'Hoe vertel ik't mijn kiezers?'
Onderwijs dichter
bij de samenleving
Gezondheidszorg
Ontwikkelingshulp in Europa tere zaak
Trouw Commentaar
vier seizoenen in één boekje
Uitdaging en gevaar
Werkgevers bij presentatie nota:
boodschap
zeldzaam
voor blinden
DONDERDAG 5 JUNI 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
5
Het is kennelijk toch erg moeilijk
voor oud-ministers hun draai te
vinden in de volksvertegenwoordi
ging. Het nieuwste voorbeeld
daarvan is oud-minister Pronk, die
de Tweede Kamer verlaat omdat
hij een hoge post krijgt binnen het
apparaat van de Verenigde Naties.
pronk zelf mag met deze benoe
ming worden gelukgewenst, maar
tegelijk ook moet worden vastge
steld dat het prestige van de Ka
mer door het vertrek van de zo
veelste oud-bewindsrnan opnieuw
afbreuk wordt gedaan.
Vondeling had geljjk toen hij als
voorzitter van de Tweede Kamer
vaststelde dat oud-ministers niet
„te goed" zijn voor het lidmaat
schap van de Tweede Kamer en
dat zij zeker zichzelf niet „te
goed'; mogen vinden voor dat
baantje hoe teleurstellend en
frustrerend de verandering in werk
voor hen persoonlijk misschien
i ook is.
Terug naar de nieuwe functie van
I Pronk. Hij is onder-secretaris-ge-
neraal van de Unctad geworden,
de VN-conferentie voor handel en
j;ontwikkeling en een belangrijke
^spreekbuis van de derde wereld.
De benoeming van deze PvdA-
politicus bij de Unctad is een om-
itreden zaak geweest. De Neder
landse regering had een andere
kandidaat in gedachten, terwijl
;en aantal westerse landen Pronk
g vooruitstrevend en te zeer op de
tand van de ontwikkelingslanden
zonden. De secretaris-generaal
/an de Unctad, Jamani Corea, was
xhter zeer geporteerd voor hem,
;venaU een aantal derde wereld-
vertegenwoordigers binnen deze
VN-organisatie. Uiteindelijk heeft
Corea zijn zin gekregen.
Dat betekent voor hemzelf en
Pronk zowel een gevaar als een
uitdaging. De tendens dat westerse
landen Unctad zien als een podium
van de ontwikkelingslanden is
door de nieuwe benoeming ver
sterkt. Daarmee groeit de kans dat
bij voorbeeld de Verenigde Staten
en West-Duitsland in de VN-con
ferentie voor handel en ontwikke
ling steeds minder een mogelijk
heid tot dialoog met de derde we
reld zien, wat hen helémaal niet zo
slecht uit zou komen.
Al bij de Unctad-bijeenkomst vo
rig jaar in de Filippijnen was van
een aantal westerse landen het ver
wijt te horen, dat de organisatie
zozeer de verlangens van de ont
wikkelingslanden weerspiegelde
dat zij niet langer serieus hoefde te
worden genomen.
De kans dat Unctad buiten spel
komt te staan wordt nog vergroot
door het feit dat het Noord-Zuid-
overleg zich de komende maanden
sterk in New York zal afspelen, in
plaats van in Genève, waar Unctad
zetelt. Daar komt nog bij dat in
New York ook over de steeds
belangrijker wordende energiek
westie zal worden gepraat, hetgeen
binnen Unctad niet het geval is.
De VN-conferentie desondanks op
de voorgrond te laten staan in het
ontwikkelingsdebat en het wan
trouwen van de westerse landen,
dat door zijn benoeming zeker niet
kleiner is geworden te overwinnen,
is de uitdaging waarvoor Pronk
staat.
door Nico Kussendrager
BRUSSEL Ontwikkelings
samenwerking ligt in Neder
land makkelijker dan in veel
andere Europese landen. Dat
blijkt weer eens tijdens een
discussiebijeenkomst over
Europa en de nieuwe econo
mische orde in het Egmontpa-
leis in Brussel. Het colloqui
um is georganiseerd door de
Verenigde Naties. Er wordt
een deelgenomen door parle
mentariërs uit vrijwel alle
Europese landen. Voor Neder
land zijn Pronk (PvdA) en
Van Dijk (CDA) aanwezig.
Het ls altijd moeilijk aan buitenlan
ders uit te leggen waarom het beleid
ten aanzien van de derde wereld in
Nederland weinig omstreden is. De
Internationale stichting voor ontwik
kelingsalternatieven, in Nyon, Zwit
serland, heeft onderzoek gedaan naar
de belangstelling in ons land, en in de
Scandinavische landen, voor ontwik
kelingssamenwerking. Een verkla
ring is het stelsel van sociale zeker
heid en het streven naar gelijkheid,
zo wordt gezegd. Er is een streven dat
naar de rest van de wereld uit te
breiden. Ook minister De Koning
(ontwikkelingssamenwerking)
spreekt daarover bij herhaling.
De Stichting noemt ook de grootte en
het internationale gewicht van de on
derzochte landen. Door voorop te lo
pen wat betreft ontwikkelingssamen
werking springen zij eruit Andere
verklaringen die wel worden ge
noemd is dat Nederland na het verlies
van de koloniën niet buiten spel wilde
komen te staan; meer wilde zijn dan
een „boerderij aan de Noordzee".
Tenslotte is ook onze zendingsdrift
niet vreemd aan de inzet voor de
derde wereld.
Lobby
Vervolg van pagina I
Die noodzaak tot besparen laat zich
vellicht het best illustreren met het
jegeven, dat er op dit ogenblik 1500
lerschlllende tarieven in gebruik zijn,
illeen al bij medische specialisten.
tanwijzing
'olgens dit wetsontwerp is het zo dat
let centraal orgaan een tarief gaat
loedkeuren op grond van richtlijnen.
>Ve richtlijnen worden weer geba
kerd op aanwijzingen. Zo een aan-
rtjzlng is bijvoorbeeld, wanneer de
ninlster van financiën zegt dat er op
volksgezondheid tweehonderd mil-
pen gulden moet worden bezuinigd.
I *oor de minister van volksgezond-
leid is dat weer aanleiding om het
cntraal orgaan een aanwijzing voor
P houden, die uitgaat van een bezul-
liging van tweehonderd miljoen
ifulden.
Iet centraal orgaan stelt dan een
Khtlijn vast en stuurt die terug naar
e minister. Als die richtlijn wordt
pedgekeurd kan het centraal orgaan
e mee gaan werken. Daarnaast kan
ce minister ieen richtlijn weigeren,
lomt er geen aangepaste richtlijn,
tan maakt de bewindsman er zelf
en, waarmee bet centraal orgaan
aoet gaan werken.
fcdoende gaat het centraal orgaan
hrieven van artsen toetsen aan de
land van richtlijnen die ze in princi
pe zelf redelijk acht. Vanwege die
egen „redelijkheidsideeën," heeft de
lamer er gemeend goed oaan te doen
«n in ieder geval geen mensen met
drecte belangen een meerderheid in
kt orgaan te geven.
levige reacties
ben het wetsontwerp in oktober *76
(bor de toenmalige CDA-staatssecre-
üris Hendriks werd gepubliceerd
terd uitgegaan van tweederde be-
Imghebbenden. Het bracht hevige re-
uties teweeg in de medische wereld.
De WD veroordeelde het wetsont
werp vooral op dit punt, terwijl de
PvdA het toen redelijk vond.
Toen mevrouw Veder de fractie van
de WD verliet en in '77 staatssecreta
ris werd, herschreef ze het wetsont
werp juist op dit punt zodanig, dat de
verhoudingen precies ogekeerd kwa
men te liggen. Nu was de PvdA fel
tegen en gedoogde de WD het wets
ontwerp van haar eigen staatssecre
taris. Uiteindelijk heeft dat opgele
verd dat er nu toch een wetsontwerp
van Hendriks, zij het verzwakt, door
de Kamer wordh vastgesteld.
Het centraal orgaan kan voor het
opstellen van richtlijnen advies aan
vragen bij zogeheten kamers, die op
een bepaald terrein zeer deskundig
worden geacht. Het centraal orgaan
stelt zelf deze kamer in, maar kan de
adviezen naast zich neerleggen. Het
ls niet onwaarschijnlijk dat zoiets
nogal eens gebeurt, omdat in de ka
mers alleen deskundigen zitten, die
per definitie belanghebbend zijn.
Loondienst
Interessant bU dit wetsontwerp is
verder dat medici, die in een zieken
huis werken niet langer als vrije be
roepsbeoefenaar aangemerkt hoeven
te worden, maar gedwongen kunnen
worden in loondienst te werken.
Vooral PvdA, CDA en D'66 vinden
dat billijk, omdat die artsen appara
tuur en huisvesting van het zieken
huis lees overheid gebruiken,
maar dat wel bij hun patiënten door
berekenen.
Ook laat deze wet ruimte over voor
een systeem van budgettering. Dat
betekent dat ziekenhuizen per Jaar
een budget krijgen toegemeten,
waarmee ze het moeten stellen. Daar
zijn wel uitzonderingen op mogelijk,
maar in principe wordt vrij nauwkeu
rig uitgerekend wat er hoogstens zou
kunnen worden gerekend in dat zie
kenhuis. Daarmee wil men het aantal
verrichtingen van de artsen onder
controle krijgen.
Katoenoogst in Tanzania. Westerse politici voelen er weinig voor invoer van textiel uit ontwikkelings
landen te verdedigen, zodat die landen op den duur goede klanten zouden kunnen worden van westerse
bedrijven.
Uit het feit dat ontwikkelingssamen
werking in Nederland nauwelijks een
omstreden zaak is, mag overigens
volgens de samenstellers van het rap
port van de stichting niet worden
afgeleid, dat er ook grote belangstel
ling voor bestaat De mensen lopen er
niet echt „warm" voor. Een kleine
„lobby", aldus de Stichting, maakt de
dienst uit en de meeste mensen vin
den dat wel goed zo.
Dat lijkt duidelijk anders te liggen in
de overige Europese landen. „Hoe
vertel ik het mijn kiezers?", is het
grote probleem van veel volksverte
genwoordigers, die deelnemen aan de
discussiebijeenkomst in Brussel. Van
het belang van samenwerking met de
derde wereld zijn zij zelf wel over
tuigd, zo blijkt uit hun uitspraken,
maar de achterban ligt dwars.
„We moeten nu betalen maar we krij
gen het terug", is een van die opmer
kingen. Andere uitlatingen; „De
Noord-Zuiddialoog is belangrijker
dan de Oost-Westverhouding". „De
toekomst van Europa wordt bulten
Europa, in de derde wereld beslist".
„De werkgelegenheid hier ls afhanke
lijk van het beleid tegenover de ont
wikkelingslanden".
Dat belang echter aan de kiezers dui
delijk maken is een lastige zaak.
„Moet ik mijn mensen die het zelf
steeds slechter gaat. vertellen dat we
meer gaan doen aan ontwikkelings
hulp?", aldus een van de parlements
leden in Brussel. „Moet ik ze uitleg
gen dat het niet geeft dat ze nu wer
keloos zijn, omdat in het Jaar 2000
misschien de wereldeconomie er
weer florissant voor staat?".
Alibi
Een andere deelnemer wijst op de
twijfels over het reilen en zeilen van
de Verenigde Naties, en de vaak „wei
nig efficiënte" aanpak van de ontwik
kelingshulp. Dezelfde parlementariër
schampert dat de redenering, dat
meer ontwikkelingshulp meer moge
lijkheden voor het westerse bedrijfs
leven betekent, lang niet altijd op
gaat. „De onderneminkjes in mijn
kiesdistrict gaan niet naar de derde
wereld".
Veel volksvertegenwoordigers, zo
blijkt tijdens het colloquium in het
Egmontpaleis, worden in hun moge
lijkheden beperkt door hun kiezers.
Of denken zich beperkt te voelen.
Politici, is namelijk een ander geluid,
dat in Brussel wordt gehoord, kunnen
veel actiever zijn wat betreft ontwik
kelingssamenwerking, zonder dat zij
door de kiezers worden afgestraft. De
Westduitse regering heeft de „ostpoli-
tlk" de toenadering tot de Sowjet-
Unie ook niet eerst aan haar ach
terban voorgelegd. De (vermeende)
houding van de „mensen in de straat"
is vaak een alibi om niets te hoeven
doen voor de derde wereld. Ontwik
kelingssamenwerking is lang niet zo TeriTliln
omstreden als vaak wordt gezegd,
menen deze deelnemers.
zoveel moeilijkheden hebben met
hun achterban.
Zelfs als het waar is dat dit geen
interesse wekt: andere ontwikke
lingszaken spreken de kiezers wel de
gelijk aan. De omvang van de ontwik
kelingshulp ls zo klaar als een klon
tje, evengoed als een hoge benzine
prijs ten gevolge van eventuele af
spraken met de olielanden. Dat der
gelijke afspraken uiteindelijk kun
nen lelden tot een zekere energievoor
ziening en tot evenwichtiger olieprij
zen, zal de kiezer niet warm doen
lopen voor een akkoord met de olie
landen.
Bovendien ontgaat de mensen veel.
Het internationale monetaire beleid,
wordt gezegd, gaat langs hen heen.
Voor de handelspolitiek hebben zij
geen belangstelling. „Daarvoor hoeft
u niet naar uw kiezers", houdt deze
parlementariër zijn collega's voor die
Het verschil tussen de „korte en de
lange termijn" speelt voortdurend
door de discussies in de Belgische
hoofdstad heen. Van de kant van de
derde-wereldlanden is wel eens ge
zegd dat het parlementaire stelsel in
de westerse landen voor hen dodelijk
is. Niet omdat het Congres een streep
haalt door de Amerikaanse ontwikke
lingshulp, maar omdat, zei een deel
nemer in Brussel, „politici in de wes
terse landen niet bereid zijn op de
korte termijn wat in te leveren om op
de lange termijn te winnen". Het kan
hun hun verkiezing kosten (zeggen
ze).
Een lid van het Britse lagerhuis zal
zich niet sterk maken voor het over
hevelen van de staalindustrie naar de
derde wereld, opdat ontwikkelings
landen op den duur aantrekkelijke
handelspartners worden. Een Ameri
kaanse senator zal niet sluiting van
textielbedrijven in zijn staat en in
voer uit ontwikkelingslanden verde
digen, met het argument dat op den
duur die landen goede klanten kun
nen worden van andere Amerikaanse
ondernemingen.
Vrijwel alle aanwezige parlementa
riërs leken overtuigd van het weder-
'zljds belang voor Noord en Zuid van
ontwikkelingssamenwerking. Deze
„interdependentie" klinkt de laatste
jaren door op vrijwel alle bijeenkom
sten op dit terrein. De Belgische mi
nister Mark Eyskens was de enige die
in Brussel wees op de gevaren van die
benadering.
Veel arme ontwikkelingslanden heb
ben nauwelijks iets in de economi
sche melk te brokkelen. „Er is", zei
Eyskens, „geen wederzijds belang
tussen België en Boeroendi." Hij zit
daarmee op een lijn met zijn Neder
landse collega De Koning die onlangs
zei dat naast de veelgeroemde „inter
dependentie" óók solidariteit met de
ontwikkelingslanden nodig blijft.
Honderden miljoenen inwoners van
[de derde wereld zouden met een puur
zakelijke en economische benadering
ais „interdependentie" bulten de
boot vallen.
De verwachting was dat de discussie
bijeenkomst zich zou toespitsen op
•de rol die volksvertegenwoordigers
zouden kunnen spelen in het beleid
van hun landen ten aanzien van de
derde wereld. De parlementariërs ko
men daaraan in Brussel nauwelijks
toe. De inleidingen nemen zoveel tijd
in beslag dat er weinig tijd is voor
discussie. Een pleidooi dat de deelne
mers zich zouden vastleggen op een
groot debat in het parlement in hun
eigen land over ontwikkelingssamen
werking, vond weinig gehoor.
Debat
Een dergelijk debat zou juist nu actu
eel kunnen zijn. Aan het eind van de
zomer wordt in Brussel een speciale
zitting van de Verenigde Naties ge
houden over het derde ontwikke
lingsdecennium (1980-1990). Een paar
maanden daarna begint een nieuwe,
langdurige ronde van onderhandelin
gen tussen Noord en Zuid over onder
meer energie, landbouw en financiële
zaken. De westerse landen willen in
het overleg daarop de nadruk leggen.
De derde wereld vraagt een veel rui
mer debat op het gevaar af dat
zoals in het verleden is gebeurd de
deelnemers door de bomen het bos
niet meer zien. Ontwikkelingslanden
redeneren dat landbouw niet los kan
worden gezien van industrialisatie,
ontwikkelingshulp niet van hervor
ming van het wereldgeldstelsel dat
nu in het voordeel van het westen
werkt, enzovoort
De nieuwe onderhandelingsronde
krijgt aanmerkelijk meer gewicht als
een topconferentie van staats- en re
geringsleiders uit ongeveer twintig
landen over ontwikkelingssamenwer
king doorgaat. De commissie-Brandt
wilde een dergelijke top, maar door
de gebeurtenissen in Iran en Afgha
nistan is het er niet van gekomen.
Mexico loopt zich nu het vuur uit de
sloffen om een dergelijke conferentie
in januari te houden. Of ook Neder
land van de partij mag zijn is nog de
vraag. Ons land is geen wereldmacht,
noch een olieproducent, noch straat
arm. Het heeft wel de mond vol van
ontwikkelingssamenwerking.
Van onze soc.-economlsche
redactie
DEN HAAG Het onderwijs
moet veel meer inspelen op de
veranderingen in de samenle
ving. Het onderwijs is nu nog
teveel gericht op het alge
meen vormende, terwijl er
geen kwalitatief hoog ontwik
keld beroepsonderwijs is. Dit
heeft weer tot gevolg dat zich
een vervreemding voltrekt
van het bedrijfsleven. En ver
der verzwaart het de knelpun
ten op de arbeidsmarkt om
dat het gebrek aan vakoplei
ding weer zijn (negatieve) in
vloed heeft op de werkloos
heid. Dat zeiden de werkge
versvoorzitters mr. C. van
Veen (VNO) en S. J. van Eijke-
lenburg (NCW) gisteren tij
dens de presentatie van de
nota „naar een vernieuwd
leerlingwezen".
De nota is een uitgave van de Raad
van Nederlandse Werkgeversverbon
den, waarin de werkgeversorganisa
ties VNO en NCW zitting hebben. De
werkgevers willen een vernieuwd
leerlingwezen (werken en daarbij een
vak leren) waarin de overheid struc
tureel moet bijdragen aan de oplei
dingsplaatsen in de ondernemingen.
De hoogte van de subsidie moet af
hangen van de gemiddelde oplel-
dlngskosten per beroepssector en van
de kwaliteit van de opleidingsplaats
in de bedrijven.
Voor het behoud en de verbetering
van de concurrentiepositie van het
Nederlandse bedrijfsleven is vernieu
wing van groot belang. Voor aanko
mende werknemers ls het volgens de
werkgevers van levensbelang dat zij
in de gelegenheid worden gesteld zich
te ontwikkelen tot een goed vakman.
VNO en NCW tonen zich een groot
voorstander van opleidingen in het
leerlingwezen op verschillende ni
veaus. Bij de 34 organen van het
leerlingwezen waren eind 1978 bijna
65.000 leerovereenkomsten afgeslo
ten. In zo'n opleiding leert men al-
doende. Daarbij vormt vooral de
praktijk de basis voor de scholing.
Het NCW en het VNO willen inhoude
lijke en organisatorische verbeterin
gen van de beroepsopleidingen in het
leerlingwezen. Voorgesteld wordt de
34 opleidingsorganen terug te bren
gen tot vijftien opleldlngssectoren.
Programma's moeten worden samen
gesteld als vla beroepsprofielen oplel-
dingsdoe lste Hingen zijn geformu
leerd.
Vervangen
De wet op het leerlingwezen dient te
worden vervangen door een wet op de
organen van de beroepsopleiding,
menen de werkgeversorganisaties.
Voor beroepsvorming zijn er drie tra
jecten, zo stellen de werkgevers In
hun nota. Beroepsvoorbereidend on
derwijs. de beroepsopleiding en de
functiegerichte opleiding. De twee
eerstgenoemde neemt de overheid
volledig voor haar rekening. De laat
ste is primair een verantwoordelijk
heid voor de werkgevers.
De opleidingen in het leerlingwezen
voorzien er in, dat de leerling met het
voltooien van het tweede traject ook
een groot deel van het derde traject
aflegt. Overheid en bedrijven moeten
dat samen financieren. Dit geldt ook
voor de opleidingsplaats in de prak
tijk, aldus NCW en VNO.
ZIJ hebben zich ook over de loonbeta
ling gebogen om deze meer in relatie
te brengen met de produktivltelt van
de leerlingen. Ze stellen voor het eer
ste half jaar twintig procent van het
minimumjeugdloon te betalen, en dit
de drie volgende semesters met tel
kens twintig procent van het mini
mumjeugdloon te verhogen. Over de
verdeling in leertijd en produktletljd
willen ze meer gegevens hebben. In
de Stichting van de Arbeid zouden de
vergoedingen per opleidingssector
zijn vast te stellen. Wellicht baat het
als de sociale verzekertngsfondsen de
werkgeverslasten voor leerlingen
voor him rekening zouden nemen,
aldus de Raad van Nederlandse
Werkgeversverbonden.
8tiekem bosbessen eten kan ge
woon niet. Je krijgt er blauwe
tanden en als het even wil, blau
we lippen van. Maar lekker zijn
ze. Je kunt er jam van maken,
bosbessensap, je kunt er panne
koeken mee vullen of gebak. Bos
bessen zijn niet alleen gezond, ze
hebben ook geneeskrachtige wer-
king. Ze helpen tegen verstop
ping, en als je ze droogt, Juist
tegen diarree. Ontstoken mond-
slijmvliezen genezen als je met
het sap van gekookte bosbessen
spoelt en het aftreksel van ge
kookte bladeren van de bosbes is
goed tegen blaasontsteking.
Maar doe Je er suiker bij, dan
doen bosbessen ineens niets ge-
nezends meer. Ze zijn dan nog
wel lekker om te eten natuurlijk.
De recepten om er iets genees
krachtigs èn iets lekkers van te
maken staan naast elkaar in één
boekje. Alweer een boekje dus
over voedsel en geneesmiddelen
uit de natuur. Maar ditmaal wel
een waar ook beginners makke
lijk mee uit de voeten kunnen.
Het heet „Verzamel vier seizoe
nen". is geschreven door Saskia
Goosens en komt van uitgeverij
Elmar in Rijswijk die er niet bij
vertelde hoe duur het boek is.
Maar dat weten ze in de boekhan
del wel of bij Elmar (Delftweg
147).
8askla Goosens heeft in het hele
boek niet één moeilijk woord ge
bruikt en ook de manier waarop
ze het klaarmaken van een ge
neesmiddel beschrijft kan voor
niemand moeilijkheden opleve
ren. Ze werkt niet met „een hand
vol", of „koken en zeven", maar
geeft precies aan hoe het moet.
Voor bosbessen tegen blaasont
steking bijvoorbeeld geeft ze dit
recept: „40 gram bosbessenblad,
1 liter water. Laat het blad tien
minuten koken. Zeven. Over de
dag verspreid drinken." Duidelij
ker kan het al niet.
Hoe kom Je aan bosbessen, aan
het herderstasje, aan flultekruid
of bereklauw en waar moet je dat
zoeken? Wat dit boekje betreft
hoef Je er in elk geval niet lang
naar te zoeken, want in de korte
beschrijving van elke plant en
elke vrucht vermeldt de schrijf
ster consequent waar Je ze vin
den kunt. Daar zou een leek mis
schien nog niet veel aan hebben
zolang die niet weet hoe een
plant er uitziet, maar ook daar is
iets aan gedaan. Hella Langosch
maakte van (bijna) alle in het
boekje voorkomende planten een
duidelijke tekening, en we mogen
aannemen dat ook het fraaie om
slag van haar hand is.
Zonder te weten wat er in het
boekje staat is de titel wellicht
wat duister verzamel vier seizoe
nen. Seizoenen verzamel je nu
eenmaal niet, maar de ondertitel
neemt eventuele vraagtekens al
gauw weg: „Pluk het hele jaar
door in de natuur Je eigen krui
den, paddestoelen, bessen, noten,
zaden, groente, sla en vruchten.
Voor de keuken, medicijnkast,
kosmetika, likeur en huishoude
lijk gebruik". Hoe weet Je dan in
welk seizoen je naar noten, pad
destoelen of bosbessen moet zoe
ken? Ook dat staat er in: eerst
komt alles wat Je in de lente kunt
plukken, dan volgen hoofdstuk
ken over zomer, herfst en winter.
En dan niet al te enthousiast aan
de gang gaan, zegt de schrijfster.
Niet alleen heeft ze achterin het
boek de giftige, de beschermde
en de bedreigde soorten apart
opgenomen, maar ook waar
schuwt ze tegen „plunderen" en
tegen meteen maar alles probe
ren en eten, want niet iedereen
kan alles zomaar verdragen. Met
kleine porties beginnen is het
beste, zegt ze in de inleiding tot
dit praktische boekje, waar veel
nuttigs en smakelijks mee te
doen valt
Als alles meeloopt wordt Mary
Marvich toch nog Amerikaanse.
Maar dan moeten de autoriteiten
echt hun best doen, want mense
lijk gezien heeft mevrouw Mar
vich niet veel tijd van leven
meer. Ze is nu 107 Jaar oud en
wacht al meer dan negentig Jaar
op de papleren die haar bet Ame
rikaanse burgerschap moeten
verschaffen. Toen se elf Jaar
was, in 1884, emigreerde se met
haar ouders vanuit Belgrado
naar de Verenigde Staten. Ze
woont nu in Fairmont in de staat
West-Virginia, en heeft hier Juist
het verheugende bericht gekre
gen dat de autoriteiten al hun
best zullen doen om haar alsnog
Amerikaanse te maken. Rei'
voor de oude dame om gauw
bloemetje aan te schaffen.
Als Je wilt blijven leven, loop dan.
Wil Je lang leven, loop dan hard.
Dat is de boodschap die de 74-
Jarige Indiër Jinabhai Navlk zijn
landgenoten brengt, want hij is
er van overtuigd dat zitten en
stilstaan het leven verkort. Zelf
geeft de bejaarde man het goede
voorbeeld: hij loopt ln z'n eentje
van Kasjmir in het noorden van
India tot het uiterste puntje in
het zuiden van het land bijna
7000 kilometer in, naar hij
hoopt, 242 dagen inclusief 28
rustdagen. Zo bereikt hij met zijn
boodschap een groot deel van de
bevolking èn hij blijft zelf in een
uitstekende conditie, denkt hij.
Dit jaar nog zal restaurateur
John Grisantl uit Memphis in de
Amerikaanse staat Tennessee
een flesje wijn van dik zestigdui
zend gulden opentrekken. Hij
kocht het op de jaarlijkse veiling
van zeldzame wijnen in Califor-
nlë en beschouwt deze fles Cha
teau Laflte uit 1822 als de beste
wijn ter wereld. Hij zal 'm dan
ook zeker niet klok-klok naar
binnen slaan, maar de fles in klei
ne hoeveelheden ultschenken op
een liefdadigheidsfeest ten bate
van een ziekenhuis, een feestje
voor wijn- èn fijnproevers, want
Grisantl heeft nog honderden an
dere bijzondere en dus peperdure
wijnen in zijn kelders. Op de vei
ling, waar dit Jaar voor ruim 1,2
miljoen gulden aan wijn gekocht
is, ging de oudst bekende fles
Hongaarse Tokayer voor een
kleine dertigduizend gulden van
de hand. Die fles dateert van 1746
en moet ooit nog eens in de wijn
kelders van een Poolse koning
gelegen hebben.
Jan Konlngsbrugge uit Assen,
militair oorlogsslachtoffer en
blind, heeft ter gelegenheid van
de zeventigste verjaardag van
prinses Juliana, toen nog konin
gin, een penning laten slaan. Hij
heeft de rage die in de koop van
munten en penningen is ont
staan, meegehad. De penning,
met Juliana aan de ene kant,
koning Willem I aan de andere
kant, en het randschrift „Vijf ge
neraties bij de gratie Gods" heeft
al een winst opgeleverd van hon
derdduizend gulden. Jan Ko
nlngsbrugge is van plan dit be
drag te schenken aan het werk
ten behoeve van blinden: 50.000
voor de Nederlandsche Blinden
bibliotheek en ƒ50.000 voor de
actie „Redt kinderogen." Met uit
zondering van de gouden exem
plaren is deze penning nog niet
uitverkocht.
Daar blijft het niet bij. Konlngs
brugge heeft nu opdracht gege
ven tot het slaan van een penning
ter gelegenheid van het aftreden
van koningin Juliana. Deze pen
ning bevat haar afbeelding met
als schrift in het latijn „Als een
lelie tussen de doornen." Met
deze woorden wordt alles over
haar leven verteld, zegt Konlngs
brugge. De achterkant van de
penning draagt de afbeelding
van een dukaat met als tekst:
Abdicatie koningin Juliana 30-4-
'80. Van deze penning worden er
5000 ln alpaca (een metaallege
ring) geslagen, 1000 ln zilver en
498 in goud.
8inds 1933 verzamelt de nu 60-
jarige Jan Konlngsbrugge al
munten. Nadat hij blind gewor
den was in 1946, heeft hij alles
over munten aan zijn vrouw ver
teld. Ze hebben hun zaak Phoe
nix genoemd. „Dat betekent: uit
de as herrezen," licht Konlngs
brugge toe. .Eerlijk, zo voel ik
mezelf ook."