het gaat om ons leven' 'We spelen geen spelletje, Wie weet wat er morgen zal zijn? I door James Dorsey Premier Menachem Begin van Israël houdt er niet van als hem wordt verweten dat hij „niet open staat voor onderhandelingen". Slechts over de vernietiging van de staat 1^^—■UUl'1'UNLAND Israël valt met hem niet te praten. En in een vraaggesprek met Trouw legt Begin uit dat de verdeling van Jeruzalem of de teruggave van de westelijke Jordaanoever de vernietiging TROUWKWARTET 13 buren. Als er veiligheid is voor Israël, dan is er ook veiligheid voor anderen. Wij hebben nooit het initiatief tot een aanval genomen. We hebben ook nimmer een tegenaanval gelanceerd. Maar zij, de Ara bieren, doden de hele tijd onze burgers." De premier wijst op de landkaart achter hem, die geen grenzen aangeeft tussen het Israël van vóór 1967 en de sedertdien bezette gebieden. „Hoe kunnen wij met een Palestijnse staat instemmen? Kijk maar naar de kaart en je zult zien. Vroeger hadden we slechts een strook land van twaalf kilometer breed vanaf de kust." Oefening De vredesbesprekingen lijkt hij te be schouwen als een oefening in het onder handelen. „Waarom zouden wij niet ver onderstellen dat wij misschien onze Egyp tische en Amerikaanse vrienden zullen kunnen overtuigen? Wat is daar verkeerd aan? Misschien zal generaal Ali het begrij pen als wij met hem praten en praten en praten. Dat het hier niet om de Egypti sche veiligheid gaat, maar om de onze. om onze levens. Waarom begrijpen ze dat niet? De PLO is een agent van de Sowjet- Unie. Ze zullen Sowjet-generaals hierheen halen. Er zal een Sowjet-basis komen. Dat is slecht voor de Egyptenaren. Tegen Sa- dat zei ik: Anwar, denk eraan, als er een Palestijnse staat in Judea en 8amaria komt, dan is dat niet alleen in ons huis, maar ook op jouw stoep. Er zullen Sowjet- generaals in Bethlehem zijn. Wij hebben president Carter ervan overtuigd dat hij zich tegen een Palestijnse staat moet ke ren. Wij hebben de hoop niet opgegeven dat wij de Egyptenaren er ook van kunnen overtuigen. Maar als je de besprekingen opschort, dan is er geen kans om te over tuigen." Plannen Met hart en ziel verdedigt Begin de door hem ontworpen autonomieplannen. „Wij zullen het militaire bestuur terugtrekken uit wat u tea, onrechte de westelijke Jor daanoever noemt. Dat zal een historische verandering zijn. Er zal geen militair be stuur meer zijn, er zal een administratieve raad komen in overeenstemming met onze voorstellen. Die kan uit dertien, mis schien uit vijftien leden bestaan. Deze raad zal werkelijke taken hebben en geen discussieclub zijn." Zoals? „Zoals onderwijs, handel, industrie, de opvang van de vluchtelingen. Wij zullen ons er niet mee bemoeien." En de resterende gebieden? „Welke twintig procent? Veiligheid dient bereid tachtig procent van de bevoegdhe den en verantwoordelijkheden van het militaire bestuur over te dragen aan de Palestijnse raad voor zelfbestuur." En de resterende twintig procent? „welke twintig procent? Veiligheid dient voor honderd procent in Israëlische han den te zijn." Green probleem___. Begin maakt een uiterst optimistische in druk. Wezenlijke problemen ziet hij niet. „Het land zal helemaal geen probleem zijn. Ik kan u meedelen dat wij, wat de nederzettingen betreft, tien nieuwe vesti gingen zullen bouwen en dan is het afgelo pen. Geen nieuwe nederzettingen meer. Wij moeten wel de bestaande nederzettin gen versterken en wij doen dit zonder één Arabier van zijn land of uit zijn dorp of stad te verdrijven. Wij hebben ons op rotsen gevestigd. Soms begrijp ik niet hoe beschaafde mensen liever een rots in de woestijn laten, dan dat ze zien hoe Israë liërs zich daar vestigen en het in cultuur brengen. Maar met de nieuwe nederzettin gen is het afgelopen. Dat kunt u publice ren. De Amerikanen in het Congres en in de regering zullen blij zijn om dit te horen. Het probleem is opgelost. Het gaat hier om overheidsland, we nemen geen parti culier land." Ruim een maand na de ondertekening van de akkoorden van Camp David in september 1978 ontwierp Mattijahoe Dro- bless, hoofd van de afdeling nederzettin gen van het Joodse Agentschap, een plan waarin de stichting van zeventig nieuwe nederzettingen was voorzien. Ruim vijftig van deze nederzettingen zijn nog niet gebouwd. Hiernaar gevraagd zegt premier Begin: „Dit plan past erin, geloof mij." Hij geeft ermee te kennen, dat de versterking van bestaande nederzettingen in feite de bouw van nieuwe nederzettingen betekent. Jeruzalem Opnieuw wijst de premier erop dat Israël niet mag worden verweten dat het „niet open staat voor onderhandelingen". „Wij hebben", zegt hij „een standpunt. We heb ben het recht om onze posities te betrek ken. Wat Jeruzalem betreft luidt onze positie: het is de hoofdstad van Israël, een ondeelbare stad." Hierover valt dus niet te onderhandelen? „Ik wil uw formulering niet onderschrij ven. Ik heb mijn eigen taal. Heb ik het recht om die te bezigen? Ik hanteer nooit de term: niet open voor besprekingen. Tegen een staatsman heb ik eens gezegd: Over alles valt te onderhandelen, behalve over de vernietiging van de staat Israël. „Vraag mij nu over Jeruzalem. Jeruzalem is de hoofdstad van Israël. Een ondeelbare stad. Negentien jaar lang heeft Jordanië Oost-Jeruzalem bezet. Al onze synagoges werden vernield, geen steen bleef op de andere. De begraafplaats op de Olijfberg werd op de meest barbaarse, verschrikke lijke wijze geschonden. Monumenten wer den totaal vernietigd en in plaats daarvan kwamen kazernes voor de soldaten. Het ziekenhuis en de universiteit raakten in verval. Wij konden niet bidden bij de Klaagmuur. In Washington eiste Sadat het herstel van de Arabische zeggenschap over Oost-Je- ruzalem. Onaanvaardbaar. Het betekent de verdeling van Jeruzalem. Volledig on aanvaardbaar. Wij zullen het nooit accep teren. Waarom zouden we onze hoofdstad verdelen? Waar bestaat er een verdeelde hoofdstad? Zal Sadat Cairo verdelen in een koptisch en een islamitisch deel? Wij hebben een deel van Jeruzalem bevrijd dat door Jordanië bezet was, als daad van gerechtvaardigde nationale zelfverdedi ging. van de staat Israël zou betekenen. Daarom valt er niet af te dingen op de ruim een jaar geleden gepresenteerde Israëlische voorstellen voor Palestijnse autonomie. Duidelijk in een goed humeur zegt premier Menachem Begin van Is raël hij maakt een krachtige en jeugdige indruk dat hij „blij" zal zijn als president Sadat terug komt op zijn besluit van vorige maand om de autonomie-onder- handelingen op te schorten. „De 1 besprekingen werden opgeschort, ft heb op president Sadats briefje geantwoord: Mijn goede vriend, jij hebt de onderhandelingen opge schort, jij moet nu een datum voor de hervatting voorstellen." Begin vertrouwt erop dat de besprekingen spoedig zullen worden hervat en wijst op zijn vriendschap met de Egyptische presi dent, „We noemen elkaar bij de voor naam. Ik was er tegen. Ik zei: U bent president en ik ben slechts premier. Nu is hij zelfs president voor het leven, en ik ben slechts tijdelijk premier. Noem mij maar Menachem, zei ik, en ik zal meneer de president tegen u zeggen. Nee, nee, nee, zei hij." Begin bevestigt de indruk van Ameri kaanse en Egyptische deelnemers aan de onderhandelingen dat sommige deelpro blemen met wat goede wil wel zijn op te lossen. Zoals bij voorbeeld de kwestie van de waterbronnen in bezet gebied. „In over leg" en „in samenwerking" met de te kiezen Palestijnse raad van zelfbestuur moet er een regeling zijn te vinden die 3o(en en Arabieren voldoende water ga- mideert. Maar Israël zal zijn eis dat het de Bïeindelijke zeggenschap over de water bronnen behoudt, niet laten vallen. Veiligheid Ten aanzien van fundamentele kwesties van veiligheid, de bevoegdheden van de Palestijnse raad van zelfbestuur en de Joodse nederzettingen weet de premier echter van geen wijken. Israël gaat slechts akkoord met administratieve bevoegdhe den voor de Palestijnse raad. De veilig heid dient volledig een Israëlische zaak te blijven en de Joden hebben het recht zich in Judea, Samaria en de Gazastrook te vestigen. De autonomie-onderhandelin- gen zijn er om de Amerikanen en Egypte naren van het Israëlische gelijk „te over tuigen". Heeft het Israëlische standpunt zich in de loop van een jaar onderhandelen gewij zigd? „Nee. nee, nee. Wij bevinden ons niet op een oosterse souk (markt). We nemen geen uitgangspositie in. Het is niet zo dat we ergens duizend dollar voor vragen en dan misschien bereid zijn uiteindelijk voor zeshonderd dollar te verkopenNee, nee, nee. Daar gaat het niet om. Wij spre ken de waarheid, wij leiden niemand om de tuin." De Egyptische autonomievoorstellen vindt Begin onaanvaardbaar. „Generaal Ali (de huidige minister van binnenlandse zaken) heeft voorgesteld een wetgevende vergadering in het leven te roepen met tachtig tot honderd leden, een uitvoeren de raad met elf leden en een rechterlijke macht. Wij hebben daarop geantwoord: Goede vriend, als jij Montesquieu hebt gelezen dan moet je beseffen dat je een Palestijnse staat voorstelt op de naam na. Dit zijn de drie machten van een staat, maar wij spelen geen woordspelletjes. Het gaat om ons leven. Een Palestijnse staat vormt een dodelijk gevaar voor ons. We zijn akkoord gegaan met autonomie, maar autonomie is geen staat." Ook het Egyptische voorstel om de ver antwoordelijkheid voor de veiligheid te delen noemt Begin „totaal in strijd met de akkoorden van Camp David". Met nadruk wijst hij erop, dat het niet gaat om „een juridisch probleem, maar om ons leven". „De Egyptische voorstellen worden hele maal niet vermeld in de akkoorden van Camp David, ze kwamen er niet eens ter sprake. Besproken werd wel het volgende punt: er zal een terugtrekking plaats heb ben van de Israëlische strijdkrachten uit Judea, Samaria en de Gazastrook, en de resterende troepen zullen worden herver deeld over „gespecificeerde" veiligheids gebieden. Oorspronkelijk was voorgesteld te spreken van „overeengekomen" gebie den, maar wij hebben daartegen geprotes teerd. Wij moeten zelf voor onze veiligheid verantwoordelijk zijn. Wanneer er „over eengekomen" gebieden staat, dan moeten wij toestemming vragen aan de andere partij. Dat is pnmogelijk. Nu staat er gespecificeerd, en dus moeten wij specifi ceren. Maar wij hoeven niemand om toe stemming of goedkeuring te vragen." Verdraaiing Maar er staat toch niet dat Israël deze gebieden mag specificeren? „Wie moet bepalen waar de Israëlische strijdkrachten worden gelegerd? Het is een volledige verdraaiing van de feiten om te zeggen dat de Verenigde Staten de locatie van onze troepen zouden kunnen specificeren. Dat zou dan in de akkoorden van Camp David moeten staan." De premier citeert wederom uit de ak koorden van Camp David, waarin staat dat alles zal worden gedaan om de veilig heid van Israël en de buurlanden te waar borgen. „Israël komt eerst en dan zijn „Wanneer je Jeruzalem deelt, of een Pales- I tijnse staat sticht in Judea en Samaria, betekent dit de vernietiging van de staat I Israël. Zoals gezegd, over de vernietiging van de staat Israël valt niet tie onderhan delen." De geschiedenis verha lend van de Jordaans- Israëlische contacten tijdens de afgelopen der tien jaar onthult pre mier Begin dat zijn voormalige minister van buitenlandse zaken Mosje Dajan koning Hoessein na de machts overname van de Likoed heeft ontmoet. „Ik kan u niet zeggen waar, maar het was een leuke dag. Ook het hotel was leuk." Tijdens dit gesprek ver wierp Hoessein het „hy pothetische voorstel" van een territoriaal compromis op de Weste lijke Jordaanoever. Ook wilde Hoessein niets we ten van de autonomie plannen. „Hij noemde die totaal onaanvaard baar. Hij eiste de terug gave van de gehele Wes telijke Jordaanoever en van Oost-Jeruzalem." Na de dood van oud-rai- nister van buitenlandse zaken Jigal Allon circu leerden in Jeruzalem ge ruchten over een geheim akkoord tussen Jorda nië en Israël. „Laat ik u iets adviseren," zegt de premier. „Vraag nooit een dode man, hij kan niet antwoorden. Vraag mij, ik leef. Maar wie weet wat er morgen zal zijn? Er heeft nooit een akkoord met Hoessein bestaan." De premier vertelt van de vele besprekingen tussen Hoessein en oud minister van buiten- - landse zaken Abba Eban, oud-premier Jitz- hak Rabin, oud-premier Golda Meir en de voor malige politieke advi seur van de regering, Jaacov Herzog. Zij allen suggereerden een terri toriaal compromis. „Maar &e kleine koning, zoals wij hem noemden hij is geen grote man vindt alles onaan vaardbaar." Niettemin blijft Begin hopen dat koning Hoessein uitein delijk aan het vrede sproces zal deelnemen. „Wij hebben Carter ervan overtuigd dat staat moet keren zich tegen en wij hebben de hoop niet opgegeven dat wij president Sadat van Egypte er ook van kunnen overtuigen. Maar als je de besprekingen opschort, dan is er geen kans om te overtuigen." hij de Palestijnse

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13