
nieuwe historische bijdragen over (figuren
uit) het Réveil; ze vormen de vrucht van
voortgaande studie en onderzoek. Ik ga in
deze aankondiging geen opsomming geven,
ik streep (na dat van dr. Honders) nog twee
onderwerpen aan: „Marinus Cohen Stuart
1824-1878), een remonstrant in het Réveil",
behandeld door de Dordtse remonstrantse
predikant E. H. Cossee, eri „Het Nederlands
Réveil en het zogenaamd darbisme", door dr.
W. J. Ouweneel, zelf darbist en vooral bekend
via de EO. Het Réveil-archief is niet
eenkennig en deze feestbundel zeer
verschelden.
Omdat niet iedereen (meer) weet wat het
Réveil is, zal ook niet iedereen op deze
verrukkelijke jubileum-uitgaven afvliegen.
Toch waag ik het er op. ook buiten de kring
van rechtstreeks geïnteresseerden aandacht
voor deze boeken te vragen, omdat een niet
gering deel van onze tegenwoordige
kerkelijke en maatschappelijke discussies
zijn wortel vindt in wat door de mensen van
het Réveil gedacht en gedaan werd.
'Nog een paar bijzonderheden. Beide boeken
zijn voorbeeldig uitgegeven door Kok te
Kampen en beide kregen een Ten geleide
mee van de huidige secretaris van het Réveil-
archief dr. P. L. Schram, bij mijn weten de
enige persoon in ons land die onderhoudende
voorwoorden kan schrijven. „Figuren uit het
Réveil" telt 469 pagina's, het uitvoerige
personenregister meegeteld, bevat naast de
titelpagina een foto van mr. B. de Gaay
Fortman (wiens pennevruchten ongewijzigd,
dus ook in de oorspronkelijke spelling,
opgenomen zijn) en kost 79 gulden.
„Aspecten van het Réveil" werd geredigeerd
door de kerkhistorici dr. J. van den Berg, dr
P. L. Schram en dr. S. L. Verheus; het boek is
geïllustreerd, telt 273 pagina's, inclusief het
personenregister en de gegevens over de
medewerkers, en kost 45 gulden. Na 1
september kosten deze boeken een tientje
meer.
door Hennie Serfontein
JOHANNESBURG Ds. Sam Buti, de scriba van de kerk van de zwarte gereformeerden in
Zuid-Afrika (de „nederduits gereformeerde kerk in Afrika"), is van mening, dat zijn kerk de
relatie met de blanke NG kerk moet verbreken, wanneer de laatste de apartheid blijft steunen.
Hij zei mij dit in een interview over de
snel slechter wordende verhoudingen
tussen de blanke en de zwarte kerk.
Buti deed een scherpe uitval naar de
blanke kerk, die hij ervan beschuldig
de dat zij haar grote financiële macht
misbruikt om predikanten die kritiek
leveren op de regering, tot zwijgen te
brengen. Ook zei Buti mij. dat de
veiligheidspolitie betrokken is in een
subtiele strategie om bepaalde domi
nees onder druk te zetten.
Dit interview volgt op Buti's brief,
waarin hij bekend maakte niet naar
de gereformeerde oecumenische sy
node (GOS) te gaan. die deze weken
in Nimes (Frankrijk) vergadert. Dit
hoewel Buti zelfs in het bestuur van
de GOS zat
Geld
Hij bevestigde mij, dat hij dergelijke
vergaderingen niet meer wil bijwonen
vanwege de aanwezigheid van de
blanke NG kerk, omdat deze kerk in.
Zuid-Afrika zelf een werkelijke ont-
waarin opgenomen: De Rotter
dammer, met Dordts Oagblad,
Nieuwe Haagse Courant met
Nieuwe Leidse Courant
Uitgave: Trouw/Kwartet BV
Hoofdredacteur Jenze Tamminga
Directeur mg. O. Postma
HOOFDKANTOOR
Postbus 859
1000 AW Amsterdam
Wibautstraat 131 Amsterdam
lel 020-913456
telex 13006
Rekeningnr 23 00 12 574
REGIO ROTTERDAM/DORDRECHT
Postbus 948
3000 AX Rotterdam
tel 010-115588 (abonnementen
en bezorging)
tel. 010-115588 (redact») -
tet 115700 (uitsluitend voor
advertenties)
Westblaak 4
Rotterdam
REGIO OEN HAAG/LEK3EN
Postbus 101
2501 CC Den Haag
tel 070-469445
(abonnementen en bezorging)
tel 070-469445 (redactie)
tel 070-468864 (uitsluitend voor
Parkstraat 22 Den Haag
REGIO NOORD/OOST-NEDERLAND
(abonnementen en bezorging
Postbus 3
8000 AA Zwolle
tel 05200-17030
Melkmarkt 56 Zwolle
Abonnementsprijzen:
Per maand 16.98
Per kwartaal 50.95
Per half jaar 101.90
Per jaar 201.60
Advertentietarieven op
aanvraag
Telefonische abonnementenop
drachten (zie adressen boven)
Opgave lamiliebenchten 9-19 30
van maandag i/m vnjdag. Op
zondag van 18-20 uur tetof 020-
913456
Opgave nvrn-advenenties tel
020-936868 of schnftekjk aan
Mim-Adv afdeling, postbus 433
1000 AK AMSTERDAM
Adreswijzingen uitsluitend schrit-
teli|k aan onze Amsterdamse
moeting met de zwarte kerken op alle
niveaus uit de weg gaat.
Buti bestreed volledig de beweringen
van de „verligte" dr J. H. P van
Rooyen, voorzitter van de zendings
commissie van de ring Johannesburg
van de blanke NG kerk. In een brief
aan de pers, vorige week, ontkende
Van Rooyen, dat de NG kerk of de
ring Johannesburg om politieke rede
nen financiële druk zouden hebben
uitgeoefend op ds. Buri en zijn ge
meente Alexandra
In november vorig jaar dreigde de
nng de steun aan de gemeente
Alexandra stop te zetten omdat de
kerkeraad geen verslagen instuurde
over ds. Buti's werkzaamheden. Buti
zei mij dat hem al twee jaar geleden
in een gesprek met de ring was ge
zegd, dat zijn „politieke uitspraken"
tot gevolg hadden, dat blanke kerkle
den geen geld meer voor de zending
willen geven. Van Rooyen was daar
bij tegenwoordig. „Het was duidelijk,
dat mijn zogenaamde politieke uit
spraken mee betrokken waren in de
zaak van de blanke steun aan de
zwarte kerk." aldus Buti.
„Waarom stelde de ring Johannes
burg na achttien jaar de voortzetting
van de ondersteuning ineens afhan
kelijk van het uitbrengen van een
verslag? Ik kan het alleen maar zien
als politieke druk. Het is een onder
deel van de totale druk van de blanke
kerk op de zwarte NG kerken."
Gezond
Ds. Buti zei dat zijn kerkeraad had
besloten geen financiële hulp meer te
aanvaarden Dit nadat de ring schrif
telijk had laten weten, dat verdere
steun alleen gegeven zou kunnen
worden na een verzoek daarom van
de gemeente Alexandra. Buti: „Waar
om eisen zij nu ineens van ons een
aanvraag om steun, terwijl zij ons
achttien jaar automatisch gesubsidi
eerd hadden?". Zijn kerkeraad heeft
de blanke ring geadviseerd, het geld
voor andere doeleinden te gebruiken
of anders aan de kerkleden terug te
geven. De gemeente Alexandra stelt
alleen nog prijs op „gezonde verhou
dingen" met de ring, „zonder de hin
derpaal van een subsidie".
Over de verhouding tussen de blanke
NG kerk en de drie niet-blanke
(zwart, indiër en kleurling) zei Buti:
„De afgelopen tien jaar hebben wij in
ontelbare conferenties en synodes in
Zuid-Afrika en daarbuiten de apart
heid aan de orde gesteld. Maar zij
hebben ons nooit serieus genomen.
Nu is het ogenblik gekomen, dat wij
het nutteloos vinden om nog verder
met hen te praten, en nu worden ze
ineens wakker."
Hij noemde de houding van de voor
zitter van de blanke kerk, dr. E. P. J.
Kleynhans, na de besprekingen van
maart dit jaar In Pretoria, typerend.
De kerken waren tot een zekere over
eenstemming gekomen. Uitdrukke
lijk was afgesproken, dat niemand
commentaar zou geven, maar Kleyn
hans gaf toch in het openbaar zijn
mening en wel op zo'n wijze, dat hij
evident verkeerd weergaf wat er ge
beurd was.
vier NG kerken). De beslissing is nu
aan de blanken. Ik en andere zwarten
zijn alleen bereid om weer te praten,
wanneer de blanke kerk over de
apartheid wil praten en ons eindelijk
een antwoord geeft op de vraag, of zij
apartheid steunt of.niet. De tijd voor
vage resoluties, die zeggen dat de
zaken waarover wij gesproken heb
ben verder in studie zullen worden
genomen, ls voorbij. Wij willen nu
klare taal. De tijd ls voorbij, dat wij
samenkwamen en eikaars harten ver
warmden en vervolgens weer apart
uiteengingen de heerser terug naar
zijn aparte wereld en wij, de overheer
sten, naar onze getto's."
Buti ontkende, dat hij en andere „ra
dicalen" van de Broederkring (een
predikantenorganisatie van t}e drie
zwarte NG kerken) plannen maken
om zich af te scheiden en een nieuwe
kerk te stichten. „Wel praat de Broe
derkring over de consequenties van
de synode-uitspraken van de drie
zwarte NG kerken, dat er één verenig
de nederduits gereformeerde kerk
moet komen. Iets dat de blanke kerk
heeft afgewezen."
„Ik ben niet bang om te spreken.
Omdat men weet dat de dingen zul
len en moeten veranderen in de toe
komst. Nu weten wij allemaal, dat
Muzorewa in Zimbabwe geen toe
komst had."
Buti opperde de idee, dat de predi
kanten parttime werk moeten gaan
zoeken om zo financieel onafhanke
lijk te worden van de blanken.
Hij herhaalde zijn eerder gedane uit
spraak, dat sommige zwarte domi
nees op subtiele wijze door de veilig
heidspolitie onder druk gezet worden.
„Er zijn sommige predikanten onder
wie ook ikzelf, die zogenaamde
vriendschapsbezoekjes hebben ge
kregen van de veiligheidspolitie. Zij
kregen de raad, bij moeilijkheden
contact met de politie op te nemen.
Hun werd ook gevraagd om Informa
tie over kerkelijke zaken in het alge
meen. Dat is ons werk niet, de veilig
heidspolitie te helpen. Ons werk is
het evangelie te verkondigen en te
ADVERTENTIE
Bang
Voorbij
Het is de blanke kerk, die de commu
nicatie heeft verbroken, zei Buti. „Ik
ben niet langer geïnteresseerd in
plichtmatige besprekingen met de
blanke kerk. Ik kom ook niet meer op
de bijeenkomsten van de federale
raad (het paraplu-lichaam voor de
Buti bestreed ook, dat de zwarte ker
ken verdeeld zijn in radicale en con
servatieve kerkleden. „De verschillen
zijn niet principieel. De zogenaamde
conservatieven zijn meest mensen
die bang zijn om de apartheid te
bestrijden, omdat zij vrezen hun fi
nanciële steun door de blanke kerk te
verliezen."
„Velen van onze zogenaamde zwarte
tegenstanders hebben mij onder vier
ogen gezegd: Sam Buti, wij zijn het
helemaal met jouw aanvallen op de
apartheid eens, maar als wij dat in
het publiek zeggen, worden we finan
cieel geruïneerd. Maar deze dominees
zullen hun angst voor de regering en
de blanke kerk wel gauw overwinnen.
Want wat zullen de gewone kerkle
den, en vooral onze Jeugd zeggen over
drie jaar, als hun eigen predikanten
blijven zwijgen?"
Géén opgeschroefde „pelgrimsreizenvolgestopt met toe
ristische humbug en vrome kitsch, die beledigend zijn voor je
geloof én je gezonde verstand!
ONTDEKKINGSTOCHTEN DOOR DE LANDEN VAN DE
BIJBEL
W6I TH eologlsch «erairtwoonle
A reheologlich Interessants
C ultoreel belangwekkend!
I srael THACIR
R elzan
een boefend programma van individuele en geheel verzorgde groepsreizen naar:
EGYPTE - ISRAËL - TURKIJE - GRIEKENLAND - ROME.
THACIR-Reizen zijn zeker niet geschikt voor iedereen, maar wèl voor mensen, die
niet van plan zijn om zich heidense knollen voor christelijke citroenen te laten
verkopen!
Kortom: THACIR biedt reizen met een eigen karakter1
Bestel nog vandaag onze uitvoerige brochure zonder kleine lettertjes bij:
Oekumenlsche Relsstlchtlng „THACIR", Europalaan 14, 3844 AV HARDER
WIJK. Telefoon: 03410-21989.
(U mag ons ook 's avonds en op zaterdag bellen Wij zijn maar klein, daarom
moeten we beter ons best doen!)
Protestants Maastricht nam een arti
kel over uit het blad van de Sint-
Lambertusparochie in Maastricht
van de hand van pastoor L. Dirix
Telkens wanneer je de krant open
slaat en de overlijdensadvertenties
bekijkt (en wie doet dat niet?), valt
het op hoe het in ontvangst nemen
van condoleances op de achtergrond
begint te raken. Steeds meer staat er
aan de onderkant van de overlijdens
advertenties te lezen: „Daar wij over
tuigd zijn van uw medeleven, is er
geen condoleren" Ik vind dit een
trieste ontwikkeling. Als er geen gele
genheid wordt gegeven tot betuiging
van deelname in het verlies van een
dierbaar familielid, als er geen con
tact is met degenen die eventueel van
hun medeleven willen getuigen. Hoe
kun je dan zo overtuigd zijn van hun
medeleven? Wordt dat zo maar ver
ondersteld? Zonder gelegenheid tot
condoleren geef je meelevende men
sen geen gelegenheid je te sterken in
het dragen van het verdriet. Je komt
ze misschien naderhand wel tegen op
straat, maar dan weten de mensen,
die je hadden willen condoleren, geen
raad met de houding die ze dan moe
ten aannemen. Bovendien ben ik van
mening dat het gelegenheid bieden
tot condoleren een functie vervult in.
het rouwproces, dat na elk sterfgeval
zich bij de nabestaanden afspeelt. Je
krijgt de overtuiging dat de vrienden
en bekenden en familieleden, die niet
tot de allernaaste familie behoren, je
echt sterken en kracht geven in het
verwerken van het verdriet. De erva
ring leert hoe bemoedigend het con
doleren kan werken. Of Je moet zo'n
zwartkijker zijn dat je het allemaal
maar poespas vindt en onecht. Maar
dan zitten we er toch goed naast.
Afgezien van het feit dat er altijd wel
mensen zullen zijn die louter plicht
matig komen condoleren, is er toch
bij de grote meerderheid van de men
sen die komen condoleren, een gevoel
van eerlijk en echt medeleven.
Het verdwijnen van dat mooie ge
bruik dat condoleren heet, zie ik als
een uiting van een levenshouding die
in de dood een vreemde, ongewenste
en ongepaste gast ziet. Zo wordt dan
de dood. die toch al in de meeste
gevallen uitbesteed moet worden aan
een ziekenhuis, nog meer weggedron
gen uit het leven. Maar hoe moet het
dan met de rouw, met het rouwpro
ces? Waar kan men zijn verdriet
kwijt? Openbare rouw is uit de tijd.
Zwarte voiles en dito mouwbanden
ook. Op zich niet zo verdrietelijk,
maar het wil wel zeggen dat de sa
menleving geen ruimte meer biedt
voor persoonlijk verdriet. Rouwen is
privézaak en speelt zich af binnen de
muren van het eigen home. De inter
ferentie tussen binnen- en buiten
kant, tussen huiskamer en buitenwe
reld maakt het verwerken van rouw
niet lichter. Ik weet: er zijn gevallen
dat je geen gelegenheid tot condole
ren künt bieden. Maar ik vind het
ongezond als men zegt: „We kunnen
er niet tegen", of: „Je staat zo voor
aap", of: „Ik ben bang dat ik moet
huilen". Maar is het dan toch niet zo,
dat Je ook moet zeggen: „Waar tranen
verboden zijn, verhevigt het leed".
In de steek
Ds. J. van der Klaauw in de Gerefor
meerde Kerkbode voor Hoogeveen
en omgeving:
Tenslotte wil ik het met u hebben
over de allerdiepste eenzaamheid n.L
.bij het naderend levenseinde! Wat
gaat er niet in een mensen-hart om,
als hij helemaal alleen door het diep
ste dal moet en komt weg te vallen uit
de liefhebbende, zorgende handen
van je geliefden! Wie zal ook maar bij
benadêring beschrijven of peilen het
gevoel van grote verlatenheid, leegte
of eenzaamheid van de ongeneeslijk
zieke, die heen en weer geslingerd
wordt tussen bange vrees en laatste
hoop? Hoe licht wordt zo'n terniinale
patiënt in een nauw slop van een
zaamheid gemanoeuvreerd! Moeten-
wij. als wij het weten de waarheid
zeggen, als Iemand niet meer beter
kan worden? Soms wordt in zieken
huizen, hoe goed bedoeld ook. gelo
gen en bedrogen! En dan lopen die
patiënten maanden rond met een bij
na ondraaglijk vermoeden; en bij wie
kan men dan zijn spanning kwijt of
zijn hart luchten? Kunnen wij elkaar
in die bangste nood in vertrouwen
nemen of laten onze intimi op het
meeste kritieke moment ons geeste
lijk in de kou? Mogen we zo'n onge
neeslijk zieke alleen laten vechten
met zijn angst en eenzaamheid?
Ik zie die vrouw nog naar mij toeko
men. Haar man, middelbare leeftijd,
had een bloedziekte. Onverwachts
kwam zij in tranen het mij vertellen:
Ds., ik heb het mijn man verteld, dat
zijn einde nabij is! Ik kan niet langer
komedie spelen! Ons leven lang heb
ben wij nooit geheimen voor elkaar
gehad of iets achter gehouden! Altijd
waren we een open boek voor elkaar.
Moet ik nu, Kterwijl zijn dagen geteld
zijn, glashard liegen en mijn man een
rad voor zijn goen draaien? Ik walg
van Kmijn eigen toneelspel, ik kan
dit niet Klanger opbrengen!
Een ander geval was een man, die wel
25 jaar astmatische bronchitis had.
het werd tot een dodelijke kwaaL Zijn
vrouw wist het, maar hield het maan
den voor zich, doch als een loden last,
bijna niet meer te dragen. Plots zei
haar man: ik heb kanker, ik kan het
aan je gezicht zien! Want je loopt al
die tijd zo bedroefd om mij heen en
toch speel je al die tijd verstoppertje!
Vertel mij nu maar, hoe het er voor
staat! Toen vertelde die vrouw alles,
wat ze al lang wist en het was, als of er
een muur van verwijdering weg viel,
de eenzaamheid smolt weg; ze had
den elkaar terug in hun diepste nood
en konden weer van hart tot hart
spreken, nu ze elkaar zo hard nodig
hadden.
Uit die ervaringen vraag je je zelf af:
Is soms die onzekerheid, met de beste
bedoelingen, toch niet een loden last?
Terwijl de betrokken zieke die angst
in de ogen van zijn bezoekers peilt en
dat vermoeden tussen de regels in de
gesprekken opvangt, ook al wordt er
hardop nog zo luchthartig omheen
gedraaid! Zou dat de eenzaamheid
niet veel groter maken! Als niemand
de moed heeft om eens echt vertrou
welijk met je door te praten, val je
toch in een diep gat of overvalt je het
wanhopige gevoel van in de steek
gelaten te worden, terwijl je aller
zwaarste strijd begint!
Dement
Wij blijven in dezelfde sfeer. Laura
Reedijk-Boersma in Woord en Dienst
over het contact met demente be
jaarden:
Daar zitten ze. de demente bejaar
den, in hun „dagverblijf" op de „zie
kenboeg". Ze zijn niet ziek en ze „ver
blijven" hier niet tijdelijk. Ze wonen
hier, voorgoed, tot ze sterven. Wie de
eerste keer hun domein betreedt
schrikt, van het uitdrukkingloze sta
ren, van het zitten te zitten of lopen te
drentelen, van hun achterdocht („ze
stelen hier"), van hun eenzaamheid.
Het lijkt of ieder op een apart eiland
je zit. Er is geen enkel onderling con
tact. Zo zitten in heel Nederland
duizenden „demente" bejaarden te
wachten op hun dood. Ik hoorde een
getal van 240 250 000 noemen. Ze
zijn opgenomen in bejaarden- of ver
pleegtehuizen, of in psychiatrische
ziekenhuizen. Ze zijn niet alleen
„lief", ze zijn vaak angstig en ver
ward.
Met sommige mensen kun je trou
wens nog heel goed praten. Over
vroeger vooral. Allerlei verhalen ko
men boven, als je het „wachtwoord"
weet, als je iets weet van of geïnvor-
meerd hebt bij de familie of de verple
ging, naar het vroegere beroep, de
hobby, de kerk, de woonplaats. De
dingen van vroeger zijn vaak heel
duidelijk aanwezig, terwijl wat van
daag of gisteren gebeurd is, niet meer
wordt vastgehouden in de herinne
ring. Ik verwonder me er soms over,
dat velen nog allerlei liederen van
vroeger kennen. Bij het Heilig Avond
maal, gevierd in de ziekenboeg, met
een tiental, voornamelijk „demente"
mensen, zongen we „De Heer is mijn
Herder". Allerlei mensen zongen mee,
van wie ik het niet (meer) had ver
wacht. „In het hart der woestijn ver-
kwikke en laven zijn hemelse gaven."
Hij versterkte ons met brood en met
wijn. We dronken een slokje wijn.
„Lekker," zei een mevrouw, „sterk"
zei een meneer prijzend, en hij zei
tegen zijn buurvrouw dat ze ook een
slokje nemen moest. Wij aten een
stukje brood sommigen zaten daar
een beetje mee te kruimelen, maar
allemaal waren we volwaardige leden
van de gemeente, broeders en zusters
■in Christus. Ook uw broeders en zus
ters. Is het niet een taak voor een
kerk, voor de diaconie vooral, voor de
Hervormde Vrouwen Dienst ook, om
onze beste mensen toe te rusten voor
dit werk. Niet iedereen kan dit, niet
iedereen mag dit. Maar voor gevoeli
ge mensen, mannen en vrouwen, ligt
hier een grote en prachtige taak. Ge
lukkig gebeurt het hier en daar ook
al. namens de kerk. Dit zijn immers
ook de „armen, die we altijd bij ons
hebben". Deze werkloze kwetsbare
mensen zijn volkomen aangewezen
op de zorg en liefde van hun mede
mensen; op-de zorg en liefde van ons.
,T» C
„GA NIET AAN UW
VOORBIJ..."
Mijn heer. indien ik ow gent ft:
heid gewonnen heb, ga dan t(
aan uw knecht voorbij. (Gei
18. 1-15.
ui
Het is een uitermate belangrijk «i n
waaruit deze woorden genomen r,
Het gaat over de aankondiging v»
de wonderlijke geboorte van Izak
wonderlijk dat Sara om de gedach ut
alleen al, gezien haar leeftijd, lachi eii
moet. Izak zal de eerstgeborene zj|
langs wie de lijn van Gods han
gaat in de richting van de ene,
tenslotte het ene volk onder alle
volkeren. Drie mannen naderen
Abrahams tent. Het is heet, zo
midden op de dag, en Abraham zit
de ingang van de tent Er staat: „r
hij sloeg zijn ogen op Was hljl
een lichte sluimering gevallen? r
onmiddellijk is hij een en al actli
De gastvrijheid zit hem in het blot «i
Hij loopt de drie vreemdelingen
tegemoet. Eén van de drie heet lui
verdere van het verhaal „de Heer
Maar zover is het nog niet, Abt
ziet drie mannen. De wijze wai
hen aanspreekt is althans voor
oren uniek. Hij vraagt niet: wat1
de heren? Nog minder is er
achterdocht in zijn wijze van
optreden. Hij veronderstelt tei
dat ze niet voor niets langs zijn tta]
lopen. Dat is duidelij k in een st
waar je eikaars tent moetzoeki
de ruimte. Maar dan: hij wacht
verzoek niet af. Hij doet zeil een
verzoek. „Als ik uw genegenheid!
gewonnen heb De roUenziji
omgekeerd. Niet de drie mai
hebben iets te vragen, maar
Abraham. Er doet zich een
gelegenheid voor iets voor deze
mensen te kunnen zijn. Hij nodi_
uit en deelt ze mee wat hij voor bt
doen wildaartoe zijt gij imxa
langs uw knecht getrokken?" (vsi
Er wordt hier meer verzwegen dan
verteld. Zijn woorden spreken niet
alleen van gastvrijheid maar van
verwachting. Abraham staat er vc
klaar. Z'n middagdutje in de hitte
van de dag wordt doorbroken. Een
geheimzinnig bezoek staat daart
hem. Het mag niet voorbij gaan.
het zal brengen weet hij nog niet,
naar het hangt samen met het
diepste van zijn bestaan, met de
toekomst en de zin.
I'
Ds. Buti
getuigen tegen de zonde. Wij zijn
geen veiligheidsagenten, maar men
sen met een profetische roeping."
Overigens had Buti de indruk, dat
deze vorm van Intimidatie op het
moment niet meer zo veel voorkomt
dan eerder het geval was.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Bedankt: voor Oegstgeest (toez.)jl
Grieve te Amstelveen-Buitenvt
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: voor Gouda A. Moer)
te Nieuw Beijerland.
Van een onzer verslaggevers
WORMER Twee zendelingen l
vanuit Soedan deze week per i
het buurland Tsjaad binnengeö
ken in een vertwijfelde poging
twee vrouwelijke zendelingen U
reiken, van wie men al vier
niets meer gehoord heeft.
Tsjaad wordt al lange tijd geteUti
door hevige binnenlandse troeM
Bijna alle Europese en AmerikM
zendelingen hebben het land va
ten. In het volledig geïsoleerde noc
oosten van het land zijn echter tl
vrouwelijke zendelingen achterget
ven, de Zwitserse doopsgezinde U
guérite Ummel en een medewerkt
van de Britse „Sudan United I
sion". Samen leiden zij het kind
huis Bakan as Salam in Abéché.
Sinds vier maanden is niets meert
hen vernomen. Postverbindini
met Tsjaad zijn er al lang niet me
vertelt de heer P. J de Jong te W<
mer, secretaris van de Nederig»
doopsgezinde zendingsraad. Wie
brief post met bestemming in Tsjl
krijgt deze terug met de mededeli
van de PTT, dat vanaf 3 april al g«
poststukken meer naar Tsjaad
den verzonden. De voorraden van!
kindertehuis moeten nagenoeg 2
uitgeput.
Gilbert Klopfenstein, een Frai
doopsgezinde die tot eind mei nog
Tsjaad werkte, maar toen met zl
gezin de wijk moest nemen via Kan
roen, is thans met een auto vol vo»
sel en medicamenten onderweg,
men met de Engelsman Eddy 8tö
van de SUM. Abéché ligt onge«
150 kilometer landinwaarts.
De doopsgezinden in Nederlau
Duitsland, Frankrijk en ZwitserlM
doen hun zendingswerk gezamenlljl
zodat ook in Nederland gespan#
wordt uitgezien naar berichten on
zuster Ummel.
ANKARA (ANP) De Hagla Soflaj
Istanboel oorspronkelijk een cM
telijke basiliek, later een islamitisd
moskee en sinds 1935 museum
krijgt weer een godsdienstige functki
De Turkse regering heeft erin toegt
stemd dat moslems er weer in kun#
bidden. Daarmee komt zij tegemd
aan de wensen van de orthodol
moslems, die kortgeleden de regetf
bij een motie van wantrouw
steunden.
Kemal Ataturk. de stichter van
moderne Turkse staat, had in b
kader van een strikte scheiding W
sen kerk en staat de moskee in
museum doen veranderen.