Dromen worden niet vaak wakker ét John le Carré wereldsucces Overzichtelijk werk over alternatieve geneeskunde Historische zeilvloot c Agogisch geklets Hedwig Courths-Mahler *65 Huismiddelt j es slordig op een hoop geveegd BOEKEN TROUW/KWARTET HS 11 door Jelte Rep Ook John le CaiTé's nieuw ste boek, „Smlley's People," (zojuist ln een Nederlandse vertaling verschenen als „Smlley's prooi") staat me teen op de Amerikaanse be stsellerslijst. Hetgeen wil zeggen, dat Le Carré steeds weer presteert, waar ande ren slechts hun hele leven van dromen. Vanwaar dit succes, dat James Bond heeft doen vergeten en Le Carré tot de onbetwiste grootmeester van de splona- ge-literatuur heeft gemaakt? En het was nog wel ln de tijd dat James Bond voor een steeds groei end lees- bioscooppubliek tussen het verorberen van kopleuze maal tijden, het beminnen van de mooi ste vrouwen en het berijden van de snelste auto's op de meest gewel ddadige manier strijd voerde met Iedere schurk, die de vrede in ge vaar bracht, dat Le Carré naam begon te maken. Zijn eerste boek „Telefoon voor de dode" (1961) werd al meteen gepre zen om de geweldige sfeertekening. Het handelde over een Engelse ambtenaar, die door de Britse con traspionage werd verdacht van ver raad. In het boek waren de ervarin gen verwerkt, die de auteur opdeed, toen hij bij de militaire inlichtin gendienst werkte en vluchtelingen, die uit het door de Russen bezette Europa kwamen, moest verhoren. Die rake sfeertekening kenmerkte ook Le Carré's tweede boek „Voet sporen in de' sneeuw" (1962). Het kreeg weer goede kritieken, maar het succes was matig. BIJ de derde keer was het bingo: „Spion aan de muur" (1963) werd een wereld succes. Het ging over een wraakactie van de Britse geheime dienst („Het Cir cus"), nadat een topspion aan de Berlljnse muur gelikwideerd was. Een ontslagen, aan lager wal ge raakte agent werd als prooi uitgezet en snel daarop door de Oost-Duit sers ingehaald, uitgemolken en om gekocht. De Britse agent speelde het spel mee tot het cynische einde. Het was vooral het schijnbare rea lisme, dat het boek een huivering wekkende echtheid gaf. Een intelli-' genter publiek begreep dat de echte spionnen niets van James Bond hadden, maar eenzaam waren, al leen en gecompliceerd van karak ter, en dat ze heen en weer getrok ken werden door hun eigen gevoe lens en hun loyaliteit. Achter het pseudoniem John le Car ré verschool zich een ambtenaar in Britse diplomatieke dienst, David Cornwell, die op dat moment consul in Hamburg was. ComweLl had in Oxford gestudeerd en was daarna les gaan geven aan Engelands be roemdste public school: Eton. Na een kort kunstzinnig intermezzo als schilder, koos Cornwell de diploma tieke dienst en belandde hij in Duitsland. Om de tijd te doden tij dens het reizen naar en van de am bassade verzon hij thrillers, die hij later op papier zette en om zijn baas niet te ergeren onderteken de met een pseudoniem. Van „Spion aan de muur" werden over de hele wereld 20 miljoen exemplaren verkocht, hoewel het speelde in een typisch Engels milieu en Le Carré ook in zijn latere romans weigerde zich aan te pas sen aan zijn internationale publiek. Maar hij verstaat de kunst zijn fan tasie authentiek te laten gaan. Zo zelfs dat het door Le Carré geïntro duceerde woord „mol" voor een dubbelagent, overgenomen is door de CIA. Maar bovendien slaagt hij er steeds weer ln. herkenbare, ge makkelijk in te leven situaties te beschrijven ook al betreft het „Het Circus", de chaotische organi satie van de Britse geheime dienst, worstelend met de verlammende openheid van nu en het glorieuze verleden, toen „Brittannla ruled the waves". Het begin van het einde was de oorlog 1914-1918, toen een hele generatie Britse elite sneuvel de in wat nu „een stompzinnige oorlog" genoemd wordt. Die oorlog bezorgde met name de intellectue len een trauma, waardoor in de Ja ren dertig vele jonge academici flirtten met het communisme, als enig alternatief voor het fascisme. Dikwijls was het ook liefde tot in de dood: de inlichtingendienst was vergeven van de „mollen". Burgess, McClean, Philby en recentelijk nog Anthony Blunt. Le Carrés „Edelman, bedelman, schutter, spion" (1974) is geïnspi reerd op de zaak-Philby. In deze roman keerde George Smiley terug, die in eerdere romans een kleine rol had gespeeld en al gepensioneerd was. Deze Smiley is een man, die verscheurd wordt door vriendschap en plicht, maar die uiteindelijk lie ver zijn vrienden zal bedriegen dan zijn vaderland. Hij kreeg de op dracht de „mol" te vinden, die in de top van het „Circus" moet zitten. Toen hij evenwel deze opdracht ver vuld had, was het „Circus" geen cent meer waard. In „Spion van nobel bloed" (1976) werd er daarom weer een beroep gedaan op Smiley. Hij moest het oude prestige zien terug te winnen en beraamde een wraakactie op zijn Russische tegen speler, die slechts bekend is onder diens code-naam Karla. Het Zuid- oost-Azië van vlak na de oorlog in Vietnam was het decor van dat verhaal. ,De definitieve afrekening met Kar la vindt plaats in Le Carré's nieuw ste roman „Smlley's prooi". Het kan beschouwd worden als het derde deel in de serie over de anti-held George Smiley, nu weer opererend op bekender terrein: Londen en om streken (West-Europa). Hoewel Le Carré de neiging vertoont steeds dikkere boeken te produceren en het gevaar van langdradigheid de kop opsteekt, laat ook deze roman voor wie over sterke longen be schikt zich in één adem uitlezen. „Smlley's prooi" is weer een mixtu re van Le Carré's succes-ingrediën ten: een harde realiteit en een serie scherp getekende karakters, opge diend ln een subtiele en flexibele schrijfstijl. John le Carré: „Smlley's prooi", uitg. A. W. Sijthoff, Alphen a/d Rijn (ook de andere genoemde titels), 396 blz., 29,50. Wie veel wil weten van de machti ge zeilschepen die nog geen eeuw geleden de wereldzeeën doorklief den, mag zich „De Windjam mers", verschenen ln de serie De Zeevaart van Time Life boeken niet laten ontgaan. Boeiende lectuur, geschreven door Oliver E. Allen, bijeenge bracht op 176 pagina's in een boek van kloek formaat. Illustraties van foto's, schilderijen en teke ningen verlevendigen de tekst Rijk zijn de avonturen die de be manningen beleefden maar ook de ontberingen waren over vloedig. Het woord windjammer is afkom stig van opvarenden van stoom schepen, die met die uitdrukking hun van wind afhankelijke colle ga's bespotten. Niet beseffend dat deze spotnaam tot erenaam zou uitgroeien. Van de nu nog varen de schepen zullen er zeker enige in de komende maanden afmeren in de Amsterdamse haven, voor Sail 1980. De prijs van dit boek, boordevol informatie, is f39,90. Sabine Ruitenbeek „Dit is de romantische lief desgeschiedenis van Mar lies, een arm meisje, dat haar liefde voor Lutz, een onbemiddeld man, niet wil bekennen, omdat ze in de stellige overtuiging verkeert dat hij zijn zinnen heeft ge zet op een zeer rijke erfgena me.... Maar Lutz, die financi eel helemaal niet zo onbe middeld is als algemeen wordt aangenomen, komt al snel onder de indruk van dit trotse, karaktervolle meisje...." Zo wordt ln 't kort de inhoud van een roman van de Duitse schrijfster Hedwig Courths-Mahler weergege ven op de omslag van de ln kunstle der gebonden prachtband die door de uitgever .Droomland Omnibus" genoemd wordt. De korte inhoud van de tweede in deze omnibus op genomen roman komt ongeveer op hetzelfde neer. Er wordt de laatste Jaren vrij veel onderzoek gedaan naar triviaalliteratuur. Wie schrijft zulke lectuur, wie geeft het uit en vooral: wie lezen het en waarom? Stuiverromans zijn er in vele soor ten. aparte series voor mannen en vrouwen en verdeeld ln verschillen de categoriên zoals dokterromans, moederliefde en kasteelromans. Ze worden aan de lopende band gepro duceerd en kosten Inderdaad niet zoveel meer dan een handvol stui vers. Wat beweegt nu een uitgever om twee zulke oude damesromans zó duur opnieuw uit te brengen ter wijl er zoveel goedkope nieuwe pulp op de markt is? Feodaal Er blijkt een nieuwe Courths-Mah- ler-rage te zijn. Onlangs werden ver schillende van haar romans ver filmd en op de televisie vertoond, niet alleen in Duitsland maar ook in Nederland en België. Haar toneel stukken worden door amateurgezel schappen weer graag op de planken gezet. Ook de literatuurwetenschap houdt zich met haar werk bezig; voorlopig nog vooral met de vraag waarom haar romans met name ln de Jaren twintig zo graag gelezen werden. Hoofdingrediënten van het werk zijn liefde, geld en vooral de al dan niet adelijke afkomst van haar hoofdpersonen. De problemen waar haar personages mee worstelen vóór zij zich ln het onvermijdelijke happy end met elkaar kunnen vere nigen hebben óf met geld, of met klasseverschillen te maken en dik wijls met beide. De romans van Courths-Mahler spelen meestal in een milieu dat eigenlijk al bijna niet meer bestond toen ze geschreven werden; namelijk dat van de Duitse landadel met haar duidelijke feoda le klassenindeling. Een al dan niet vermeend klasseverschll zorgt voor de in dergelijke boeken noodzake lijke conflicten. De gelleven kunnen door Jelle Jan Klinkert De geïnteresseerden ln na tuurlijke geneeswijzen kun nen hun hart ophalen aan een nieuwe uitgave op dit terrein, getiteld: Alternatie ve Geneeskunde. Het is ge schreven door Andrew Stanway. Het boek is om verschillende rede nen wat meer aandacht waard dan het gemiddelde werk, dat op dit gebied verschijnt; er zit immers nogal wat kaf onder het alternatie ve koren. Natuurlijk is de farmaceutische in dustrie geïnteresseerd ln .hulsmid deltjes" die in de volksgeneeskunst worden gebruikt: Je weet immers nooit of er niet iets goeds tussen zit; en als dat wordt ontdekt zou het mooi zijn als het industrieel gefabri ceerd zou kunnen worden. Daarom wellicht is Swlet van Rossum, mar keting manager bij een farmaceuti sche Industrie, zo druk met de volksgeneeskunst bezig. In het boekje „Volksgeneeskunst en volksgezondheid" heeft hij zijn meest recente gegevens verzameld en voorzien van enige inleidende woorden over gezondheid, zelfmedi catie. geneesmiddelen, enzovoorts. Daarin zijn op uiterst oppervlakki ge wijze enige ideeën van moderne critici der gezondheidszorg zoals D- lich en WeiJel verwerkt. Wie aan deze adviezen iets heeft mag het zeggen, maar ik kan er niets mee. Kortom: voor de praktijk niet bruikbaar, onsystematisch en theoretisch gezien oppervlakkig. Nou Ja, kwaad kan het ook niet, zullen we maar denken. j. j, k. S. v. Rossum: Volksgeneeskunst en volksgezondheid. Uitg.: Combi- press, Bladel (127 p.). elkaar per slot van rekening niet al op de eerste bladzijde vinden. Alles komt goed Een adelljk meisje wordt verliefd op een man van wie aangenomen wordt dat hij van burgerlijke af komst is; hun liefde wordt door haar familie gedwarsboomd maar gelukkig komt men tegen 't eind van het verhaal tot de ontdekking dat hij een adelijke Jongeman is die als baby door eerlijke burgerlieden als hun eigen zoon is opgenomen en grootgebracht Vervolgens komt er ook nog een erfenis uit de lucht vallen en dan kan er als nog ge trouwd worden. Of een arm maar adelijk weesmeisje wordt bij rijke familieleden ondergebracht waar zij als een dienstmeisje wordt be schouwd en grenzeloos wordt uitge buit Dat ze uitgebuit wordt, is niet het ergste, maar dat ze als een dienstmeisje wordt behandeld ter wijl ze van adelijke afkomst is, dat is vreselijk. Enfin, alles komt toch nog goed. Pessimisme Eigenlijk spreekt er uit deze ro mans een diep pessismisme; de maatschappij dié er in beschreven wordt is heel gesloten, het geluk is maar voor weinigen weggelegd, wie als een dubbeltje geboren wordt wordt in principe nooit een kwartje. De aanvankelijk als dubbeltjes be schreven mannen en vrouwen blij ken later tóch als kwartje geboren te zijn en dóórom krijgen ze de beminde man of vrouw, komen ze toch nog op een kasteel te wonen en worden „dus" gelukkig. Binnen dit al heel beperkte adellij ke milieu is het huwelijk nog eens een klein maatschappijtje apart Het huwelijk uit liefde (en die liefde stoelt op geld en afkomst) sluit alle andere sociale verhoudingen uit Werkgevers, huisbazen en winke liers komen in dit wereldje niet voor. Bij Courths-Mahler treft men een eigenaardige vermenging van feodale en burgerlijke wanorden aan: enerzijds de duidelijke klasse nindeling en anderzijds de drang om hogerop te komen. Zowel het zeer royaal met geld rondstrooien als de burgerlijke spaarzaamheid worden als deugd aangeprzen. Als ln een van Courths-Mahlers romans een arme edelman rijk wordt door heel hard te werken en flink te spa ren worden deze van oudsher bur gerlijke deugden bij de persoon in kwestie verklaard door zijn aange boren ziele-adeL Afkomst Courths-Mahler was zelf de dochter van een arme boer; Jaren lang ver diende zij haar geld als dienstmeis je en later als winkeljuffrouw. Pas na haar huwelijk met een reclame tekenaar kon zij zich helemaal aan het schrijven wijden. Zij blijft ech ter haar adellijke personages met kleinburgerlijke ogen zien en dat leidt vaak tot elkaar tegenspreken de karaktereigenschappen bij haar romanfiguren. Zij projecteert haar De eerste reden voor de aandacht ls de fraaie uitvoering en oveizlchte- lijke opzet van het boek. Na een tamelijk uitgebreide inleiding vol gen zo'n 120 (grote) pagina's met een steeds gelijk opgezette beschrij ving van 32 alternatieve geneeswij zen in alfabetische volgorde al thans een volgorde die in de oor spronkelijk Engelse uitgave alfabe tisch was. Het loopt van Acupunc tuur via Dó-in en Psionische ge neeskunde (ik kan er ook niets aan doen, zo heet het nu eenmaal) tot Yoga. Telkens wordt een definitie gegeven, worden de achtergronden geschetst en wordt in het kort in zicht gegeven in theorie en praktijk van de geneeswijze. Dankzij duide lijke en mooie illustraties werkt dat uitstekend. Jammer, dat er een aan tal geneeswijzen worden behandeld die, voorzover mij bekend, in Neder land niet worden gepraktizeerd. Een tweede reden voor aandacht voor dit boek is gelegen in het feit, dat de auteur zich bij elke genees wijze afvraagt of deze „helpt" en, zo Ja, waartegen. Er zijn nogal wat schrijvers in de alternatieve hoek die hun geneeswijze aanprijzen als een marktkoopman zijn waar: altijd het beste, helpt overal en ledereen. Een ergerlijke gewoonte. Zo niet Andrew Stanway, die zich al in de inleiding richt op het pro bleem van de effectiviteit van alter natieve geneeswijzen. Ik vind het gewoon een opluchting om te mer ken, dót een alternatieve auteur zich hiermee bezighoudt. Maar het ls toch een teleurstelling om te mer ken hóe hij dat doet. Kijk, zegt hij ongeveer, het bezwaar dat vele artsen tegen alternatieve geneeswijzen hebben is, dat er geen klinisch onderzoek (bijv. door mid del van experimenten) met groepen patiënten is gedaan, teneinde ob jectief de werking van die genees wijzen te kunnen meten. Maar daar heeft Stanway twee antwoorden op. Ten eerste meent hij, dat klinische experimenten zelf eigenlijk niets zeggen. Hij geeft daarbij een voor beeld van elkaar tegensprekende resultaten van klinisch onderzoek. En ten tweede, zegt hij, kan Je bij deze geneeswijzen nooit groepen Hedwig Courths-Mahler eigen burgerlijke waarden op de adel en verklaart vervolgens dat die waarden aangeboren zijn; zo stoelt het klimmen op de sociale ladder van haar arme gravinnetjes uitein delijk niet op verdiensten maar op afkomst. Seksualiteit Het adellijke milieu wordt mogelijk ook wel gekozen omdat het „exo tisch" is; het bestaat eigenlijk niet meer. Vrijwel alle triviaalliteratuur speelt zich in uiterst onwaarschijn lijke omstandigheden af. Maar er ls toch een duidelijk verschil tussen deze Courths-Mahler-romans en de in Nederland buitengewoon popu laire Bouquetromans bij voorbeeld. Deze laatsten spelen ook in vaak zeer exotische omstandigheden; in verre tropische landen bij voor beeld en ook hier speelt grote rijk dom vaak een niet onbelangrijke roL Maar hoe fantastisch en irreëel de beschreven gebeurtenissen in deze boekjes ook zijn; ze zouden in principe mogelijk zijn. Die ene on verbiddelijke barrière van geboor terecht ontbreekt. Wie arm ls kan rijk worden, wie onbelangrijk is kan plotseling een hoge functie krijgen. Er is veel geluk voor nodig en er wordt ook vaak hard voor gewerkt, maar het kan. BIJ Courths-Mahler stoelt geluk op adel en van adel ben patiënten op dezelfde wijze behan delen, omdat de meeste alternatie ve geneeswijzen iedere patiënt per definitie als een uniek individu be schouwen.. Belde wel meer gehoorde argu menten lijken mij ongeldig. Uit de tweede redenering zou volgen, dat er helemaal niets verstandigs meer over een geneeswijze gezegd kan worden: alles wat daarover wordt beweerd, en wat het niveau van Individuele case-studies te boven gaat, berust immers om generalisa ties van bijzondere gevallen. Uit Stanway's argumentatie zou vol gen, dat er uiteindelijk zelfs geen boeken over alternatieve geneeswij zen meer geschreven zouden kun nen worden en daar houdt hij zichzelf toch ook mee bezig. Zijn eerste argument klinisch on derzoek heeft geen zin berust op een misvatting omtrent de moge lijkheden van klinisch onderzoek. Dikwijls worden de resultaten er van overschat of worden er metho dologische fouten gemaakt bij het onderzoek, maar dat is geen reden om al zulk onderzoek zinloos te ver klaren. Dat ls het kind met het badwater weggooien. Het zou eer der aanleiding moeten zijn om tot steeds beter opgezet onderzoek te komen. En de conclusie van Stanway zelf is ronduit gevaarlijk: „Er valt trou wens veel voor te zeggen de resulta ten van totaal ongecontroleerde kli nische proeven als bewijs te accep teren. Met andere woorden: als iets herhaaldelijk blijkt te werken dan werkt het!" Als zo'n redenering echt opgeld zou doen, dan denk ik dat de alternatieve geneeswijzen het eerste slachtoffer zouden wor den van een luid juichend verder oprukkende moderne technologi sche en farmaceutische genees kunde. Zoals ik zei: het ls al heel mooi, dat er aandacht voor deze kwestie is. Maar ln de toekomst zou dat dan wel wat meer systematisch en fun damenteel mogen gebeuren. A. Stanway: Alternatieve genees kunde. Uitg.: Thieme Cie, Zutp- hen (160 p). Prijs 39,50. je of je bent het niet en in dat laatste geval mag je niet meedoen. Een ander verschil tussen Courths- Mahler en de wat mordemere pulp- boekjes blijkt uit de houding ten opzichte van de seksualiteit In de Bouquetromans speelt seks een be langrijke rol, hoewel seksueel ge drag meestal niet expliciet beschre ven wordt. Maar er is een voortdu rende erotische spanning tussen de beide gelieven die niet van de „ei genlijke" liefde gescheiden wordt. In die verbinding van liefde en sek sualiteit zijn deze boekjes onmis kenbaar modern, hoeveel ze verder ook mogen lijken op de oude stui verromans. Bij Courths-Mahler is de scheiding tussen liefde en seks nog even compleet als in de acttien- de-eeuwse moralistische geschrif ten die ter opvoeding van de toen nog nieuwe burgerlijke klasse dien den. Wat maakt het nu mogelijk dat zo'n Courths-Mahler toch kan con curreren met de zo op het oog toch veel aantrekkelijker moderne meis jes- en damesromans? Toevlucht in droom Het ls mogelijk dat het pessimisme van „wie als dubbeltje geboren wordt, wordt nooit een kwartje" in deze tijd van economische malaise weer meer wordt nagevoeld. Onze maatschappij die een tijdlang zo open leek, met haar idealen van Vaargidsen nu met vaarkaart De Vetus Vaargidsen omvatten met het veschijnen van deel 6, waarin alle gegevens over Jachthavens en aanlegplaatsen staan vermeld over het Hollandse en Utrechtse Plas sen gebied, alle Nederlandse Water sportgebieden. Ook de Belgische Noordzeekust en het Duitse Wad dengebied tot Wilhelmshaven zijn in de overzichten opgenomen. Nieuw is de Vetus Vaarkaart, een onderwijs voor ledereen, met meer ontplooiingskansen voor elk indivi du etc. blijkt als er minder geld voorhanden is toch veel geslotener te zijn dan we dachten. Met de ontplooiingskansen valt het bij de huidige werkloosheid erg tegen en ook al werk je nog zo hard, de pogingen om vooruit te komen wor den niet meer automatisch beloond. De tegenstelling tussen degenen die goed betaald werk met een hoge status hebben en degenen die laag betaald en vaak onaantrekkelijk werk hebben of zelfs werkloos zijn wordt eerder groter dan kleiner. De verwachting dat het met lederéén binnenkort goed zal gaan lijkt niet meer zo realistisch. In zo'n situatie is het eigenlijk wel begrijpelijk als mensen hun toevlucht zoeken in een droomwereld die enerzijds bul ten de eigen situatie staat en ander zijds toch iets van die eigen omstan digheden weerspiegelt. Aan de ene kant de behoefte om Je te identifice ren met mensen die het veel beter getroffen hebben dan wijzelf, aan de andere kant het wei-weten dat men er met goed-je-best-doen en een beetje geluk niet meer zomaar komt. Dit laatste besef ls bij Courths-Mahler ook aanwezig; de problemen worden dan bij haar op gelost door de adellijke afkomst van haar personen. De tegenwoordi ge economische omstandigheden lijken wel wat op die van de tijd waarin de meeste Courths-Mahler- romans geschreven werden: de Ja ren twintig en dertig. Het vermeen de bruisende leven van de .roaring twenties" in Berlijn zoals wij dat bij voorbeeld uit de film „Cabaret" kennen is een mythe of was in ieder geval maar voor heel weinigen weg gelegd. De meeste mensen waren arm en er was een grote werkloos heid. In het Duitsland van de Jaren na de Eerste Wereldoorlog kwam daar nog de gekwetste eigenliefde bij door het verliezen van die oor log. Tegen dit laatste gevoel komt Courths-Mahler in het geweer door haar hoofdpersonen vaak met Ame rikanen of andere buitenlanders te omringen, die dan wel met de Duit sers hun „Tüchtigkeit" gemeen hebben maar niet hun „Tiefe" en hun liefde voor vaderland, natuur en dergelijke. Censuur Er is trouwens toch wel erg vaak sprake van zeer positief gewaar deerde „typisch" Duitse eigen schappen. Maar het gaat hiérbij wel steeds om zogenaamde „innerlijke" eigenschappen; eigenschappen die een mens van het maatschappelijk gebeuren isoleren en veelal passief en fatalistisch maken. Als curiosi teit zij opgemerkt dat de boeken van Courths-Mahler juist door dit fatalisme in Oost-Dultsland uit de bibliotheken zijn verwijderd en niet meer herdrukt mogen worden. Voor die censuur zou ik geen reclame willen maken, maar voor de boeken van Courths-Mahler ook niet. Courths-Mahler: Droomland Omnibus Zuid-Hollandsche Uitgeversmaat schappij prijs 19,50 waterkaart ln boekvorm. Nummer 6, de eerste, sluit aan op het ge noemde Juist uitgekomen deel 6. Van de gids over de IJsselmeerha- vens is een sterk verbeterde tweede druk uit, met naast nieuwe luchtfo to's ook nautische informatie over het aanlopen van havens. Prijzen voor de gidsen zijn 15.50 tot 16,95, de vaarkaart kost 27,95. Het zijn uitgaven van De Boer Maritiem ln Haarlem, ze wer den samengesteld onder redactie van Jaap A. M. Kramer. Weer een nieuw boek in de groeien de stroom werken over het paranor male: dit keer over psychokinese. Dansende tafels dus, krombuigende sleutels, uit zichzelf spelende pia no's en ga zo maar door. We hoeven er niet veel woorden aan te verspil len; er zijn wel goede (en dus kriti sche) boeken op dit gebied versche nen, maar dit hoort daar niet bij. Michael H. Brown: Psychokinese. Geestelijke energie die de materie in beweging brengt. Uitg. Hel mond, Helmond. 285 pp. Prijs: geen opgave. Wat zijn agogen? Mensen die er hun vak van maken om anderen te bege leiden, bijvoorbeeld in opvoeding, onderwijs of vormingswerk. Een vaak gehoorde klacht over dit soort mensen is, dat ze vaag zijn, wat blijkt uit een taalgebruik waar ge wone mensen nogal eens moeite mee hebben: zeggen ze eigenlijk wel iets met al dat geklets? Uitgaande van wat er in dit boekje staat, zou ik zeggen: nee. De auteur bewijst zijn vak geen dienst, want wat hij precies wil beweren blijft het hele boekje lang volstrekt on duidelijk, en dat wordt erger in plaats van beter door de hoeveel heid stompzinnige voorbeelden die hij gebruikt om iets eenvoudigs aan te tonen. Wat dacht u bijvoorbeeld hiervan: „Toen mijn zoon een Jaar of vijf was, had hij eens last van diarree, 's Middags waren we ln de stad. hij vroeg een zakje patat. De vroeg hem: Ben Je de laatste tijd nog naar de w.c. geweest en heb Je nog dunne ontlasting? waarop hij antwoordde: Ik heb een ba-broek gemaakt, onge veer drie-vierde was normaal. Het opgeven van de hoeveelheid norma le ontlasting vereiste de volgende structurering: a. de hele hoeveelheid delen door vier. b. het vierde deel met drie verme nigvuldigen." Dit alles om aan te tonen dat reke nen handig is. Eenvoudige dingen worden dus in gewikkeld gemaakt, maar wat mis schien nog erger is: belangrijke din gen worden versimpeld op een ont oelaatbare manier. Zo wordt de godsdienst als levensbeschouwing behandeld in vijf regels minder dan voor het bovenstaande ontlas tingvoorbeeld is uitgetrokken. Hoe het een met het ander samenhangt is u waarschijnlijk niet duidelijk, maar mij, na lezing van het boekje, ook niet. De schrijver is blijkens de flaptekst maar liefst wetenschappe lijk hoofdmedewerker. Het valt te betreuren, dat dit werkje een uitge ver heeft kunnen vinden. m.F. S. J. Redmeljer: Aanvaard je mede mens door zelfacceptatie, een grondhouding voor agogen. Uitg. intro, Nijkerk, 124 pp. Prijs: 19,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 11