Sportfederatie geen politiek gekleurd lichaam
3ier en voetbal
tand in hand
net Constant Vanden Stock
>eter van Dorst nieuwe voorzitter van miljoenen-organisatie
j^RPAG 17 MEI 1980
TROUW/KWARTET
BUSSEL Bier en voetbal. Die twee produkten gaan hand in hand met Constant Vanden
jolt, de schatrijke eigenaar van de Geuzebrouwerij en tevens president van Royal Club
lorting Anderlecht. Vanden Stock (65) is een autoriteit in het Belgische zaken- en
etballeven Hij heeft zelf nog jaren in het eerste elftal van Anderlecht gespeeld. Later
irInde die club-gebonden achtergrond voor de Belgische voetbalbond geen probleem toen hij
ach van de nationale ploeg werd. In die hoedanigheid was de Brusselaar tien jaar actief. Op
maart 1964 formeerde hij voor de wedstrijd tegen Nederland een Belgisch team dat uit elf
[Iers van Anderlecht bestond. Tijdens de laatste zes jaar als bondscoach verloor Vanden
jok in negen interlands maar één keer van Oranje. Dat Is een prestatie waar zijn opvolgers
lymond Goethals en Guys Thijs niet graag aan worden herinnerd.
tor Matty Verkamman
Anderlecht beslist Vanden Stock
onder meer over transfers. Er Is
ir hem de afgelopen Jaren met
italen gesmeten, maar het succes
internationaal groter (twee maal
maar van de Europa Cup II en de
ier Cup) dan nationaal (ln 1974
het laatst kampioen). Lang niet
aangetrokken buitenlanders ble-
reen succes in het Astridpark. De
ngaarse Ladinsky, de Zweed An-
sen, de Engelsman McKenzie en
angs de Oostenrijker Koncillia en
Paraguees Vilalba vertrokken kor-
yd nadat ze meestal voor een hoge
nsfersom en altijd een vorstelijk
larls waren gekomen.
Nederlanders
ster ging het doorgaans met de Ne
landers in deze internationaal ge-
te club. Gerard Bergholtz was vijf
jaar geleden de eerste. Zijn voor-
li vond een massale navolging:
i Mulder, Rob Rensenbrink, Leen
Nico de Bree, Jan Ruiter, Pe-
Ressel, Arie Haan, Ronny van
te, Johnny Dusbaba, Matty van
lom, Ruud Geels en, pas gecontrac-
erd. René de Jong die binnen tien
de vierde Nederlandse keeper
Anderlecht wordt. Na het vertrek
Rensenbrink wordt de geslonken
erlandse inbreng nu nog gevormd
Haan, Dusbaba en De Jong.
ir Vanden Stock blijft niettemin
zien in onze profvoetballers. „Ze
hier altijd goed aangenomen ge-
istant Vanden Stock: „Het is van
ïtien Jaar af dat ik in Anderlecht
gesteld was. Op achttien jaar heb
het eerste elftal gespeeld, dan op
eenentwintig een beenbreuk en
vier Jaar naar Union St. Gilloise,
ook een grote club was in die tijd.
kwijls kampioen van België, maar
n, toch weer teruggekeerd op An-
lecht. Nadat ik gedaan heb met te
pallen kwam de oorlog. Dan ben
ir een tijdje weg geweest om veel
rerken. Eerst met twee gasten en
n vader. Goed vooruit gegaan, tot
met over de vierhonderd man in
Bouwerij."
sleet ieheer
'57 hebben ze mij komen vinden
voor selectieheer te worden van de
nationale ploeg. Dat was eerst met
vijf mensen en dan hebben ze mij
gevraagd om het alleen te doen. In
het begin was dat zeer zwaar want wij
hadden geen ploeg. Zes wedstrijden
per jaar en daarvan twee tegen Ne
derland. Op dien ogenblik had Neder
land een zeer goede ploeg met Len
stra. Wilkes en Rijvers. De eerste drie.
vier Jaar dat ik daar aangeweest ben
was dat een pak slaag hè. Negen-één
in Rotterdam, ik zal het niet verge
ten. Maar daarna, in '62 of '63, begin
nen wij een ploeg te krijgen die voet
balde. We gaan dan vier jaar aan een
stuk van Nederland winnen. Het is te
zeggen, alles hangt af van een genera
tie van spelers en hoe dat ge tezamen
enige spelers kunt hebben die een
ploeg vormen. Ge moet het geluk
daarvoor hebben in een nationale
ploeg, zoals in een club ook. Wij kre
gen toen die grote spelers, Jurion,
Van Himst, Hanon en Verbiest, de
libero. Als Verbiest verongelukte is
het begonnen weer moeilijker te wor
den in de nationale ploeg èn ln Ander
lecht. Verbiest, dat was een grote
pion daar van achter. Op taktisch
gebied had hij een zeer klare kijk en
het is toch van vanachter dat het
moet komen hè."
Dat vond zijn opvolger, Raymond
Goethals, later ook en zelfs heel na
drukkelijk; een behoudende coach
die angst koesterde voor het Neder
lands elftal en net als de huidige
keuzeheer Guy Thijs, steeds maar
weer van Nederland verloor. Bonds
voorzitter Louis Wouters is toen maar
bij de UEFA gaan vragen of men voor
het Europees kampioenschap in Ita
lië in de poule van Nederland ver
schoond mocht blijven. Angst. Van
den Stock: „Ik ga u zeggen, als een
Belg moet spelen tegen Nederland,
dan heeft hij altijd een beetje een
complex hè. Zoals de Fransman een
complex heeft als hij tegen ons gaat
spelen. Nee, dat vindt de Fransman
niet leuk hoor."
Maar het respect van de Belg voor de
voetballende Nederlander neemt nu
snel af. „Ja, ja. Maar nog, daar zit
toch meer talent ginder dan bij ons in
het algemeen, schoon België nu een
zeer goed resultaat heeft bereikt voor
de Europa beker. Ik zeg het, het is een
generatie nu in ene keer ifiet Van
den Bergh van Lierse die zich daar
toont als misschien wel, pas op, een
hele grote. Dat kan veel doen voor
een ploeg. Als ge zo één of twee in uw
elftal hebt, die uitsteekt hè, dan heb
je snel een goede ploeg. Een chef
d'orchestre, zoals Cruijff dat was,
maar kom, ik ga niet vergelijken Van-
denBergh en Cruijff".
Dikke nek
Nederlandse voetballers zijn nooit
echt populair geweest in België. Ze
werden en worden gewaardeerd om
hun voetbalkwaliteiten, maar dan
houdt het ook op, zo lijkt het. Het
beeld van de materialist, bovendien
uitgerust met een grote mond („een
dikke nek", als het te gek wordt)
bestaat toch van de Nederlandse
profspeler. Vanden Stock: „Nee, ik
denk het toch niet. Ze zijn hier altijd
goed aangenomen geweest. De men
sen willen spektakel zien en Rensen
brink, Haan en somtijds zelfs Dusba
ba hebben dat gebracht. En populari
teit, kom, ge spreekt misschien van
Rensenbrink. Voor mij is Robbie een
hele grote geweest, maar hij zocht
niet van populair te zijn. Hij zocht
niet anders dan meteen naar huis te
gaan, niet veel onder de mensen te
lopen. Hij wilde altijd rustig leven en
ja, dan kunt ge niet zo populair zijn.
Maar anders, als hij opkwam en ze
gaven zijn naam op nummer elf, dan
werd hij toch geapplaudiseerd. En
Haan bijvoorbeeld ook. Die heeft
toch veel diensten bewezen aan An
derlecht. Maar kom, Haan, dat is, ha,
ha, toch wat anders. Hij zegt zo ge
makkelijk zijn gedachten."
„Luister, materialisten, als ge nu een
België-speler gaat halen voor uw
ploeg te versterken, ja, die eist ook
hoor. De tijd is zo, ze zijn professio
nal. Het wordt steeds moeilijker hè.
de spelers beginnen vreselijk veel te
eisen. De ploegen ln 't algemeen heb
ben zeer veel moeite om alles bijeen
te kunnen houden. Er is veel meer
werk aan dan vroeger. Het is een
bedrijf geworden, helemaal een be
drijf ja, ik vind dat toch zwaar. Ik zit
nu meer dan een tijdje hè, maar ik
voel het zó evolueren."
Voor Vanden Stock is het vertrek van
Rob Rensenbrink een pijnlijke affai
re geweest. Hij was zeer gesteld op de
aanvoerder-linksbuiten, maar de ru
zie met Arie Haan heeft Rensenbrink
uiteindelijk nog sneller dan gepland
naar Amerika doen afreizen. Vanden
Stock: „Een beetje wel, ja. Robbie
heeft het misschien te vlug gedaan,
maar ja, hij was er toch ook drieën
dertig hè. Er was iets tussen Rensen
brink en Haan, maar toch niet in de
mate als de meeste mensen hebben
gedacht. De technisch directeur heeft
eerst gemeend dat het wel mee viel.
Toen hij er aan ging werken bleek het
kwaad verder dan gewenst. Het be
stond, spijtig genoeg, maar ze hebben
geen moeilijkheden aan de club ge
daan. Ze waren professional genoeg
om op het veld en op de training te
werken zoals het moet. Ik heb ene
keer met hen daarvan gesproken en
dan is dat ook een beetje beter ge
gaan. Maar ja, ik kan alle dagen daar
niet zijn hè. Daarna is het toch weer
afgebrokkeld. Er waren bepaalde din
getjes bij waarvan ze tegenover mij
ook niet wensten te spreken. Het zijn
twee groten van de voetbal, ze heb
ben alle twee alles gehad van de voet
bal maar ze hebben het been stijf
gehouden. Later zullen zij zich dat
beklagen."
Tegenslag
Zij konden Anderlecht trouwens ook
dit jaar weer niet aan de titel helpen.
„We hebben thans veel tegenslag ge
had. Coeck heeft zich fel gekwetst,
Rensenbrink ook, voor maanden, De
Bree, Vander Eist, Martens alle
maal lang gekwetst geweest. Dat was
een beetje veel. Maar toch, we gaan
werken voor weer de standing te heb
ben van vroeger, want dat is natuur
lijk een beetje gezegd hè. Maar ge
kunt altijd aan de top niet blijven.
Liverpool gaan kloppen, Hamburg
gaan kloppen, dat kunt ge altijd
niet."
Wanneer Anderlecht een speler
koopt, dan is dat een zaak van Con
stant Vanden Stock. „Ik beslis, maar
pas op, ik breng de mensen van de
beheerraad altijd op de hoogte. Maar
eh, moesten we vijftig-vijftig zijn, dan
beslis ik. Ja, zo is 't."
Een machtige president. „Het zal niet
altijd de president zijn, maar toch:
zult ge Lokeren pakken dan is het
meneer Wiers, pakt ge Standard daar
is het meneer Petit, neemt ge hier
Molenbeek dan is het meneer l'Ecluse
en neemt ge Antwerp dan is het me
neer Wouters. Ik geloof dat een club
ene man moet hebben die zoals in een
bedrijf de leiding geeft. Maar natuur
lijk. ge kunt alles niet alleen doen hè.
U moet medewerkers hebben en die
heeft Anderlecht. Maar voor de richt
lijnen moet er toch iemand met erva
ring zijn."
'En met kapitaal. „Dat is te zeggen, in
het verleden heb ik geld, eh, heb ik
waarborg gestaan voor de spelers;
dat ze kochten, dat de mensen zou
den kunnen hun geld hebben. Maar
nu is dat niet nodig hoor. Anderlecht
ontmoet niets aan de brouwerij of
Vanden Stock. Het is somtijds alleen
dat ik eens een premie geef. Maar de
club leeft op zich zelf. En daarvan ben
ik fier."
De laatste tijd heeft Anderlecht geen
gelukkige grepen gedaan op de bui
tenlandse markt. Geels, Vilalba en
Koncillia waren maar even in Brus
sel. „Geels, ja daar hebben we toch
een beetje aan verloren (in een jaar
tijd circa een half miljoen gulden aan
transfergeld-red.) Koncillia was inter
nationaal van Oostenrijk, die kon
babbelen voor drie. Het was Goethals
die te snel weer een andere keeper
wilde hebben voor De Bree te vervan
gen als die een accident kreeg. Dat is
een beetje te snel geweest. En Vilal
ba, ja, de voetbal in Zuid-Amerika is
niet wat het in Europa is. Dat is een
dik verschil van technisch en fysiek
gebied. We zijn Vilalba daar gaan zien
en misschien hebben we dan niet
genoeg rekening gehouden met d'n
andere voetbal. Zo'n vent moet kun
nen renderen dat ging niet. Hij is al
gauw naar Mexico gegaan. Ge moogt
toch zeggen dat daar altijd aan verlo
ren wordt en aan Koncillia ook. Maar
kom, moesten alle transfers
lukken
Verkopen ging soms beter, in die zin,
dat Mulder en Ruud Geels amper nog
speelden nadat ze aan Nederlandse
clubs waren verkocht.
„Een grapje van mij, watblief, of ze fit
waren? Ha, ha, het is te zeggen, Mul
der, ze wilden bij Ajax absoluut Mul
der en pas op, Mulder is een speler die
ons toch zeer veel bijgebracht heeft.
heeft hij een half seizoen gespeeld,
maar hij was niet geblesseerd als hij
weg ging. En komt, hij speelt toch
weer. Geels was een beetje, laat ik
zeggen als hij hier gekomen Is was
dat vlam en vuur en dan ineens heeft
'm beginnen onrust te scheppen hier,
het ging niet. Om d'n ogenblik naar
Nederland, dan weer gekomen, dat
ging echt niet meer.'
Boycot
Vorig seizoen wilde Vanden Stock
Ernst Happel aanvankelijk als trai
ner naar Anderlecht halen. Het kwam
er niet van, naar men zegt omdat hij
vreesde voor een boycot van zijn bier
in Brugge. Vanden Stock: „Ja, ja, laat
ons zeggen, Happel was in Brugge en
veel mensen van Club dachten dat ik
nu Happel zou gaan afnemen, nadat
ik Rensenbrink al getransfereerd had
van Brugge naar Anderlecht, schoon
hij in Brugge lang niet is geweest wat
hij bij Anderlecht Is geworden. Maar
toch heb ik dan een einde willen
maken aan al die commentaren van
te zeggen „Vanden Stock gaat ons
Happel afpakken." Ik heb gezegd, ik
doe het niet."
Maar onder druk van de dreiging dat
men in Brugge Vanden Stocks bier
niet meer zou drinken? „Het zijn eni
ge supporters die gezegd hebben dat
ze dat zouden gaan doen, maar kom.
ik lever niet rechtstreeks Ln de café's
hè, lk lever aan uitzetters. Maar ja.
voor dat toch allemaal te vermijden
heb ik gezegd, nee ik doe het niet"
Als Vanden Bergh van Lierse SK nu
op het verlanglijstje van Anderlecht
zou staan, dan zeggen de supporters
in Lier misschien wel dat ze geen
Gueuze-bier meer drinken. Vanden
Stock: „Ha, ha, mooi, maar nee, zo
verre gaat het niet. Zo verre niet hè."
Ik zou wensen nog zo'n center-voor te
hebben als Jan. Maar ja, als 'm nage
gaan is had 'm al een beetje pijn aan DuSbSbS
zijn knie, maar niet voor te zeggen
dat hij niet meer zou kunnen, want
het Jaar als we Jan verkocht hebben,
had hij zevenentwintig van de dertig
wedstrijden gespeeld. In het begin
heeft hij ook bij Ajax meegespeeld
hè. En dan hebben z'm geopereerd in
Nederland. Maar ja."
Dusbaba en hij heeft het niet gewei
gerd. Hij heeft zelfs spontaan gezegd,
„ja dat zou ik wel doen" en dan is er
van geen frank gesproken geweest.
Het is ons ook niet zó veel waard,
hoewel we dan natuurlijk weer een
buitenlander meer kunnen opstellen.
Ik ga u zeggen: Dusbaba is hier zeer
graag hè, hij woont daar mooi in
Liedekerke en hij Is op handen gedra
gen. Nu, na drie jaar, kan hij de klein-
nationaliteit vragen, na vijf jaar de
echte nationaliteit.
Het is geen geheim dat Anderlecht er
best enige klassespelers bij wil heb
ben nu naast Rensenbrink, ook de
jonge Vander Eist naar Amerika
(New York Cosmos) vertrekt. De bo
men groeien bij Anderlecht dus ken
nelijk toch niet tot aan de hemel.
Vanden Stock: „Ik laat niet dikwijls
een speler gaan, daarvan ben ik ge
kend. Vander Eist is hier gekomen als
cadet, op zijn dertien, hij was van de
club. Maar op sociaal gebied was dit
niet tegen te houden. Hij kan ginder
een dobbel verdienen van hier. Is het
dan mogelijk van te zeggen aan die
gast: ge moogt niet?"
Er komt straks nog een Nederlandse
aanvaller. „Ja. Ik denk het toch, ja,
waarschijnlijk wel. Maar ik kan nog
niet zeggen de welke, want dan gaat
'm nog een beetje meer kosten hè
Het zal wel om Kees Kist gaan. „Zo'n
center-voor, wie zou die weigeren?
Niemand zou die weigeren hè."
Beetje fout
Onlangs haalde Johnny Dusbaba de
Nederlandse pers als zou hij bereid
zijn om de Belgische nationaliteit
aan te nemen. Een kwestie van geld?
willen.
„Geels paste hier niet. Op een jaar
Vanden Stock: „Ik zou dat wel
maar voor d'n ogenblik is dat nog niet
gedaan. Dat gaat zo snel niet, dat
duurt zeker een jaar. We zijn een
beetje aan het onderhandelen met
De trainers, tenslotte. Met Sinlbaldi,
Kessler, Braems, Croon, Goethals en
nu weer Braems zijn er de laatste tien
jaar voor een club van standing geen
groten geweest. Vanden Stock: „Het
was niet genoeg. Dat is een beetje een
fout geweest."
Maar nu, met Ivic, krijgt Anderlecht
een beste? Pas op, dat is nog niet
gedaan hoor, want een Duitse club zit
'm achter aan. Ivic heeft hier nog niet
getekend. Ais ik hoor wat de Duitsers
willen betalen, dat Ls toch te gek. Vier
miljoen netto per jaar, drie ton in
guldens. Dat kunnen ook niet, dat is
'n te grote inspanning voor Ander
lecht."
het besluit van het NOC komen. En
partieel zal ik me daar zeker in kun
nen vinden."
Van Dorst, die eigenlijk al een klein
jaar de rol van voorzitter vertolkt,
betwist de relatie sport-politiek niet.
„Toch is het een moeilijke zaak. We
hebben dat onlangs bij het NOC ge
merkt. Op een vrijdagmiddag werden
we in het Catshuis in Den Haag ver
wacht. We gingen er van uit, dat we
Van Agt en Van der Klaauw onze
zienswijze op het al dan niet boycot
ten van de Olympische Spelen zou
den kunnen geven. In plaats daarvan
werd ons meegedeeld, dat we niet
moesten gaan. Discussie was niet mo
gelijk. Zouden we het advies in de
wind slaan, dan werd de mogelijkheid
niet uitgesloten geacht, dat onze sub
sidies zouden worden ingetrokken en
dat ambtenaren niet op buitenge
woon verlof hoefden te rekenen.
Chantage vind ik in dit verband een
groot woord, maar het is wel afbreuk
doen aan vrijheid van handelen. Dit
soort dreigementen leidt tot reper
cussies. Stel, dat de sport iets zou
besluiten, dat de regering onwelge
vallig is. Dan loop je de kans, dat je je
geld niet krijgt. Ik vind dat een onver
teerbare zaak."
Pressiegroep
Politiek en NSF lijken even ver van
elkaar af te staan als de CPN en het
GPV. Het mag dan zo zijn, dat sport
alleen tot het parlement doordringt
wanneer dat publicitair aantrekke
lijk is (betaald voetbal, shirtreclame,
Olympische Spelen, Paralympics),
dat er af en toe een paar guldens naar
het sporttechnisch kader vloeien,
maar wanneer je je ongeveer dage
lijks op de borst slaat viereneenhalf
miljoen leden ln de computer te heb
ben gegraveerd, zou je een pressie
groep moeten zijn, die de overheid
voortdurend op de vingers tikt. In
plaats daarvan schikt de NSF zich in
zijn lot, heeft sinds de inderdaad goe
de nota Sport '70 geen opvallend be
leidsstuk meer geproduceerd en
steekt oude problemen zoals de
sponsoring regelmatig in een
nieuw Jasje.
Van Dorst onderkent dat tot op zeke
re hoogte. „Je kunt niet alles tegelijk
aanpakken. De NSF heeft al veel ge
daan. Ik denk daarbij aan het overleg
met de overheden, de besteding van
de beschikbare geldmiddelen, het
stellen van prioriteiten in het kader
van de welzijnszorg, de exploitatie
van het nationale sportcentrum Pa
pendal (inmiddels een miljoenen
zaak), en de service ten opzichte van
de aangesloten "leden; in de zin van
opleidingen, kaderfuncties, advise
ring op materieel terrein en wat dies
meer zijn. Maar inderdaad, er zijn
terreinen, waarop nog gebouwd moet
worden. Het kan best zijn. dat de
NSF zich te weinig verkoopt. Toch is
het niet eerlijk van de kritici, dat ze te
weinig stil staan bij het gegeven, dat
het voor een allesoverkoepelende or
ganisatie als de NSF onmogelijk is
om zich in alle opzichten te profile
ren. Het behartigen van belangen van
grote groepen mensen werkt kleur
loosheid in de hand. Je zou kunnen
zeggen, dat de NCSU en de NKS
(respectievelijk de Christelijke en de
Katholieke sportkoepel; beide zijn
overigens aangesloten bij de NSF
red) het gemakkelijker hebben. Maar
daar staat tegenover, dat ze zwak zijn
door de beperkte groepen, die ze ver
tegenwoordigen."
Vrees
„De relatie sport-politiek is eigenlijk
betrekkelijk jong", verdedigt Van
Dorst zich verder. „Hoe lang bestaat
het ministerie van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk in feite?
Toen Marga Klompé minister werd,
kwam de sport er bij. De NSF is
vroeger echt wel op de barricaden
geklommen om zijn belangen behar
tigd te zien. Dat leende zich echter
nooit voor publiciteit. Ik ben van
mening, dat we goed op de politieke
ontwikkelingen inspelen. Bij sommi
gen bestaat ten onrechte de vrees,
dat wij bij het in werking treden van
de kaderwet specifiek welzijn (decen
tralisatie van het welzijnsbeleid;
sport valt daar ook onder - red) de
boot missen. Het is inderdaad een
gegeven, dat andere welzij nssekto-
ren, de zachte sektor bijvoorbeeld,
met veel meer professionele krachten
werken dan wij. Te veel zelfs. Het
klinkt dualistisch, maar de kracht
van de sport is het vrijwilligerswerk.
Juist daarom volgt de NSF de ont
wikkelingen zeer alert."
door Johan Woldendorp
LVENHOUT Na twee op papier althans politieke voorzitters te hebben gesleten,
*ft de Nederlandse Sportfederatie nu iemand uit de sport zelf aan het roer staan. Jonkheer
*th combineerde het leiderschap met het ambt van burgermeester van Voorburg, jonkheer
uarles van Ufford was in zijn regeerperiode de b uit het college in achtereenvolgens
*mstede en Amstelveen. Ze manifesteerden zich echter nooit als politieke voorzitters van
o miljoenenorganisatie, di® er maar steeds niet in slaagt een echte pressiegroep tegenover
parlement te worden. Het gezicht naar buiten wordt bepaald door secretaris Wim van Zijll.
nieuwe man met de hamer, Peter
'Dorst, bestuurslid van het Neder-
'dsch Olympisch Comité, cud-
rcitter van de volleybalbond en
lector van een scholengemeen-
top in Breda, is van plan zich dui
der te profileren. „Ik kijk daarbij
een man als Idenburg. Ik vind,
K hij het de laatste tijd goed heeft
Of Je het er mee eens bent of
et. namens het Olympisch Comité
,a® hij met een evenwichtig stand-
The man in the street identlfi-
*fthet NOC met zijn voorzitter. Nu
de NSF Van Zijll (en na diens
klonering De Heer - red). Ik vind
"hest, maar aan de andere kant wil
'Net primair representatief overko
ok Ik wil een bepaald aandeel heb-
in het meedenken, het organise-
e en de verantwoordelijkheden ten
Ncnte van de leden en de besturen.
«Port dienen betekent voor mij
c niet politiek denken. Je moet
Participeren als staatsburger
^ftsins uit de weg gaan."
Het is te veel gezegd, dat de NSF door
die op handen zijnde gezichtsvernieu
wing een metamorfose in een politiek
gekleurd lichaam ondergaat. Van
Dorst vindt het te ver gaan om de
georganiseerde sport in Nederland de
karaktertrekken van de Westduitse
equivalent, de DSB, te geven. Zijn
collega Willi Weyer legde zelfs zijn
functie van minister en plaatsvervan
gend premier in de deelstaat Noord-
rij n-Westf alen neer om de Duitse
sportbond tot een krachtige organi
satie met een duidelijk gezicht naar
buiten (dus ook naar regering en par
lement) uit te bouwen. Weyer won
donderdag het tweegevecht met de
voorzitter van het Duitse Olympische
Comité. Willi Daume. toen het op een
boycot van de Spelen in Moskou aan
kwam. „De NSF bepaalt geen stand
punt in kwesties als deze." stelt Van
Dorst er tegenover. „Het gaan of niet
gaan laten we altijd over aan de ver
antwoordelijke bonden. Wanneer het
NOC een beslissing neemt, gebeurt
dat in overleg en onder medeverant
woordelijkheid van de NSF."
Moskou
Van Dorst vindt de vraag, wel of niet
naar de Sowjet-Unie afreizen, nauwe
lijks te beantwoorden. „De afgelopen
maanden is er tussen de NSF en het
NOC veelvuldig over Moskou ge
praat. Alles is aan de orde gekomen,
ook de gevolgen van een bepaalde
beslissing. Nu je in de fase bent be
land. dat er een besluit genomen
dient te worden, is het zo, dat het
NOC daarvoor de verantwoordelijk
heid moet nemen. Het is een gegeven,
dat je tot het Westen behoort. Door
tegen het advies van de Verenigde
Staten en West-Duitsland in te gaan.
kun je jezelf in sportcontacten isole
ren. Ik kan nu naar eer en geweten
niet zeggen hoe ik er maandag (het
NOC bepaalt dan zijn standpunt -
red.) over denk. Je leeft in deze perio
de echt van dag tot dag. Het klinkt
bijna als een excuus, omdat we zel
den zo aarzelend Ja of nee hebben
gezegd. Statutair ligt het eenvoudig:
je zit er voor de topsporters, dus moet
je gaan. Je kunt echter niet blind een
advies van regering en parlement
(voor een boycot - red.) naast je neer
leggen. Er zal hoe dan ook kritiek op