'De Ordentlycke Tuyn': wat stijfjes maar verrukkelijk Verschil van mening binnen AR niets bijzonde Export Nederlandse plezierboten stijgt je uergeetie paspoort toch zeRer ook Piel! Je vergeet ie zonnebril toch zeker ook niet! Europese tuinen op 'Rosendael' DONDERDAG 26 JUNI 1980 BINNENLAND TROUW/KWARTET aKiJlgr «gppp. j it iffiïjj-V a Beeld van de Orangerie van Ver- sailles (Frankrijk). De tuinen van Herrenbausen (Duitsland). Bovenaanzicht. Detail van een krul van de tui* nen van Herrenhausen (Duits- land). door Jac. Lelsz ROZENDAAL Zelfs de on schuldige aanleg van een tuin weliswaar een zeer fraaie, blijkt in het verleden niet van risico's ontbloot te zijn ge weest. We denken aan de heer Fouquet, minister van finan ciën in Frankrijk rond het midden van de zeventiende eeuw. Tussen 1641 en 1661 liet hij in de buurt van Maincy een kasteel bouwen en een tuin aanleggen, waarvoor hij de beste architecten aantrok (Le Vau en Le Nötre), en die dan ook zouden resulteren in een sprookje. Evenwel niet voor de heer Fouquet zelf. Op het openingsfeest is Lode wijk XIV de voornaamste gast. Twaalf uur duurt het festijn. Er wordt een toneel stuk van Molière opgevoerd, voorts een ballet van Lully. Er klateren 's avonds meer dan duizend verlichte fonteinen en er wordt geroeid in ver gulde gondels. Een schitterend vuur werk besluit het samenzijn. De gas ten waren ontvangen door een actri ce. die uit een schelp tevoorschijn kwam en een ode aan de Zonneko ning zong. Ondanks dit gebaar viel Fouquet in ongenade. Hoger stijgen dan de vorst was onaanvaardbaar. De zichzelf overschattende Fouquet moest zijn verdere leven in gevangen schap slijten. Alle kunstenaars wer den door het hof opgeëist, de tuin beelden. de vazen, de Oranjebomen enz. verhuisden naar Versailles. Het tuinencomplex van Vaux-le-Vi- comte, waartoe de stoutmoedige. Fouquet eens opdracht gaf, is een van de tuinen, waaraan aandacht wordt geschonken op een aantrekke lijke expositie, die deze zomer onder de titel „De Ordentlycke Tuyn" in kasteel Rosendael te Rozendaal bij Arnhem wordt gehouden. De ten toonstelling is georganiseerd door het Internationale Kastelen Instituut, dat op Rosendael is gevestigd. Eerder hield deze instelling tentoonstellin gen over kastelen in Duitsland, Wales en Japan. Ook was er eens een ten toonstelling „Van burcht tot bui tenplaats" gewijd aan de geschie- ADVERTENTIE denis van kasteel Rosendael zelf. Deze tentoonstelling liet ook zien hoe een grimmig, defensief bouwwerk een hele ontwikkeling doormaakte en als lustslot eindigde. Inventariseren Het is de ontwikkeling geweest van vele burchten, en daar ligt meteen de relatie met vele stijltuinen, die soms alleen nog maar in de herinnering voortbestaan, waarvan soms slechts een rest aanwezig is, die zich soms nog in alle glorie vertonen (Versailles) of waarvan soms inmiddels de recon structie ter hand is genomen (Het Loo). Bij een lustslot hoorde een tuin. Bouwwerk en tuin vormen een een heid. Ze zijn echter wel eens van elkaar losgemaakt in die zin dat het bouwwerk werd gerestaureerd en de tuin aan verval ten prooi bleef. De laatste tijd echter rijpt het besef, ook internationaal, dat de tuin eveneens monument is. waard om behouden te worden. Sommige landen zijn aan het inverttariseren gegaan, ook Neder land begint eraan. Er zijn in ons land misschien nog wel zo'n vier- tot acht honderd historische tuinen, of restan ten. Of die allemaal zoveel kwaliteit hebben, dat ze gered moeten worden, lijkt nogal twijfelachtig. Op Rosendael wordt spéciaal aan dacht gegeven aan wat genoemd wordt de formele tuinen. Symme trisch. geometrisch, hoofdkleur groen, geschoren hagen. In veler oog wat stijfjes, ondanks in een be paald tijdvak fonteinen, vijvers, priëlen en beelden. Renaissance, Ba rok, Rococo. De vorige eeuw in zwang gekomen Engelse landschapsstijl is buiten beschouwing gelaten. Een 21- tal beroemde tuinen wordt behan deld, onder andere Versailles (Frank rijk), Herrenhausen (Duitsland), Be- loeil (België), Esgeskov (Denemar ken), Villa Garzoni (Italië) en Aranju- ez (Spanje). Ook Sissinghurst (Enge land) komt even in beeld, twintigste- eeuwse voorbeeld van gereconstru eerde tuinen met elementen van de formele aanleg en de latere Cottage stijl, ontleend aan de boerentuinen. Verbluffend Men kan van deze tuinen kennis ne men in de met verbluffend mooie bloemstukken opgesierde zalen van Rosendael door middel van onder meer plattegronden, foto's en gravu res. Bij de gravures is ook de ver maarde Springer-collectie, die nor maal berust bij de Centrale Biblio theek van de Landbouwhogeschool te Wageningen. Een goede indruk wordt ook gegeven van de planten, die in vroeger tijden werden gebruikt. De kleur had symboliek. Met name in de middeleeuwen. Bijvoorbeeld wit de maagdelijkheid van Maria, rood de liefde van God, blauw de deemoed, geel het lijden. Interessant is ook de opgestelde maquette van de barok- tuinen achter paleis Het Loo, die een duidelijke indruk geven van hoe het de komende jaren wordt. Een terug keer naar de late zeventiende eeuw. Niemand de grens over zonder vakantieslof. AMSTERDAM (ANP) De export van Ne derlandse pleziervaar tuigen is bet afgelopen jaar flink gestegen. Be droeg de export in 1978 ruim 164 miljoen gul den, vorig jaar werd voor ruim 178 miljoen gulden geëxporteerd. In totaal werden 2499 schepen in 1979 in het buitenland verkocht, tegen 2495 in 1978. Dit bli£rt uit een mede deling van de Neder landse Vereniging voor Handel en Industrie op het gebied van Scheepsbouw en Wa tersport (Hiswa). Vol gens de Hiswa wijzen gegevens over het eer ste kwartaal erop, dat ook 1980 weer een goed jaar voor de export van schepen wordt. De grootste afnemer van Nederlandse ple ziervaartuigen was West-Duitsland met 1397 vaartuigen (1978: 1576) ter waarde van ruim 69 miljoen gul den. België-Luxem- burg kwam op de twee de plaats met 331 (296) vaartuigen ter waar den van 7,3 miljoen gul den. Naar Zwitserland gingen 146 boten, in to taal voor vijf miljoen gulden. door dr A. Veerman „De beer is los" dacht ik op 7 juni 1980 (de dag van de partijraad), toen ik de brief ontving van een aantal gerenommeerd rechtse figuren in onze ARP mef daarbij gevoegd de brochure van de heer Gosker Gaat de honderdjarige AljtP in gekrakeel en broedertwist naar hagr einde? De toon van het geschrift is dermate fel en pole misch, dat van verdere reacties weinig opbouwends is te verwachten. Ik herinner mij een gezegde van een voormalig partijsecretaris, dat zo'n verhaal „aus einem Gusz" geschreven moest worden. Dié man zou wel eens de (toen nog adjunct-)secretaris Oosker geweest kun nen zijn. Nu. deze brochure is echt „aus einem agressiven Gusz" geschreven. Maar het duurde niet lang of de reacties van de andere kant kwamen ook. van mensen gewaardeerde mensen die de club de rug toekeerden. Om nu een ander klassiek woord te citeren: Moet dat nu zo? Dat wij verschillen van mening hebben in onze AR- kring is niet zo bijzonder. Het is nooit anders ge weest. denk ik. Ik ben zelfs geneigd te zeggen, dat het een van de aantrekkelijkheden van de ARP was en is. dat het kan; dat er discussie is over belangrijke zaken en dat die discussie niet gesmoord wordt, maar eer bevorderd. Maar wel volgens goede spelre gels. Regel één is dan, dat je niet twijfelt aan de integri teit van je discussiepartner, aan zijn bedoeling om gewoon, goed Antirevolutionair te zijn (ook al vind je zijn standpunt fout). En dan ook, dat je gelooft in de zin van die discussie; dat wil zeggen dat je ervan uitgaat, dat AR zijn niet betekent star en schema tisch een bepaald standpunt innemen, zonder te luisteren naar andere geluiden. Zo hebben we na de oorlog veel discussie meege maakt, later zich openbarend als actiegroepen. Om er enkele in herinnering te brengen: rechtse actie groepen als Burgerrecht, dat al spoedig met één been buiten de partij stond; en verontrusten, die ten dele ook da band los weekten, linkse groepen als de spijtstemmers en de radicalen tot en met de groep NBBA, die nog onder ons woont. „Met één beeh buiten de partij staan" wijst er al op, dat men spelregel één niet in acht neemt, overtuigd 4s van zijn eigen, exclusief, gelijk, niet bereid is een zekere mate van pluriformiteit in het AR-denken te accepteren. Een mentaliteit van „ik zie het goed, ik alleen" leidt natuurlijk tot schisma's in de kerk, ja, maar ook in een politieke partij. Een juiste mentaliteit is, dat men eenheid zoekt en bewaart in de grondthema's, maar eigen betrekkelijkheid er kent voor bepaalde uitwerkingen in de concrete politiek. Laat ik dit met een bekend, maar weer actueel voorbeeld mogen toelichten. haren uit het hoofd kunnen trekken, dat men het zover heeft laten komen, dat men het niet anders „gespeeld" heeft. Ik wil wel kwijt, dat de centrale verantwoordelijk heid voor deze gang van zaken bij Den Uyl ligt en dat hij een majeure blunder gemaakt heeft, die de vraag wettigt of hij nog wel ooit in het Catshuis komt; de geschiedenis heeft haar eigen gerechtigheid. Tweesprong Loyalisten Natuurlijk hadden de loyalisten voor een deel, een belangrijk deel. gelijk. Dat is zo klaar als een klontje. Na de uitslag van de verkiezingen van 1977 was eigenlijk iedereen onder ons overtuigd zelfs tame lijk rechtse figuren van de wenselijkheid, althans de onvermijdelijkheid, van een kabinet van PvdA en CDA. Men kon nog verschillen over het aantal be windslieden uit elke partij, over met of zonder D'66, maar dat waren nevenzaken. Over de hoofdlijn bestond nauwelijks verschil. An ders was het wel dwaas geweest, dat we metz'n allen een half jaar lang geprobeerd hebben een tweede kabinet-Den Uyl van de grond te krijgen. We speel den toch niet met z'n allen „van de gekke", gelijk Van Agt zoiets zegt. Maar het liep niet, het ging gewoon niet, door wat voor ooizaken dan ook. Daar kan men verschillende interpretaties van geven. Dan zouden we denk ik terecht komen bij allerlei persoonlijke factoren, bij partijgewoonten en partijmanieren. Hoe dit zij, dat is parlementaire historie, praten achteraf. Ik denk echter dat veel PvdA-mensen zich (achteraf) wel de Zo stond men op een tweesprong. Zij, die het misluk ken van een formatie PvdA-CDA nog niet wilden accepteren, hadden daarvoor hun argumenten. Het is maar wat voor een mens het zwaarste weegt. De meerderheid van de fractie vond dat de PvdA haar hand overspeeld had; en dat de poging met de WD geen schijnbeweging mocht worden; de geloofwaar digheid, het fatsoen van het CDA woog zwaar. Al begrijp ik dat voor sommigen een samenwerking met de WD op zich een welkome zaak was. Kortom, het standpunt van de loyalisten was zo zot nog niet. Zeker niet, zo zot, dat men het hen vandaag nog na moet dragen. Want zij begrepen goed, dat een kabinet CDA/WD niet een snel voorbijgaande zaak zou zijn, zoals sommige linkse lieden, als schamele troost, schenen te denken. Dan hadden ze buiten de waard Wiegel gerekend. Bij zo'n keuze als toen spelen een groot aantal factoren bij een mens een rol en mogen een rol spelen. Men moet de dingen wegen. Beslissend is, of men bij zo'n keuze een eerlijk mens is. Dat nemen we gewoon aan. Maar dan is de keuze vrij. Of het moet zijn dat de solidariteit binnen het CDA meespeelt; maar die speelde wel degelijk mee op het goede ogenblik, toen de beslissing genomen was. Maar en dat is actueel het is onzin dat de uitkomst van '77 bepalend zou zijn ook voor '81. Dan spelen weer, als altijd, vele factoren mee: de pro gramma's de uitslag van de verkiezingen, de politie ke mogelijkheden van '81. Na iedere verkiezings, bij elke formatiepoging is de situatie open. En de gang Veel aandacht krijgen ook de tuinen van kasteel Rosendael zelf, waar het verrukkelijk verpozen is. Zes eeuwen geleden werd over die tuinen ai ge sproken. De bekende tuinarchitect Daniël Marot, die ook door de Ko ning-Stadhouder was ingehuurd voor Het Loo. is er later mee bezig geweest. Midden vorige eeuw kregen de tuinen de landschappelijke stijl, maar de sporen van het zeventiende-eeuws patroon zijn er nog. De curieuze schelpengalerij, de kokette tuinkoe- pel en de waterval zijn inmiddels ge restaureerd. Andere zaken wachten nog op herstel, bijvoorbeeld de in 1944 door een V-l vernietigde Oranje rie. Een schalks element, dat per tra ditie tot de „vermakelyckheden" be hoort, zijn de „bedriegertjes", die op het onverwachts gaan spuiten en in middels half Nederland al een natte broek hebben bezorgd. Ter gelegen heid van de tentoonstelling heeft het internationale Kastelen Instituut bij de Walburg Pers te Zutphen een bij zonder mooie catalogus met vele inte ressante illustraties doen verschij nen. De redactie ervan berustte bij Hans Nieuwenhuis. Op de tentoon stelling verkrijgbaar voor 12,50, in de boekwinkel voor 17,50. „De Ordentlycke Tuyn" kan tot 15 september bezichtigd worden, dage lijks van 10.00 tot 17.00 uur en op zondag van 13.00 tot 17.00 uur (op maandag gesloten). Niemand op vakantie zonder slof. van zaken in '77 heeft geleerd, dat een stuiver raar rollen kan. Lijsttrekker Dat staat ook los van de vraag, wie lijsttrekker moet zijn. Dat wordt namelijk bepaald door het antwoord op de vraag, wie daarvoor de beste papieren heeft, vanuit de partij, vanuit de verkiezingsactie. Dat de lijsttrekker ook premier moet worden is niet meer dan een socialistische doctrine van de zeventiger jaren zeventig. Wij hebben die gedachte steeds be streden. We kiezen niet de premier maar niet meer dan een volksvertegenwoordiger. Ik denk zelfs, dat we niet in de kuil van '77 moeten vallen, door direct een formateur aan te laten wijzen. Het juiste standpunt was toen, dat Hare Majesteit een informateur zou aanwijzen, die het pad der formatie, dat altijd vreemde hobbels vertoont, zou kunnen effenen. Ik verwacht, dat er ook in '81 genoeg hobbels zullen zijn. om maar weer met een informateur te beginnen. Namen noem ik niet; dat geeft namelijk de beste kans dat die man het niet wordt. Te vroeg genoemde namen duikelen ook gemakkelijk. Naast vastigheden in de politiek zijn er ook veel betrekkelijkheden. We moeten niet de politiek in gaan met al te veel absolute standpunten, met uitgangspunten an sich. In de politiek is weinig of niets absoluut, niets „an sich", maar alles steeds ingebed in een concrete situatie. Dissidenten Ik kan het niet laten nog een tweede voorbeeld te noemen naar aanleiding van de brochure van de heer Parker. Van loyalisten spring ik over op dissidenten. Ook hun standpunt was zo zot nog niet. Het was het standpunt, dat de ARP in 1970, na uitgebreide discussies, ten grondslag legde aan het verkiezings program '71-'75: kernwapens (massavernietigings wapens) nee, maar bereid zijn dit te compenseren door meer geld beschikbaar te stellen voor conven tionele wapens. Dat was het alternatief. Generaal von Meyenfeldt geen kleine I onder ons heeft onlangs betoogd (lees daü| dat door de militair-technologische ontwikkel alternatief voor de middellange afstand nietlj opgaat. Dat was het probleem van decembff De dissidenten hielden consequent vast aan dl lijn, maar zagen de context over het hoi" context was inmiddels dat het lidmaatschap! NAVO op de tocht kwam. Dat lidmaatschap w Evangelie, maar wel uitermate belangrijk. Het] probleem moet nu-eerst in dat licht opnieuw» worden. We komen er geen stap verder mee, de beer! dissidenten los te laten, zoals de brochure vanf ker doet. We zullen de dingen opnieuw i wegen, in het kader van de gewijzigde omsta den. Dat is altijd de kracht van de ARP gewi bereidheid tot eerlijk overleg, eerlijke disciu de ogen open voor een reële, eventueel onpld situatie, en dan een duidelijke, beginselva»! volgen. Dan verabsoluteren wij niets, zelfs geen! beginselen. Met een beginsel moet in de praktijk te werken Anders is het kennelijk fout en moeten wij de n hebben het te schrappen. Zoals we na '45 heel zogenaamde beginselen geschrapt hebben. D» ook de juiste houding. Elkaar niet met dikke den, ook niet met beginselen of wat dat naari smaak zijn om de oren slaan, ons daarop vastbl) Een zakelijke discussie aangaan, vanuit het gedachtengoed met de erkenning, dat dat niet al j luut is, maar dat ook daar veel mensenwerk W dus betrekkelijk. Dat moet ons altijd bereid W tot heroverweging, niet vanuit niets of vanuit wijsheid, ook niet vanuit absoluut gestelde ver^ de beginselen, evenmin onbekookt, maar vanuil levend besef van bijbelse normen en waarden en de bereidheid daar in de concrete situatie ernst i te maken. Dat is ook de mentaliteit, die wij wilk» het CDA. Dr. A. Veerman is Tweede-Kamerlid en oud voorzitter van de ARP.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 10