Sportfederatie geen politiek gekleurd lichaam 3ier en voetbal tand in hand net Constant Vanden Stock >eter van Dorst nieuwe voorzitter van miljoenen-organisatie j^RPAG 17 MEI 1980 TROUW/KWARTET BUSSEL Bier en voetbal. Die twee produkten gaan hand in hand met Constant Vanden jolt, de schatrijke eigenaar van de Geuzebrouwerij en tevens president van Royal Club lorting Anderlecht. Vanden Stock (65) is een autoriteit in het Belgische zaken- en etballeven Hij heeft zelf nog jaren in het eerste elftal van Anderlecht gespeeld. Later irInde die club-gebonden achtergrond voor de Belgische voetbalbond geen probleem toen hij ach van de nationale ploeg werd. In die hoedanigheid was de Brusselaar tien jaar actief. Op maart 1964 formeerde hij voor de wedstrijd tegen Nederland een Belgisch team dat uit elf [Iers van Anderlecht bestond. Tijdens de laatste zes jaar als bondscoach verloor Vanden jok in negen interlands maar één keer van Oranje. Dat Is een prestatie waar zijn opvolgers lymond Goethals en Guys Thijs niet graag aan worden herinnerd. tor Matty Verkamman Anderlecht beslist Vanden Stock onder meer over transfers. Er Is ir hem de afgelopen Jaren met italen gesmeten, maar het succes internationaal groter (twee maal maar van de Europa Cup II en de ier Cup) dan nationaal (ln 1974 het laatst kampioen). Lang niet aangetrokken buitenlanders ble- reen succes in het Astridpark. De ngaarse Ladinsky, de Zweed An- sen, de Engelsman McKenzie en angs de Oostenrijker Koncillia en Paraguees Vilalba vertrokken kor- yd nadat ze meestal voor een hoge nsfersom en altijd een vorstelijk larls waren gekomen. Nederlanders ster ging het doorgaans met de Ne landers in deze internationaal ge- te club. Gerard Bergholtz was vijf jaar geleden de eerste. Zijn voor- li vond een massale navolging: i Mulder, Rob Rensenbrink, Leen Nico de Bree, Jan Ruiter, Pe- Ressel, Arie Haan, Ronny van te, Johnny Dusbaba, Matty van lom, Ruud Geels en, pas gecontrac- erd. René de Jong die binnen tien de vierde Nederlandse keeper Anderlecht wordt. Na het vertrek Rensenbrink wordt de geslonken erlandse inbreng nu nog gevormd Haan, Dusbaba en De Jong. ir Vanden Stock blijft niettemin zien in onze profvoetballers. „Ze hier altijd goed aangenomen ge- istant Vanden Stock: „Het is van ïtien Jaar af dat ik in Anderlecht gesteld was. Op achttien jaar heb het eerste elftal gespeeld, dan op eenentwintig een beenbreuk en vier Jaar naar Union St. Gilloise, ook een grote club was in die tijd. kwijls kampioen van België, maar n, toch weer teruggekeerd op An- lecht. Nadat ik gedaan heb met te pallen kwam de oorlog. Dan ben ir een tijdje weg geweest om veel rerken. Eerst met twee gasten en n vader. Goed vooruit gegaan, tot met over de vierhonderd man in Bouwerij." sleet ieheer '57 hebben ze mij komen vinden voor selectieheer te worden van de nationale ploeg. Dat was eerst met vijf mensen en dan hebben ze mij gevraagd om het alleen te doen. In het begin was dat zeer zwaar want wij hadden geen ploeg. Zes wedstrijden per jaar en daarvan twee tegen Ne derland. Op dien ogenblik had Neder land een zeer goede ploeg met Len stra. Wilkes en Rijvers. De eerste drie. vier Jaar dat ik daar aangeweest ben was dat een pak slaag hè. Negen-één in Rotterdam, ik zal het niet verge ten. Maar daarna, in '62 of '63, begin nen wij een ploeg te krijgen die voet balde. We gaan dan vier jaar aan een stuk van Nederland winnen. Het is te zeggen, alles hangt af van een genera tie van spelers en hoe dat ge tezamen enige spelers kunt hebben die een ploeg vormen. Ge moet het geluk daarvoor hebben in een nationale ploeg, zoals in een club ook. Wij kre gen toen die grote spelers, Jurion, Van Himst, Hanon en Verbiest, de libero. Als Verbiest verongelukte is het begonnen weer moeilijker te wor den in de nationale ploeg èn ln Ander lecht. Verbiest, dat was een grote pion daar van achter. Op taktisch gebied had hij een zeer klare kijk en het is toch van vanachter dat het moet komen hè." Dat vond zijn opvolger, Raymond Goethals, later ook en zelfs heel na drukkelijk; een behoudende coach die angst koesterde voor het Neder lands elftal en net als de huidige keuzeheer Guy Thijs, steeds maar weer van Nederland verloor. Bonds voorzitter Louis Wouters is toen maar bij de UEFA gaan vragen of men voor het Europees kampioenschap in Ita lië in de poule van Nederland ver schoond mocht blijven. Angst. Van den Stock: „Ik ga u zeggen, als een Belg moet spelen tegen Nederland, dan heeft hij altijd een beetje een complex hè. Zoals de Fransman een complex heeft als hij tegen ons gaat spelen. Nee, dat vindt de Fransman niet leuk hoor." Maar het respect van de Belg voor de voetballende Nederlander neemt nu snel af. „Ja, ja. Maar nog, daar zit toch meer talent ginder dan bij ons in het algemeen, schoon België nu een zeer goed resultaat heeft bereikt voor de Europa beker. Ik zeg het, het is een generatie nu in ene keer ifiet Van den Bergh van Lierse die zich daar toont als misschien wel, pas op, een hele grote. Dat kan veel doen voor een ploeg. Als ge zo één of twee in uw elftal hebt, die uitsteekt hè, dan heb je snel een goede ploeg. Een chef d'orchestre, zoals Cruijff dat was, maar kom, ik ga niet vergelijken Van- denBergh en Cruijff". Dikke nek Nederlandse voetballers zijn nooit echt populair geweest in België. Ze werden en worden gewaardeerd om hun voetbalkwaliteiten, maar dan houdt het ook op, zo lijkt het. Het beeld van de materialist, bovendien uitgerust met een grote mond („een dikke nek", als het te gek wordt) bestaat toch van de Nederlandse profspeler. Vanden Stock: „Nee, ik denk het toch niet. Ze zijn hier altijd goed aangenomen geweest. De men sen willen spektakel zien en Rensen brink, Haan en somtijds zelfs Dusba ba hebben dat gebracht. En populari teit, kom, ge spreekt misschien van Rensenbrink. Voor mij is Robbie een hele grote geweest, maar hij zocht niet van populair te zijn. Hij zocht niet anders dan meteen naar huis te gaan, niet veel onder de mensen te lopen. Hij wilde altijd rustig leven en ja, dan kunt ge niet zo populair zijn. Maar anders, als hij opkwam en ze gaven zijn naam op nummer elf, dan werd hij toch geapplaudiseerd. En Haan bijvoorbeeld ook. Die heeft toch veel diensten bewezen aan An derlecht. Maar kom, Haan, dat is, ha, ha, toch wat anders. Hij zegt zo ge makkelijk zijn gedachten." „Luister, materialisten, als ge nu een België-speler gaat halen voor uw ploeg te versterken, ja, die eist ook hoor. De tijd is zo, ze zijn professio nal. Het wordt steeds moeilijker hè. de spelers beginnen vreselijk veel te eisen. De ploegen ln 't algemeen heb ben zeer veel moeite om alles bijeen te kunnen houden. Er is veel meer werk aan dan vroeger. Het is een bedrijf geworden, helemaal een be drijf ja, ik vind dat toch zwaar. Ik zit nu meer dan een tijdje hè, maar ik voel het zó evolueren." Voor Vanden Stock is het vertrek van Rob Rensenbrink een pijnlijke affai re geweest. Hij was zeer gesteld op de aanvoerder-linksbuiten, maar de ru zie met Arie Haan heeft Rensenbrink uiteindelijk nog sneller dan gepland naar Amerika doen afreizen. Vanden Stock: „Een beetje wel, ja. Robbie heeft het misschien te vlug gedaan, maar ja, hij was er toch ook drieën dertig hè. Er was iets tussen Rensen brink en Haan, maar toch niet in de mate als de meeste mensen hebben gedacht. De technisch directeur heeft eerst gemeend dat het wel mee viel. Toen hij er aan ging werken bleek het kwaad verder dan gewenst. Het be stond, spijtig genoeg, maar ze hebben geen moeilijkheden aan de club ge daan. Ze waren professional genoeg om op het veld en op de training te werken zoals het moet. Ik heb ene keer met hen daarvan gesproken en dan is dat ook een beetje beter ge gaan. Maar ja, ik kan alle dagen daar niet zijn hè. Daarna is het toch weer afgebrokkeld. Er waren bepaalde din getjes bij waarvan ze tegenover mij ook niet wensten te spreken. Het zijn twee groten van de voetbal, ze heb ben alle twee alles gehad van de voet bal maar ze hebben het been stijf gehouden. Later zullen zij zich dat beklagen." Tegenslag Zij konden Anderlecht trouwens ook dit jaar weer niet aan de titel helpen. „We hebben thans veel tegenslag ge had. Coeck heeft zich fel gekwetst, Rensenbrink ook, voor maanden, De Bree, Vander Eist, Martens alle maal lang gekwetst geweest. Dat was een beetje veel. Maar toch, we gaan werken voor weer de standing te heb ben van vroeger, want dat is natuur lijk een beetje gezegd hè. Maar ge kunt altijd aan de top niet blijven. Liverpool gaan kloppen, Hamburg gaan kloppen, dat kunt ge altijd niet." Wanneer Anderlecht een speler koopt, dan is dat een zaak van Con stant Vanden Stock. „Ik beslis, maar pas op, ik breng de mensen van de beheerraad altijd op de hoogte. Maar eh, moesten we vijftig-vijftig zijn, dan beslis ik. Ja, zo is 't." Een machtige president. „Het zal niet altijd de president zijn, maar toch: zult ge Lokeren pakken dan is het meneer Wiers, pakt ge Standard daar is het meneer Petit, neemt ge hier Molenbeek dan is het meneer l'Ecluse en neemt ge Antwerp dan is het me neer Wouters. Ik geloof dat een club ene man moet hebben die zoals in een bedrijf de leiding geeft. Maar natuur lijk. ge kunt alles niet alleen doen hè. U moet medewerkers hebben en die heeft Anderlecht. Maar voor de richt lijnen moet er toch iemand met erva ring zijn." 'En met kapitaal. „Dat is te zeggen, in het verleden heb ik geld, eh, heb ik waarborg gestaan voor de spelers; dat ze kochten, dat de mensen zou den kunnen hun geld hebben. Maar nu is dat niet nodig hoor. Anderlecht ontmoet niets aan de brouwerij of Vanden Stock. Het is somtijds alleen dat ik eens een premie geef. Maar de club leeft op zich zelf. En daarvan ben ik fier." De laatste tijd heeft Anderlecht geen gelukkige grepen gedaan op de bui tenlandse markt. Geels, Vilalba en Koncillia waren maar even in Brus sel. „Geels, ja daar hebben we toch een beetje aan verloren (in een jaar tijd circa een half miljoen gulden aan transfergeld-red.) Koncillia was inter nationaal van Oostenrijk, die kon babbelen voor drie. Het was Goethals die te snel weer een andere keeper wilde hebben voor De Bree te vervan gen als die een accident kreeg. Dat is een beetje te snel geweest. En Vilal ba, ja, de voetbal in Zuid-Amerika is niet wat het in Europa is. Dat is een dik verschil van technisch en fysiek gebied. We zijn Vilalba daar gaan zien en misschien hebben we dan niet genoeg rekening gehouden met d'n andere voetbal. Zo'n vent moet kun nen renderen dat ging niet. Hij is al gauw naar Mexico gegaan. Ge moogt toch zeggen dat daar altijd aan verlo ren wordt en aan Koncillia ook. Maar kom, moesten alle transfers lukken Verkopen ging soms beter, in die zin, dat Mulder en Ruud Geels amper nog speelden nadat ze aan Nederlandse clubs waren verkocht. „Een grapje van mij, watblief, of ze fit waren? Ha, ha, het is te zeggen, Mul der, ze wilden bij Ajax absoluut Mul der en pas op, Mulder is een speler die ons toch zeer veel bijgebracht heeft. heeft hij een half seizoen gespeeld, maar hij was niet geblesseerd als hij weg ging. En komt, hij speelt toch weer. Geels was een beetje, laat ik zeggen als hij hier gekomen Is was dat vlam en vuur en dan ineens heeft 'm beginnen onrust te scheppen hier, het ging niet. Om d'n ogenblik naar Nederland, dan weer gekomen, dat ging echt niet meer.' Boycot Vorig seizoen wilde Vanden Stock Ernst Happel aanvankelijk als trai ner naar Anderlecht halen. Het kwam er niet van, naar men zegt omdat hij vreesde voor een boycot van zijn bier in Brugge. Vanden Stock: „Ja, ja, laat ons zeggen, Happel was in Brugge en veel mensen van Club dachten dat ik nu Happel zou gaan afnemen, nadat ik Rensenbrink al getransfereerd had van Brugge naar Anderlecht, schoon hij in Brugge lang niet is geweest wat hij bij Anderlecht Is geworden. Maar toch heb ik dan een einde willen maken aan al die commentaren van te zeggen „Vanden Stock gaat ons Happel afpakken." Ik heb gezegd, ik doe het niet." Maar onder druk van de dreiging dat men in Brugge Vanden Stocks bier niet meer zou drinken? „Het zijn eni ge supporters die gezegd hebben dat ze dat zouden gaan doen, maar kom. ik lever niet rechtstreeks Ln de café's hè, lk lever aan uitzetters. Maar ja. voor dat toch allemaal te vermijden heb ik gezegd, nee ik doe het niet" Als Vanden Bergh van Lierse SK nu op het verlanglijstje van Anderlecht zou staan, dan zeggen de supporters in Lier misschien wel dat ze geen Gueuze-bier meer drinken. Vanden Stock: „Ha, ha, mooi, maar nee, zo verre gaat het niet. Zo verre niet hè." Ik zou wensen nog zo'n center-voor te hebben als Jan. Maar ja, als 'm nage gaan is had 'm al een beetje pijn aan DuSbSbS zijn knie, maar niet voor te zeggen dat hij niet meer zou kunnen, want het Jaar als we Jan verkocht hebben, had hij zevenentwintig van de dertig wedstrijden gespeeld. In het begin heeft hij ook bij Ajax meegespeeld hè. En dan hebben z'm geopereerd in Nederland. Maar ja." Dusbaba en hij heeft het niet gewei gerd. Hij heeft zelfs spontaan gezegd, „ja dat zou ik wel doen" en dan is er van geen frank gesproken geweest. Het is ons ook niet zó veel waard, hoewel we dan natuurlijk weer een buitenlander meer kunnen opstellen. Ik ga u zeggen: Dusbaba is hier zeer graag hè, hij woont daar mooi in Liedekerke en hij Is op handen gedra gen. Nu, na drie jaar, kan hij de klein- nationaliteit vragen, na vijf jaar de echte nationaliteit. Het is geen geheim dat Anderlecht er best enige klassespelers bij wil heb ben nu naast Rensenbrink, ook de jonge Vander Eist naar Amerika (New York Cosmos) vertrekt. De bo men groeien bij Anderlecht dus ken nelijk toch niet tot aan de hemel. Vanden Stock: „Ik laat niet dikwijls een speler gaan, daarvan ben ik ge kend. Vander Eist is hier gekomen als cadet, op zijn dertien, hij was van de club. Maar op sociaal gebied was dit niet tegen te houden. Hij kan ginder een dobbel verdienen van hier. Is het dan mogelijk van te zeggen aan die gast: ge moogt niet?" Er komt straks nog een Nederlandse aanvaller. „Ja. Ik denk het toch, ja, waarschijnlijk wel. Maar ik kan nog niet zeggen de welke, want dan gaat 'm nog een beetje meer kosten hè Het zal wel om Kees Kist gaan. „Zo'n center-voor, wie zou die weigeren? Niemand zou die weigeren hè." Beetje fout Onlangs haalde Johnny Dusbaba de Nederlandse pers als zou hij bereid zijn om de Belgische nationaliteit aan te nemen. Een kwestie van geld? willen. „Geels paste hier niet. Op een jaar Vanden Stock: „Ik zou dat wel maar voor d'n ogenblik is dat nog niet gedaan. Dat gaat zo snel niet, dat duurt zeker een jaar. We zijn een beetje aan het onderhandelen met De trainers, tenslotte. Met Sinlbaldi, Kessler, Braems, Croon, Goethals en nu weer Braems zijn er de laatste tien jaar voor een club van standing geen groten geweest. Vanden Stock: „Het was niet genoeg. Dat is een beetje een fout geweest." Maar nu, met Ivic, krijgt Anderlecht een beste? Pas op, dat is nog niet gedaan hoor, want een Duitse club zit 'm achter aan. Ivic heeft hier nog niet getekend. Ais ik hoor wat de Duitsers willen betalen, dat Ls toch te gek. Vier miljoen netto per jaar, drie ton in guldens. Dat kunnen ook niet, dat is 'n te grote inspanning voor Ander lecht." het besluit van het NOC komen. En partieel zal ik me daar zeker in kun nen vinden." Van Dorst, die eigenlijk al een klein jaar de rol van voorzitter vertolkt, betwist de relatie sport-politiek niet. „Toch is het een moeilijke zaak. We hebben dat onlangs bij het NOC ge merkt. Op een vrijdagmiddag werden we in het Catshuis in Den Haag ver wacht. We gingen er van uit, dat we Van Agt en Van der Klaauw onze zienswijze op het al dan niet boycot ten van de Olympische Spelen zou den kunnen geven. In plaats daarvan werd ons meegedeeld, dat we niet moesten gaan. Discussie was niet mo gelijk. Zouden we het advies in de wind slaan, dan werd de mogelijkheid niet uitgesloten geacht, dat onze sub sidies zouden worden ingetrokken en dat ambtenaren niet op buitenge woon verlof hoefden te rekenen. Chantage vind ik in dit verband een groot woord, maar het is wel afbreuk doen aan vrijheid van handelen. Dit soort dreigementen leidt tot reper cussies. Stel, dat de sport iets zou besluiten, dat de regering onwelge vallig is. Dan loop je de kans, dat je je geld niet krijgt. Ik vind dat een onver teerbare zaak." Pressiegroep Politiek en NSF lijken even ver van elkaar af te staan als de CPN en het GPV. Het mag dan zo zijn, dat sport alleen tot het parlement doordringt wanneer dat publicitair aantrekke lijk is (betaald voetbal, shirtreclame, Olympische Spelen, Paralympics), dat er af en toe een paar guldens naar het sporttechnisch kader vloeien, maar wanneer je je ongeveer dage lijks op de borst slaat viereneenhalf miljoen leden ln de computer te heb ben gegraveerd, zou je een pressie groep moeten zijn, die de overheid voortdurend op de vingers tikt. In plaats daarvan schikt de NSF zich in zijn lot, heeft sinds de inderdaad goe de nota Sport '70 geen opvallend be leidsstuk meer geproduceerd en steekt oude problemen zoals de sponsoring regelmatig in een nieuw Jasje. Van Dorst onderkent dat tot op zeke re hoogte. „Je kunt niet alles tegelijk aanpakken. De NSF heeft al veel ge daan. Ik denk daarbij aan het overleg met de overheden, de besteding van de beschikbare geldmiddelen, het stellen van prioriteiten in het kader van de welzijnszorg, de exploitatie van het nationale sportcentrum Pa pendal (inmiddels een miljoenen zaak), en de service ten opzichte van de aangesloten "leden; in de zin van opleidingen, kaderfuncties, advise ring op materieel terrein en wat dies meer zijn. Maar inderdaad, er zijn terreinen, waarop nog gebouwd moet worden. Het kan best zijn. dat de NSF zich te weinig verkoopt. Toch is het niet eerlijk van de kritici, dat ze te weinig stil staan bij het gegeven, dat het voor een allesoverkoepelende or ganisatie als de NSF onmogelijk is om zich in alle opzichten te profile ren. Het behartigen van belangen van grote groepen mensen werkt kleur loosheid in de hand. Je zou kunnen zeggen, dat de NCSU en de NKS (respectievelijk de Christelijke en de Katholieke sportkoepel; beide zijn overigens aangesloten bij de NSF red) het gemakkelijker hebben. Maar daar staat tegenover, dat ze zwak zijn door de beperkte groepen, die ze ver tegenwoordigen." Vrees „De relatie sport-politiek is eigenlijk betrekkelijk jong", verdedigt Van Dorst zich verder. „Hoe lang bestaat het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk in feite? Toen Marga Klompé minister werd, kwam de sport er bij. De NSF is vroeger echt wel op de barricaden geklommen om zijn belangen behar tigd te zien. Dat leende zich echter nooit voor publiciteit. Ik ben van mening, dat we goed op de politieke ontwikkelingen inspelen. Bij sommi gen bestaat ten onrechte de vrees, dat wij bij het in werking treden van de kaderwet specifiek welzijn (decen tralisatie van het welzijnsbeleid; sport valt daar ook onder - red) de boot missen. Het is inderdaad een gegeven, dat andere welzij nssekto- ren, de zachte sektor bijvoorbeeld, met veel meer professionele krachten werken dan wij. Te veel zelfs. Het klinkt dualistisch, maar de kracht van de sport is het vrijwilligerswerk. Juist daarom volgt de NSF de ont wikkelingen zeer alert." door Johan Woldendorp LVENHOUT Na twee op papier althans politieke voorzitters te hebben gesleten, *ft de Nederlandse Sportfederatie nu iemand uit de sport zelf aan het roer staan. Jonkheer *th combineerde het leiderschap met het ambt van burgermeester van Voorburg, jonkheer uarles van Ufford was in zijn regeerperiode de b uit het college in achtereenvolgens *mstede en Amstelveen. Ze manifesteerden zich echter nooit als politieke voorzitters van o miljoenenorganisatie, di® er maar steeds niet in slaagt een echte pressiegroep tegenover parlement te worden. Het gezicht naar buiten wordt bepaald door secretaris Wim van Zijll. nieuwe man met de hamer, Peter 'Dorst, bestuurslid van het Neder- 'dsch Olympisch Comité, cud- rcitter van de volleybalbond en lector van een scholengemeen- top in Breda, is van plan zich dui der te profileren. „Ik kijk daarbij een man als Idenburg. Ik vind, K hij het de laatste tijd goed heeft Of Je het er mee eens bent of et. namens het Olympisch Comité ,a® hij met een evenwichtig stand- The man in the street identlfi- *fthet NOC met zijn voorzitter. Nu de NSF Van Zijll (en na diens klonering De Heer - red). Ik vind "hest, maar aan de andere kant wil 'Net primair representatief overko ok Ik wil een bepaald aandeel heb- in het meedenken, het organise- e en de verantwoordelijkheden ten Ncnte van de leden en de besturen. «Port dienen betekent voor mij c niet politiek denken. Je moet Participeren als staatsburger ^ftsins uit de weg gaan." Het is te veel gezegd, dat de NSF door die op handen zijnde gezichtsvernieu wing een metamorfose in een politiek gekleurd lichaam ondergaat. Van Dorst vindt het te ver gaan om de georganiseerde sport in Nederland de karaktertrekken van de Westduitse equivalent, de DSB, te geven. Zijn collega Willi Weyer legde zelfs zijn functie van minister en plaatsvervan gend premier in de deelstaat Noord- rij n-Westf alen neer om de Duitse sportbond tot een krachtige organi satie met een duidelijk gezicht naar buiten (dus ook naar regering en par lement) uit te bouwen. Weyer won donderdag het tweegevecht met de voorzitter van het Duitse Olympische Comité. Willi Daume. toen het op een boycot van de Spelen in Moskou aan kwam. „De NSF bepaalt geen stand punt in kwesties als deze." stelt Van Dorst er tegenover. „Het gaan of niet gaan laten we altijd over aan de ver antwoordelijke bonden. Wanneer het NOC een beslissing neemt, gebeurt dat in overleg en onder medeverant woordelijkheid van de NSF." Moskou Van Dorst vindt de vraag, wel of niet naar de Sowjet-Unie afreizen, nauwe lijks te beantwoorden. „De afgelopen maanden is er tussen de NSF en het NOC veelvuldig over Moskou ge praat. Alles is aan de orde gekomen, ook de gevolgen van een bepaalde beslissing. Nu je in de fase bent be land. dat er een besluit genomen dient te worden, is het zo, dat het NOC daarvoor de verantwoordelijk heid moet nemen. Het is een gegeven, dat je tot het Westen behoort. Door tegen het advies van de Verenigde Staten en West-Duitsland in te gaan. kun je jezelf in sportcontacten isole ren. Ik kan nu naar eer en geweten niet zeggen hoe ik er maandag (het NOC bepaalt dan zijn standpunt - red.) over denk. Je leeft in deze perio de echt van dag tot dag. Het klinkt bijna als een excuus, omdat we zel den zo aarzelend Ja of nee hebben gezegd. Statutair ligt het eenvoudig: je zit er voor de topsporters, dus moet je gaan. Je kunt echter niet blind een advies van regering en parlement (voor een boycot - red.) naast je neer leggen. Er zal hoe dan ook kritiek op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 31