Soweto, Sasol en het CDA
De keerzijde van
Lekkerkerk, of:
schuld en boete
Spanningen in de alliantie
Zogezegd
VRIJDAG 13 JUNI 1980
TROUW/KWARTET 13
door Jan Schipper
Dinsdag aanstaande moet de Twee
de Kamer een uitspraak doen over
de Nederlandse houding tegenover
Zuid-Afrika: vier jaar en één dag na
de opstand van Soweto, terwijl op
nieuw duizenden scholieren weige
ren minderwaardig onderwijs te
volgen en bijna iedere blanke zich,
militair of privé, zwaar bewapend
heeft.
De goedgeslaagde aanslagen op
olie-installaties (o.a. van de staats
onderneming Sasol) door sabotage
groepen van het African National
Congress en de oproep van de ge
vangen ANC-leider Nelson Mandela
om de strijd op te voeren, hebben de
spanningen in Zuid-Afrika doen op
lopen. Zwart en blank houden beide
rekening met een „tweede Soweto"
en de regering van de „verligte"
premier Botha liet alvast tegen de
1300 personen arresteren met het
oog op eventuele herdenkingen van
1976.
juist nu moet ons parlement beslis
sen of Nederland de uitvoer van
olie-produkten naar Zuid-Afrika zal
stopzetten. Een half jaar geleden
heeft de Tweede Kamer om zo'n
embargo gevraagd, al kreeg minis
ter Van der Klaauw zes maanden de
tijd om de bondgenoten (EG) mee
te krijgen.
Economisch betekent uitvoering
van de motie-Scholten weinig (nog
geen tien miljoen gulden uitvoer
per jaar), maar politiek en symbo
lisch des te meer: een harde afwij
zing van de mensonterende ma
noeuvres door het regime in Preto
ria en daardoor een belangrij
ke steun in de rug voor allen, zwart
en blank, die de apartheid uit de
wereld willen helpen.
Weinigen zullen minister Van der
Klaauw ervan verdenken, dat hij
enthousiast met zijn EG-collega's
in de clinch is gegaan om hen mee
te krijgen voor een olie-boycot. De
minister heeft de Tweede Kamer
dan ook laten weten, dat „de Ne
gen" niet voor een boycot voelen en
ook hemzelf lijkt zo'n stap nu on
gunstig.
Er zijn drie redenen waarom we
vooral nu niets tegen Zuid-Afrika
moeten ondernemen, zegt de mi
nister.
Ten eerste: omdat het net onafhan
kelijke Zimbabwe eronder zal lij
den, terwijl een succesrijk Zimbab
we heel Zuidelijk Afrika (dus ook de
apartheid) gunstig zal beïnvloeden.
Ten tweede: we moeten de onder
handelingen over Namibië (tussen
de Verenigde Naties en Pretoria)
niet storen, en
ten derde: weliswaar zijn de veran
deringen binnen Zuid-Afrika tot nu
toe slechts marginaal (zegt de mi
nister!), maar de druk van binnen
uit kan misschien toch wel groeien.
Twijfelachtig
Ik kan niet anders zeggen, dan dat
deze motieven van twijfelachtig ge
halte zijn. Het derde argument (dat
natuurlijk voorop had moeten
staan: hoe ontwikkelt Zuidelijk
Afrika zelf zich?) is buitengewoon
zwak. Tientallen jaren praten met
Pretoria hebben niets veranderd
aan de apartheid, terwijl intussen
ruim twee miljoen mensen gedwon
gen moesten verhuizen („remo
vals") (de Zendingsconferentie iii
Melbourne roept leden-kerken dan
ook dringend op tot actie op dit
punt), de politie jaarlijks honder
den slachtoffers maakt. enz. - de
feiten kunnen bekend zijn.
Wat het eerste argument aangaat:
Zimbabwe was tot 1965 niet afhan
kelijk van Zuid-Afrika voor zijn
olie. In een recent interview zei mi
nister van Buitenlandse Zaken Mu-
zenda van Zimbabwe: olie
sancties raken ons geenszins
Laat men zich over ons geen zorgen
maken. Wij zullen tijdens het em
bargo geen olie tekort komen".
Heeft minister Van der Klaauw nog
geen vertegenwoordiger in Salis
bury?
Het Namibië-argument is bijna on
gelofelijk. Immers, al drie jaar lang
laten vijf westerse mogendheden
zich aan de praat houden door Pre
toria, dat intussen rustig zijn eigen
regeling voor Namibië uitvoert. Pre
cies het beleid dat de Verenigde
Naties in 1977 wilden bestrijden
met de invoering van sancties tot
de westerse mogendheden tussen
beide kwamen, die nog wel een op
lossing zagen
Juist Namibië heeft aangetoond
hoe weinig dit praten en dit geduld
uithalen tegenover de vastbesloten
politiek van Botha. Dankbaar profi
teert Pretoria van het rookgordijn
dat het Westen biedt.
CDA-politiek
Het moet tot de eer van het CDA
gezegd worden, dat uit zijn midden
het voorstel is gekomen, de apart
heid nu eindelijk eens tastbaar, op
hét gevoelige punt van de energie
voorziening, aan te pakken. Ook in
het debat volgende week zal veel
van deze centrumpartij afhangen.
Zal de fractie zich de emotionele
oproep herinneren, waarmee de
Afrikaanse Raad van Kerkert (114
ledenkerken) in november vorig
jaar het Nederlandse parlement op
riep tot solidariteit met zwart Zuid-
Afrika en tot steun aan een boycot?
Zal men zich herinneren hoe ook
binnen Zuid-Afrika zwarte kerklei
ders hun positie en vrijheid riskeer
den om op isolering van Pretoria
aan te dringen? Ook in Nederland
zelf hebben de Raad van Kerken, de
hervormde synode en een reeks kat
holieke bisdommen en instellingen
duidelijk laten blijken, dat zij een
(olie-)boycot nü nodig vinden.
Niemand zal de illusie koesteren,
dat door zo'n maatregel de apart
heid onmiddellijk zal bezwijken,
maar onze steun aan het blanke
machtsapparaat heeft al te lang
geduurd.
Vorige week zag ik, hoe een voor
aanstaand CDA-kamerlid het ver
zet tegen de Duitse onderdrukking
verduidelijkte voor de Jeugd en hoe
een groot congres, in aanwezigheid
van koningin Beatrix, opriep tot
verzet tegen alle dictaturen.
Dat gebaar zal onze vrienden in
Zuid-Afrika, al tientallen jaren in
verzet tegen een wrede onderdruk
king en een onbarmhartig systeem,
goed doen. De vraag is alleen of zij
het alleen met onze sympathie en
goede woorden moeten stellen, ter
wijl de tankers die het systeem
draaiende houden blijven door
varen.
16 juni 1976: de wereldopinie is ge
schokt en vraagt om maatregelen;
17 juni 1980
Dr Jan Schipper is docent geschie
denis aan de Stichting Opleiding
Leraren te Utrecht.
door A. J. Ahsmann
Vandaag, vrijdag 23 mei, vijftig dagen nadat Lekkerkerk
voorpaginanieuws werd, komt de pers nog steeds inlichtin
gen vragen. Er is straks alweer een persconferentie van de
burgemeester. Ook vandaag zijn er buitenlanders, een
ploegje uit Duitsland en een ploegje uit Zweden. Het perma
nente perscentrum is door het ministerie van binnenlandse
zaken opgericht en bekostigd; het is de hele dag open in een
afgehuurd café en wordt bemand door vier man en Anke.
In de wijk Lekkerkerk-West is een
nood gebouwtje ingericht ten be
hoeve van het bewonerscomité. De
wijk zit welig in het groen, dat geen
enkele hinder schijnt te hebben van
de oplosmiddelen die er uit de bo
dem lekken. Nergens valt iets te
ruiken. Zo erg kan het dus niet zijn.
■De bewoners hebben door hun actie
van de regering een financieel rui
me regeling weten te krijgen en zijn
bezig op die basis tijdelijk uit de
wijk te verhuizen. De wijk wordt
weer op kosten van het rijk grondig
ondersteboven gekeerd. En zo zfjn
de mensen: men hoort al zeggen dat
dit bewijst dat de bewoners gelijk
hadden, want anders zou het rijk
vast niet zo.scheutig zijn geweest.
Lekkerkerk ligt op het veen, en het
grondwater is er zo hoog, dat je
bijna ongemerkt van het gras in de
singel loopt. Rondom grazen de
koeien in de welde, die door talloze
sloten is doorsneden. In een vroeger
gedeelte van dat weiland, nu de
wijk Lekkerkerk-West, zijn in 1970
en '71 de sloten uitgediept en opge
vuld met onder andere stalen vaten
van tweehonderd liter inhoud. Men
denkt dat er wel zo'n vijfduizend
gestort zijn; en vermoedelijk heb
ben zij alle nog flink wat verfver-
dunner bevat. Over de vaten heen is
toen nog een laag puin gegooid. En
over alles heen is nog een meter
zand aangebracht Het geheel is
echter zo ingezakt door de slappe
ondergrond, dat de kale bodem
maar enkele decimeters boven het
waterpeil ligt. De kruipruimten van
de school laten dat duidelijk zien:
de bodem is er vochtig tot nat.
In één van de kruipruimten is een
lucht als van verfverdunner te rui
ken. Zij zijn alle opengebroken met
een groot gat in de vloer van de
leslokalen. Vloer en fundamenten
zijn van prima beton en de school
maakt als gebouw in alle opzichten
een goede indruk. Zonde van het
geld; ze zal worden afgebroken.
Het water uit de nu niet meer ge
bruikte kleuterwasbakjes smaakt
net als het andere water in het Rot
terdamse gebied. Alleen bij gorge
len met gesloten mond is weer die
lucht van verfverdunner te ruiken,
erg zwak maar onmiskenbaar. Klei
ne hoeveelheden oplosmiddel dif
funderen door de buiswanden in het
leidingwater, dat is aangetoond.
In gesprek
Bij het bewonerscomité krijg ik bij
na ruzie met een van de comité
leden die vindt dat ik aan ande
ren overigens te veel vraag en te
diep op de details in ga. Andere
leden zijn naar mijn gevoel heel
redelijk. Maar het is al gauw, te
gauw, tijd voor de persconferentie.
De burgemeester maakt een wat
bazige indruk. Hij lijkt mij het type
van de Jonge en dynamische Hol
landse kleine ondernemer, gevat in
dié zin dat hij altijd en op alles een
antwoord klaar heeft, daarom nog
niet leuk. Hij is voor de persconfe
rentie naar het perscentrum geko-
door H. J. Neuman
Derer dagen hebben Amerikanen
Nederlanders met elkaar van
(«lachten gewisseld over de uitda-
(tacen waarvoor het Noordatlan-
tisch bondgenootschap zich heden
kn dage ziet geplaatst. Tijdens een
f studieconferentie in Den Haag die
l*as georganiseerd door het Neder-
ii «nds Instituut voor Vredesvraag
stukken kwam in hoofdzaak de
aan de orde wat de vooruit-
rj °P Atlantische eendracht
met betrekking tot de Oost-
10 nest-verhouding (na Afghanistan),
wt vredesproces in het Midden-
- Oosten (na wat sommigen zien als
je mislukking van Camp David),
He economische politiek (met name
°°k het energieprobleem) en de wa-
JPenbeheersing.
bepaalde ogenblikken deed de
enkomst denken aan het ver-
'1 vande buitenlandse bezoeker
fl,e in de Amerikaanse Senaat
*ordt geconfronteerd met het ver-
- «nijnsel van de informele opde-
- uuf m ethnische en/of godsdiensti-
3 groepen, de zgn. „caucuses". Als
i ï,an de Daliaanse, de Griekse.
J 5. °°,se en de Ierse „caucus"
11 mu1-' wat M nu eigenlijk doen als
bijeenkomen, luidt het ant
woord telkens: „We mostly eat".
.van de Joodse „caucus"
Jgt hij te horen: „We mostly wor-
bepaalde ogenblikken
ftérüi n 00k de con'erentiedeelne-
liiLr ,n °en Haag zich voorname-
"Jk zorgen.
Dat gold met name waar het de
vooruitzichten óp enigerlei vorm
van succes bij de wapenbeheersing
betreft. Net als enkele weken gele
den in Londen, toen op een confe
rentie van het tijdschrift „Millen
nium" allerlei strategische deskun
digen het woord voerden, was ook
nu de conclusie dat de voorwaar
den ontbreken die nodig zijn om tot
zinvolle, concrete en verifieerbare
overeenkomsten te geraken. Of
schoon de hoop werd uitgesproken
dat het SALT-proces (d.w.z. het
Amerikaans-Russische gesprek
over een beperking van de kernwa
pens voor de lange en middellange
afstand) zal kunnen doorgaan, wa
ren de verwachtingen dat de Ame
rikaanse Senaat het tweede SALT-
akkoord in zijn huidige vorm nog
zal bekrachtigen erg laag ge
zonken.
De directeur van de „Arms Control
Association" in Washington, dr.
William Kincade, schotelde zijn
Nederlandse toehoorders een de
primerende reeks vernieuwingen
op het gebied van de militaire tech
nologie voor. Het deprimerende
ligt voor hierin dat zij stuk voor
stuk slechts een incremented ka
rakter dragen, d.w.z. dat het ver
schil met de voorafgaande vernieu
wing betrekkelijk gering is. Bijzon
der opvallend zijn ze geen van alle.
Maar het zijn er zoveel en ze volgen
elkaar zo snel op dat de indruk
wordt gewekt van de ene sensatie,
de ene „quantum jump" na de
andere.
Van aanzienlijk meer optimisme
getuigde de Amerikaanse ambassa
deur bij de Europese Gemeen
schap, Thomas O. Enders. Natuur
lijk zijn er, als gevolg van uiteenlo
pende reacties op de gebeurtenis
sen in Afghanistan, Teheran (der
Amerikaanse gijzelaars) en het
Midden-Oosten spanningen ont
staan binnen het Atlantisch
bondgenootschap, d.w.z. tussen de
Verenigde Stateq en hun Europese
partners. De alliantie is een demo
cratie van democratieën. Voordat
uitdagingen van buitenaf zijn ver
werkt is eerst intern een heleboel
discussie nodig.
Maar onderwijl is er toch ook maar
de nodige creativiteit aan de dag
gelegd. Amerikanen en Europea
nen hebben ontdekt dat ze betrek
kelijk snel tot collectieve actie
kunnen overgaan. De Europese
NAVO-partners scheppen nu de
voorwaarden waaronder de Vere
nigde Staten zo nodig een deel van
hun strijdkrachten in Europa als
versterkingen naar elders kunnen
sturen. Aan weerskanten van de
Atlantische Oceaan probeert men
het peil van zijn militaire inspan
ningen te verhogen. Zeer kort na
Afghanistan zag de Europese Ge
meenschap kans economische sa-
menwerkingsafspraken te treffen
met Joegoslavië. Er werd snel ge
handeld om Turkije bij te staan in
zijn economische nood. Kortom, er
was volgens ambassadeur Enders
in wezen sprake van veel meer sa
menwerking (hij gebruikte het
woord spiergie), wederzijdse on
dersteuning en verdraagzaamheid
binnen het bondgenootschap dan
aan de buitenwereld is gebleken.
Met die ondersteunende en syner
getische actie loopt het overigens
niet zo best met betrekking tot het
Midden-Oosten. Het is een uiterst
delicaat punt, of, en zo ja in hoever
re, het Europa van de Negen initia
tieven moet en kan ontplooien om
het vredesproces in dat deel van de
wereld te bevorderen of (weer) op
gang te brengen. Al vóór de bijeen
komst in Venetië had immers de
Franse minister van buitenlandse
zaken, Fran«ois-Poncet, als zijn
oordeel uitgesproken dat de Camp
David-formule is mislukt en dat
het nu de beurt van Europa is nieu
we oplossingen te bedenken en te
helpen realiseren. De aanvankelij
ke reactie van president Carter
was er een van ergernis. Hij dreig
de eventueel gebruik te zullen ma
ken van het Amerikaanse veto
recht in de Veiligheidsraad. Zijn
minister van buitenlandse zaken,
Muskie, heeft de zaak weer wat
gesust door te verklaren dat initia
tieven die geen ondermijning van
Camp David tot gevolg hebben
welkom zijn. Maar er is niemand
die tot dusver de pijn en de verne
dering hoeft weggemasseerd, die
aan de Europese trots zijn toege
bracht door de verklaring van Pa
lestijnse zijde dat men aan de initi
atieven van Europa geen bood
schap heeft, aangezien de Negen
niet in staat zijn ter ondersteuning
van hun initiatieven enige macht
te ontplooien. Zo horen we het ook
nog eens van een ander.
De Amerikaanse inleiders op de
Haagse studieconferentie verme
den dit laatste met zoveel woorden
te beamen. Maar ook zij waren, net
als Muskie, van mening dat eventu
ele initiatieven van Europese zijde
een aanvullend, een complemen
tair karakter moeten dragen. Uiter
aard waren zij het ook niet eens
met die Nederlanders of met die
Europeanen die menen dat Camp
David, zoals zij het uitdrukken,
„morsdood" is. Ook na het verstrij
ken van de tijdslimieten die waren
gesteld voor het bereiken van over
eenstemming over Palestijnse au
tonomie op de westelijke Jordaan-
oever gaan de besprekingen door.
Sterker nog, president Sadat van
Egypte slaagt er zienderogen in
zijn betrekkingen met Saoedi-Ara-
bië te herstellen en op sommige
punten te versterken. En dit zonder
dat hij zijn relaties met Israël be
hoeft op te geven. Wat dit uiteinde
lijk zal kunnen betekenen voor het
reanimeren en doen slagen van
Camp David valt thans niet te
overzien.
De scherpste kritiek op de Europe
se pretenties met betrekking tot
het Midden-Oosten kwam evenwel
niet van Amerikaanse, doch van
Nederlandse zijde. Meer dan één
conferentiedeelnemer betoogde
dat alle commotie rond een moge
lijk „initiatief van de Negen" haar
oorsprong niet vindt in een diepe
bekommerdheid van Europa over
vrede en rechtvaardigheid in de
wereld, maar in het uiterst egoïsti
sche verlangen de bilaterale be
trekkingen met de olieproduceren
de Arabische staten te versterken.
Vlak voor het hek rondom de
wijk Lekkerkerk-West dicht
ging, reisde de chemicus en
publicist A. J. Ahsmann naar
de Krimpenerwaard, boorde
vol vragen; niet alleen over
hoe dat allemaal zo gekomen
is, maar ook bij voorbeeld of
de nu gekozen oplossing wel
de beste is en of er geen sprake
is geweest van een paniek
reactie.
men, omstuwd door enkele wethou
ders en de gemeentesecretaris. Ook
Olaf Tuts van het perscentrum,
ambtenaar van binnenlandse za
ken, bedient de burgemeester door
van terzijde het vragenuurtje van
de Journalisten te dirigeren. De ge
meentesecretaris maakt enkele ge
tallen bekend, waaronder het totale
bedrag van de kosten van de nood-
huisvesting; een kleine elf miljoen
gulden.
Dat is dan een van de kleinere kos
tenposten van deze affaire. De rege
ring heeft al bekend gemaakt te
rekenen met een schadebedrag van
130 miljoen gulden, een bedrag van
volksgezondheid dolgraag zou wil
len hebben voor een goede gebits-
veraorging van het schoolgaande
kind.
Van de 130 miljoen gulden zal zestig
miljoen op gaan aan een groot
scheepse verwijdering van de
grond, verontreinigd of niet. De
aankoop door het rijk van de huizen
zal nog zo'n veertig miljoen kosten,
en dan komen nog vele andere pos
ten, zoals de kosten van nieuw
grondmateriaal, vernieuwing van
water-, gas- en andere leidingen en
beplanting, aflossing van de boete
clausules op de hypotheken, een
smartegeld aan de bewoners, de
verhuizingen, kosten van de nood
behuizing en de noodschool, de
bouw van een nieuwe school en
sporthal, en de vele uren besteed
door verschillende diensten en vele
deskundigen en ambtenaren.
Het totale bedrag kan natuurlijk
gemakkelijk nog verder oplopen; al
naar gelang van de normen die men
aanvaardbaar "Zal achten en de be
slissingen die men nog moet nemen,
kan de tweehonderd miljoen ge
makkelijk overschreden worden.
Werkers in de kankerbestrijding, in
de sector hart- en vaatziekten, zie
kenhuizen, bejaardenzorg en zorg
voor geesteszieken kunnen zich
hierbij de vingers aflikken. De ont
wikkelingshulp zou met zo'n bedrag
ook erg gebaat zijn en ga zo maar
door. Is zo'n uitgave voor één zo'n
geval verantwoord?
Volksgezondheid
Het onderzoek van de gezondheid
van de 871 wijkbewoners is uitge
voerd door het Rijks Instituut voor
de Volksgezondheid. Op 29 mei is
op grond van dit onderzoek meege
deeld dat de bewoners geen nadeli
ge gevolgen hebben ondervonden
van de aangetroffen oplosmiddelen.
Bekend is nu dat eigenlijk alleen
tolueen, xyleen en ethylbenzeen in
beduidende concentraties zijn ge
vonden; verfverdunner dus. Het zijn
vloeistoffen die tamelijk vluchtig
zijn en slecht oplosbaar in water.
Hun giftigheid is te vergelijken met
de giftigheid van ether, aceton,
chloroform, vlekkenwater en alco
hol. Dat betekent gewoon dat Je er
niet vaak onnodig veel van moet
inademen of Innemen, want dan zou
op den duur schade niet uitblijven.
De drie geconstateerde oplosmidde
len komen voor in boenwas, terpen
tine, rubbersolutie, benzine, petro
leum en in geringe mate in sigaret
tenrook en de lucht in verkeersge
bieden. Dank zij verfijnde technie
ken konden zij in Lekkerkerk wor
den aangetoond, maar de gehalten
waren uiterst gering: in de werk- en
woonruimten tot tweehonderd mi
crogram of miljoenste gram per ku
bieke meter lucht (met één woning
als uitzondering op ruim duizend
microgram). Dat zijn gehalten die
ver liggen onder de waarden waar
van men ook op den duur
gezondheidsschade verwacht De
gunstige uitslag van het gezond
heidsonderzoek is dus bepaald niet
toevallig. De bewoners hebben zich
onnodig ongerust gemaakt.
Schuld?
Aan wie de schuld? 8chuld heeft
hier zeker óók degene die de vaten
heeft gebracht. In een toekomstig
bouwterrein zijn stalen vaten toch
al geen goed opvullingsmateriaal
omdat zij op den duur Ineenzakken.
En de inhoud van de vaten in Lek
kerkerk is dan wel niet zó gevaar
lijk, hij is ook niet geheel onschul
dig omdat de oplosmiddelen door
de hoge stand van het grondwater
onveranderd aan de oppervlakte
komen. Het storten van de vaten
hier is dus in ieder geval een mis
kleun geweest.
Wij moeten daarbij echter goed be
denken dat dergelijke praktijken
vroeger veel voorkwamen en nog
vroeger ook werden goedge
keurd. Storten op vuilnisbelten, en
lozen in oppervlaktewater werden
vroeger beschouwd als goed en soci
aal toe te juichen. En daarbij was
géén stof te gevaarlijk. Rijnoever-
staten keurden in de vorige eeuw
het lozen van hooggiftige metaal
verbindingen in de Rijn goed, mits
het afvalwater „voldoende ver
dund" was.
In een bekroonde studie over het
vraagstuk van het afvalwater
schrijft dr. Jan Smit in 1925, dat
men „heeft ingezien dat het niet
aangaat de zelfreinigende werking
der rivieren te negeeren", in
Amerika en Duitsland „beschouwt
men de verdunningsmethode (dan
ook) als een complete' en goede
methode.' En met verdunnings
methode bedoelt de weledelzeerge-
leerde het lozen in oppervlakte
water.
In het Nederlandse Staatsrapport
van 1901 wordt water als schoon
beschouwd als het er goed uitziet en
niet stinkt. Begrijpelijk omdat het
zelfs déflr nog al eens aan mankeer
de in die tijd. En vijftig jaar geleden
bezat elke Nederlandse woonplaats
zijn eigen open vuilnisbelt (stin
kend en smeulend) waarop een ie
der ongecontroleerd storten kon.
Dat men zelfs die moeite vaak te
veel vond, toonden sommige plek
jes braakliggend land. Een bord
je irtet: „Verboden puin en vuil te
storten" vanwege de een of andere
geplaagde landeigenaar was geen
zeldzaamheid.
Het begraven van vuil of het met
aarde bedekken van gestort afval
zoals in Lekkerkerk, is dus, vergele
ken met de historische gebruiken,
al een hele verbetering. Ongewenst
afval in de bodem is dus niet de
rekening van de moderne industrië
le ontwikkeling, maar van de on
macht en onwetendheid van vroe
gere generaties, en van de traditie
die daaruit is voortgevloeid.
Dat wast het gebeuren in Lekker
kerk niet schoon. Het had in 1970
anders gekund. Het kan ons echter
wèl manen dat wij ieder gebruik of
misbruik moeten zien in het ver
band van zijn tijd. De methoden
van vroeger zijn vandaag niet pas
send meer. Vroeger kon het mis
schien niet anders; de economische
mogelijkheden waren minder dan
nu.
In de toekomst zal men daarente
gen weer over méér mogelijkheden
beschikken dan wij nu hebben. Bij
gevolg zal men in de toekomst weer
onze praktijken veroordelen en men
zal de wettelijke nonnen voor het
milieu weer hoger stellen, zo hoog
dat wij er nu met de beste wil van de
wereld niet aan zouden kunnen vol
doen zonder met zijn allen failliet te
gaan.
Iedere tijd kan dus voor het milieu
slechts zo veel doen als economisch
redelijk haalbaar is. Het Staatsrap
port uit 1901 schrijft al: „Dat er
gevallen zijn waarin de belangen
van de nijverheid van zoo overwe
genden aard zijn, dat andere (mili-
eu-)belangen daarvoor moeten wij
ken, is ook in de wetgeving van
andere landen voorzien." Men zag
dus zeker vroeger ook wel dat men
niet verder kan springen dan de
economische polsstok lang is.
Het is dus mogelijk, voor het milieu
te veel te doen, namelijk als men
voor een beperkte verbetering van
het milieu een te hoge prijs moet
betalen. De voorrang die nu gege
ven is aan een betrekkelijk onge
vaarlijke milieukwestie in Lekker
kerk. een voorrang van misschien
wel een paar honderd miljoen gul
den, kan dus heel wel onverstandig
zijn geweest. Wie heeft de moed dat
nu eens duidelijk te zeggen? De
Algemene Rekenkamer misschien?
Risico's
Op de weg terug vanuit Lekkerkerk
rijdt de bus kilometers over de hoge
Lekdijk, die zo smal is dat twee
bussen elkaar stapvoets moeten
passeren. Ik kijk in de diepte en
denk: wat neemt men hiér eigenlijk
een risico's!
H. G. D. Niekus: Het aantal staan
plaatsen in een bus is mede afhan
kelijk van de rijstijl van de chauf
feur (V.U.-Amsterdam)
E. J. Hoogenberk: Woningbouwve
renigingen zouden wat meer kleur
moeten toepassen in hun schilderen
van kozijnen en ander houtwerk
van hun woningbezit in plaats van
het eeuwige wit (T.H.-Dellt)
A. van Brummelen: Terecht ziet
Goethe in dë hoeveelheid straatvuil
op de openbare weg een maatstaf
ter beoordeling van de plaatselijke
overheid (V.U.-Amsterdam).
D. Schipper. Niet alleen het postta-
rief, maar ook de postbezorging is
aan ernstige Inflatie onderhevig
(V.U. Amsterdam).