'Hoe vertel ik't mijn kiezers?' Onderwijs dichter bij de samenleving Gezondheidszorg Ontwikkelingshulp in Europa tere zaak Trouw Commentaar vier seizoenen in één boekje Uitdaging en gevaar Werkgevers bij presentatie nota: boodschap zeldzaam voor blinden DONDERDAG 5 JUNI 1980 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 Het is kennelijk toch erg moeilijk voor oud-ministers hun draai te vinden in de volksvertegenwoordi ging. Het nieuwste voorbeeld daarvan is oud-minister Pronk, die de Tweede Kamer verlaat omdat hij een hoge post krijgt binnen het apparaat van de Verenigde Naties. pronk zelf mag met deze benoe ming worden gelukgewenst, maar tegelijk ook moet worden vastge steld dat het prestige van de Ka mer door het vertrek van de zo veelste oud-bewindsrnan opnieuw afbreuk wordt gedaan. Vondeling had geljjk toen hij als voorzitter van de Tweede Kamer vaststelde dat oud-ministers niet „te goed" zijn voor het lidmaat schap van de Tweede Kamer en dat zij zeker zichzelf niet „te goed'; mogen vinden voor dat baantje hoe teleurstellend en frustrerend de verandering in werk voor hen persoonlijk misschien i ook is. Terug naar de nieuwe functie van I Pronk. Hij is onder-secretaris-ge- neraal van de Unctad geworden, de VN-conferentie voor handel en j;ontwikkeling en een belangrijke ^spreekbuis van de derde wereld. De benoeming van deze PvdA- politicus bij de Unctad is een om- itreden zaak geweest. De Neder landse regering had een andere kandidaat in gedachten, terwijl ;en aantal westerse landen Pronk g vooruitstrevend en te zeer op de tand van de ontwikkelingslanden zonden. De secretaris-generaal /an de Unctad, Jamani Corea, was xhter zeer geporteerd voor hem, ;venaU een aantal derde wereld- vertegenwoordigers binnen deze VN-organisatie. Uiteindelijk heeft Corea zijn zin gekregen. Dat betekent voor hemzelf en Pronk zowel een gevaar als een uitdaging. De tendens dat westerse landen Unctad zien als een podium van de ontwikkelingslanden is door de nieuwe benoeming ver sterkt. Daarmee groeit de kans dat bij voorbeeld de Verenigde Staten en West-Duitsland in de VN-con ferentie voor handel en ontwikke ling steeds minder een mogelijk heid tot dialoog met de derde we reld zien, wat hen helémaal niet zo slecht uit zou komen. Al bij de Unctad-bijeenkomst vo rig jaar in de Filippijnen was van een aantal westerse landen het ver wijt te horen, dat de organisatie zozeer de verlangens van de ont wikkelingslanden weerspiegelde dat zij niet langer serieus hoefde te worden genomen. De kans dat Unctad buiten spel komt te staan wordt nog vergroot door het feit dat het Noord-Zuid- overleg zich de komende maanden sterk in New York zal afspelen, in plaats van in Genève, waar Unctad zetelt. Daar komt nog bij dat in New York ook over de steeds belangrijker wordende energiek westie zal worden gepraat, hetgeen binnen Unctad niet het geval is. De VN-conferentie desondanks op de voorgrond te laten staan in het ontwikkelingsdebat en het wan trouwen van de westerse landen, dat door zijn benoeming zeker niet kleiner is geworden te overwinnen, is de uitdaging waarvoor Pronk staat. door Nico Kussendrager BRUSSEL Ontwikkelings samenwerking ligt in Neder land makkelijker dan in veel andere Europese landen. Dat blijkt weer eens tijdens een discussiebijeenkomst over Europa en de nieuwe econo mische orde in het Egmontpa- leis in Brussel. Het colloqui um is georganiseerd door de Verenigde Naties. Er wordt een deelgenomen door parle mentariërs uit vrijwel alle Europese landen. Voor Neder land zijn Pronk (PvdA) en Van Dijk (CDA) aanwezig. Het ls altijd moeilijk aan buitenlan ders uit te leggen waarom het beleid ten aanzien van de derde wereld in Nederland weinig omstreden is. De Internationale stichting voor ontwik kelingsalternatieven, in Nyon, Zwit serland, heeft onderzoek gedaan naar de belangstelling in ons land, en in de Scandinavische landen, voor ontwik kelingssamenwerking. Een verkla ring is het stelsel van sociale zeker heid en het streven naar gelijkheid, zo wordt gezegd. Er is een streven dat naar de rest van de wereld uit te breiden. Ook minister De Koning (ontwikkelingssamenwerking) spreekt daarover bij herhaling. De Stichting noemt ook de grootte en het internationale gewicht van de on derzochte landen. Door voorop te lo pen wat betreft ontwikkelingssamen werking springen zij eruit Andere verklaringen die wel worden ge noemd is dat Nederland na het verlies van de koloniën niet buiten spel wilde komen te staan; meer wilde zijn dan een „boerderij aan de Noordzee". Tenslotte is ook onze zendingsdrift niet vreemd aan de inzet voor de derde wereld. Lobby Vervolg van pagina I Die noodzaak tot besparen laat zich vellicht het best illustreren met het jegeven, dat er op dit ogenblik 1500 lerschlllende tarieven in gebruik zijn, illeen al bij medische specialisten. tanwijzing 'olgens dit wetsontwerp is het zo dat let centraal orgaan een tarief gaat loedkeuren op grond van richtlijnen. >Ve richtlijnen worden weer geba kerd op aanwijzingen. Zo een aan- rtjzlng is bijvoorbeeld, wanneer de ninlster van financiën zegt dat er op volksgezondheid tweehonderd mil- pen gulden moet worden bezuinigd. I *oor de minister van volksgezond- leid is dat weer aanleiding om het cntraal orgaan een aanwijzing voor P houden, die uitgaat van een bezul- liging van tweehonderd miljoen ifulden. Iet centraal orgaan stelt dan een Khtlijn vast en stuurt die terug naar e minister. Als die richtlijn wordt pedgekeurd kan het centraal orgaan e mee gaan werken. Daarnaast kan ce minister ieen richtlijn weigeren, lomt er geen aangepaste richtlijn, tan maakt de bewindsman er zelf en, waarmee bet centraal orgaan aoet gaan werken. fcdoende gaat het centraal orgaan hrieven van artsen toetsen aan de land van richtlijnen die ze in princi pe zelf redelijk acht. Vanwege die egen „redelijkheidsideeën," heeft de lamer er gemeend goed oaan te doen «n in ieder geval geen mensen met drecte belangen een meerderheid in kt orgaan te geven. levige reacties ben het wetsontwerp in oktober *76 (bor de toenmalige CDA-staatssecre- üris Hendriks werd gepubliceerd terd uitgegaan van tweederde be- Imghebbenden. Het bracht hevige re- uties teweeg in de medische wereld. De WD veroordeelde het wetsont werp vooral op dit punt, terwijl de PvdA het toen redelijk vond. Toen mevrouw Veder de fractie van de WD verliet en in '77 staatssecreta ris werd, herschreef ze het wetsont werp juist op dit punt zodanig, dat de verhoudingen precies ogekeerd kwa men te liggen. Nu was de PvdA fel tegen en gedoogde de WD het wets ontwerp van haar eigen staatssecre taris. Uiteindelijk heeft dat opgele verd dat er nu toch een wetsontwerp van Hendriks, zij het verzwakt, door de Kamer wordh vastgesteld. Het centraal orgaan kan voor het opstellen van richtlijnen advies aan vragen bij zogeheten kamers, die op een bepaald terrein zeer deskundig worden geacht. Het centraal orgaan stelt zelf deze kamer in, maar kan de adviezen naast zich neerleggen. Het ls niet onwaarschijnlijk dat zoiets nogal eens gebeurt, omdat in de ka mers alleen deskundigen zitten, die per definitie belanghebbend zijn. Loondienst Interessant bU dit wetsontwerp is verder dat medici, die in een zieken huis werken niet langer als vrije be roepsbeoefenaar aangemerkt hoeven te worden, maar gedwongen kunnen worden in loondienst te werken. Vooral PvdA, CDA en D'66 vinden dat billijk, omdat die artsen appara tuur en huisvesting van het zieken huis lees overheid gebruiken, maar dat wel bij hun patiënten door berekenen. Ook laat deze wet ruimte over voor een systeem van budgettering. Dat betekent dat ziekenhuizen per Jaar een budget krijgen toegemeten, waarmee ze het moeten stellen. Daar zijn wel uitzonderingen op mogelijk, maar in principe wordt vrij nauwkeu rig uitgerekend wat er hoogstens zou kunnen worden gerekend in dat zie kenhuis. Daarmee wil men het aantal verrichtingen van de artsen onder controle krijgen. Katoenoogst in Tanzania. Westerse politici voelen er weinig voor invoer van textiel uit ontwikkelings landen te verdedigen, zodat die landen op den duur goede klanten zouden kunnen worden van westerse bedrijven. Uit het feit dat ontwikkelingssamen werking in Nederland nauwelijks een omstreden zaak is, mag overigens volgens de samenstellers van het rap port van de stichting niet worden afgeleid, dat er ook grote belangstel ling voor bestaat De mensen lopen er niet echt „warm" voor. Een kleine „lobby", aldus de Stichting, maakt de dienst uit en de meeste mensen vin den dat wel goed zo. Dat lijkt duidelijk anders te liggen in de overige Europese landen. „Hoe vertel ik het mijn kiezers?", is het grote probleem van veel volksverte genwoordigers, die deelnemen aan de discussiebijeenkomst in Brussel. Van het belang van samenwerking met de derde wereld zijn zij zelf wel over tuigd, zo blijkt uit hun uitspraken, maar de achterban ligt dwars. „We moeten nu betalen maar we krij gen het terug", is een van die opmer kingen. Andere uitlatingen; „De Noord-Zuiddialoog is belangrijker dan de Oost-Westverhouding". „De toekomst van Europa wordt bulten Europa, in de derde wereld beslist". „De werkgelegenheid hier ls afhanke lijk van het beleid tegenover de ont wikkelingslanden". Dat belang echter aan de kiezers dui delijk maken is een lastige zaak. „Moet ik mijn mensen die het zelf steeds slechter gaat. vertellen dat we meer gaan doen aan ontwikkelings hulp?", aldus een van de parlements leden in Brussel. „Moet ik ze uitleg gen dat het niet geeft dat ze nu wer keloos zijn, omdat in het Jaar 2000 misschien de wereldeconomie er weer florissant voor staat?". Alibi Een andere deelnemer wijst op de twijfels over het reilen en zeilen van de Verenigde Naties, en de vaak „wei nig efficiënte" aanpak van de ontwik kelingshulp. Dezelfde parlementariër schampert dat de redenering, dat meer ontwikkelingshulp meer moge lijkheden voor het westerse bedrijfs leven betekent, lang niet altijd op gaat. „De onderneminkjes in mijn kiesdistrict gaan niet naar de derde wereld". Veel volksvertegenwoordigers, zo blijkt tijdens het colloquium in het Egmontpaleis, worden in hun moge lijkheden beperkt door hun kiezers. Of denken zich beperkt te voelen. Politici, is namelijk een ander geluid, dat in Brussel wordt gehoord, kunnen veel actiever zijn wat betreft ontwik kelingssamenwerking, zonder dat zij door de kiezers worden afgestraft. De Westduitse regering heeft de „ostpoli- tlk" de toenadering tot de Sowjet- Unie ook niet eerst aan haar ach terban voorgelegd. De (vermeende) houding van de „mensen in de straat" is vaak een alibi om niets te hoeven doen voor de derde wereld. Ontwik kelingssamenwerking is lang niet zo TeriTliln omstreden als vaak wordt gezegd, menen deze deelnemers. zoveel moeilijkheden hebben met hun achterban. Zelfs als het waar is dat dit geen interesse wekt: andere ontwikke lingszaken spreken de kiezers wel de gelijk aan. De omvang van de ontwik kelingshulp ls zo klaar als een klon tje, evengoed als een hoge benzine prijs ten gevolge van eventuele af spraken met de olielanden. Dat der gelijke afspraken uiteindelijk kun nen lelden tot een zekere energievoor ziening en tot evenwichtiger olieprij zen, zal de kiezer niet warm doen lopen voor een akkoord met de olie landen. Bovendien ontgaat de mensen veel. Het internationale monetaire beleid, wordt gezegd, gaat langs hen heen. Voor de handelspolitiek hebben zij geen belangstelling. „Daarvoor hoeft u niet naar uw kiezers", houdt deze parlementariër zijn collega's voor die Het verschil tussen de „korte en de lange termijn" speelt voortdurend door de discussies in de Belgische hoofdstad heen. Van de kant van de derde-wereldlanden is wel eens ge zegd dat het parlementaire stelsel in de westerse landen voor hen dodelijk is. Niet omdat het Congres een streep haalt door de Amerikaanse ontwikke lingshulp, maar omdat, zei een deel nemer in Brussel, „politici in de wes terse landen niet bereid zijn op de korte termijn wat in te leveren om op de lange termijn te winnen". Het kan hun hun verkiezing kosten (zeggen ze). Een lid van het Britse lagerhuis zal zich niet sterk maken voor het over hevelen van de staalindustrie naar de derde wereld, opdat ontwikkelings landen op den duur aantrekkelijke handelspartners worden. Een Ameri kaanse senator zal niet sluiting van textielbedrijven in zijn staat en in voer uit ontwikkelingslanden verde digen, met het argument dat op den duur die landen goede klanten kun nen worden van andere Amerikaanse ondernemingen. Vrijwel alle aanwezige parlementa riërs leken overtuigd van het weder- 'zljds belang voor Noord en Zuid van ontwikkelingssamenwerking. Deze „interdependentie" klinkt de laatste jaren door op vrijwel alle bijeenkom sten op dit terrein. De Belgische mi nister Mark Eyskens was de enige die in Brussel wees op de gevaren van die benadering. Veel arme ontwikkelingslanden heb ben nauwelijks iets in de economi sche melk te brokkelen. „Er is", zei Eyskens, „geen wederzijds belang tussen België en Boeroendi." Hij zit daarmee op een lijn met zijn Neder landse collega De Koning die onlangs zei dat naast de veelgeroemde „inter dependentie" óók solidariteit met de ontwikkelingslanden nodig blijft. Honderden miljoenen inwoners van [de derde wereld zouden met een puur zakelijke en economische benadering ais „interdependentie" bulten de boot vallen. De verwachting was dat de discussie bijeenkomst zich zou toespitsen op •de rol die volksvertegenwoordigers zouden kunnen spelen in het beleid van hun landen ten aanzien van de derde wereld. De parlementariërs ko men daaraan in Brussel nauwelijks toe. De inleidingen nemen zoveel tijd in beslag dat er weinig tijd is voor discussie. Een pleidooi dat de deelne mers zich zouden vastleggen op een groot debat in het parlement in hun eigen land over ontwikkelingssamen werking, vond weinig gehoor. Debat Een dergelijk debat zou juist nu actu eel kunnen zijn. Aan het eind van de zomer wordt in Brussel een speciale zitting van de Verenigde Naties ge houden over het derde ontwikke lingsdecennium (1980-1990). Een paar maanden daarna begint een nieuwe, langdurige ronde van onderhandelin gen tussen Noord en Zuid over onder meer energie, landbouw en financiële zaken. De westerse landen willen in het overleg daarop de nadruk leggen. De derde wereld vraagt een veel rui mer debat op het gevaar af dat zoals in het verleden is gebeurd de deelnemers door de bomen het bos niet meer zien. Ontwikkelingslanden redeneren dat landbouw niet los kan worden gezien van industrialisatie, ontwikkelingshulp niet van hervor ming van het wereldgeldstelsel dat nu in het voordeel van het westen werkt, enzovoort De nieuwe onderhandelingsronde krijgt aanmerkelijk meer gewicht als een topconferentie van staats- en re geringsleiders uit ongeveer twintig landen over ontwikkelingssamenwer king doorgaat. De commissie-Brandt wilde een dergelijke top, maar door de gebeurtenissen in Iran en Afgha nistan is het er niet van gekomen. Mexico loopt zich nu het vuur uit de sloffen om een dergelijke conferentie in januari te houden. Of ook Neder land van de partij mag zijn is nog de vraag. Ons land is geen wereldmacht, noch een olieproducent, noch straat arm. Het heeft wel de mond vol van ontwikkelingssamenwerking. Van onze soc.-economlsche redactie DEN HAAG Het onderwijs moet veel meer inspelen op de veranderingen in de samenle ving. Het onderwijs is nu nog teveel gericht op het alge meen vormende, terwijl er geen kwalitatief hoog ontwik keld beroepsonderwijs is. Dit heeft weer tot gevolg dat zich een vervreemding voltrekt van het bedrijfsleven. En ver der verzwaart het de knelpun ten op de arbeidsmarkt om dat het gebrek aan vakoplei ding weer zijn (negatieve) in vloed heeft op de werkloos heid. Dat zeiden de werkge versvoorzitters mr. C. van Veen (VNO) en S. J. van Eijke- lenburg (NCW) gisteren tij dens de presentatie van de nota „naar een vernieuwd leerlingwezen". De nota is een uitgave van de Raad van Nederlandse Werkgeversverbon den, waarin de werkgeversorganisa ties VNO en NCW zitting hebben. De werkgevers willen een vernieuwd leerlingwezen (werken en daarbij een vak leren) waarin de overheid struc tureel moet bijdragen aan de oplei dingsplaatsen in de ondernemingen. De hoogte van de subsidie moet af hangen van de gemiddelde oplel- dlngskosten per beroepssector en van de kwaliteit van de opleidingsplaats in de bedrijven. Voor het behoud en de verbetering van de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven is vernieu wing van groot belang. Voor aanko mende werknemers ls het volgens de werkgevers van levensbelang dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te ontwikkelen tot een goed vakman. VNO en NCW tonen zich een groot voorstander van opleidingen in het leerlingwezen op verschillende ni veaus. Bij de 34 organen van het leerlingwezen waren eind 1978 bijna 65.000 leerovereenkomsten afgeslo ten. In zo'n opleiding leert men al- doende. Daarbij vormt vooral de praktijk de basis voor de scholing. Het NCW en het VNO willen inhoude lijke en organisatorische verbeterin gen van de beroepsopleidingen in het leerlingwezen. Voorgesteld wordt de 34 opleidingsorganen terug te bren gen tot vijftien opleldlngssectoren. Programma's moeten worden samen gesteld als vla beroepsprofielen oplel- dingsdoe lste Hingen zijn geformu leerd. Vervangen De wet op het leerlingwezen dient te worden vervangen door een wet op de organen van de beroepsopleiding, menen de werkgeversorganisaties. Voor beroepsvorming zijn er drie tra jecten, zo stellen de werkgevers In hun nota. Beroepsvoorbereidend on derwijs. de beroepsopleiding en de functiegerichte opleiding. De twee eerstgenoemde neemt de overheid volledig voor haar rekening. De laat ste is primair een verantwoordelijk heid voor de werkgevers. De opleidingen in het leerlingwezen voorzien er in, dat de leerling met het voltooien van het tweede traject ook een groot deel van het derde traject aflegt. Overheid en bedrijven moeten dat samen financieren. Dit geldt ook voor de opleidingsplaats in de prak tijk, aldus NCW en VNO. ZIJ hebben zich ook over de loonbeta ling gebogen om deze meer in relatie te brengen met de produktivltelt van de leerlingen. Ze stellen voor het eer ste half jaar twintig procent van het minimumjeugdloon te betalen, en dit de drie volgende semesters met tel kens twintig procent van het mini mumjeugdloon te verhogen. Over de verdeling in leertijd en produktletljd willen ze meer gegevens hebben. In de Stichting van de Arbeid zouden de vergoedingen per opleidingssector zijn vast te stellen. Wellicht baat het als de sociale verzekertngsfondsen de werkgeverslasten voor leerlingen voor him rekening zouden nemen, aldus de Raad van Nederlandse Werkgeversverbonden. 8tiekem bosbessen eten kan ge woon niet. Je krijgt er blauwe tanden en als het even wil, blau we lippen van. Maar lekker zijn ze. Je kunt er jam van maken, bosbessensap, je kunt er panne koeken mee vullen of gebak. Bos bessen zijn niet alleen gezond, ze hebben ook geneeskrachtige wer- king. Ze helpen tegen verstop ping, en als je ze droogt, Juist tegen diarree. Ontstoken mond- slijmvliezen genezen als je met het sap van gekookte bosbessen spoelt en het aftreksel van ge kookte bladeren van de bosbes is goed tegen blaasontsteking. Maar doe Je er suiker bij, dan doen bosbessen ineens niets ge- nezends meer. Ze zijn dan nog wel lekker om te eten natuurlijk. De recepten om er iets genees krachtigs èn iets lekkers van te maken staan naast elkaar in één boekje. Alweer een boekje dus over voedsel en geneesmiddelen uit de natuur. Maar ditmaal wel een waar ook beginners makke lijk mee uit de voeten kunnen. Het heet „Verzamel vier seizoe nen". is geschreven door Saskia Goosens en komt van uitgeverij Elmar in Rijswijk die er niet bij vertelde hoe duur het boek is. Maar dat weten ze in de boekhan del wel of bij Elmar (Delftweg 147). 8askla Goosens heeft in het hele boek niet één moeilijk woord ge bruikt en ook de manier waarop ze het klaarmaken van een ge neesmiddel beschrijft kan voor niemand moeilijkheden opleve ren. Ze werkt niet met „een hand vol", of „koken en zeven", maar geeft precies aan hoe het moet. Voor bosbessen tegen blaasont steking bijvoorbeeld geeft ze dit recept: „40 gram bosbessenblad, 1 liter water. Laat het blad tien minuten koken. Zeven. Over de dag verspreid drinken." Duidelij ker kan het al niet. Hoe kom Je aan bosbessen, aan het herderstasje, aan flultekruid of bereklauw en waar moet je dat zoeken? Wat dit boekje betreft hoef Je er in elk geval niet lang naar te zoeken, want in de korte beschrijving van elke plant en elke vrucht vermeldt de schrijf ster consequent waar Je ze vin den kunt. Daar zou een leek mis schien nog niet veel aan hebben zolang die niet weet hoe een plant er uitziet, maar ook daar is iets aan gedaan. Hella Langosch maakte van (bijna) alle in het boekje voorkomende planten een duidelijke tekening, en we mogen aannemen dat ook het fraaie om slag van haar hand is. Zonder te weten wat er in het boekje staat is de titel wellicht wat duister verzamel vier seizoe nen. Seizoenen verzamel je nu eenmaal niet, maar de ondertitel neemt eventuele vraagtekens al gauw weg: „Pluk het hele jaar door in de natuur Je eigen krui den, paddestoelen, bessen, noten, zaden, groente, sla en vruchten. Voor de keuken, medicijnkast, kosmetika, likeur en huishoude lijk gebruik". Hoe weet Je dan in welk seizoen je naar noten, pad destoelen of bosbessen moet zoe ken? Ook dat staat er in: eerst komt alles wat Je in de lente kunt plukken, dan volgen hoofdstuk ken over zomer, herfst en winter. En dan niet al te enthousiast aan de gang gaan, zegt de schrijfster. Niet alleen heeft ze achterin het boek de giftige, de beschermde en de bedreigde soorten apart opgenomen, maar ook waar schuwt ze tegen „plunderen" en tegen meteen maar alles probe ren en eten, want niet iedereen kan alles zomaar verdragen. Met kleine porties beginnen is het beste, zegt ze in de inleiding tot dit praktische boekje, waar veel nuttigs en smakelijks mee te doen valt Als alles meeloopt wordt Mary Marvich toch nog Amerikaanse. Maar dan moeten de autoriteiten echt hun best doen, want mense lijk gezien heeft mevrouw Mar vich niet veel tijd van leven meer. Ze is nu 107 Jaar oud en wacht al meer dan negentig Jaar op de papleren die haar bet Ame rikaanse burgerschap moeten verschaffen. Toen se elf Jaar was, in 1884, emigreerde se met haar ouders vanuit Belgrado naar de Verenigde Staten. Ze woont nu in Fairmont in de staat West-Virginia, en heeft hier Juist het verheugende bericht gekre gen dat de autoriteiten al hun best zullen doen om haar alsnog Amerikaanse te maken. Rei' voor de oude dame om gauw bloemetje aan te schaffen. Als Je wilt blijven leven, loop dan. Wil Je lang leven, loop dan hard. Dat is de boodschap die de 74- Jarige Indiër Jinabhai Navlk zijn landgenoten brengt, want hij is er van overtuigd dat zitten en stilstaan het leven verkort. Zelf geeft de bejaarde man het goede voorbeeld: hij loopt ln z'n eentje van Kasjmir in het noorden van India tot het uiterste puntje in het zuiden van het land bijna 7000 kilometer in, naar hij hoopt, 242 dagen inclusief 28 rustdagen. Zo bereikt hij met zijn boodschap een groot deel van de bevolking èn hij blijft zelf in een uitstekende conditie, denkt hij. Dit jaar nog zal restaurateur John Grisantl uit Memphis in de Amerikaanse staat Tennessee een flesje wijn van dik zestigdui zend gulden opentrekken. Hij kocht het op de jaarlijkse veiling van zeldzame wijnen in Califor- nlë en beschouwt deze fles Cha teau Laflte uit 1822 als de beste wijn ter wereld. Hij zal 'm dan ook zeker niet klok-klok naar binnen slaan, maar de fles in klei ne hoeveelheden ultschenken op een liefdadigheidsfeest ten bate van een ziekenhuis, een feestje voor wijn- èn fijnproevers, want Grisantl heeft nog honderden an dere bijzondere en dus peperdure wijnen in zijn kelders. Op de vei ling, waar dit Jaar voor ruim 1,2 miljoen gulden aan wijn gekocht is, ging de oudst bekende fles Hongaarse Tokayer voor een kleine dertigduizend gulden van de hand. Die fles dateert van 1746 en moet ooit nog eens in de wijn kelders van een Poolse koning gelegen hebben. Jan Konlngsbrugge uit Assen, militair oorlogsslachtoffer en blind, heeft ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van prinses Juliana, toen nog konin gin, een penning laten slaan. Hij heeft de rage die in de koop van munten en penningen is ont staan, meegehad. De penning, met Juliana aan de ene kant, koning Willem I aan de andere kant, en het randschrift „Vijf ge neraties bij de gratie Gods" heeft al een winst opgeleverd van hon derdduizend gulden. Jan Ko nlngsbrugge is van plan dit be drag te schenken aan het werk ten behoeve van blinden: 50.000 voor de Nederlandsche Blinden bibliotheek en ƒ50.000 voor de actie „Redt kinderogen." Met uit zondering van de gouden exem plaren is deze penning nog niet uitverkocht. Daar blijft het niet bij. Konlngs brugge heeft nu opdracht gege ven tot het slaan van een penning ter gelegenheid van het aftreden van koningin Juliana. Deze pen ning bevat haar afbeelding met als schrift in het latijn „Als een lelie tussen de doornen." Met deze woorden wordt alles over haar leven verteld, zegt Konlngs brugge. De achterkant van de penning draagt de afbeelding van een dukaat met als tekst: Abdicatie koningin Juliana 30-4- '80. Van deze penning worden er 5000 ln alpaca (een metaallege ring) geslagen, 1000 ln zilver en 498 in goud. 8inds 1933 verzamelt de nu 60- jarige Jan Konlngsbrugge al munten. Nadat hij blind gewor den was in 1946, heeft hij alles over munten aan zijn vrouw ver teld. Ze hebben hun zaak Phoe nix genoemd. „Dat betekent: uit de as herrezen," licht Konlngs brugge toe. .Eerlijk, zo voel ik mezelf ook."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 5