_>De vallen van het blaasjeskruid Veekendpnzzel i| s 1 ijjy 3 3 3 a Hoe sterk is de mini-computer i ff 1 Ai? a AKAE A ss s f§ G a a s ff ff ff ff ff Verpoest in tijdnood lTERDAG 28 JUNI 1980 ■VARIAÏ TROUW/KWARTET '7 HPIER&PLANT door henk van halm eugdig, :o 9'oo Hing 'Or deze 9 vofl mg et mine AOW t doo t Ut heb de vorige keer be loofd te vertellen hoe ver nuftig de vleesetende plant, die blaasjeskruid beet, aan voedsel komt. Ik neb het al Jaren in mijn rijver groeien, waar het net ais hoornblad wortelloos vlak onder de waterspiegel zweeft. In één zomer ont wikkelt de plant zich uit een onooglijke donkergroe ne winterknop van dicht opeengedrongen blaadjes ter grootte van een hazel noot tot een anderhalve meter lange hoofdstengel met tientallen vertak kingen. De slappe stengels zijn dicht bezet met blad dat ln draaddunne slip pen is verdeeld. Tussen die slip pen zitten lichtgroene schijfjes, ln grootte variërend van twee tot vijf millimeter. Met een vergrootglas Is te zien dat het geen gewone platte schijfjes zijn, maar holle blaasjes, zakjes met zo'n dunne wand dat Je er doorheen kunt kij ken. Sommige van die zakjes zit ten vol met een blauwzwarte mas sa In andere zie Je ook wel een luchtbelletje. Een eeuw geleden meende men nog dat die zakjes dienden om het drijfvermogen van de plant te bevorderen, Ja min o 1 meer werkten als een soort zwemblazen. Behalve luchtbellen en modder had men ook wel wa terdiertjes ln de blaasjes zien zit ten, maar de eerste geleerden die de mogelijkheid opperden dat dit blaasjeskruid deze organen niet als drijvers nodig had, maar om er Heren ln te vangen en die vervol gens als voedsel te gebruiken, wer den voor fantasten uitgemaakt. Van zoiets als dlerenetende plan ten had men nooit gehoord en zelfs de grote natuuronderzoeker Darwln vond geen gehoor toen hij ermee aankwam. Maar de bewij zen werden steeds talrijker. Men moest tenslotte toch toegeven dat er iets bijzonders aan de hand was met het blaasjeskruid en nam eerst aan dat de diertjes per onge luk ln de blaasjes belandden of op de vlucht voor een vijand er een onderkomen zochten, daar door verhongering stierven, waarna de plant de nitraten uit de rottende lijkjes als voedsel zou gebruiken. De werkelijkheid bleek veel ln ge- Een deel van de blaasjeskruidplant met het ln fijne slippen verdeelde blad met blaasjes en een boven water uitstekende stengel met de gele „leeuwebek" bloemen. Rechtsboven een doorsnede van de bloem op het moment van bestuiving, daaronder deaelfde bloem na de bestui ving. Middenrechts een vergroot blaasje met eronder een doorsnede daarvan, die het valdeurtje tegen de verdikte drempel en de suigcellen laat alen. Geheel rechtsonder een eenoogkreeftje of cyclops, een van de meest buitgemaakte slachtoffers van het blaasjeskruid. wikkelder en oneindig belangwek kender. Klapdeurtje Onder de loep zie Je dat elk blaas je aan de „buikzijde" met een steeltje vastzit aan het blad. Het enigszins spits uitlopende einde draagt vertakte borstels, waartus sen een opening, een soort mond, zit. Van de bovenrand van die mond hangt een klepje naar bene den dat met het vrije deel tegen de verdikte en van slijmklieren voor ziene „onderlip" rust. Net een klapdeurtje dat tegen een drem pel valt. Het blaasje zou als een fuik kunnen werken als dit klap deurtje door een diertje wordt In gedrukt, waarna het eenmaal bin nen het klepje niet kan oplichten en ontsnappen. Maar zo passief ls het blaasjeskruid niet. Het wacht niet af tot een diertje het Initiatief neemt, maar doet er zelf wat aan. Van de fuik maakt ze een geraffi neerde val die zij zelf spant. Zulg- cellen aan de binnenkant van het blaasje zuigen de vloeistof ln het Inwendige op, waardoor de Inhoud kleiner wordt en het omringende water de wanden Indrukt. Je zou denken dat dan het klepje naar binnen slaat om het drukverschil door watertoevoer op te heffen. Maar dat gebeurt niet: door de naar binnen buigende zijwanden wordt het klepje vergrendeld en hoe meer de wanden elkaar nade ren, hoe vaster het klepje tegen de drempel wordt gedrukt. Lang zaam schuift de onderrand ervan over de drempel naar voren tot het blijft steken op twee borstels op de onderrand van het blaasje. Dan is de val scherp gesteld en ls een heel lichte druk op die borstels voldoende om het klepje als met een hefboom aan de onderkant Iets op te lichten. Door het smalle spleetje dat dan ontstaat schiet het water meteen naar binnen en op hetzelfde moment vliegen de zijwanden met een ruk uiteen, ls de vergrendeling opgeheven en slaat het klepje helemaal terug om dadelijk weer tegen de drem pel te vallen. Dit alles speelt zich al ln een fractie van een seconde. Je kunt Je voorstellen hoe een watervlo, een eenoogkreeftje, een lnsekte- of vlslarve tussen de bor stels raakt, die het diertje zozeer verontrusten dat het wild heen en weer gaat springen, meestal naar de plek waar de trechter van bor stels heen leidt: het klepje. Vertering! Als het dier de hefboomborstels raakt, volgt het lichte terugwijken van het klepje, tegelijk met een sterk wervelstroompje en als de klapdeur weer „in het slot" valt, zit de door het water meegesleur de prooi gevangen voor die weet wat er ls gebeurd. Het diertje springt wat rond ln zijn gevange nis, die steeds kleiner wordt, want meteen zijn de zuigcellen weer be gonnen het blaasje leeg te Tegelij kertijd stuwen ze een scheikundi ge stof ln het blaasje dat de bult moet verteren. Die stof lijkt op ons maagsap en bevat ook benzoë- zuur, een verbinding die rotting tegengaat De afscheiding maakt het water steeds dikker, waardoor het diertje steeds meer ln zijn be wegingen wordt gehinderd. Het ferment vernietigt de kieuwen van de prooi, zodat die na enige tijd stikt. Dan begint de stof zijn ont ledende werk, terwijl de zuigcellen de verteerde substantie dadelijk opzuigen. Tenslotte blijft van de prooi alleen het onverteerbare chi- tinepantser over en als er over blijfselen van veel prooidiertjes ln een blaasje zitten, kleuren die het later blauwzwart. Blaasjeskruid gedijt duidelijk als het genoeg voedsel kan buitma ken. In water dat arm ls aan planktondiertjes, blijven de plan ten klein. Ze verkommeren omdat ze niet genoeg voedlngszouten uit het water kunnen halen zoals an dere waterplanten. Maar ln water dat erg rijk ls aan microscopisch waterleven, kan het blaasjeskruid zich overeten en dan net zo goed doodgaan. Bloeien doet het blaas jeskruid alleen als het zich hele maal gelukkig voelt. Het steekt dan een stengel boven water met helemaal aan de top een paar gro te bloemen, die sterk aan diepgele leeuwebekjes doen denken. Met donkere strepen en vlekken op de onderlip om vliegende lnsekten de weg naar de honing te wijzen. De twee delen van de kroon die naar voren steken, de boven- en de on derlip, zijn stijf tegen elkaar ge drukt en omsluiten een holte, waarin de stamper en twee meel draden zitten. Als een hommel zich op de onderlip neerzet, opent zich door het gewicht van het ln- sekt de „leeuwebek" en kan de hommel bij de honing komen, die ln de korte spoor onderin de bloem wordt bewaard. HIJ raakt eerst de gespleten stempel boven in de bloem, strijkt er het eventu eel van een andere blaasjeskruld- bloem meegebrachte stuifmeel op af en raakt al tastend naar honing de dieper gelegen meeldraden, die hun Inhoud op de hommeltong uitstorten. Als de hommel zijn al dus bepoederde tong uit de bloem trekt, kan die de stempel niet voor de tweede keer raken en er stuif meel op afstrijken, want de stem pel heeft zich Intussen geheel te gen de bovenlip gelegd en zit dus niet meer ln de weg. Een heel Ingenieuze manier om te voorkomen dat de plant met eigen stuifmeel wordt bestoven! Omdat zelfbestulvlng doorgaans niet gunstig ls voor de klemkracht van de zaden, bestaan er ln het plan tenrijk heel wat Inrichtingen en manleren om deze vorm van be vruchting onmogelijk te maken of ln elk geval te beperken. Het ls een van de belangwekkendste aspec ten van plantenstudle: erachter zien te komen hoe dat bij elke plantesoort geschiedt. Waarbij Je meteen onvermijdelijk ook studie van de bestuivende lnsekten moet maken. Want plant en dier vor men een belangengemeenschap, die bij het blaasjeskruid op een dubbele manier tot uiting komt: de fljnsllppige guirlandes ln het water vormen een doelmatige schuilplaats voor heel wat water dieren tegen vijanden die veel meer slachtoffers zouden maken dan de Ingewikkelde vallen van de plant. Horizontaal. 1. zekere bouwstijl, 5. plaats ln de schouwburg, 10. koor, 12. wereldtaal, 13. achten, 15. boom, 17. rood ln de wapenkunde, 18. bars, 20. wisselborgtocht, 22. pers. voor naam w., 23. muzieknoot, 25. boom, 26. muzieknoot, 27. sterrenbeeld, 31. Japans spel, 32. afnemend getij, 34. ontevredenheid, 41. klaar, 42. voor voegsel, 43. reeds, 44. dona (afk.), 45. Turkse titel, 47. vette vloeistof, 49. wetboek, 51. bergweide, 53. redelijk schepsel, 55. roem, 58. watering, 59. rugtas, 60. grove lat Verticaal. 1. graag, 2. grondsoort, 3. telwoord, 4. bouwland, 6. algemeen kiesrecht (afk.), 7. deel van een schip, 8. plaats ln Gelderland, 9. ganzeboer, 11. oude lengtemaat, 14. ongaarne, 15. rund, 16. familielid, 17. meubel. 19. paard, 21. heidemeertje, 24. voorzet sel, 27. kleefmlddel, 28. houten vat, 29. stokL30. telwoord, 33. tankboot, 35. honingbij, 36. geest van de rijst cultuur, 37. rivier ln Rusland, 38. bit ter vocht, 39. rustoord, 40. tekenge reedschap, 45. lusthof, 46. rondhout, 47. voorzetsel, 48. verharde huid, 50. bid (lat.), 52. muzieknoot, 54. ontken ning, 56. lidwoord, 57. bevel. Oplossing tot en met woensdag a.s. per briefkaart zenden aan: Dagblad Trouw/Kwartet, Postbus 859, Am sterdam. Linksboven vermelden: Weekendpuzxel. Oplossing vorige puzzel Horizontaal. 1. steil, 5. manen, 9. La res, 13. leuk, 15. sek, 16. talk, 17. A.P., 19. plas, 21. mede. 22. do, 23. alk, 25. mandoline, 28. roe, 29. tang. 31. nor. 32. let, 33. gier, 34. nier, 36. romer, 38. deel, 40. enig, 42. mes, 43. nest, 45. os, 47. eten, 49. roet, 50. la, 51. keer, 52. negotie, 53. elan, 54. en, 55. agio, 57. Aser, 59. si, 60. stee, 61. Ria, 63. tint, 65. mals, 66. moede. 68. stel, 70 mare. 71 lee, 72 era, 74. eren, 76. Oda, 77. vermaning, 80. ene, 81, re, 82. trek, 83. knap, 85. a.v., 86. meer, 87. erg, 89. aloë, 91. steek, 92. kreek, 93. Andel. Verticaal. 1. spaat, 2. el, 3. lep. 4. luim, 6. as, 7. Nero, 8. e.k., 9. lade, 10. ale, 11. R.K., 12. snoer, 14. kaan, 16. tent, 18. plan, 20. snor, 21. mier, 22. doel, 24. knie, 26. drom, 27 lies, 28. riet, 30. generatie, 33. gesternte, 35. rit, 37. melodie, 38. Dee, 39. moker, 41. genie, 43. noest, 44. kanis, 46. sen, 48. -neo, 49. Ria, 50 las, 56. ges., 58. els, 60. Sara, 61. roem, 62. Aden, 64. tere, 65. made, 66. merk, 67. Erik, 69. Lena, 70. mores, 71. leer, 73. Anna, 75. nevel, 77. vrek, 78. Aare, 79. gala, 82. TEE, 84. pon, 86. me, 87. er, 88. ge, 90 ed. Prijswinnaars vorige puzzel: De boekenbonnen gaan naar me vrouw D. C. E. Th. Ouwehand, Lan- gevelderweg 40, Noordwijkerhout; de heer A. H. van Heusden, Oranje straat 5, Strijen; de heer J. D. van Arkel Sr., Laan van Rijswijk 1, flat A 35. Zeist. Zowel de Ned. Antillen als Surina me hebben ter gelegenheid van de XXIIe Olympische Spelen op 25 Juni zegels en een souvenirvelletje .laten verschijnen. Voor de Antil len zijn dat vier zegels met toeslag en het velletje ook met toeslag; de afbeeldingen hebben betrekking op turnen'en balsport. Totale prijs fl. 5.90 Ant. crt. Suriname geeft vijf zegels en een velletje uit, beide zonder toeslagen. Hierop zijn te zien: gewichtheffen, zwemmen, tumen, basketbal en hardlopen. Totale prijs fl. 6.00 Sur. crt. Ter herdenking van het feit dat 35 jaar geleden het handvest van de Ver. Naties te San Francisco werd getekend, verschenen 26 juni voor de bureaux New-York, Genève en Wenen elk twee zegels en een sou venirvelletje van die zegels met symbolische afbeeldingen. De door drie kunstenaars uit Israel, Turkije en Pakistan vervaardigde ontwerpen werden alternatief voor de zegels en de velletjes vn de drie kantoren gebruikt. In Frank rijk zijn deze maand vijf bijzonde re zegels uitgekomen. In het kader van de natuurbescherming een ze gel van fr 1.10 waarop de „Graell- sla Isabellae" een van de grootste vlindersoorten, welke door de che micaliën, die de landbouw ln toe nemende mate toepast, wordt be dreigd; dan een zegel van fr 2.- met de afbeelding van het kasteel van Malntenou, alwaar Frangoise d'Aublgné (alias Madame de Maintenon) woonde. Zij was de opvoedster van de kinderen van Lode wijk XIV; ln 1684 trouwde hij haar in het geheim, toen Maria Therèse overleden was. Voorts verscheen een grootformaat kunstzegel van fr 2.- met een zelf portret van Albrecht Dürer. Op de zegel tevens het embleem van de ln 1982 te Parijs te houden Inter nationale Postzegeltentoonstel ling „Philex-francé. De propagan da voor dit evenement ls dus nu al van start gegaan. Dan nog een zegel van fr 1.30 we gens het 25-jarig bestaan van de „Association Internationale des Relations Publlques" en als laat ste een zegel van fr 1.50 ln het teken van het „Jaar van het vader lands erfdeel". De symbolische af beeldingen van cultuur kunst en wetenschap en de afbeelding van Marianne verduldelijken de Juiste doelstelling van het thema. Span je eert een van zijn befaamde maar ook meest omstreden vader landse figuren, de dichter Luis Vaz de Camoes, die 400 Jaar geleden gestorven is. Zeer bekend is zijn epos „Os Lulsadas", waarin hij de grote daden van zijn land bezingt. Van Oostenrijk om te beginnen drie herdenkingszegels; een van 8 2.50 wegens het feit dat 50 Jaar geleden d eerste aardolie in de buurt van Wenen werd gewonnen; dan een van 8 2.50 voor de stad Innsbruck, die 800 Jaar geleden die rechten verwierf en een zegel ter ere van het land Stiermarken dat 800 Jaar geleden tot hertog dom werd verklaard. De vierde zegel behoort tot de serie „Mooi Oostenrijk" en toont de oude stad „Frelstadt" ln Opper-Oostenrijk. Waarde 20 gr. In Denemarken ver scheen vorige week een serie van vier zegels van de hand van de graveur Czeslaw Slavla, geheel ge wijd aan landschappen ln Jut land. ZIJ tonen: de Llndholm- hoogte weer 700 typische grafste nen van Vikings, geplaatst ln de vorm van een schip, te zien zijn; de vuurtoren van 8 ka gen, het kloos ter Börglum en vissersboten op het strand van Vorupör. De door mij ln de rubriek van 14 Juni aan gekondigde zomere missles van Liechtenstein Uilen eerst ln okto ber worden uitgegeven. a co Naast de grote computers die in de elektronische Industrie en op de universiteiten worden getest, zijn er nu de micro-computers die iedereen bij een speelgoedwinkel kan kopen. Hoe sterk zijn die mi cro's, dat is een veel gestelde vraag. Enige tijd geleden is Tim Krabbé begonnen met een groots opgezet warenonderzoek, op een manier die aan de werkwijze van de consumentenbond doet den ken. Ik heb hem mogen bijstaan en ik heb ervaren, dat het omgaan met de micro-schaakcomputer een verslavende bezigheid is. een virus dat zich langzaam in je leven nestelt. Krabbé testte acht computers, die in de handel zijn: de Chess Cham pion MK, de Computer Chess n, de Conic, Boris King. Boris Diplo mat, Chess Champion Super Sys tem HI, Chess Chailanger 7 en Chess Challenger „Voice". In Schaakbulletin 148 vindt u een uitgebreid verslag van zijn weder waardigheden hoe hij dag en nacht werd achtervolgd door pie pende machientjes die lieten we ten dat zij een zet hadden bedacht en op een antwoord zaten te wach ten. Zijn eindconclusie was ln gro te trekken dat de Chess Champion MK, de Computer Chess n en de Conic weggegooid geld waren, dat de Chess Champion Super System III bedenkelijk zwak speelt, maar een meester is in het oplossen van schaakproblemen (twee- en drie- zetten) en dat de twee Borissen en de twee Challengers bij vlagen best een aardig partijtje kunnen schaken. Wat betreft het oplossen van schaakproblemen hierbij een heel klein voorbeeld. Diagram I Het beroemde Bristolprobleem van F. Healy, 1861. Het mat ln drie gaat volgens de weg van: 1. Tdl- hl!; 2. Dg6-bl; 3. Dbl-gl De Chess Champion MK en de Com puter Chess n mochten niet aan het oplossen meedoen, want zij zouden het gezien eerdere ervarin gen toch nooit gevonden hebben. Boris Diplomat vond het goede antwoord na 23 uur en 59 minuten; Boris King ln 14 uur en 1 minuut; Challenger 7 ln 6 uur en 57 minu ten; de Voice na 4 uur en de Super System in 16 minuten en 15 se conden. w 1 I m A li HA Iff Él A 1 A 1 A A m «1 A Wil Diagram I Diagram II Geheel in de ban van de schaak computers besloot ik ln het begin van dit Jaar eens een bezoek te brengen aan ir. Barend Swets. Voor de echte liefhebbers en schaakfanaten is een verslag van die ontmoeting eveneens ln Schaakbulletin te vinden. Swets heeft een eigen programma ont worpen, de BS'66 '76. Op de grote computer van de universiteit van Utrecht had ik de eer een partij tegen BS'66'76 te mogen spelen. Argwanend bekeken door zo'n honderd belangstellenden gaf lk het programma een paard voor en mijn overmoed leek al snel afge straft te worden. Wit: Pam (zonder Pbl) Zwart: BS'66'76. 1. Pgl-f3 d7-d5 2. b2-b3 Lc8-f5 3. Lcl-b2 e7-e5? 4. PfSxeS (Dat gaat makkelijk, dacht lk). 4Pg8-f6 5. e2-e3 Lf8-d6 6. Lfl-e2 Ld6xe5 7. Lb2xe5 0-0 8. 0-0 Pb8-c6 9. f2-f4 d5- d4! 10. Ddl-el Lf5xc2 11. Tal-cl Lc2-f5! 12. Del-g3 Tf8-e8 13. Le2- b5 (Ik dacht dat lk hem te pakken had, maar met de volgende zet worden alle dreigingen geëlimi neerd.) 13. Pf6-h5! 14. D(3-f3 Pc6xe5 15. f4xe5 Te8xe5 16. Df3xh5 g7-g6 17. Dh5-h6 TeSxbS 18. Tfl-f4 d4xe3 19. d2xe3 Dd&-d2 20. Tcl-fl Ta8-e8 21. h2-h3 Dd2xe3 22. Kgl-h2 Dd2-e2 (Ho peloos stond lk, dus was het tijd om te bluffen.) 23. Tf4-h4 De2xfl! 24. Dh6xh7 Kg8-f8 25. Dh7-h6 Ke8-e7 26. Dh6-e3 Diagram n Ik had al willen opgeven, maar er kwam: 26Ke7-d7T? (Alles won 26. Le6, of 26Kd8) 27. Th4-d4 Kd7-c6 28. De3xe8 Ke6-b6 29. De8-e3 c€-c5? (Na 29. Ka6 stond zwart nog steeds gewonnen, al was het dan nog een hele partij geworden.) 30. Td4-d6 Kc6-c7 31. De3-e7 Lf5~d7 32. De7xd7 en namens BS'66'67 gaf Barend Swets het op. Ik moet toe geven, dat lk enigszins met een gevoel van géne naar huls ben geslopen. Hoe groot de voorsprong van de vier Nederlanders op de rest was in Arta Terme weet u ondertussen wel. Maar dat het belangrijkste trio Verpoest, Issalëne en Caze- mier niet meer dan twee van de te behalen 24 punten tegen ons zou halen, hadden ook wij van tevoren tot iets onmogelijks bestempeld. Zo wist alleen Issalëne een punt (het hadden er twee moeten zijn) tegen Jansen in de wacht te sle pen. terwijl Clerc als enige een punt aan Oscar Verpoest moest afstaan. Van der Wal en ik behaal den de volle winst maar bij de uiteindelijke winnaar is dat niet helemaal volgens het boekje tot stand gekomen. Vandaag in deze kolom aandacht voor mijn overwinning op Ver poest. Mijn vorige partijen tegen de Belg verliepen niet altijd even vlekkeloos. Daarom zag ik toch wel tegen dit duel op, te meer daar Verpoest altijd blijk geeft van een flinke portie theoretische kennis. Daarbij komt dan ook nog, dat hij zich altijd nauwgezet op een be langrijk toernooi voorbereidt. Zo had hij in 1978 in Arco met wit patent op 1. 33-29 en nu had hij zich weer terdege geprepareerd op de 1. 34-30 of ook wel Franse ope ning. Alle zeven partijen die Ver poest met wit heeft gespeeld, to nen ons deze openingszet. Maar deze vurige veteraan bleek zijn partijen ook met zwart uitermate goed te hebben voorbereid, getui ge ook het hoge tempo, dat hij zijn tegenstanders voorlegde. Pas wanneer van zijn voorbereiding werd afgeweken begon hij met na denken. 1. 33-29 17-22 2. 39-33 11-17 3. 44-39 6-11 4. 50-44 1-6 5. 31-26 19-23. A tempo gespeeld en dus voorbe reid. Persoonlijk hoopte ik op 5. 16-21, waarna ik wel kansen zag en daarbij mijn gedachten liet gaan in de richting van de partijen Wiersma-Huet en Wiersma-Hooij- berg. Maar Verpoest koos hier voor dezelfde voortzetting als Clerc in zijn partij tegen Wiersma uit het jongste Nederlandse kamp. Tegen Visser heb ik in de club competitie eens voortgezet met 6. 35-30 maar dat was mij niet zo goed bevallen, vandaar 6. 32-28 23x32 7. 37x28 13-19. Dit speelde Clerc ook, maar ook de drie om drie met 18-23 enz. zou voor mijn tegenstander ln aanmerking komen. 8.36-31 9-13. Hier ging Clerc verder met 8-13, waarna Wiersma ver volgde met 41-36 met gelijkwaar dig spel. 9. 31-27 22x31 10. 26x37. Oespeeld met de bedoeling mijn opponent zuiver positioneel aan te pakken. In 1974 won ik weliswaar ln het Europees kampioenschap van Verpoest, maar na een gokpartij- tje moest dat toen wel op de klok gebeuren ln een stand waarin lk al tegen een schijf achterstand aan zat te kijken. Na dat duel denk lk, dat het het beste ls iemand als Verpoest zuiver strategisch aan te pakken. 10. 17-22 11. 28x17 11x22 (maakt er een open flankspel van). 12. 37- 32 4-9 13. 41-37 7-11 14. 46-41 16-21 15. 29-23 19x28 16. 32x23 18x29 17. 34x23. Alweer gespeeld met ln mijn achterhoofd de gedachte dat Verpoest, die er een hekel aan H P III i§ 9 ut ii 'ZB M mum 1 m, 3 m mm 9 9 8 S. m m 9, 9 m w. W M mm 8 9, 9 m 'm 'm 'm 'B. M. 8 8 8 8 8 m m g'Vjgjö 5 8 e. a s e 3 e e M K W, m O m O 1 ÉL b m 9 3 Diagram I Diagram 11 heeft onder druk te staan, deze indringer wel zo snel mogelijk uit de weg zal willen ruimen hetgeen de witte positie ten goede komt. Overigens heeft een aanval van zwart op de witte schijf op 23 geen enkele kans van slagen. 17. 12-18 18. 23x12 8x17 19. 38-32. Deze beslissing kostte mij veel be denktijd. Immers ln eerste Instan tie denk je aan 35-30 met de be doeling de wat ongunstig opge stelde linkervleugel van zwart aan banden te leggen. Maar na veel rekenwerk kwam lk tot de conclu sie, dat lk zwart met dergelijke opzet eerder zou helpen bij zijn ontwikkeling. Daarom besloot ik maar met een sterk centrum van de zwarte diaspora te profiteren. 19. 21-26 29. 43-38 2-8 21.41-36 14- 19 22. 34-31 19-14. Verpoest speelt het toch wel handig tegen en laat zich niet ln op zetten als 17-21 waarna wit misschien kan gaan profiteren van de zwarte rand- schijven. 23. 47-41 5-19 24. 41-36 13-18 25. 40- 34 9-13 26. 49-43. Laat zwart de beslissing, maar toch vind lk dat de witte opzet na 188x17 niet goed is gelukt. 26. 8-12 27. 32-28 (handhaaft de spanning en ls kansrijk) 3-8 28. 38- 32 29-25. Na 19-23, 28x19 14x23, 33- 28 22x33, 39X19, 13x24, 34-30 loopt het slecht al voor zwart. 29. 43-38. Hier ls 19-23 wel speel baar, al heb je kleine positionele moeilijkheden. Verpoest voert met zijn volgende zet de spanning naar grote hoogten op. 29 ...18-23 Diagram I Zwarts bedoeling ls even eenvou dig als gemeen, nl. 12-18 gevolgd door 22-27 waarna zwart of met 23x43 slaat en de witte dam weer inpikt of zelfs de slag 26x48 tot zijn beschikking heeft. Vandaar 30. 31-27, gedwongen maar tevens zeer sterk. 30. 22x31 31. 36x27 12-18 (daar komt ie toch nog), 32. 37-31 26x37 33. 42x31 15-20? Ronduit slecht. Na direct 33. 17-22 34. 28x17 11x22 faalt het door mij geplande 35. 48-42 met de bedoeling 33-28x28 met uiteindelijke door braak wegens het gambiet 35. 22-28 36. 33x22 8-12 omdat na 22- 17x16 de dam met 23-29 en 13-18 volgt Daarbij komt nog, dat het alternatief weinig voorstelt; 35. 31- 26 22x31 36. 26x37 18-22 37. 33-29 13-18 en het is niet duidelijk wat Je verder moet om nog kansen te hebben. 34. 44-40 17-22 15. 28x17 11x22 38. 48-43! Diagram 2 Van de drie speelbare schijven kiest Verpoest in grote tijdnood de slechtste. Na 10-15 staat hij wel erg slecht, maar verloren ls het nog niet. 36. ....8-12? 37. 34-29 23x34 38. 40x29 (plotseling dreigt 32-28 gevolgd door 29-23) 19-23 39. 32- 28! (de finesse) 23x21 40. 29-23 18x29 41. 33x4 12-18 42. 31-26 met winst binnen enkele zetten. Een partij met een moeilijk te beoordelen positie na 18. 8x17, die een studie meer dan waard is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 17