Prinses stierf op
grens van islam
:en stamrecht
'a,k j o ft
V v
24 MEI 1980 TROUW/KWARTET '7
aaas;:- r-rr-rrr n IjlJJÜlLIJJj!"*11 |Jijiiii,i L'!_L1—JJ11-i""1'
door dr P. S. van Koningsveld
De geruchtmakende Engels-Arabische film .Dood van een prinses", een schepping van
Anthony Thomas met behulp van Arabische kunstenaars, is een meesterwerk over een van de
kernproblemen van de Arabische cultuur dat zijns gelijke, voorzover mij bekend, in de
westerse kunst niet heeft.
De film draagt op genuanoeerde wijze bij tot een beter begrip van de maatschappelijke
verhoudingen in de Arabische wereld en is een geslaagde poging tot ontmythologisering van
het westerse vooroordeel over de vermeende wreedheid van het recht terzake van
ontucht en overspel. Men vindt daarin geen besmeuring van de Arabieren of verdraaiing van
het Islamitisch recht: de film bevat. Integendeel, een ontmaskering van de verkrachting van
lalamltlenhe rechtsbeginselen door de Saoedlsohe koningsfamilie en een aanklacht tegen het
westerse neo-kolonlalisme.
Deze film anti-Arabisch of anti-islamitisch te noemen staat daarom, lijkt mij, gelijk aan het tot
anti-Indisch verklaren van Multatuli's „Max Havelaar of de koffij-veilingen der Nederlandsche
Anthony Thomas' filmdrama
„Dood van een prinses" speelt
zich af rondom een gebeurtenis
die ln de traditloneel-Arabische
cultuur van centrale betekenis is:
het doden vaneen, met name
vrouwelijk, familielid wanneer
aan het daglicht treedt dat zij
verboden seksuele betrekkingen
onderhoudt die smaad werpen op
de „eer" van de familie.
De vervlochtenheid van familie-eer en
kuisheid van de vrouwelijke familieleden
is historisch verklaarbaar tegen de achter
grond van het nomadische leven van de
Arabische bedoeïnen. Op de grens van de
dood door honger en dorst is het bezit van
vrouwen voor de overlevingskansen van
de rondtrekkende familieclans van vitale
betekenis. Naast haar bijdrage tot het
dagelijkse werk baart de vrouw nieuwe
mannelijke familieleden een eerste
Voorwaarde voor de voortzetting van het
mannenwerk, zoals de zorg voor de kud
den en de verdediging van lijf en have. De
uit haar geboren meisjes betekenen een
economische verzekering voor de toe
komst van de familieclan: zij vormen im
mers na het bereiken van de huwbare
leeftijd een belangrijk ruilmiddel tussen
familieclans, waardoor ook de samenwer
king binnen het hogere stamverband in
stand kan worden gehouden.
Binnen deze patriarchale sociale orde
staat het aangaan van onwettige seksuele
(«trekkingen door de vrouw gelijk aan
een aantasting van het precaire evenwicht
tussen de barre natuur en het bestaan van
de nomadische familieclan: het ongehuw
de meisje verliest daardoor haar waarde
als uithuwbare partner; de gehuwde
vrouw onthoudt haar familie het recht op
haar eigen nakomelingschap. Hun be
staan is daarmee een bedreiging voor het
voortbestaan van de familieclan ge
worden.
De betekenis van de seksuele kuisheid
van de vrouw voor de „eer" van de familie
clan komt dus, binnen de nomadische
g&k samenleving, voort uit de fundamentele
materieel-economische betekenis van de
vrouw voor het voortbestaan van de fami
lieleden, en uit niets anders. Hier is geen
sprake van onderdrukking van de vrouw;
deze nomadische wet is immers in gelijke
mate op het voortbestaan van man èn
^4 vrouw gericht, binnen de beperkingen die
de natuur zeer duidelijk stelt.
Gebruiken
Maar hoe nu. wanneer die bedoeïnen zich
metterwoon in dorpen en steden vestigen
en naast of zelfs in plaats van veeteelt
door landbouw, handel en industrie een
bestaan opbouwen? Zij zijn dan in staat
om hun gebruiken, die dan hun eigenlijke
en oorspronkelijke zin verliezen, over
boord te zetten om zich aan de eisen van
het nieuwe samenlevingsverband aan te
passen? De geschiedenis laat zien dat dit
aanpassingsproces met gTote conflicten
verloopt Zo bleven in de gesettelde Arabi
sche wereld soms in verscherpte vorm
gebruiken voortleven uit de nomadi
sche tijd van familieclan en stamverband,
zélfs al waren deze gebruiken strijdig met
de bepalingen van de islamitische wet
In het algemeen kan men stellen, dat het
voortleven van die nomadische gebruiken
sterker is, naarmate de overgang van be-
doeïnenmaatschappij naar gesettelde
maatschappij korter geleden heeft plaats
gehad. Over één kam scheren mag men de
Arabische wereld daarom zeker niet, al
zijn in elk Arabisch land streken aan te
wijzen, waar deze maatschappelijke ver
andering in een betrekkelijk recent verle
den heeft plaatsgevonden en wonen ook
in Arabische steden talrijke uit die stre
ken afkomstige families. Saoedl-Arabië is
daarvan uiteraard een zeer goed voor
beeld.
06
Vrije keuze:
ïn het voorgaande zijn de hoofdcontouren
geschetst, waarbinnen zich het drama van
de film afspeelt. Weliswaar is als uitgangs
punt één enkele historische gebeurtenis
gekozen, maar wie daaraan de haastige
conclusie verbindt, dat de film „dus" een
gedramatiseerde documentaire zou zijn,
vergist zich: het conflict tussen de wil tot
vrije partnerkeuze en de eisen van de
familie-eer is van kernbetekenis voor de
Arabische wereld in het algemeen. De
prinses had ook een andere Arabische
vrouw kunnen zijn en de minnaar een
andere Arabisch jongeman.
De film begint tijdens een diner in Lon
den, waar een rijke Saoedische magnaat
zlch beklaagt over het gebrek aan begrip
fn het westen voor zijn cultuur en gods
dienst. Het verhaal dat deze magnaat over
de executie van de prinses en haar min
naar aan de hoofdpersoon, de filmer zelf,
opdist, wil doen geloven dat de terecht
stelling geheel volgens de islamitische
wetten plaatsvond.
Er was een proces, al ontbraken de aldaar
voor een wettig bewijs van ontucht of
overspel vereiste vier mannelijke of acht
vrouwelijke getuigen. De prinses kon
daarom alleen krachtens de Islamitische
wet worden veroordeeld, indien zij vrij
willig haar schuld driemaal tegenover
de rechter bekende. Hoewel haar machti
ge grootvader, oudere broer van de ko
ning, haar nog probeerde te weerhouden,
bekende zij toch. Daarmee tekende zij, die
reeds was uitgehuwelijkt volgens de
wet dus een getrouwde vrouw, al had zij
zich tegen de feitelijke voltrekking van dit
huwelijk totnogtoe verzet haar eigen
doodvonnis en dat van haar minnaar.
Zo luidt het verhaal van de rijke magnaat,
steunpilaar van de Saoedische konings
troon, wiens ware naam, aldus de film,
verborgen moet bliJVen. „Laten we hem
Sayyld Badra noemen," merkt de hoofd
persoon terloops op. Het lijkt mij zeker
niet toevallig dat Thomas deze naam
koos. „Badra" betekent namelijk een bui
del gevuld met duizenden goud- of zilver
stukken, bij voorbeeld door een vorst als
onderscheiding aan een loyaal onderdaan
toegekend. Sayyid Badra is „Mijnheer
Geldbuidel", die het ter wille van zijn
machtige patroon met de waarheid niet al
te nauw neemt. Wat hier echter al direct
argwaan moet wekken is de zeer on-isla-
mitlsche, met alcoholica overgoten party,
tijdens welke Geldbuidel zijn verhaal lan
ceert.
Grijsaard
Daarentegen eindigt de film met de lezing
van een Islamitisch wetgeleerde, een
machteloze grijsaard, die meedeelt dat er
géén proces heeft plaatsgevonden, maar
dat de executie op last van de oudere
broer van de koning geschiedde, teneinde
de eer van de familie te redden. Deze
terechtstelling, aldus de bedaagde jurist,
was overeenkomstig de regels van het
stamrecht, maar strijdig met de wetten
van de Islam. Zelfs deelt hij mee, dat de
koning zich aanvankelijk tegen dë execu
tie had verzet, maar om de politieke steun
van zijn oudere broer te behouden had
toegegeven. De grijsaard ontmaskert het
verhaal van de patser Oeldbuidel als een
spinsel van leugens.
Tussen deze twee uitersten ontvouwt zich
de ontmythologisering van Geldbuidel.
Elke scène brengt de ontknoping nader
bij, maar laat tegelijkertijd een nieuw
aspect van de Arabische wereld zien, door
steeds wisselende personen hun visie op
de gebeurtenissen rond de prinses te laten
vertellen. Zo stelt de Arabische vriend van
de hoofdpersoon, een academicus in Lon
den, dat de prinses evenals hijzelf
zich had willen bevrijden van de kluisters
van de traditionele Arabische maatschap
pij en bij de westerse cultuur aansluiting
wilde zoeken, waarmee zij tijdens haar
studie in Beirut al had kennis gemaakt.
Hij verduidelijkt zijn visie op de prinses
door zijn vriend de vraag voor te leggen:
„Begrijp je het schizofrene van mijn leven
ln de Londense wereldstad, terwijl mijn
vader op zijn ezel nooit verder kwam dan
tien kilometer buiten zijn geboortedorp?".
De hoofdpersoon van de film, Christopher
Henry Ryder, heeft wel door dat zijn Ara
bische vriend, door zich met de prinses te
vereenzelvigen, misschien meer over zich
zelf dan over de prinses vertelt, maar hij
valt hem niet in de rede. Hij laat hem en
alle andere Arabieren in deze film naar
aanleiding van een kernprobleem van de
Arabische cultuur het kernprobleem van
hun eigen leven vertellen.
Symbool
Magnifiek en aangrijpend is het verhaal
van enige Palestijns-Arabische vrienden
over de dood van de prinses, die voor hen
geldt als symbool van het gekooide Pales
tijnse vluchtelingenbestaan. Zij verkoos,
evenals de Palestijnse vertellers, de dood
boven de gevangenis van het kampleven.
Naast alles wat zij had en nog kon krijgen,
miste zij hetzelfde als de Palestijnen: de
vrijheid en het recht om te bestaan. Daar
om kan zij gelden als martelares van de
Palestijnse vrijheidsstrijd.
De Saoedische nicht van de Arabische
vriend in Londen, lerares aan een meisjes
school ln Riyaad, leidt de ontmaskering
van Geldbuidel in. Maar ook zij vertelt
nog vooral haar eigen levensverhaal. Als
moslemse en Arabische niet geaccepteerd
ln Amerika, keerde ze terug naar haar
vaderland, waarin zij echter al evenzeer is
teleurgesteld. Het Saoedische regime is
geen echte Islamitische regering, zij wil
terug naar de oorspronkelijke democratie
van de Islam, die de overheid kiest en kan
kritiseren, en die geen strenge scheiding
van de seksen kent. Ditzelfde wilde ook de
prinses en vanwege haar deelname aan
die politieke beweging is zij ter dood ge
bracht. Haar executie was echter in strijd
met de wetten van de Islam.
Hofkringen mr
Door haar wordt Ryder in contact ge
bracht met een oudere vrouw, die in de
hofkringen is ingevoerd. Uit de waarschu
wing dat „haar naam nimmer mag worden
onthuld" kan worden afgeleid dat deze
Vrouw Zonder Naam het woord voert na
mens de Arabische vrouw in het alge
meen. Koel analyseert zij de dubbele mo
raal van het Saoedische paleisleven.
Haar morele verontwaardiging betreft
echter het gebrek aan mogelijkheden tot
een behoorlijke opleiding, waardoor de
prinses en haar lotgenotes tot levenslange
verveling veroordeeld zijn. Zij verheft
haar stem tegen het westerse neokolonia
lisme in haar land: het westen heeft zich,
door steun aan reactionair-kapitalistische
regimes als het Saoedische, mede schul
dig gemaakt aan het voortbestaan van
maatschappelijk onrecht in de Arabische
wereld. Ook zij is echte/ nog persoonlijk
betrokkene en de historische waarheid
komt daarom tenslotte uit de mond van
de onkreukbare wetgeleerde.
Wet
Wie van beiden heeft nu in hét licht van de
Islamitische Wet gelijk: Geldbuidel of de
Wetgeleerde?
De strekking van de islamitische wet valt
historisch slechts goed te begrijpen, wan
neer men ziet hoe daarin de regels van de
nomadische samenleving werden afge
schaft en vervangen door die van een
gesettelde maatschappij. Dit kan kort
worden geïllustreerd aan de hand van het
islamitisch huwelijksrecht
In de „Periode der Onwetendheid," toen
men nog onwetend was van Allah's open
baringen aan de Profeet Mohammed, dus
vóór de opkomst van de islam (voor 622 n.
Chr.), kochten de voornamelijk nomadi
sche Arabieren hun bruid van haar fami
lie. Die familie kwam dus in het bezit van
de koopsom en de bruid zelf werd het
eigendom van haar man. Kwam deze te
sterven, dan viel zij als eigendom aan
diens erfgenamen toe.
In het islamitisch recht daarentegen is ten
opzichte van het nomadisch recht sprake
van een emancipatie van de vrouw. De
vrouw is nu zelfstandig rechtspersoon;
aan haar komt de vroegere koopsom, die
nu bruidsschat heet toe, niet aan haar
familie. Zij is niet het eigendom van haar
man en blijft eigenares van alle goederen,
inclusief de bruidsschat die zij voor haar
huwelijk bezat of ook tijdens haar huwe
lijk, bij voorbeeld door erfenis, zal verkrij
gen. Vroeger kon de man de vrouw eenzij
dig verstoten, waartegenover de vrouw
dat erop gericht om gebruiken van de
nomadensamenleving te ondergraven en
te vervangen door andere regels. Een goed
voorbeeld daarvan is juist het islamitisch
strafrecht terzake van ontucht en over
spel.
Abortus zz
Voor de duidelijkheid kan een vergelij
king worden getrokken tussen het wets
ontwerp op de abortus van minister De
Ruiter en de bepalingen op ontucht en
overspel van het islamitisch strafrecht. De
minister haalde de wet niet uit het Wet
boek van Strafrecht en handhaafde daar
mee de principiële strafbaarheid van
abortus. Door het inbouwen van allerlei
clausules liet hij de abortus echter in feite
voortaan vrij.
Zo ook het islamitisch strafrecht ten aan
zien van ontucht en overspel. Op basis
van Koran en Traditie stelt' het islami
tisch recht daarop zeer strenge straffen:
voor ongehuwden een zware lijfstraf en zo
mogelijk één jaar verbanning; voor ge
huwden dit zijn zij, die reeds in een
legitieme coïtus-relatie met een echtge-
no(o)t(e) staan (dus niet de prinses!) de
doodstraf door steniging.
Daarentegen stelt de wet zulke strenge en
pijnlijk nauwkeurige eisen aan de bewijs
voering, dat (vrijwillig bedreven) ontucht
en overspel nimmer tot een rechtzaak
kunnen leiden. Evenals bij minister De
Ruiter is er dus in het islamitisch straf
recht op dit punt sprake van een paradox:
de principiële strafbaarheid van ontucht
en overspel geldt als absolute norm, als
grens door All Ah aan de samenleving op
gelegd. Maar deze grens heeft in de uit
werking van het recht het karakter van
een limiet verkregen, die in de praktijk
van het dagelijks leven niet wordt, zelfs
niet kan worden overschreden.
Want een rechtzaak, laat staan een von
nis, kan alleen tot stand komen op basis
van het unanieme, tot ln details overeen
stemmende getuigenis van vier volwas
sen. toerekeningsvatbare, vrije, mannelij
ke, moslemse ooggetuigen. Vrouwen mo
gen terzake van ontucht en overspel niet
als getuigen optreden en Geldbuidels ver
haal, dat ook acht vrouwen zouden kun
nen getuigen, is dus onjuist Komen de
getuigen niet in het vereiste quorumkwar
tet op, dan wacht hun een vonnis als
lasteraars: tachtig zweepslagen!
Bij het ontbreken van deze vier getuigen,
kan de rechter weliswaar met een vier
keer (dus niet aldus Geldbuidel: drie
In de islam is dus voor het oude nomadi
sche stamrecht een nieuw rechtsstelsel in
de plaats gesteld. Dit is historisch begrij
pelijk, want de islam is ontstaan binnen
en verbreid door bedoeïenen-Arabieren
die hun nomadische bestaan voor een
gesetteld leven hadden geruild.
De Arabische soldaten die zich in de ze
vende en achtste eeuw in de uitgestrekte
wingewesten van het islamitisch imperi
um als kolonisten vestigden, waren gro
tendeels van oorsprong bedoeïenen. In het
rechtsstelsel van hun nieuwe, islamitische
rijk, vond een aanpassing aan him nieuwe
levensomstandigheden plaats, soms door
overname van rechtsregels die ter plaatse
dus buiten Arabië reeds in voor-
islamitische tijd hadden gegolden, bij
voorbeeld in de Romeinse of Byzantijnse
periode. De belangrijkste hervormingen
op het gebied van het familie- en straf
recht vonden echter reeds plaats tijdens
het leven van Mohammed, binnen Arabië.
Deze zijn reeds ln hoofdlijnen in de Koran,
de verzameling van Allah's openbaringen,
aan te treffen.
Het islamitisch recht vond vooral toepas
sing in de gesettelde gebieden van het
rijk. Daar waar ook na de opkomst van de
islam nog nomaden woonden, bleef in de
praktijk het stamrecht gelden.
Ook de islamitische wet zelf erkent het
verschil tussen „reizigers" (nomaden) en
„gesedentariseerden." Bepaalde rituele
plichten gelden voor de .reizigers" niet of
anders dan voor de gesettelden. De wet
staat de „reiziger" toe om zittend op zijn
kameel het gebed te verrichten, ook al
begeeft deze kameel zich niet in de rich
ting van Mekka. De „gesedentariseerde"
moet daarentegen het gebed op de grond,
volgens een vaat patroon, verrichten en
met zijn gelaat gewend naar Mekka.
Door middel van speciale uitzonderingsre
gels, de „statuten van de reizigers," is aan
de nomaden hun eigen maatschappelijk
levenspatroon toegestaan, zonder dat zij
daardoor bulten de islam hoefden te val
len. In sommige opzichten werd hun dit
afwijkende levenspatroon echter niet offi
cieel toegestaan, in het bijzonder niet op
het terrein van het strafrecht, al was ook
Het duidelijkste bewijs van het paradoxa
le karakter van het recht op dit punt
wordt echter wel gevormd door de toelaat
baarheid van berouw, uitgesproken door
verdachte voor een eventueel proces. De
Traditie stelt: „Wie berouw heeft van zijn
zonde, is als wie zonder zonde is." Door dit
berouw vervalt krachtens Koran en Tradi
tie „Gods recht" op de dood door steni
ging of een andere straf, aldus de in Saoe-
di-Arabië heersende zeer orthodoxe Han-
balietische rechtsschool. Het bereiken
van de limiet, bij overschrijding waarvan
bij voorbeeld steniging zou moeten vol
gen, staat dus gelijk aan de kwadratuur
van de cirkel en zulks in de meest recht
zinnige rechtsschool die de geschiedenis
van de islam kende en kent!
Onder officiële handhaving van de oud-
Arabische rechtsnorm doding bij verbo
den seksuele betrekkingen dwingt de
islam de moslems dus daaraan zo nodig
slechts maatschappelijke gevolgen te ver
binden, zoals bij voorbeeld echtscheiding.
Geldbuidel durfde ons voor te spiegelen,
dat de prinses krachtens de islamitische
wet was geëxecuteerd; daarbij knoopte
hij sluw aan bij het gebrek aan kennis in
het westen en bij het vooroordeel dat ten
onzent op dit punt Juist zo hardnekkig
voortbestaan Vanuit het islamitische
strafrecht zelf gezien is hij echter een
leugenaar!
Dr. P. S. van Koningsveld is wetenschap
pelijk hoofdmedewerker voor de geschie
denis van de islam verbonden aan de
vakgroep godsdienstgeschiedenis van de
faculteit der godgeleerdheid in Leiden.
Koran
Berouw
een dergelijk recht ontbrak. In het islami
tisch recht zijn de wederzijdse verplichtin
gen der echtelieden echter nauwkeurig
geregeld en kan de vrouw, wanneer de
man in gebreke blijft, bij de rechter óók
echtscheiding aanvragen.
keer) uitgesproken bekentenis volstaan.
Maar die situatie is denkbeeldig, want de
rechter mag in geval van ontucht of over
spel zelf geen initiatief nemen tot een
proces. Maar gesteld eens, dat de verdach
te zelf het initiatief tot de rechtzaak zou
nemen en vrijwillig, door vier keer te be
kennen, een vonnis zou afdwingen, zelfs
dan staat het hem of haar vrij deze beken
tenis tot op het moment van de strafvol
trekking te herroepen, waardoor van
strafvervolging moet worden afgezien.
Zelfs een vluchtpoging bij de steniging of
een lichaamsbeweging die als zodanig kan
worden uitgelegd, moet als herroeping
van de bekentenis worden geïnterpre
teerd, zo leggen ons de Arabische wetge
leerden haarfijn uit.