Belgie nog goed rooms maar minder kerks kermis en fietsen, een dubbel feest J IÏÉRDmTT? MEI 1980 0 door Pieter van der Ven TROUW/KWARTET 15 ■BELGIË 150 JAAR! gr zijn overeenkomsten tussen de rooms-katholieke kerk praktijken. Kerkelijkheid en godsdienstigheid nemen af, ïan Nederland en die van België. Spectaculaire neergang van evenals de directe invloed van de kerk op het openbare leven. I,et aantal priesters en kloosterlingen en van kerkelijke Toch bloeien katholieke organisaties als ooit tevoren. En de afgelopen jaren heeft België geen fractie meegemaakt van de, v stormen die door de Nederlandse rooms-katholieke kerk gierden. roen het nu honderd- jijftigjarige België half ooud was, in 1905, wil- :n land, volk en kerk ;od danken: een natio- iale basiliek moest ver ijzen, een majestueus lymbool van kerkelijke wereldlijke vervlech- ing. Het zou nog tien- allen jaren duren, twee rereldoorlogen en grote k matschappelijke ver- nderingen voor het ymbool er daadwerke- jk stond. De basiliek an het Heilige Hart ras zelfs nog niet af oen ze in 1951 werd in- ;ewijd. nitiatiefnemer was koning ,eopold II. Wie nu de naar em genoemde boulevard in Irussel westwaarts afrijdt ordt haast vanzelf door deze amaak Sacré-Coeur opgezo- Binnen dringt zich het lesef op dat het ding er voor tiks staat, geen verleden 15 leeft, geen toekomst. Voor de ijk Koekelberg is de kerk eel te groot en in België nekt men al niet meer naar iheidssymbolen als een ba- iliek. maar naar vormgeving En kanalisering van verdeeld- eid. log steeds is België één oomskatholieke kerkprovin- ie, maar de twee- of driede- heeft zich in feite ook in le kerk doorgezet. Nog niet ang geleden zijn de bisdom- renzen aan de taal aange- Nu heeft alleen het artsbisdom Mechelen-Brus- een soort federatieve De meeste kerkelijke inisaties in België werken taalgroep gescheiden, Ifs de bisschoppen vergade- vaak apart. at wegvallen van het Latijn de liturgie heeft de proble- nog verscherpt. In het lom Antwerpen kunnen wee gelieven in elke taal ouwen, Chinees, Urdu en wahili. als een van beiden in elders komt. maar niet in et Frans. De zondagse kerk- iering mag worden opgeluis- erd met Latijnse gezangen en Engelse hymn of gospel- ong, maar niet met Franse edjes. /olkskerk )e situatie van de r.k. kerk in lelgië is altijd anders geweest lan hier. Godsdienstsocïolo- fisch is er groot verschil tus- en een volkskerk (99% van de levolking) enerzijds en een weederangs minderheids- odsdienst en alle emancipa- iestrijd vandien anderzijds, 'och kon men verwachten at sinds 1960 de verschillen Bisschop Van Peteghem tussen het Vlaamse en Neder landse roomskatholicisme minder werden. Contacten over en weer, einde van de emancipatie hier, verminde ring van de kerkinvloed daar, dat alles moet vergaande overeenkomsten bevorderen. Iets daarvan is ook wel het geval, maar er zijn toch grote verschillen. .Overeenkomsten zijn er. Spectaculaire neergang van het aantal priesters en kloos terlingen, neergang van ker kelijke praktijken, samenwer king bij bijbelvertaling en li turgie; de theologische Wal halla's van Nijmegen en Leu ven hebben zoveel uitwisse-' ling, dat bijvoorbeeld redac ties van tijdschriften Neder lands-Vlaams zijn samenge steld. Maar de contacten moe ten niet worden overschat. Nederlandse roomskathoiie- ken lijken slechts geïnfor meerd over de kerk in België. Belgische pei iodieken zijn hier op voor de hand liggende plaatsen niet te vinden. An dersom is dat beter. Wie tussen pasen en pinkste ren een Belgische kerkdienst bezoekt of in de weekeinden een restaurant uit de burger klasse, kan zich ineens terug in het rijke roomse leven wa nen. Smetteloze bruidjes in lang wit en jongens, ook al zo keurig; afscheid van de lagere school, plechtige hernieuwing van de doopbeloften, verge zeld van het „vormsel", het r.- k. sacrament dat de doop vol tooit. Een initiatierite bij het begin van de puberteit is bij vele godsdiensten en volken een bekend verschijnsel. Het is een gebeuren waar je je in België eigenlijk niet aan kunt onttrekken. Als de kerk dit spektakel zou afschaffen, heeft iemand berekend, dan zou dat op jaarbasis duizen den arbeidsplaatsen kosten in de kleermakerij, de horeca, het taxiwezen, plus een kolos sale omzetderving van allerlei andere neringdoenden. Voor de kinderen is het eigenlijk zoiets fantastisch dat ook in Belgjsch humanistische kring van ellende maar een soort „Jugendweihe" is ingesteld. Kritische roomskatholieken hebben overigens hun bezwaï ren. Via sociale pressie wor den kinderen voorbarig tot „volwassen gelovigen" be stempeld. Zo'n plechtigheid zou eerder rond 18 jaar moe ten plaatsvinden. Maar die leeftijdscategorie is minder grijpbaar. Nu geldt het als een mooie score als de pastoor een jaar later nog de helft van dat aantal kinderen in de kerk ziet. Organisaties Katholieke organisaties bloei en als nooit tevoren. Kerke lijkheid en godsdienstigheid nemen af, evenals de directe invloed van de kerk op het oepnbare leven. Maar er is geen sprake van wegkwijnen van katholieke jeugdbewe-^ ging, vak- en standsverenigin gen. Wel raken deze minder kerk- en pastoorsgebonden, minder clericaal, maar niet minder invloedrijk. Een kernlid van de „Kristelij- ke Arbeidersvrouwen" vertelt dat het maandelijkse contact blad nog steeds aan alle leden persoonlijk wordt overhan digd door kernleden die daar voor weer speciaal worden ge traind. Men heeft de verlei ding weerstaan om het blad maar over de post te sturen. Vroeger was deze inspanning misschien bedoeld ter bevor dering van kerkbezoek en kin dertal of ter bestrijding van het rode gevaar, nu kweekt het een sterke band van saam horigheid onder honderddui zenden vrouwen. Zulke dingen zijn alleen te doen als je beschikt over veel vrijwilligers. Die zijn er. De jeugdbeweging „Chiro" is ook één reusachtige vrijwilligers organisatie; opnieuw een ker kelijke oorsprong, maar veel jeugdleiders zijn in gods dienst en kerk nauwelijks ge ïnteresseerd. In een dorpje bij Gent bezit de kerk twee kroegen, één pal naast de kerk, de nader een einde verderop. Na de zon dagsmis is het om half elf al aardig druk. „Het zijn vrijwil ligers die het uitbaten," verze kert de pastoor. Op die ma nier geeft de kerk de mogelijk heid tot wat gepast vertier. Zo te zien wordt er heel wat uit gebaat. Ook op binnenkerkelijk ge bied groeit de deelname van vrijwilligers. In catechese, di- akonie, parochiële organisatie is steeds meer leken-inbreng en wordt ook veel aan toerus ting („animatie") gedaan. De naionale basiliek van het Heilig Hart. Het meest opvallendste in spraakorgaan is het zoge^ noemde „Interdiocesaan pas toraal beraad" (IPB). Het lijkt wel op het pastoraal concilie van de Nederlandse r.-k. kerk, maar is toch iets anders. Het Nederlands beraad werd af en toe gehouden en dan weer ontbonden. De Vlaamse bis dommen hebben voor een per manent orgaan gekozen. Het IPB bestaat inmiddels tien jaar. Het hele, rijke vereni gingsleven is erin vertegen woordigd; jeugd, vrouwen, ar beiders, boeren, werkgevers, maar ook de diakonie. de cari tas, het onderwijs, Pax Christi enzovoorts. In totaal 120 le den. Het IPB heeft een bureau in hét köpitale Brusselse kan toor. Een soort breed modera- men vergadert maandelijks, commissies bereiden de alge mene vergaderingen voor die driemaal per jaar worden ge houden. Polarisatie Het resultaat is vooral een grote papierwinkel. Het IPB heeft stukken geproduceerd over ontwapening, begelei ding van zieken en sterven den, Europa en laatstelijk over het Vlaamse cultuurbe leid. Het is druk bezig met problemen van jeugd en kerk. en andere kerkelijke toe- komstvragen. Soms komen er beleidsaanbevelingen uit voor de bisschoppen, dan weer een kritische bijdrage in een actu ele discussie, ook worden brie ven geschreven: aan de gezin nen, aan jongeren, aan oude ren, van de ene groep aan de andere. Deze brieven zijn wat directer van toon dan de wat ambtelijk klinkende beleids stukken. Over het rendement van al dat papier valt te twis ten. maar het IPB heeft zeker bijgedragen dat de verschil lende vleugels met elkaar in gesprek zijn gebleven. Gedurende deze tien jaar heeft België nauwelijks een fractie van de kerkelijke stor men meegemaakt die door de Nederlandse r k. kerk gierden. Volgens de bekende Vlaamse godsdienstsocioloog Jan Kerkhofs hebben de Vlamin gen al hun energie voor polari satie in de Vlaamse kwestie gestoken en dat komt de bin nenkerkelijke rust ten goede. Toch heeft ook België zijn zwarte schaap. Het is de 64- jarige bisschop van Gent, mgr Van Peteghem. Niet ongelijk aan wat wij met de Roer- mondse bisschop hebben ge zien, trok hij zich destijds uit het IPB terug; hij kwam met een eigen katechismus die zijn godsdienstleraren in een moeilijk parket bracht. Hoe wel men in Gent nog vaak kwaad op de bisschop is, heb ben velen er mee leren leven. Er gebeurt van alles buiten hem om, zelfs met oogluikend medeweten van vicarissen. Scherpe kritiek oogstte hij enige jaren geleden toen hij een dienstweigeraar voor de priesterwijding afwees. Ie- mapd immers die het vadër- land niet wilde verdedigen kon niet geschikt zijn voor de dienst van het Rijk Gods. Minder bekend is dat hij ar- meluiszoontjes van het pries terschap weg probeerde te houden. Maar als bron voor pastoorsmoppen verschaft, hij zijn priesters veel vreugde. „Weet ge waarom Van Peteg hem in een tweepersoonsbed slaapt? Dan kan hij ook 's nachts dwarsliggen". Aan de touwtjes— Het is allang niet meer zo dat de bisschoppen achter de schermen aan de touwtjes van de CVP of de regering trek ken. Ook maken rijke fabri kanten niet meer uit hoe de kerk zich in maatschappelijke vraagstukken opstelt. De ineenstrengeling van kerk en maatschappij bestaat" mis schien alleen nog in kleinere dorpen. Maar in het onderwijs is de kerkelijke macht toch nog groot. Door verontrusten in Nederland wordt wel eens geklaagd dat de bisschoppen alle invloed in onderwijs, ka- techese, katholieke universi teit, hebben laten glippen. Al leen de benoeming van ge huwde priesters aan theologi sche hogescholen houden .ze nog tegen. In België is daaren tegen de invloed van en het ontzag voor bisschoppen veel groter. Leraren kunnen bij voorbeeld best staken voor sa lariseisen (een overheids zaak), maar niet tegen de bis schop (hun werkgever) om be paalde maatregelen af te dwingen: dat zou onbeleefd zijn, dat doe je niet in de kerk. In het benoemings- en ont slagbeleid is bij de bisschop pen nog steeds een grote feite lijke macht geconcentreerd, die noch in een IPB noch el ders enige democratische con trole kent. Ook de rij kstrac tementen die aan priesters worden uitge keerd geven de bisschoppen, eigenlijk net als in Duitsland, een sterke machtspositie. In Nederland werden deze bedra gen bevroren en een pastoor krijgt hier uit die pot hooguit 600 per jaar. In België wer den de bedragen trendmatig aangepast en eenzelfde pas toor ontvangt daar wel 18.000. Maar deze aanspra ken gelden alleen in functie. Wordt de functie afgenomen, dan houdt de toelage op. Elders in deze krant wordt be richt over de kerkelijke pers en basisbeweging in België. In het bovenstaande viel de na druk op de Vlaamse r.-k. kerk. In Wallonië liggen veel zaken iets anders. Vanouds heeft de kerk er te maken met een sterk anti-clericalisme dat nu vaak wat conservatief aan doet. De Waalse tegenhanger van het IPB is van veel be scheidener allure en er is ook niet zo'n bloeiend organisatie leven. Maar van Bouillon tot Knokke staat de kerk voor de vraag, wat zij in deze tijd voor mensen betekenen kan en hoe zij deze samenleving nog iets te bieden heeft. De eenzaam heid van de basiliek van Koe kelberg maakt duidelijk dat het antwoord op die vraag daar niet wordt gezocht. Iet is kermis in Vilvoorde en dus wordt er gefietst. Aan de ientallen kermiskoersen die jaarlijks worden gehouden eleven de Belgen veel vermaak. Het koersverloop is gemakkelijk te volgen. Zo nu en dan moet even het café worden verlaten om te kijken wie er op kop gaat. Een hinderlijke onderbreking overigens zo'n doorkomst; vooral als je weet dat de helft van de kermiskoersen een gekochte winnaar kent. ioor Johan Woldendorp "LVOORDE „Waar gaan wij laar toe als onze renners zelfs ren kermiskoers meer kunnen linnen?" Het is de verzuchting »an een Belg, pardon Vlaming, ladat Leo van Vliet een criterium n Vilvoorde op zijn naam heeft (schreven. Weliswaar wordt Van liet naar de overwinning „gedra gen", maar dat dat door een hiendendienst van zijn ploeg- ®akker Genie Knetemann kan pbeuren, stemt de Belg, pardon Vlaming, nog triester. De oud- Jereldkampioen uit de noordelij ke Nederlanden vond het tijd •orden om Van Vliet voor trouw knechtenwerk te belonen en geen naming, Walloniër of Brusselaar, "Ie daar Iets aan kan veranderen. «Vilvoorde is en blijft Vlaams", staat er op deels bekladde borden, die her en der in tegen Brussel aanleunende stadje zijn ^geplant. Het verhindert de kermisex- Ptoitanten niet om hun attracties in twee het Frans voorop aan te prijzen. jfet weerhoudt de eigenaresse van de er ook niet van om naast „Het j**tste Nieuws" tevens „La Demière **®ure" te verkopen. Trouwens, één van de sponsors van de plaatselijke wielerronde ..Uw Annoncenblad". Als dat geen galli- ttsine is. Kort en goed, het is kermis in het stadje en dus wordt er gefietst. In Vlaanderen, waar praktisch alle Belgische wielrenners van importantie wonen, heet dat een heel festijn te zijn. In het voorjaar valt dat tegen. Zeker wanneer het droge weer naar een druilerig regentje neigt, is de helft van de kermis dicht en heeft de uitbaatster van het worststalletje even veel tijd om haar klant bij de aanschaf van een zwarte pens smakelijk eten te wensen als de ober in een exclusieve bistro. De staminekes krijgen pas laat een volle aanblik. Dat is een veeg teken. De rennerskaravaan, in den beginne 149 fietsers lang en aan de finish dertig coureurs kort, wordt geacht 141,6 kilometer af te leggen; verdeeld in acht ronden van 17,7 kilometer. Waar Van Vliet het hele parcours in drie uur en twintig minuten aflegt, duurt het vijfen twintig minuten voordat er weer eens een groepje fietsers langs flitst. Op dat punt speelt het café een belangrijke sociale rol. Met een pint in de hand is het daar beter toeven dan leunend over de afrastering. In dat laatste geval moet je ook nog de kwelling van verwaaiende, blikken disco- theekmuziek, afgewisseld met weinig ori ginele en zich te snel repeterende reclame boodschappen over je heen laten gaan. De remedie is gewoon: per vijfentwintig mi nuten even naar buiten gaan, constateren welke renners de kopgroep vormen en concluderen, dat zo'n doorkomst toch maar een hinderlijke onderbreking van een middagje doorzakken is. Vooral als je weet, dat de helft van de kermiskoersen gekochte winnaars kent. „Ge treft het slecht", merkt een Vlaam se couega op. „De hoogtepunten liggen in de tweede helft van mei, in juni en in de weken na de ronde van Frankrijk. Dan vormen drie kermiskoersen per dag geen uitzondering en gaan de renners de leuke wedstrijden uitzoeken. Doordat Vilvoorde geen concurrentie heeft, is er een groot deelnemersveld. Wanneer het zonnetje schijnt, maakt het publiek er echt een- uitgaansdag van. Het interesseert de men sen dan ook niet, dat er maar een paar man aan de streep komen. Want dat is wel schering en inslag in kermiskoersen: zo dra er een afscheiding komt, stappen de meesten af. Morgen is er weer een dag." In criteria wordt het sprankelende ima^ go, dat coureurs in slopende klassiekers en zware etappewedstrijden probleemloos (en terecht) opbouwen, maar al te vaak met de snelheid van een ontploffend staafje dynamiet afgebroken. De handel in overwinningen kan met enig acteerta lent nog worden verdoezeld, het loopt wel in de gaten, als een renner voortijdig af stapt om de start van een volgend criteri um te halen. Beroepsrenners zijn in ker miskoersen vaak eigen baas. Verreweg de meesten van hen hebben met hun spon sors) een tweeledig contract gesloten. Ze staan op de loonlijst van de weldoeners, onderwerpen zich in klassiekers (grote eendaagse wedstrijden) en etappekoersen aan de taktiek van de ploegleider, maar lopen op eigen risico en geheel naar eigen inzicht de rondes rond de kerktorens af. Behalve aan de voorwaarde, dat de peda- leur in het sponsortenue (dus als fietsende sandwichman) aan de wedstrijd deel neemt, voldoet hij ook aan een ongeschre ven wet. Zeker wanneer hij de status van kopman, nationaal titelhouder, wereld kampioen, winnaar van grote rondes als die van Frankrijk, Italië en Spanje of meervoudig triomfator in voorjaarsklas siekers heeft veroverd. In dat geval is het de gewoonte om trouwe knechten mee te nemen. De startgelden voor de vedetten hangen altijd van recente prestaties af. Een voor beeld: Jan Raas kan als wereldkampioen meer vragen dan in het jaar daarvoor. Maar omdat Raas hulp van landgenoten nodig had om de regenboogtrui om zijn schouders te trekken, moest hij indertijd .niet alleen dertigduizend gulden in de sponsorpot stoppen, maar hoort hij die knechten ook in het criteriumwezen te betrekkfen In de Tour de France wordt relatief weinig verdiend; In de kermiskoer sen des te meer. Hoe duur is nu de ronde van Vilvoorde? Secretaris Willy Decraen van het Vil- voordse wielercomité becijfert het op 102.000 franken, ruim 7100 gulden. Het geld komt niet van de toeschouwers zij hebben gratis toegang maar van vijf sponsors. Wielerclubs als WTC Kassei, De Poempers en Heideroos verlenen techni sche bijstand. Decraen is overigens niet veel geld kwijt. „Dat komt. omdat wij geen startgelden betalen. De Belgische wielerbond verleent zijn toestemming, zo dra het prijzenbedrag van 4500 gulden (de eerste prijs bedraagt 550 gulden) is gega randeerd. Het al dan niet betalen van startgelden is een zaak van de organise rende wielércomité's en de sponsors. Wij zouden entree moeten heffen, indien wij de coureurs bij voorbaat al iets in het handje geven. Ondanks het feit, dat ploeg leider Lomme Driessens in Vilvoorde woont, \Toeg hij voor zijn ploeg een start- geld van 700 gulden. Wij hebben dat ge weigerd. Daarop kwam er een aanbieding van een particulier Hij wilde de helft betalen als wij voor de andere vijftig pro cent opdraaiden. Ook daar hebben wij nee tegen gezegd. Dat Roger de Vlaemink en Fons de Wolf toch hebben ingeschreven, is te danken aan het feit, dat particulieren hen geld hebben gegeven. Dat is uiteraard onze zaak niet." In het persbericht wordt de Grote Prijs van Vilvoorde de voormalige Koningin der kermiskoersen genoemd. De erelijst bevat enkele grote namen. Eddy Merckx behaalde in 1965 in Vilvoorde zijn eerste overwinning als beroepsrenner. Voor een buitenstaander is het moeilijk te begrij pen dat het comité in Vilvoorde regelma tig in onmin leeft met de plaatselijke overheid, zodra de jaarlijkse beroepswed strijd punt van discussie wordt. België noemt zich dermate wielerminded, dat het afsluiten van wegen nauwelijks een pro bleem is. De rijkswacht stelt moeiteloos en gratis manschappen ter beschikking om de veiligheid van renners en toeschou wers te garanderen. Enkele citaten uit het perscommuniqué. „1975 en 1976 waren de zwarte jaren voor het Vilvoords wieier- minnend publiek, want steeds werd een koersaanvraag met een negatief advies door de dienst onderhoud bij het ministe rie van openbare werken beantwoord". En: „1979 werd terug een zwart jaar, want ten gevolge van uitdunning van het leden aantal door overlijdens en ook een zekere apathie ten gevolge van de negatieve ba lansen werd besloten geen wedstrijd te laten betwisten". Deze vorm van geschiedschrijving illu streert heel aardig hoe wankel de traditie van een Belgische kermiskoers kan zijn. Terwijl uit het volgende blijkt, dat het „opkrikken" van een verworven recht maar al te vaak afhankelijk is van één man. Decraen: „Eind vorig jaar nodigde de schepen (wethouder-red) van sport, de heer Vander Meersche, alle Vilvoordse wielergroeperingen uit een comité op te richten, dat weer een wielerronde moest organiseren. Daaruit kunt U afleiden, dat de organisatoren volstrekt afhankelijk zijn van de overheden. De burgemeester is hét hoofd van de politie, maar als het hem uitkomt verstopt hij zich onder de para plu van de commissaris. De wet kan op dat punt op alle mogelijke manieren wor den geïnterpreteerd. Vaak heeft een wei gering of goedkeuring ook te maken met politieke benoemingen. Iedere commissa ris van politie wordt aangesteld door de minister van justitie; op voorwaarde, dat het gemeentebestuur zijn goedkeuring aan de benoeming verleent. In België is men altijd uit op coalities. Wanneer de burgemeester lid van partij X is. hangt de commissaris partij Y aan. Binnen dat hele spel proberen ze elkaar zo weinig mogelijk pijn te doen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 15