lokt toneelmakers
Lastige dichters
■RDAG 31 MEI 1980
■KUNST*
TROUWKWARTET
Zorgt Jacques Plafond voor een verse golf in het Holland
festival? Zal Elly of het beroemde stuk richtinggevend
«orden voor het theater? Wordt ons taalgebruik net zo
beïnvloed als door Haché-Servet-Van Oekel? (Ik word niet
goed). Aan Wim T. Schippers zal het niet liggen.
Morgenavond onthult hij zich in theater Carré en voor de tv.
Want de VPRO zendt drie uur lang rechtstreeks de
openingshappening van het Holland Festival uit. Wim
bedacht, regisseert, speelt en musioeert. Theater waarin alles
kan en alles gebeurt. Een verse golf? Het lijkt er meer op dat
hij bovenop de golf zit die anderen al opzweepten tussen de
polen woord en muziek. Toneelmakers die het gezicht
bepalen van het Holland Festival 1980. Hieronder hun
schetsmatige portretten.
door Franz Straatman
Komende zomer gaat voor de
laatste keer to Bayreuth Wagners
cyclus van vier opera's Der Ring
des Nlbelungen in de geruchtma
kende regie van Patrice Chéreau.
Voor deze Franse toneel- en film-
regisseur meteen het einde van
djn korte, maar zeer opvallende
carrière in de wereld van de ope
ra. Want behalve de Ring mon
teerde hij onder andere vorig Jaar
In Parijs ook de eerste uitvoering
van de complete Lulu van Alban
Berg. Ook daar met klinkend re
sultaat En toch wendt hij zich
van het genre opera al
Je leunt in de opera geen enkele kant op.
Algezien van bet feit dat de muziek Je al in
een bepaald keurslijf dwingt, heb je te
maken met bet oepera-lnstltuut De werk-
~-fomstandigheden zijn soms van dien aard
dat Je nooit tot een verantwoorde toneel-
presentatie kimt komen. Bij toneel kun Je
fin een rol groeien; opera heeft het nadeel
dat het te weinig gespeeld wordt Tegen
vijftig keer een toneelstuk spelen staat
misschien een serie van zeven opera-voor
stellingen, alleen omdat de opera zo duur
is".
Eigenlijk zijn dat de bezwaren die al jaren
vanuit de toneelwereld de opera worden
aangewreven. Toch stappen steeds op
nieuw theatermakers over naar die wereld
van de opera, of in wat wijdere vorm: het
muziektheater. Het komende Holland
Festival en het gelijktijdig lopende (thea
ter) Festival of Fools drukken ons vanwe
ge de hoge concentratie muziektheater
met de neus op de feiten want voor de
verschillende regies tekenen toneelma
kers Franz Marijnen van het Ro-thea
ter brengt ABCDEFO (tekst Tom
Stoppard, muziek Andre Previn) ln beeld;
Anne-Marie Prins, niet aan een groep
nrbonden, regisseert Aap verslaat de
- Ahekelgeest (tekst en muziek Peter
chat) Eddy Habbema, Jarenlang ver-
londen aan toneelgroep Centrum maar
in nu als free-lancers vooral bij Haagse Co-
medie en De Appel werkzaam heeft de
scenische leiding bij een totaal gebeuren
het Muiderslot met onder andere een
middeleeuws muziekspel over Robin en
Marion (tekst en muziek Adam de la Hal
le) Lodewijk de Boer, verbonden aan
Toneelgroep Baal, zet bij die groep Geor
ge Sand (tekst Mia Meijer, muziek Louis
Andriessen) op het podium.
Het zijn niet hun eerste produkties in dit
samenvloeiingsgebied van woord en mu
ziek. Ook al zijn de achtergronden bij al
die stukken sterk verschillend van aard,
toch is de overtuiging van die theaterma
kers eensluidend: muziek moet erbij.
Kippevel»
Franz Marijnen proefde vorig Jaar de ech
te opera, na al bij zijn RO-theater veel met
muziek en zang te hebben gewerkt (De
Vorstenlikker met name). Voor de Neder
landse Opera Stichting regisseerde hij
(ook al) Wagner: De vliegende Hollander.
Waarom toch die hang naar muziekthea
ter, naar opera?
„{„Het is de muziek die mij zo fascineert. Ik
wordt door de vlucht van de muziek
meegenomen. Ik krijg er kippevel van.
Vooral bij Verdi en Wagner. Ik had me al
Jaren voorbereid, maar om die stap te
zetten: van toneel naar opera, dat was
y toch een enorme beslissing. De ontstaans-
geschiedenis en de werkwijze bij een ope-
ra-produktie verschillen zo totaal van wat
ik bij toneel gewend ben. Ik heb steeds
gewerkt met een vast ensemble, met men
sen die Je kent en die Jou kennen, met wie
Ie een voorstelling van de grond af op
bouwt. Dat begint al met de kennis van de
tekst. Een acteur moet die nog helemaal
leren als je met hem gaat werken. Maar bij
opera kent een zanger zijn partij als hij
naar de repetities komt; hij heeft die rol
misschien wel al tientallen keren gedaan.
Daarom worden opera's soms ln pakweg
zeven- tot veertien dagen in elkaar getim
merd. Dat vind ik verwerpelijk".
Chéreaus bezwaren tegen de duurte (vaak
vanwege de beroemdheid en navenant
hoge gages voor solisten), de logheid en de
geringe levensduur bij opera, worden door
theatermakers als Marijnen wel degelijk
gevoeld. ZIJ zochten daarom naar wegen
dat probleem te omzeilen. Toneelspelers
gaan zingen zoals bij Baal waar een com
ponist (Louis Andriessen) stukken schrijft
die binnen de vocale mogelijkheden blij
ven van de acteurs (die vooraf wel enige
vocale training hebben ondergaan). Die
richting wil Franz Marijnen ook op met
zijn RO-theater. „Ook onze acteurs wor
den vocaal aangepakt als voorbereiding
op plannen zoals een Strawinsky-herden-
king volgend seizoen".
Sang naar opera
In dit Holland Festival treden zijn acteurs
nog niet bulten hun toneelvak, want in
ABCDEFO (de tekst schetst hoe de stem
van de vrijheid gesmoord kan worden ln
die muziek bezig, met tellen. Maar langza
merhand gaat het leven ln ze. Zowel diri
gent Ed Spanjaard, die behalve een goed
oor ook over een goed oog beschikt, als ik,
doen er alles aan om te vermijden dat de
scène dood, statisch is."
die gekozen zijn omdat ze een rol goed
kunnen zingen, maar op het punt van
acteren moet je dan zoveel Inleveren, dat
Ik me niet gelukkig zou voelen."
Heeft Patrice Chéreau dan toch gelijk?
Historisch theater»
„Ik geloof ook helemaal niet ln het ver
haaltje dat zangers niet kunnen acteren.
Het hangt ervan af hoe Je de mensen
motiveert, hoe Je ze Jouw Ideeën over
brengt, hoe Je iets voordoet De ervaar ook
nu weer dat zangers best meer kunnen
dan ze zich bewust zijn; ze hebben tenslot
te een opleiding puur op zang gericht"
Haar ervaringen komen overeen met die
Franz Marijnen tot zijn verrassing opdeed
ln de Hollander-regie.
Als toneelregisseuse stoort het haar niet
dat tekst ln muziektheater soms niet te
verstaan is door vervorming van de
spraakklanken. „Als zangers maar weten
waarover de tekst gaat dan kunnen ze de
Inhoud uitdrukken ln de muzikale laag
van het stuk en de inhoud zo overdragen
dat het publiek het snapt ook al gaat de
verstaanbaarheid van de letterlijke tekst
verloren. Op dat tekstbegrip, weten, be
seffen wat Je zingt hamer ik wel steeds."
Steun voor diens mening komt ook uit
onverwachte hoek, namelijk van de com
ponist Louis Andriessen. Zijn nieuwste
stuk, George Sand getiteld (de première
was donderdag jl, de recensie staat op
pagina 4) noemt hij formeel gezien toneel
met veel muziek. „Maar de tweede helft
van de derde acte is een grote stap voor
waarts in het Nederlandse muziektheater,
alle teksten worden gezongen, alles wat
zich afspeelt wordt gezongen. Echt opera.
dus".
Andriessen zegt dat het een logische stap
zou zijn om dat laatste kwartier dan uit te
bouwen tot een echte opera. Dat weigert
hij echter. „Ik blijf vinden dat het drama
ln het drama zit, en dat de muziek dat
verhevigt Bovendien ga ik liever om met
zingende acteurs dan met acterende zan
gers, omdat acteurs weten waar een tekst
over gaat".
Een coloratuursopraan als knekelgeest Regisseuse Anne-Marie Prins en sangeres Marianne Blok één in expressie.
Foto: Lex v
Eddy Habbema zit met zijn mlddeleeu-
wenspel ln een randpositie; het spel van
Robin en Marion is maar kort en stelt niet
zulke hoge acteerelsen als De Aap. HIJ
werkt al enkele Jaren mee aan het festival,
vrijwel steeds ln stukken uit middeleeu
wen en barok. Historisch theater maken
met veel wetenschappelijke achtergrond-
steun, maar toch met gebruikmaking van
eigentijdse middelen. HIJ zegt tijdens het
festival ln een luxe positie te verkeren om
met ruimschoots repetitie tijd te kunnen
werken met zangers die mede door hem
gekozen zijn.
Wim T. Schippers alias Jacques Plafond
Het ontbreekt een aantal jonge dichters van
dit moment nog volop aan ervaring en rijp
heid. Hun werk wordt daardoor „duister":
de dichter is het gebruik van de taal nog aan
het leren. Onze poëziemedewerker gaat in
bijgaande recensie in op een aantal ver
schijnselen die typerend zijn voor een nieu
we generatie van dichters tot wie onder
meer Huub Beurskens en Th. van Schoonhoven
kunnen worden gerekend.
door R. L. K. Fokkema
Bij de lezing van een
aantal nieuwe gedich
tenbundels speculeer ik
over de vraag welke de
vierde periode in het
dichterschap van Paul
van Ostaijen zou zijn
geweest, wanneer hij de
tijd had gehad eraan te
beginnen. Gewoonlijk
wordt zijn dichterschap
in drieën verdeeld.
De eerste periode beslaat zijn
poëzie met gevoelens van ver
bondenheid met de mensheid.
Dit zogenaamde humanitair
expressionisme wordt door de
Eerste Wereldoorlog wreed
verstoord. Dan volgt een peri
ode van nihilisme en dadaïs
me; ook de kunst draagt een
ruïneus karakter. De derde en
laatste periode is cüe van het
organisch expressionisme,
waarmee gedoeld wordt op de
muzikale gedichten die ont
staan uit een bezinning op het
materiaal van de taal en uit
het streven naar zuiver poëzie.
De dichter wil geen uitdruk
king meer geven aan een idee
of gevoelens, maar hij laat het
gedicht ontstaan alsof de taal
zelf werkzaam was.
Als nu de mogelijkheden van
dit type zuivere poëzie bij Van
Ostaijen uitgeput zouden zijn
geraakt, dan kon hij twee din
gen doen in de veronderstelde
vierde periode. Dat is zwijgen
of opnieuw beginnen door
zich weer te laten Inspireren
door de realiteit. Deze ant
woorden op de speculatieve
vraag laten zich als volgt bere
deneren.
Het zwijgen als antwoord als
gevolg van uitputting der mo
gelijkheden beoefenen bij ons
Lucebert en Elburg en heeft
vroeger Herman van den
Bergh lange tijd gedaan om te
bekomen van zijn literaire le
ven ln de kosmos. Op zijn ex
pressionisme volgde na zo'n
dertig jaar een periode vol re
aliteitszin. Aan het eind van
zijn dichterschap komt Mars-
man in Tempel en kruis tot
een existentiële standpuntbe
paling als zijn vitaal expres
sionisme schipbreuk lijdt
Ook Nijhoff kent een wending
naar de aarde.
De ontwikkeling van Nijhoff
doet sterk denken aan die van
T.8. Eliot. Op latere leeftijd is
deze als moeilijk bekend
staande dichter zeer veel
scheutiger met verhelderend
commentaar op zijn poëzie
dan hij het vroeger is op eer
der werk. Ten aanzien van
Four Quartets merkt hij op
dat zijn onderwerp dan moei
lijk mag zijn. maar dat hij het
eenvoudiger weet uit te druk
ken. Ervaring en rijpheid dra
gen het hunne tot de taalbe
heersing bij. Van zijn lastige,
vroege gedichten zegt hij dat
hij meer te zeggen had dan hij
nog wist uit te drukken. De
beheersing van de taal schoot
tekort om de dingen begrijpe
lijk te zeggen. De duisterheid
die dan ontstaat, komt, zegt
hij, wanneer een dicht het ge
bruiken van taal aan het leren
is. In die leerfase kun Je de
dingen alleen maar op een in
gewikkelde manier zeggen,
wanneer Je niet wilt of kunt
zwijgen. De bereidheid van
Eliot meer uit te leggen van
Four Quartets dan hij ooit ge
daan heeft van andere poëzie,
heeft ook te maken met zijn
tevredenheid over de ge
slaagdheid van de cyclus, en
met bet meer autobiografisch
karakter van het gedicht.
Vooral dit laatste is van be
lang voor de hier gevolgde re
denering.
OinnlimiH
Wat betekent deze uitkomst
met de Jaren neemt de duis
terheid van zegging af en
neemt de luciditeit toe voor
de Jonge duistere dichters van
dit moment? Dat zij door
schade en schande van het
leerproces wijs worden en op
den duur gesprekken als in De
Volkskrant (15.04.80) zullen
nalaten. In die krant discussi
eerden verwante dichters als
Huub Beurskens, Wiel Kus-
ters, Martin Reinta en Th. van
Schoonhoven over hun poë
zie. Ik laat hen even aan het
woord. Van Schoonhoven: „Al
schrijvende zoek Je naar mo
gelijkheden om kalm en op
nieuw gevoelig te worden";
Martin Reinta: „Emoties die
ontstaan door relaties tussen
woorden. De taal vormt de
essentie. Als Je op een bepaald
moment geen gedicht kunt
schrijven, komt dat niet door
dat Je geen gevoelens hebt,
maar omdat er geen woorden
zijn;" Beurskens: „Dat is in
derdaad het verschil met de
traditionele poëzie: wij be
schrijven geen gevoelens,
maar maken emoties, maken
gedichten waarin nieuwe ge
voelens ontstaan, bestaan,
verankerd ln de taal, ln drukte
woorden."
Deze uitlatingen doen sterk
denken aan de argumenten
die Gerrit Kouwenaar jaren
lang heeft moeten hanteren
bij de verdediging van het li
terair materialisme der expe
rimentele poëzie. Jan Elburg
en Kouwenaar maken bijna
dezelfde ontwikkeling door
als Van Ostaijen. Beiden heb
ben aanvankelijk een huma-
nitair-expressioiüstische in
stelling. maar vooral Kouwe
naar ruilt die houding al gauw
ln voor een manier die ver
want is aan het organisch ex
pressionisme, met dit ver
schil dat zijn taalspel bedekt
sociaal-realistische compo
nenten bevat. Zijn poëzie
geldt als voorbeeldig voor de
geciteerde Jonge dichters en
dat kan zij ook zijn wanneer
deze dichters inzien dat Kou
wenaar voordurend zoekt
naar een evenwicht tussen re
alistische en „talige" werke
lijkheid.
Zoeken naar evenwicht is een
klassieke deugd die aller
minst een traditioneel of con
ventioneel resultaat behoeft
op te leveren. Angst voor de
traditie is even onnodig als
een knellende omhelzing van
het modemisme, dat trou
wens zelf een traditie heeft.
Vermoedelijk zal ook menig
duister Jong dichter een even
wicht wel vinden, als hij ten
minste niet wil ervaren dat
het leven zijn kunst passeert.
Naar aanleiding van Th. van
Schoonhoven. Omver. Meu-
lenhoff Amsterdam 1980. 60
bis. 19,50.
Huub Beurskens. Vergat bet
meisje haar badtas maar.
Meulenhoff Amsterdam 1980.
64 bis. 19,50.
Frans Marijnen gezondheidskuur
dictatoriale gemeenschappen en toch
weerklinkt) wordt alleen tekst gesproken
bij en tussen muziek, te spelen door het
Rotterdams Philharmonlsch Orkest Dat
zoeken naar nieuwe verbindingen tussen
woord en muziek heeft bij Marijnen echter
de hang naar echte opera niet verminderd.
„Integendeel, na die Hollander heb lk pas
helemaal de smaak te pakken gekregen.
Ik zit echt te wachten op nieuwe regie-
opdrachten, want opera is voor mij zoiets
als een gezondheidskuur, een sauna. Maar
jammergenoeg kan lk ln Nederland pas ln
1983 weer aan de slag als de Hollander in
reprise gaat Het Jaar daarvóór echter ben
ik gevraagd voor het festival van Spoleto,
ook voor Wagners Vliegende Hollander,
weer met Edo de Waart als dirigent"
Chinese strip
Anne-Marie Prins is in de toneelwereld
bekend geworden met verschillende
Brecht-produktles. Muziek bij theater is
voor haar een noodzakelijk onderdeel; ze
werkt nooit zonder. In het festival heeft ze
haar handen vol aan De aap verslaat de
knekelgeest, dat staat aangekondigd als
„strip-opera". De figuren erin zijn afkom
stig uit een getekend verhaal met tekst,
een veeldellge oude Chinese legende over
een zeer heilig man, Tzang, en zijn drie
volgelingen: Sandy, Aap en Zwijntje. Ech
te stripfiguren, symbolen, karakters of
typen zoals wij die kennen ln de klassieke
Commedia dell* arte of in onze heden
daagse Kuifje-verhalen.
„Maar het is echt opera," benadrukt An
ne-Marie Prins, „want alleen beroeps
zangers kunnen deze zangrollen aan.
Een van de hoofdrollen, de witte knekel
geest, symbool van macht en duisternis, is
toebedeeld aan een coloratuur-sopraan
van het zuiverste water, ln dit geval Mari
anne Blok."
Anne-Marie Prins lijkt niet te struikelen
over een probleem dat haar Franse colle
ga Chéreau Juist zo ontmoedigde, name
lijk „dat Je niet kunt veranderen dat Je in
opera werken moet met zangers en dat
zijn geen acteurs en dat zullen ze ook
nooit worden. Een acteur heeft als groot
ste wens toneelspelen; hij wil de planken
op, maar een zanger is het niet om de
scène te doen; hij wil alleen maar zingen."
Lerena^—
Tijdens een repetitie ln de piste van een
rood-witte theatertent waarin De Aap zal
worden opgevoerd, maken de zangers niet
de Indruk het spelelement aan hun laars
te lappen. Prins is onvermoeibaar ln het
ontlokken van expressie en voordoen van
bewegingen. „Vooral omdat wij hier
bezig zijn met een geheel nieuw stuk waar
bij niemand op een bestaand voorbeeld,
zoals een grammofoonplaat, kan terugval
len, waren de zangers ln het begin heel erg
Stap voorwaarts
„Dat maakt muziektheater dubbel zo
leuk. Ik vind opera heerlijk, maar ik zou er
niet mijn hele leven tn bezig kunnen zijn.
Ik ben er helemaal niet zo happig op om
pakweg een Puccini of Vertti-opera te re
gisseren; dan krijg Je zangers toegewezen