Dromen worden niet vaak wakker
ét
John le Carré
wereldsucces
Overzichtelijk werk over
alternatieve geneeskunde
Historische zeilvloot
c
Agogisch
geklets
Hedwig Courths-Mahler
*65
Huismiddelt j es
slordig op een
hoop geveegd
BOEKEN
TROUW/KWARTET
HS 11
door Jelte Rep
Ook John le CaiTé's nieuw
ste boek, „Smlley's People,"
(zojuist ln een Nederlandse
vertaling verschenen als
„Smlley's prooi") staat me
teen op de Amerikaanse be
stsellerslijst. Hetgeen wil
zeggen, dat Le Carré steeds
weer presteert, waar ande
ren slechts hun hele leven
van dromen. Vanwaar dit
succes, dat James Bond
heeft doen vergeten en Le
Carré tot de onbetwiste
grootmeester van de splona-
ge-literatuur heeft gemaakt?
En het was nog wel ln de tijd dat
James Bond voor een steeds groei
end lees- bioscooppubliek tussen
het verorberen van kopleuze maal
tijden, het beminnen van de mooi
ste vrouwen en het berijden van de
snelste auto's op de meest gewel
ddadige manier strijd voerde met
Iedere schurk, die de vrede in ge
vaar bracht, dat Le Carré naam
begon te maken.
Zijn eerste boek „Telefoon voor de
dode" (1961) werd al meteen gepre
zen om de geweldige sfeertekening.
Het handelde over een Engelse
ambtenaar, die door de Britse con
traspionage werd verdacht van ver
raad. In het boek waren de ervarin
gen verwerkt, die de auteur opdeed,
toen hij bij de militaire inlichtin
gendienst werkte en vluchtelingen,
die uit het door de Russen bezette
Europa kwamen, moest verhoren.
Die rake sfeertekening kenmerkte
ook Le Carré's tweede boek „Voet
sporen in de' sneeuw" (1962). Het
kreeg weer goede kritieken, maar
het succes was matig. BIJ de derde
keer was het bingo: „Spion aan de
muur" (1963) werd een wereld
succes.
Het ging over een wraakactie van
de Britse geheime dienst („Het Cir
cus"), nadat een topspion aan de
Berlljnse muur gelikwideerd was.
Een ontslagen, aan lager wal ge
raakte agent werd als prooi uitgezet
en snel daarop door de Oost-Duit
sers ingehaald, uitgemolken en om
gekocht. De Britse agent speelde
het spel mee tot het cynische einde.
Het was vooral het schijnbare rea
lisme, dat het boek een huivering
wekkende echtheid gaf. Een intelli-'
genter publiek begreep dat de echte
spionnen niets van James Bond
hadden, maar eenzaam waren, al
leen en gecompliceerd van karak
ter, en dat ze heen en weer getrok
ken werden door hun eigen gevoe
lens en hun loyaliteit.
Achter het pseudoniem John le Car
ré verschool zich een ambtenaar in
Britse diplomatieke dienst, David
Cornwell, die op dat moment consul
in Hamburg was. ComweLl had in
Oxford gestudeerd en was daarna
les gaan geven aan Engelands be
roemdste public school: Eton. Na
een kort kunstzinnig intermezzo als
schilder, koos Cornwell de diploma
tieke dienst en belandde hij in
Duitsland. Om de tijd te doden tij
dens het reizen naar en van de am
bassade verzon hij thrillers, die hij
later op papier zette en om zijn
baas niet te ergeren onderteken
de met een pseudoniem.
Van „Spion aan de muur" werden
over de hele wereld 20 miljoen
exemplaren verkocht, hoewel het
speelde in een typisch Engels milieu
en Le Carré ook in zijn latere
romans weigerde zich aan te pas
sen aan zijn internationale publiek.
Maar hij verstaat de kunst zijn fan
tasie authentiek te laten gaan. Zo
zelfs dat het door Le Carré geïntro
duceerde woord „mol" voor een
dubbelagent, overgenomen is door
de CIA. Maar bovendien slaagt hij
er steeds weer ln. herkenbare, ge
makkelijk in te leven situaties te
beschrijven ook al betreft het
„Het Circus", de chaotische organi
satie van de Britse geheime dienst,
worstelend met de verlammende
openheid van nu en het glorieuze
verleden, toen „Brittannla ruled the
waves". Het begin van het einde
was de oorlog 1914-1918, toen een
hele generatie Britse elite sneuvel
de in wat nu „een stompzinnige
oorlog" genoemd wordt. Die oorlog
bezorgde met name de intellectue
len een trauma, waardoor in de Ja
ren dertig vele jonge academici
flirtten met het communisme, als
enig alternatief voor het fascisme.
Dikwijls was het ook liefde tot in de
dood: de inlichtingendienst was
vergeven van de „mollen". Burgess,
McClean, Philby en recentelijk nog
Anthony Blunt.
Le Carrés „Edelman, bedelman,
schutter, spion" (1974) is geïnspi
reerd op de zaak-Philby. In deze
roman keerde George Smiley terug,
die in eerdere romans een kleine rol
had gespeeld en al gepensioneerd
was. Deze Smiley is een man, die
verscheurd wordt door vriendschap
en plicht, maar die uiteindelijk lie
ver zijn vrienden zal bedriegen dan
zijn vaderland. Hij kreeg de op
dracht de „mol" te vinden, die in de
top van het „Circus" moet zitten.
Toen hij evenwel deze opdracht ver
vuld had, was het „Circus" geen
cent meer waard. In „Spion van
nobel bloed" (1976) werd er daarom
weer een beroep gedaan op Smiley.
Hij moest het oude prestige zien
terug te winnen en beraamde een
wraakactie op zijn Russische tegen
speler, die slechts bekend is onder
diens code-naam Karla. Het Zuid-
oost-Azië van vlak na de oorlog in
Vietnam was het decor van dat
verhaal.
,De definitieve afrekening met Kar
la vindt plaats in Le Carré's nieuw
ste roman „Smlley's prooi". Het kan
beschouwd worden als het derde
deel in de serie over de anti-held
George Smiley, nu weer opererend
op bekender terrein: Londen en om
streken (West-Europa). Hoewel Le
Carré de neiging vertoont steeds
dikkere boeken te produceren en
het gevaar van langdradigheid de
kop opsteekt, laat ook deze roman
voor wie over sterke longen be
schikt zich in één adem uitlezen.
„Smlley's prooi" is weer een mixtu
re van Le Carré's succes-ingrediën
ten: een harde realiteit en een serie
scherp getekende karakters, opge
diend ln een subtiele en flexibele
schrijfstijl.
John le Carré: „Smlley's prooi",
uitg. A. W. Sijthoff, Alphen a/d Rijn
(ook de andere genoemde titels),
396 blz., 29,50.
Wie veel wil weten van de machti
ge zeilschepen die nog geen eeuw
geleden de wereldzeeën doorklief
den, mag zich „De Windjam
mers", verschenen ln de serie De
Zeevaart van Time Life boeken
niet laten ontgaan.
Boeiende lectuur, geschreven
door Oliver E. Allen, bijeenge
bracht op 176 pagina's in een boek
van kloek formaat. Illustraties
van foto's, schilderijen en teke
ningen verlevendigen de tekst
Rijk zijn de avonturen die de be
manningen beleefden maar ook
de ontberingen waren over
vloedig.
Het woord windjammer is afkom
stig van opvarenden van stoom
schepen, die met die uitdrukking
hun van wind afhankelijke colle
ga's bespotten. Niet beseffend dat
deze spotnaam tot erenaam zou
uitgroeien. Van de nu nog varen
de schepen zullen er zeker enige
in de komende maanden afmeren
in de Amsterdamse haven, voor
Sail 1980. De prijs van dit boek,
boordevol informatie, is f39,90.
Sabine Ruitenbeek
„Dit is de romantische lief
desgeschiedenis van Mar
lies, een arm meisje, dat
haar liefde voor Lutz, een
onbemiddeld man, niet wil
bekennen, omdat ze in de
stellige overtuiging verkeert
dat hij zijn zinnen heeft ge
zet op een zeer rijke erfgena
me.... Maar Lutz, die financi
eel helemaal niet zo onbe
middeld is als algemeen
wordt aangenomen, komt al
snel onder de indruk van dit
trotse, karaktervolle
meisje...."
Zo wordt ln 't kort de inhoud van
een roman van de Duitse schrijfster
Hedwig Courths-Mahler weergege
ven op de omslag van de ln kunstle
der gebonden prachtband die door
de uitgever .Droomland Omnibus"
genoemd wordt. De korte inhoud
van de tweede in deze omnibus op
genomen roman komt ongeveer op
hetzelfde neer. Er wordt de laatste
Jaren vrij veel onderzoek gedaan
naar triviaalliteratuur. Wie schrijft
zulke lectuur, wie geeft het uit en
vooral: wie lezen het en waarom?
Stuiverromans zijn er in vele soor
ten. aparte series voor mannen en
vrouwen en verdeeld ln verschillen
de categoriên zoals dokterromans,
moederliefde en kasteelromans. Ze
worden aan de lopende band gepro
duceerd en kosten Inderdaad niet
zoveel meer dan een handvol stui
vers. Wat beweegt nu een uitgever
om twee zulke oude damesromans
zó duur opnieuw uit te brengen ter
wijl er zoveel goedkope nieuwe pulp
op de markt is?
Feodaal
Er blijkt een nieuwe Courths-Mah-
ler-rage te zijn. Onlangs werden ver
schillende van haar romans ver
filmd en op de televisie vertoond,
niet alleen in Duitsland maar ook in
Nederland en België. Haar toneel
stukken worden door amateurgezel
schappen weer graag op de planken
gezet. Ook de literatuurwetenschap
houdt zich met haar werk bezig;
voorlopig nog vooral met de vraag
waarom haar romans met name ln
de Jaren twintig zo graag gelezen
werden. Hoofdingrediënten van het
werk zijn liefde, geld en vooral de al
dan niet adelijke afkomst van haar
hoofdpersonen. De problemen waar
haar personages mee worstelen
vóór zij zich ln het onvermijdelijke
happy end met elkaar kunnen vere
nigen hebben óf met geld, of met
klasseverschillen te maken en dik
wijls met beide. De romans van
Courths-Mahler spelen meestal in
een milieu dat eigenlijk al bijna niet
meer bestond toen ze geschreven
werden; namelijk dat van de Duitse
landadel met haar duidelijke feoda
le klassenindeling. Een al dan niet
vermeend klasseverschll zorgt voor
de in dergelijke boeken noodzake
lijke conflicten. De gelleven kunnen
door Jelle Jan Klinkert
De geïnteresseerden ln na
tuurlijke geneeswijzen kun
nen hun hart ophalen aan
een nieuwe uitgave op dit
terrein, getiteld: Alternatie
ve Geneeskunde. Het is ge
schreven door Andrew
Stanway.
Het boek is om verschillende rede
nen wat meer aandacht waard dan
het gemiddelde werk, dat op dit
gebied verschijnt; er zit immers
nogal wat kaf onder het alternatie
ve koren.
Natuurlijk is de farmaceutische in
dustrie geïnteresseerd ln .hulsmid
deltjes" die in de volksgeneeskunst
worden gebruikt: Je weet immers
nooit of er niet iets goeds tussen zit;
en als dat wordt ontdekt zou het
mooi zijn als het industrieel gefabri
ceerd zou kunnen worden. Daarom
wellicht is Swlet van Rossum, mar
keting manager bij een farmaceuti
sche Industrie, zo druk met de
volksgeneeskunst bezig. In het
boekje „Volksgeneeskunst en
volksgezondheid" heeft hij zijn
meest recente gegevens verzameld
en voorzien van enige inleidende
woorden over gezondheid, zelfmedi
catie. geneesmiddelen, enzovoorts.
Daarin zijn op uiterst oppervlakki
ge wijze enige ideeën van moderne
critici der gezondheidszorg zoals D-
lich en WeiJel verwerkt.
Wie aan deze adviezen iets heeft
mag het zeggen, maar ik kan er
niets mee. Kortom: voor de praktijk
niet bruikbaar, onsystematisch en
theoretisch gezien oppervlakkig.
Nou Ja, kwaad kan het ook niet,
zullen we maar denken. j. j, k.
S. v. Rossum: Volksgeneeskunst en
volksgezondheid. Uitg.: Combi-
press, Bladel (127 p.).
elkaar per slot van rekening niet al
op de eerste bladzijde vinden.
Alles komt goed
Een adelljk meisje wordt verliefd op
een man van wie aangenomen
wordt dat hij van burgerlijke af
komst is; hun liefde wordt door
haar familie gedwarsboomd maar
gelukkig komt men tegen 't eind
van het verhaal tot de ontdekking
dat hij een adelijke Jongeman is die
als baby door eerlijke burgerlieden
als hun eigen zoon is opgenomen en
grootgebracht Vervolgens komt er
ook nog een erfenis uit de lucht
vallen en dan kan er als nog ge
trouwd worden. Of een arm maar
adelijk weesmeisje wordt bij rijke
familieleden ondergebracht waar
zij als een dienstmeisje wordt be
schouwd en grenzeloos wordt uitge
buit Dat ze uitgebuit wordt, is niet
het ergste, maar dat ze als een
dienstmeisje wordt behandeld ter
wijl ze van adelijke afkomst is, dat
is vreselijk. Enfin, alles komt toch
nog goed.
Pessimisme
Eigenlijk spreekt er uit deze ro
mans een diep pessismisme; de
maatschappij dié er in beschreven
wordt is heel gesloten, het geluk is
maar voor weinigen weggelegd, wie
als een dubbeltje geboren wordt
wordt in principe nooit een kwartje.
De aanvankelijk als dubbeltjes be
schreven mannen en vrouwen blij
ken later tóch als kwartje geboren
te zijn en dóórom krijgen ze de
beminde man of vrouw, komen ze
toch nog op een kasteel te wonen en
worden „dus" gelukkig.
Binnen dit al heel beperkte adellij
ke milieu is het huwelijk nog eens
een klein maatschappijtje apart
Het huwelijk uit liefde (en die liefde
stoelt op geld en afkomst) sluit alle
andere sociale verhoudingen uit
Werkgevers, huisbazen en winke
liers komen in dit wereldje niet
voor. Bij Courths-Mahler treft men
een eigenaardige vermenging van
feodale en burgerlijke wanorden
aan: enerzijds de duidelijke klasse
nindeling en anderzijds de drang
om hogerop te komen. Zowel het
zeer royaal met geld rondstrooien
als de burgerlijke spaarzaamheid
worden als deugd aangeprzen. Als
ln een van Courths-Mahlers romans
een arme edelman rijk wordt door
heel hard te werken en flink te spa
ren worden deze van oudsher bur
gerlijke deugden bij de persoon in
kwestie verklaard door zijn aange
boren ziele-adeL
Afkomst
Courths-Mahler was zelf de dochter
van een arme boer; Jaren lang ver
diende zij haar geld als dienstmeis
je en later als winkeljuffrouw. Pas
na haar huwelijk met een reclame
tekenaar kon zij zich helemaal aan
het schrijven wijden. Zij blijft ech
ter haar adellijke personages met
kleinburgerlijke ogen zien en dat
leidt vaak tot elkaar tegenspreken
de karaktereigenschappen bij haar
romanfiguren. Zij projecteert haar
De eerste reden voor de aandacht ls
de fraaie uitvoering en oveizlchte-
lijke opzet van het boek. Na een
tamelijk uitgebreide inleiding vol
gen zo'n 120 (grote) pagina's met
een steeds gelijk opgezette beschrij
ving van 32 alternatieve geneeswij
zen in alfabetische volgorde al
thans een volgorde die in de oor
spronkelijk Engelse uitgave alfabe
tisch was. Het loopt van Acupunc
tuur via Dó-in en Psionische ge
neeskunde (ik kan er ook niets aan
doen, zo heet het nu eenmaal) tot
Yoga. Telkens wordt een definitie
gegeven, worden de achtergronden
geschetst en wordt in het kort in
zicht gegeven in theorie en praktijk
van de geneeswijze. Dankzij duide
lijke en mooie illustraties werkt dat
uitstekend. Jammer, dat er een aan
tal geneeswijzen worden behandeld
die, voorzover mij bekend, in Neder
land niet worden gepraktizeerd.
Een tweede reden voor aandacht
voor dit boek is gelegen in het feit,
dat de auteur zich bij elke genees
wijze afvraagt of deze „helpt" en, zo
Ja, waartegen. Er zijn nogal wat
schrijvers in de alternatieve hoek
die hun geneeswijze aanprijzen als
een marktkoopman zijn waar: altijd
het beste, helpt overal en ledereen.
Een ergerlijke gewoonte.
Zo niet Andrew Stanway, die zich al
in de inleiding richt op het pro
bleem van de effectiviteit van alter
natieve geneeswijzen. Ik vind het
gewoon een opluchting om te mer
ken, dót een alternatieve auteur
zich hiermee bezighoudt. Maar het
ls toch een teleurstelling om te mer
ken hóe hij dat doet.
Kijk, zegt hij ongeveer, het bezwaar
dat vele artsen tegen alternatieve
geneeswijzen hebben is, dat er geen
klinisch onderzoek (bijv. door mid
del van experimenten) met groepen
patiënten is gedaan, teneinde ob
jectief de werking van die genees
wijzen te kunnen meten. Maar daar
heeft Stanway twee antwoorden op.
Ten eerste meent hij, dat klinische
experimenten zelf eigenlijk niets
zeggen. Hij geeft daarbij een voor
beeld van elkaar tegensprekende
resultaten van klinisch onderzoek.
En ten tweede, zegt hij, kan Je bij
deze geneeswijzen nooit groepen
Hedwig Courths-Mahler
eigen burgerlijke waarden op de
adel en verklaart vervolgens dat die
waarden aangeboren zijn; zo stoelt
het klimmen op de sociale ladder
van haar arme gravinnetjes uitein
delijk niet op verdiensten maar op
afkomst.
Seksualiteit
Het adellijke milieu wordt mogelijk
ook wel gekozen omdat het „exo
tisch" is; het bestaat eigenlijk niet
meer. Vrijwel alle triviaalliteratuur
speelt zich in uiterst onwaarschijn
lijke omstandigheden af. Maar er ls
toch een duidelijk verschil tussen
deze Courths-Mahler-romans en de
in Nederland buitengewoon popu
laire Bouquetromans bij voorbeeld.
Deze laatsten spelen ook in vaak
zeer exotische omstandigheden; in
verre tropische landen bij voor
beeld en ook hier speelt grote rijk
dom vaak een niet onbelangrijke
roL Maar hoe fantastisch en irreëel
de beschreven gebeurtenissen in
deze boekjes ook zijn; ze zouden in
principe mogelijk zijn. Die ene on
verbiddelijke barrière van geboor
terecht ontbreekt. Wie arm ls kan
rijk worden, wie onbelangrijk is kan
plotseling een hoge functie krijgen.
Er is veel geluk voor nodig en er
wordt ook vaak hard voor gewerkt,
maar het kan. BIJ Courths-Mahler
stoelt geluk op adel en van adel ben
patiënten op dezelfde wijze behan
delen, omdat de meeste alternatie
ve geneeswijzen iedere patiënt per
definitie als een uniek individu be
schouwen..
Belde wel meer gehoorde argu
menten lijken mij ongeldig. Uit de
tweede redenering zou volgen, dat
er helemaal niets verstandigs meer
over een geneeswijze gezegd kan
worden: alles wat daarover wordt
beweerd, en wat het niveau van
Individuele case-studies te boven
gaat, berust immers om generalisa
ties van bijzondere gevallen. Uit
Stanway's argumentatie zou vol
gen, dat er uiteindelijk zelfs geen
boeken over alternatieve geneeswij
zen meer geschreven zouden kun
nen worden en daar houdt hij
zichzelf toch ook mee bezig.
Zijn eerste argument klinisch on
derzoek heeft geen zin berust op
een misvatting omtrent de moge
lijkheden van klinisch onderzoek.
Dikwijls worden de resultaten er
van overschat of worden er metho
dologische fouten gemaakt bij het
onderzoek, maar dat is geen reden
om al zulk onderzoek zinloos te ver
klaren. Dat ls het kind met het
badwater weggooien. Het zou eer
der aanleiding moeten zijn om tot
steeds beter opgezet onderzoek te
komen.
En de conclusie van Stanway zelf is
ronduit gevaarlijk: „Er valt trou
wens veel voor te zeggen de resulta
ten van totaal ongecontroleerde kli
nische proeven als bewijs te accep
teren. Met andere woorden: als iets
herhaaldelijk blijkt te werken
dan werkt het!" Als zo'n redenering
echt opgeld zou doen, dan denk ik
dat de alternatieve geneeswijzen
het eerste slachtoffer zouden wor
den van een luid juichend verder
oprukkende moderne technologi
sche en farmaceutische genees
kunde.
Zoals ik zei: het ls al heel mooi, dat
er aandacht voor deze kwestie is.
Maar ln de toekomst zou dat dan
wel wat meer systematisch en fun
damenteel mogen gebeuren.
A. Stanway: Alternatieve genees
kunde. Uitg.: Thieme Cie, Zutp-
hen (160 p). Prijs 39,50.
je of je bent het niet en in dat
laatste geval mag je niet meedoen.
Een ander verschil tussen Courths-
Mahler en de wat mordemere pulp-
boekjes blijkt uit de houding ten
opzichte van de seksualiteit In de
Bouquetromans speelt seks een be
langrijke rol, hoewel seksueel ge
drag meestal niet expliciet beschre
ven wordt. Maar er is een voortdu
rende erotische spanning tussen de
beide gelieven die niet van de „ei
genlijke" liefde gescheiden wordt.
In die verbinding van liefde en sek
sualiteit zijn deze boekjes onmis
kenbaar modern, hoeveel ze verder
ook mogen lijken op de oude stui
verromans. Bij Courths-Mahler is
de scheiding tussen liefde en seks
nog even compleet als in de acttien-
de-eeuwse moralistische geschrif
ten die ter opvoeding van de toen
nog nieuwe burgerlijke klasse dien
den. Wat maakt het nu mogelijk dat
zo'n Courths-Mahler toch kan con
curreren met de zo op het oog toch
veel aantrekkelijker moderne meis
jes- en damesromans?
Toevlucht in droom
Het ls mogelijk dat het pessimisme
van „wie als dubbeltje geboren
wordt, wordt nooit een kwartje" in
deze tijd van economische malaise
weer meer wordt nagevoeld. Onze
maatschappij die een tijdlang zo
open leek, met haar idealen van
Vaargidsen nu
met vaarkaart
De Vetus Vaargidsen omvatten met
het veschijnen van deel 6, waarin
alle gegevens over Jachthavens en
aanlegplaatsen staan vermeld over
het Hollandse en Utrechtse Plas
sen gebied, alle Nederlandse Water
sportgebieden. Ook de Belgische
Noordzeekust en het Duitse Wad
dengebied tot Wilhelmshaven zijn
in de overzichten opgenomen.
Nieuw is de Vetus Vaarkaart, een
onderwijs voor ledereen, met meer
ontplooiingskansen voor elk indivi
du etc. blijkt als er minder geld
voorhanden is toch veel geslotener
te zijn dan we dachten. Met de
ontplooiingskansen valt het bij de
huidige werkloosheid erg tegen en
ook al werk je nog zo hard, de
pogingen om vooruit te komen wor
den niet meer automatisch beloond.
De tegenstelling tussen degenen die
goed betaald werk met een hoge
status hebben en degenen die laag
betaald en vaak onaantrekkelijk
werk hebben of zelfs werkloos zijn
wordt eerder groter dan kleiner. De
verwachting dat het met lederéén
binnenkort goed zal gaan lijkt niet
meer zo realistisch. In zo'n situatie
is het eigenlijk wel begrijpelijk als
mensen hun toevlucht zoeken in
een droomwereld die enerzijds bul
ten de eigen situatie staat en ander
zijds toch iets van die eigen omstan
digheden weerspiegelt. Aan de ene
kant de behoefte om Je te identifice
ren met mensen die het veel beter
getroffen hebben dan wijzelf, aan
de andere kant het wei-weten dat
men er met goed-je-best-doen en
een beetje geluk niet meer zomaar
komt. Dit laatste besef ls bij
Courths-Mahler ook aanwezig; de
problemen worden dan bij haar op
gelost door de adellijke afkomst
van haar personen. De tegenwoordi
ge economische omstandigheden
lijken wel wat op die van de tijd
waarin de meeste Courths-Mahler-
romans geschreven werden: de Ja
ren twintig en dertig. Het vermeen
de bruisende leven van de .roaring
twenties" in Berlijn zoals wij dat bij
voorbeeld uit de film „Cabaret"
kennen is een mythe of was in ieder
geval maar voor heel weinigen weg
gelegd. De meeste mensen waren
arm en er was een grote werkloos
heid. In het Duitsland van de Jaren
na de Eerste Wereldoorlog kwam
daar nog de gekwetste eigenliefde
bij door het verliezen van die oor
log. Tegen dit laatste gevoel komt
Courths-Mahler in het geweer door
haar hoofdpersonen vaak met Ame
rikanen of andere buitenlanders te
omringen, die dan wel met de Duit
sers hun „Tüchtigkeit" gemeen
hebben maar niet hun „Tiefe" en
hun liefde voor vaderland, natuur
en dergelijke.
Censuur
Er is trouwens toch wel erg vaak
sprake van zeer positief gewaar
deerde „typisch" Duitse eigen
schappen. Maar het gaat hiérbij wel
steeds om zogenaamde „innerlijke"
eigenschappen; eigenschappen die
een mens van het maatschappelijk
gebeuren isoleren en veelal passief
en fatalistisch maken. Als curiosi
teit zij opgemerkt dat de boeken
van Courths-Mahler juist door dit
fatalisme in Oost-Dultsland uit de
bibliotheken zijn verwijderd en niet
meer herdrukt mogen worden. Voor
die censuur zou ik geen reclame
willen maken, maar voor de boeken
van Courths-Mahler ook niet.
Courths-Mahler: Droomland
Omnibus
Zuid-Hollandsche Uitgeversmaat
schappij prijs 19,50
waterkaart ln boekvorm. Nummer
6, de eerste, sluit aan op het ge
noemde Juist uitgekomen deel 6.
Van de gids over de IJsselmeerha-
vens is een sterk verbeterde tweede
druk uit, met naast nieuwe luchtfo
to's ook nautische informatie over
het aanlopen van havens.
Prijzen voor de gidsen zijn 15.50
tot 16,95, de vaarkaart kost
27,95. Het zijn uitgaven van De
Boer Maritiem ln Haarlem, ze wer
den samengesteld onder redactie
van Jaap A. M. Kramer.
Weer een nieuw boek in de groeien
de stroom werken over het paranor
male: dit keer over psychokinese.
Dansende tafels dus, krombuigende
sleutels, uit zichzelf spelende pia
no's en ga zo maar door. We hoeven
er niet veel woorden aan te verspil
len; er zijn wel goede (en dus kriti
sche) boeken op dit gebied versche
nen, maar dit hoort daar niet bij.
Michael H. Brown: Psychokinese.
Geestelijke energie die de materie
in beweging brengt. Uitg. Hel
mond, Helmond. 285 pp. Prijs: geen
opgave.
Wat zijn agogen? Mensen die er hun
vak van maken om anderen te bege
leiden, bijvoorbeeld in opvoeding,
onderwijs of vormingswerk. Een
vaak gehoorde klacht over dit soort
mensen is, dat ze vaag zijn, wat
blijkt uit een taalgebruik waar ge
wone mensen nogal eens moeite
mee hebben: zeggen ze eigenlijk wel
iets met al dat geklets?
Uitgaande van wat er in dit boekje
staat, zou ik zeggen: nee. De auteur
bewijst zijn vak geen dienst, want
wat hij precies wil beweren blijft
het hele boekje lang volstrekt on
duidelijk, en dat wordt erger in
plaats van beter door de hoeveel
heid stompzinnige voorbeelden die
hij gebruikt om iets eenvoudigs aan
te tonen.
Wat dacht u bijvoorbeeld hiervan:
„Toen mijn zoon een Jaar of vijf
was, had hij eens last van diarree,
's Middags waren we ln de stad. hij
vroeg een zakje patat. De vroeg
hem: Ben Je de laatste tijd nog naar
de w.c. geweest en heb Je nog dunne
ontlasting? waarop hij antwoordde:
Ik heb een ba-broek gemaakt, onge
veer drie-vierde was normaal. Het
opgeven van de hoeveelheid norma
le ontlasting vereiste de volgende
structurering:
a. de hele hoeveelheid delen door
vier.
b. het vierde deel met drie verme
nigvuldigen."
Dit alles om aan te tonen dat reke
nen handig is.
Eenvoudige dingen worden dus in
gewikkeld gemaakt, maar wat mis
schien nog erger is: belangrijke din
gen worden versimpeld op een ont
oelaatbare manier. Zo wordt de
godsdienst als levensbeschouwing
behandeld in vijf regels minder
dan voor het bovenstaande ontlas
tingvoorbeeld is uitgetrokken. Hoe
het een met het ander samenhangt
is u waarschijnlijk niet duidelijk,
maar mij, na lezing van het boekje,
ook niet. De schrijver is blijkens de
flaptekst maar liefst wetenschappe
lijk hoofdmedewerker. Het valt te
betreuren, dat dit werkje een uitge
ver heeft kunnen vinden. m.F.
S. J. Redmeljer: Aanvaard je mede
mens door zelfacceptatie, een
grondhouding voor agogen. Uitg.
intro, Nijkerk, 124 pp. Prijs: 19,50.