_>De vallen van het blaasjeskruid
Veekendpnzzel
i|
s
1
ijjy
3
3
3
a
Hoe sterk is de
mini-computer
i
ff
1
Ai?
a
AKAE
A
ss
s
f§
G
a
a
s
ff
ff
ff
ff
ff
Verpoest
in tijdnood
lTERDAG 28 JUNI 1980
■VARIAÏ
TROUW/KWARTET '7
HPIER&PLANT
door henk van halm
eugdig,
:o 9'oo
Hing
'Or deze
9 vofl
mg et
mine
AOW
t doo
t
Ut heb de vorige keer be
loofd te vertellen hoe ver
nuftig de vleesetende
plant, die blaasjeskruid
beet, aan voedsel komt. Ik
neb het al Jaren in mijn
rijver groeien, waar het net
ais hoornblad wortelloos
vlak onder de waterspiegel
zweeft. In één zomer ont
wikkelt de plant zich uit
een onooglijke donkergroe
ne winterknop van dicht
opeengedrongen blaadjes
ter grootte van een hazel
noot tot een anderhalve
meter lange hoofdstengel
met tientallen vertak
kingen.
De slappe stengels zijn dicht bezet
met blad dat ln draaddunne slip
pen is verdeeld. Tussen die slip
pen zitten lichtgroene schijfjes, ln
grootte variërend van twee tot vijf
millimeter. Met een vergrootglas
Is te zien dat het geen gewone
platte schijfjes zijn, maar holle
blaasjes, zakjes met zo'n dunne
wand dat Je er doorheen kunt kij
ken. Sommige van die zakjes zit
ten vol met een blauwzwarte mas
sa In andere zie Je ook wel een
luchtbelletje. Een eeuw geleden
meende men nog dat die zakjes
dienden om het drijfvermogen
van de plant te bevorderen, Ja min
o 1 meer werkten als een soort
zwemblazen. Behalve luchtbellen
en modder had men ook wel wa
terdiertjes ln de blaasjes zien zit
ten, maar de eerste geleerden die
de mogelijkheid opperden dat dit
blaasjeskruid deze organen niet
als drijvers nodig had, maar om er
Heren ln te vangen en die vervol
gens als voedsel te gebruiken, wer
den voor fantasten uitgemaakt.
Van zoiets als dlerenetende plan
ten had men nooit gehoord en
zelfs de grote natuuronderzoeker
Darwln vond geen gehoor toen hij
ermee aankwam. Maar de bewij
zen werden steeds talrijker. Men
moest tenslotte toch toegeven dat
er iets bijzonders aan de hand was
met het blaasjeskruid en nam
eerst aan dat de diertjes per onge
luk ln de blaasjes belandden of op
de vlucht voor een vijand er een
onderkomen zochten, daar door
verhongering stierven, waarna de
plant de nitraten uit de rottende
lijkjes als voedsel zou gebruiken.
De werkelijkheid bleek veel ln ge-
Een deel van de blaasjeskruidplant met het ln fijne slippen verdeelde
blad met blaasjes en een boven water uitstekende stengel met de gele
„leeuwebek" bloemen. Rechtsboven een doorsnede van de bloem op
het moment van bestuiving, daaronder deaelfde bloem na de bestui
ving. Middenrechts een vergroot blaasje met eronder een doorsnede
daarvan, die het valdeurtje tegen de verdikte drempel en de suigcellen
laat alen. Geheel rechtsonder een eenoogkreeftje of cyclops, een van de
meest buitgemaakte slachtoffers van het blaasjeskruid.
wikkelder en oneindig belangwek
kender.
Klapdeurtje
Onder de loep zie Je dat elk blaas
je aan de „buikzijde" met een
steeltje vastzit aan het blad. Het
enigszins spits uitlopende einde
draagt vertakte borstels, waartus
sen een opening, een soort mond,
zit. Van de bovenrand van die
mond hangt een klepje naar bene
den dat met het vrije deel tegen de
verdikte en van slijmklieren voor
ziene „onderlip" rust. Net een
klapdeurtje dat tegen een drem
pel valt. Het blaasje zou als een
fuik kunnen werken als dit klap
deurtje door een diertje wordt In
gedrukt, waarna het eenmaal bin
nen het klepje niet kan oplichten
en ontsnappen. Maar zo passief ls
het blaasjeskruid niet. Het wacht
niet af tot een diertje het Initiatief
neemt, maar doet er zelf wat aan.
Van de fuik maakt ze een geraffi
neerde val die zij zelf spant. Zulg-
cellen aan de binnenkant van het
blaasje zuigen de vloeistof ln het
Inwendige op, waardoor de Inhoud
kleiner wordt en het omringende
water de wanden Indrukt. Je zou
denken dat dan het klepje naar
binnen slaat om het drukverschil
door watertoevoer op te heffen.
Maar dat gebeurt niet: door de
naar binnen buigende zijwanden
wordt het klepje vergrendeld en
hoe meer de wanden elkaar nade
ren, hoe vaster het klepje tegen de
drempel wordt gedrukt. Lang
zaam schuift de onderrand ervan
over de drempel naar voren tot het
blijft steken op twee borstels op
de onderrand van het blaasje. Dan
is de val scherp gesteld en ls een
heel lichte druk op die borstels
voldoende om het klepje als met
een hefboom aan de onderkant
Iets op te lichten. Door het smalle
spleetje dat dan ontstaat schiet
het water meteen naar binnen en
op hetzelfde moment vliegen de
zijwanden met een ruk uiteen, ls
de vergrendeling opgeheven en
slaat het klepje helemaal terug
om dadelijk weer tegen de drem
pel te vallen. Dit alles speelt zich
al ln een fractie van een seconde.
Je kunt Je voorstellen hoe een
watervlo, een eenoogkreeftje, een
lnsekte- of vlslarve tussen de bor
stels raakt, die het diertje zozeer
verontrusten dat het wild heen en
weer gaat springen, meestal naar
de plek waar de trechter van bor
stels heen leidt: het klepje.
Vertering!
Als het dier de hefboomborstels
raakt, volgt het lichte terugwijken
van het klepje, tegelijk met een
sterk wervelstroompje en als de
klapdeur weer „in het slot" valt,
zit de door het water meegesleur
de prooi gevangen voor die weet
wat er ls gebeurd. Het diertje
springt wat rond ln zijn gevange
nis, die steeds kleiner wordt, want
meteen zijn de zuigcellen weer be
gonnen het blaasje leeg te Tegelij
kertijd stuwen ze een scheikundi
ge stof ln het blaasje dat de bult
moet verteren. Die stof lijkt op
ons maagsap en bevat ook benzoë-
zuur, een verbinding die rotting
tegengaat De afscheiding maakt
het water steeds dikker, waardoor
het diertje steeds meer ln zijn be
wegingen wordt gehinderd. Het
ferment vernietigt de kieuwen van
de prooi, zodat die na enige tijd
stikt. Dan begint de stof zijn ont
ledende werk, terwijl de zuigcellen
de verteerde substantie dadelijk
opzuigen. Tenslotte blijft van de
prooi alleen het onverteerbare chi-
tinepantser over en als er over
blijfselen van veel prooidiertjes ln
een blaasje zitten, kleuren die het
later blauwzwart.
Blaasjeskruid gedijt duidelijk als
het genoeg voedsel kan buitma
ken. In water dat arm ls aan
planktondiertjes, blijven de plan
ten klein. Ze verkommeren omdat
ze niet genoeg voedlngszouten uit
het water kunnen halen zoals an
dere waterplanten. Maar ln water
dat erg rijk ls aan microscopisch
waterleven, kan het blaasjeskruid
zich overeten en dan net zo goed
doodgaan. Bloeien doet het blaas
jeskruid alleen als het zich hele
maal gelukkig voelt. Het steekt
dan een stengel boven water met
helemaal aan de top een paar gro
te bloemen, die sterk aan diepgele
leeuwebekjes doen denken. Met
donkere strepen en vlekken op de
onderlip om vliegende lnsekten de
weg naar de honing te wijzen. De
twee delen van de kroon die naar
voren steken, de boven- en de on
derlip, zijn stijf tegen elkaar ge
drukt en omsluiten een holte,
waarin de stamper en twee meel
draden zitten. Als een hommel
zich op de onderlip neerzet, opent
zich door het gewicht van het ln-
sekt de „leeuwebek" en kan de
hommel bij de honing komen, die
ln de korte spoor onderin de
bloem wordt bewaard. HIJ raakt
eerst de gespleten stempel boven
in de bloem, strijkt er het eventu
eel van een andere blaasjeskruld-
bloem meegebrachte stuifmeel op
af en raakt al tastend naar honing
de dieper gelegen meeldraden, die
hun Inhoud op de hommeltong
uitstorten. Als de hommel zijn al
dus bepoederde tong uit de bloem
trekt, kan die de stempel niet voor
de tweede keer raken en er stuif
meel op afstrijken, want de stem
pel heeft zich Intussen geheel te
gen de bovenlip gelegd en zit dus
niet meer ln de weg.
Een heel Ingenieuze manier om te
voorkomen dat de plant met eigen
stuifmeel wordt bestoven! Omdat
zelfbestulvlng doorgaans niet
gunstig ls voor de klemkracht van
de zaden, bestaan er ln het plan
tenrijk heel wat Inrichtingen en
manleren om deze vorm van be
vruchting onmogelijk te maken of
ln elk geval te beperken. Het ls een
van de belangwekkendste aspec
ten van plantenstudle: erachter
zien te komen hoe dat bij elke
plantesoort geschiedt. Waarbij Je
meteen onvermijdelijk ook studie
van de bestuivende lnsekten moet
maken. Want plant en dier vor
men een belangengemeenschap,
die bij het blaasjeskruid op een
dubbele manier tot uiting komt:
de fljnsllppige guirlandes ln het
water vormen een doelmatige
schuilplaats voor heel wat water
dieren tegen vijanden die veel
meer slachtoffers zouden maken
dan de Ingewikkelde vallen van de
plant.
Horizontaal. 1. zekere bouwstijl, 5.
plaats ln de schouwburg, 10. koor, 12.
wereldtaal, 13. achten, 15. boom, 17.
rood ln de wapenkunde, 18. bars, 20.
wisselborgtocht, 22. pers. voor
naam w., 23. muzieknoot, 25. boom,
26. muzieknoot, 27. sterrenbeeld, 31.
Japans spel, 32. afnemend getij, 34.
ontevredenheid, 41. klaar, 42. voor
voegsel, 43. reeds, 44. dona (afk.), 45.
Turkse titel, 47. vette vloeistof, 49.
wetboek, 51. bergweide, 53. redelijk
schepsel, 55. roem, 58. watering, 59.
rugtas, 60. grove lat
Verticaal. 1. graag, 2. grondsoort, 3.
telwoord, 4. bouwland, 6. algemeen
kiesrecht (afk.), 7. deel van een schip,
8. plaats ln Gelderland, 9. ganzeboer,
11. oude lengtemaat, 14. ongaarne, 15.
rund, 16. familielid, 17. meubel. 19.
paard, 21. heidemeertje, 24. voorzet
sel, 27. kleefmlddel, 28. houten vat,
29. stokL30. telwoord, 33. tankboot,
35. honingbij, 36. geest van de rijst
cultuur, 37. rivier ln Rusland, 38. bit
ter vocht, 39. rustoord, 40. tekenge
reedschap, 45. lusthof, 46. rondhout,
47. voorzetsel, 48. verharde huid, 50.
bid (lat.), 52. muzieknoot, 54. ontken
ning, 56. lidwoord, 57. bevel.
Oplossing tot en met woensdag a.s.
per briefkaart zenden aan: Dagblad
Trouw/Kwartet, Postbus 859, Am
sterdam. Linksboven vermelden:
Weekendpuzxel.
Oplossing vorige puzzel
Horizontaal. 1. steil, 5. manen, 9. La
res, 13. leuk, 15. sek, 16. talk, 17. A.P.,
19. plas, 21. mede. 22. do, 23. alk, 25.
mandoline, 28. roe, 29. tang. 31. nor.
32. let, 33. gier, 34. nier, 36. romer, 38.
deel, 40. enig, 42. mes, 43. nest, 45. os,
47. eten, 49. roet, 50. la, 51. keer, 52.
negotie, 53. elan, 54. en, 55. agio, 57.
Aser, 59. si, 60. stee, 61. Ria, 63. tint,
65. mals, 66. moede. 68. stel, 70 mare.
71 lee, 72 era, 74. eren, 76. Oda, 77.
vermaning, 80. ene, 81, re, 82. trek, 83.
knap, 85. a.v., 86. meer, 87. erg, 89.
aloë, 91. steek, 92. kreek, 93. Andel.
Verticaal. 1. spaat, 2. el, 3. lep. 4.
luim, 6. as, 7. Nero, 8. e.k., 9. lade, 10.
ale, 11. R.K., 12. snoer, 14. kaan, 16.
tent, 18. plan, 20. snor, 21. mier, 22.
doel, 24. knie, 26. drom, 27 lies, 28.
riet, 30. generatie, 33. gesternte, 35.
rit, 37. melodie, 38. Dee, 39. moker, 41.
genie, 43. noest, 44. kanis, 46. sen, 48.
-neo, 49. Ria, 50 las, 56. ges., 58. els, 60.
Sara, 61. roem, 62. Aden, 64. tere, 65.
made, 66. merk, 67. Erik, 69. Lena, 70.
mores, 71. leer, 73. Anna, 75. nevel, 77.
vrek, 78. Aare, 79. gala, 82. TEE, 84.
pon, 86. me, 87. er, 88. ge, 90 ed.
Prijswinnaars vorige puzzel:
De boekenbonnen gaan naar me
vrouw D. C. E. Th. Ouwehand, Lan-
gevelderweg 40, Noordwijkerhout;
de heer A. H. van Heusden, Oranje
straat 5, Strijen; de heer J. D. van
Arkel Sr., Laan van Rijswijk 1, flat A
35. Zeist.
Zowel de Ned. Antillen als Surina
me hebben ter gelegenheid van de
XXIIe Olympische Spelen op 25
Juni zegels en een souvenirvelletje
.laten verschijnen. Voor de Antil
len zijn dat vier zegels met toeslag
en het velletje ook met toeslag; de
afbeeldingen hebben betrekking
op turnen'en balsport. Totale prijs
fl. 5.90 Ant. crt. Suriname geeft
vijf zegels en een velletje uit, beide
zonder toeslagen. Hierop zijn te
zien: gewichtheffen, zwemmen,
tumen, basketbal en hardlopen.
Totale prijs fl. 6.00 Sur. crt.
Ter herdenking van het feit dat 35
jaar geleden het handvest van de
Ver. Naties te San Francisco werd
getekend, verschenen 26 juni voor
de bureaux New-York, Genève en
Wenen elk twee zegels en een sou
venirvelletje van die zegels met
symbolische afbeeldingen. De
door drie kunstenaars uit Israel,
Turkije en Pakistan vervaardigde
ontwerpen werden alternatief
voor de zegels en de velletjes vn de
drie kantoren gebruikt. In Frank
rijk zijn deze maand vijf bijzonde
re zegels uitgekomen. In het kader
van de natuurbescherming een ze
gel van fr 1.10 waarop de „Graell-
sla Isabellae" een van de grootste
vlindersoorten, welke door de che
micaliën, die de landbouw ln toe
nemende mate toepast, wordt be
dreigd; dan een zegel van fr 2.- met
de afbeelding van het kasteel van
Malntenou, alwaar Frangoise
d'Aublgné (alias Madame de
Maintenon) woonde. Zij was de
opvoedster van de kinderen van
Lode wijk XIV; ln 1684 trouwde hij
haar in het geheim, toen Maria
Therèse overleden was. Voorts
verscheen een grootformaat
kunstzegel van fr 2.- met een zelf
portret van Albrecht Dürer. Op de
zegel tevens het embleem van de
ln 1982 te Parijs te houden Inter
nationale Postzegeltentoonstel
ling „Philex-francé. De propagan
da voor dit evenement ls dus nu al
van start gegaan.
Dan nog een zegel van fr 1.30 we
gens het 25-jarig bestaan van de
„Association Internationale des
Relations Publlques" en als laat
ste een zegel van fr 1.50 ln het
teken van het „Jaar van het vader
lands erfdeel". De symbolische af
beeldingen van cultuur kunst en
wetenschap en de afbeelding van
Marianne verduldelijken de Juiste
doelstelling van het thema. Span
je eert een van zijn befaamde
maar ook meest omstreden vader
landse figuren, de dichter Luis Vaz
de Camoes, die 400 Jaar geleden
gestorven is. Zeer bekend is zijn
epos „Os Lulsadas", waarin hij de
grote daden van zijn land bezingt.
Van Oostenrijk om te beginnen
drie herdenkingszegels; een van 8
2.50 wegens het feit dat 50 Jaar
geleden d eerste aardolie in de
buurt van Wenen werd gewonnen;
dan een van 8 2.50 voor de stad
Innsbruck, die 800 Jaar geleden
die rechten verwierf en een zegel
ter ere van het land Stiermarken
dat 800 Jaar geleden tot hertog
dom werd verklaard. De vierde
zegel behoort tot de serie „Mooi
Oostenrijk" en toont de oude stad
„Frelstadt" ln Opper-Oostenrijk.
Waarde 20 gr. In Denemarken ver
scheen vorige week een serie van
vier zegels van de hand van de
graveur Czeslaw Slavla, geheel ge
wijd aan landschappen ln Jut
land. ZIJ tonen: de Llndholm-
hoogte weer 700 typische grafste
nen van Vikings, geplaatst ln de
vorm van een schip, te zien zijn; de
vuurtoren van 8 ka gen, het kloos
ter Börglum en vissersboten op
het strand van Vorupör. De door
mij ln de rubriek van 14 Juni aan
gekondigde zomere missles van
Liechtenstein Uilen eerst ln okto
ber worden uitgegeven.
a
co
Naast de grote computers die in
de elektronische Industrie en op
de universiteiten worden getest,
zijn er nu de micro-computers die
iedereen bij een speelgoedwinkel
kan kopen. Hoe sterk zijn die mi
cro's, dat is een veel gestelde
vraag. Enige tijd geleden is Tim
Krabbé begonnen met een groots
opgezet warenonderzoek, op een
manier die aan de werkwijze van
de consumentenbond doet den
ken. Ik heb hem mogen bijstaan
en ik heb ervaren, dat het omgaan
met de micro-schaakcomputer
een verslavende bezigheid is. een
virus dat zich langzaam in je leven
nestelt.
Krabbé testte acht computers, die
in de handel zijn: de Chess Cham
pion MK, de Computer Chess n,
de Conic, Boris King. Boris Diplo
mat, Chess Champion Super Sys
tem HI, Chess Chailanger 7 en
Chess Challenger „Voice". In
Schaakbulletin 148 vindt u een
uitgebreid verslag van zijn weder
waardigheden hoe hij dag en
nacht werd achtervolgd door pie
pende machientjes die lieten we
ten dat zij een zet hadden bedacht
en op een antwoord zaten te wach
ten. Zijn eindconclusie was ln gro
te trekken dat de Chess Champion
MK, de Computer Chess n en de
Conic weggegooid geld waren, dat
de Chess Champion Super System
III bedenkelijk zwak speelt, maar
een meester is in het oplossen van
schaakproblemen (twee- en drie-
zetten) en dat de twee Borissen en
de twee Challengers bij vlagen
best een aardig partijtje kunnen
schaken.
Wat betreft het oplossen van
schaakproblemen hierbij een heel
klein voorbeeld.
Diagram I
Het beroemde Bristolprobleem
van F. Healy, 1861. Het mat ln drie
gaat volgens de weg van: 1. Tdl-
hl!; 2. Dg6-bl; 3. Dbl-gl De
Chess Champion MK en de Com
puter Chess n mochten niet aan
het oplossen meedoen, want zij
zouden het gezien eerdere ervarin
gen toch nooit gevonden hebben.
Boris Diplomat vond het goede
antwoord na 23 uur en 59 minuten;
Boris King ln 14 uur en 1 minuut;
Challenger 7 ln 6 uur en 57 minu
ten; de Voice na 4 uur en de Super
System in 16 minuten en 15 se
conden.
w
1
I
m
A
li
HA
Iff
Él A 1
A
1
A
A
m
«1
A
Wil
Diagram I
Diagram II
Geheel in de ban van de schaak
computers besloot ik ln het begin
van dit Jaar eens een bezoek te
brengen aan ir. Barend Swets.
Voor de echte liefhebbers en
schaakfanaten is een verslag van
die ontmoeting eveneens ln
Schaakbulletin te vinden. Swets
heeft een eigen programma ont
worpen, de BS'66 '76. Op de grote
computer van de universiteit van
Utrecht had ik de eer een partij
tegen BS'66'76 te mogen spelen.
Argwanend bekeken door zo'n
honderd belangstellenden gaf lk
het programma een paard voor en
mijn overmoed leek al snel afge
straft te worden.
Wit: Pam (zonder Pbl) Zwart:
BS'66'76.
1. Pgl-f3 d7-d5 2. b2-b3 Lc8-f5 3.
Lcl-b2 e7-e5? 4. PfSxeS (Dat gaat
makkelijk, dacht lk). 4Pg8-f6
5. e2-e3 Lf8-d6 6. Lfl-e2 Ld6xe5 7.
Lb2xe5 0-0 8. 0-0 Pb8-c6 9. f2-f4 d5-
d4! 10. Ddl-el Lf5xc2 11. Tal-cl
Lc2-f5! 12. Del-g3 Tf8-e8 13. Le2-
b5 (Ik dacht dat lk hem te pakken
had, maar met de volgende zet
worden alle dreigingen geëlimi
neerd.) 13. Pf6-h5! 14. D(3-f3
Pc6xe5 15. f4xe5 Te8xe5 16.
Df3xh5 g7-g6 17. Dh5-h6 TeSxbS
18. Tfl-f4 d4xe3 19. d2xe3 Dd&-d2
20. Tcl-fl Ta8-e8 21. h2-h3
Dd2xe3 22. Kgl-h2 Dd2-e2 (Ho
peloos stond lk, dus was het tijd
om te bluffen.) 23. Tf4-h4 De2xfl!
24. Dh6xh7 Kg8-f8 25. Dh7-h6
Ke8-e7 26. Dh6-e3
Diagram n
Ik had al willen opgeven, maar er
kwam: 26Ke7-d7T? (Alles
won 26. Le6, of 26Kd8) 27.
Th4-d4 Kd7-c6 28. De3xe8
Ke6-b6 29. De8-e3 c€-c5? (Na 29.
Ka6 stond zwart nog steeds
gewonnen, al was het dan nog een
hele partij geworden.) 30. Td4-d6
Kc6-c7 31. De3-e7 Lf5~d7 32.
De7xd7 en namens BS'66'67 gaf
Barend Swets het op. Ik moet toe
geven, dat lk enigszins met een
gevoel van géne naar huls ben
geslopen.
Hoe groot de voorsprong van de
vier Nederlanders op de rest was
in Arta Terme weet u ondertussen
wel. Maar dat het belangrijkste
trio Verpoest, Issalëne en Caze-
mier niet meer dan twee van de te
behalen 24 punten tegen ons zou
halen, hadden ook wij van tevoren
tot iets onmogelijks bestempeld.
Zo wist alleen Issalëne een punt
(het hadden er twee moeten zijn)
tegen Jansen in de wacht te sle
pen. terwijl Clerc als enige een
punt aan Oscar Verpoest moest
afstaan. Van der Wal en ik behaal
den de volle winst maar bij de
uiteindelijke winnaar is dat niet
helemaal volgens het boekje tot
stand gekomen.
Vandaag in deze kolom aandacht
voor mijn overwinning op Ver
poest. Mijn vorige partijen tegen
de Belg verliepen niet altijd even
vlekkeloos. Daarom zag ik toch
wel tegen dit duel op, te meer daar
Verpoest altijd blijk geeft van een
flinke portie theoretische kennis.
Daarbij komt dan ook nog, dat hij
zich altijd nauwgezet op een be
langrijk toernooi voorbereidt. Zo
had hij in 1978 in Arco met wit
patent op 1. 33-29 en nu had hij
zich weer terdege geprepareerd op
de 1. 34-30 of ook wel Franse ope
ning. Alle zeven partijen die Ver
poest met wit heeft gespeeld, to
nen ons deze openingszet. Maar
deze vurige veteraan bleek zijn
partijen ook met zwart uitermate
goed te hebben voorbereid, getui
ge ook het hoge tempo, dat hij zijn
tegenstanders voorlegde. Pas
wanneer van zijn voorbereiding
werd afgeweken begon hij met na
denken.
1. 33-29 17-22 2. 39-33 11-17 3. 44-39
6-11 4. 50-44 1-6 5. 31-26 19-23. A
tempo gespeeld en dus voorbe
reid. Persoonlijk hoopte ik op 5.
16-21, waarna ik wel kansen zag en
daarbij mijn gedachten liet gaan
in de richting van de partijen
Wiersma-Huet en Wiersma-Hooij-
berg. Maar Verpoest koos hier
voor dezelfde voortzetting als
Clerc in zijn partij tegen Wiersma
uit het jongste Nederlandse kamp.
Tegen Visser heb ik in de club
competitie eens voortgezet met 6.
35-30 maar dat was mij niet zo
goed bevallen, vandaar 6. 32-28
23x32 7. 37x28 13-19. Dit speelde
Clerc ook, maar ook de drie om
drie met 18-23 enz. zou voor mijn
tegenstander ln aanmerking
komen.
8.36-31 9-13. Hier ging Clerc verder
met 8-13, waarna Wiersma ver
volgde met 41-36 met gelijkwaar
dig spel.
9. 31-27 22x31 10. 26x37. Oespeeld
met de bedoeling mijn opponent
zuiver positioneel aan te pakken.
In 1974 won ik weliswaar ln het
Europees kampioenschap van
Verpoest, maar na een gokpartij-
tje moest dat toen wel op de klok
gebeuren ln een stand waarin lk al
tegen een schijf achterstand aan
zat te kijken. Na dat duel denk lk,
dat het het beste ls iemand als
Verpoest zuiver strategisch aan te
pakken.
10. 17-22 11. 28x17 11x22 (maakt
er een open flankspel van). 12. 37-
32 4-9 13. 41-37 7-11 14. 46-41 16-21
15. 29-23 19x28 16. 32x23 18x29 17.
34x23. Alweer gespeeld met ln
mijn achterhoofd de gedachte dat
Verpoest, die er een hekel aan
H P
III
i§ 9 ut ii
'ZB M
mum 1
m,
3
m mm
9 9
8 S. m
m
9, 9 m w.
W M
mm
8 9, 9
m 'm 'm 'm
'B. M.
8 8
8 8 8
m
m
g'Vjgjö
5 8
e. a s
e
3 e e
M K W,
m O m O
1 ÉL
b m 9
3
Diagram I
Diagram 11
heeft onder druk te staan, deze
indringer wel zo snel mogelijk uit
de weg zal willen ruimen hetgeen
de witte positie ten goede komt.
Overigens heeft een aanval van
zwart op de witte schijf op 23 geen
enkele kans van slagen.
17. 12-18 18. 23x12 8x17 19. 38-32.
Deze beslissing kostte mij veel be
denktijd. Immers ln eerste Instan
tie denk je aan 35-30 met de be
doeling de wat ongunstig opge
stelde linkervleugel van zwart aan
banden te leggen. Maar na veel
rekenwerk kwam lk tot de conclu
sie, dat lk zwart met dergelijke
opzet eerder zou helpen bij zijn
ontwikkeling. Daarom besloot ik
maar met een sterk centrum van
de zwarte diaspora te profiteren.
19. 21-26 29. 43-38 2-8 21.41-36 14-
19 22. 34-31 19-14. Verpoest speelt
het toch wel handig tegen en laat
zich niet ln op zetten als 17-21
waarna wit misschien kan gaan
profiteren van de zwarte rand-
schijven.
23. 47-41 5-19 24. 41-36 13-18 25. 40-
34 9-13 26. 49-43. Laat zwart de
beslissing, maar toch vind lk dat
de witte opzet na 188x17 niet
goed is gelukt.
26. 8-12 27. 32-28 (handhaaft de
spanning en ls kansrijk) 3-8 28. 38-
32 29-25. Na 19-23, 28x19 14x23, 33-
28 22x33, 39X19, 13x24, 34-30 loopt
het slecht al voor zwart.
29. 43-38. Hier ls 19-23 wel speel
baar, al heb je kleine positionele
moeilijkheden. Verpoest voert
met zijn volgende zet de spanning
naar grote hoogten op. 29 ...18-23
Diagram I
Zwarts bedoeling ls even eenvou
dig als gemeen, nl. 12-18 gevolgd
door 22-27 waarna zwart of met
23x43 slaat en de witte dam weer
inpikt of zelfs de slag 26x48 tot
zijn beschikking heeft. Vandaar
30. 31-27, gedwongen maar tevens
zeer sterk.
30. 22x31 31. 36x27 12-18 (daar
komt ie toch nog), 32. 37-31 26x37
33. 42x31 15-20? Ronduit slecht.
Na direct 33. 17-22 34. 28x17
11x22 faalt het door mij geplande
35. 48-42 met de bedoeling
33-28x28 met uiteindelijke door
braak wegens het gambiet 35.
22-28 36. 33x22 8-12 omdat na 22-
17x16 de dam met 23-29 en 13-18
volgt Daarbij komt nog, dat het
alternatief weinig voorstelt; 35. 31-
26 22x31 36. 26x37 18-22 37. 33-29
13-18 en het is niet duidelijk wat Je
verder moet om nog kansen te
hebben.
34. 44-40 17-22 15. 28x17 11x22 38.
48-43! Diagram 2
Van de drie speelbare schijven
kiest Verpoest in grote tijdnood
de slechtste. Na 10-15 staat hij wel
erg slecht, maar verloren ls het
nog niet. 36. ....8-12? 37. 34-29 23x34
38. 40x29 (plotseling dreigt 32-28
gevolgd door 29-23) 19-23 39. 32-
28! (de finesse) 23x21 40. 29-23
18x29 41. 33x4 12-18 42. 31-26 met
winst binnen enkele zetten.
Een partij met een moeilijk te
beoordelen positie na 18. 8x17,
die een studie meer dan waard is.