Hele of halve Middenschool: niet zo. Niet nü. m -*"• in Nederiand er wd eens het krijtje bij neer zouden kunnen gooien. Het rommelt op dit moment in het onderwijs. Met name bij het voortgezet onderwijs. Dat is dus: alle scholen na de lagere school. Dat voortgezet onderwijs staat op dit moment op de helling. Vandaag en in de komende week wordt er over gepraat inde Tweede Kamer. Een heleboel leraren in Nederland zijn bang dat daar de verkeerde beslissingen genomen gaan worden. Zelfs zodanig, dat sommigen van hen al aarzelend met de gedachte spelen om, alst niet anders meer kan, te proberen een of andere noodrem te vinden. Zo ver is het op dit moment, gelukkig, nog niet. Maar dat tienduizenden leraren zich zéér ongerust maken, dat is een keihard feit. WA T1S ER AAN DE HAND? Het draait allemaal om een totaal nieuwe school vorm, voor kinderen van 12 tot 14 jaar. Een school voor allemaal. Verplicht dus. Zonder dat kind en ouders zelf enige keus hebben. Naar die school, die nog geen naam heeft, en die voorlopig 2 leerjaren omvat, zullen straks alle kinde ren heen moeten die klaar zijn met de lagere school. Pas na die 2 extra leeijaren mogen ze voor het eerst kiezen welke kant ze eigenlijk uit willen. Al eerder is er over zo'n soort school gepraat, zo'n algemene vervolgschool voor iedereen. Die heette toen "Middenschool" en die zou 4 jaar moeten duren voor ieder kind. Nu heeft hij dan nog geen naam. (Sommigen praten met een moeilijke term over "Geïntegreerd Voortgezet Onderwijs".) En hij gaat voorlopig maar 2 jaar duren. (Wellicht zelfs 3.) Om die algemene vervolgschool, die "Een- heidsschool" of "Halve Middenschool" zullen we voor het gemak maar even zeggen, daar draait het nu om. Dat is het wat de minister wil invoeren, en waarover de Kamer vandaag praat. Dat is ook waar heel veel leraren zich zo ongerust over maken. WAT IS ER DAN FOUT AAN ZO N "EENHEIDSSCHOOL" Voorlopig nog alles, volgens een heleboel leraren. Althans, zoals de plannen op dit moment op papier staan. Misschien zou zo'n soort school ooit nog eens wél wat kunnen worden. Maar niet zoals de minister'm op dit moment wil invoeren. Allereerst is de situatie zo dat in wezen een aantal ambtenaren plus een minister met elkaar een nieuwe school hebben uitgedokterd. Aan de leraren die straks aan zo'n school les moeten gaan geven, is helemaal niets gevraagd. Conclusie: de heren in Den Haag weten kennelijk perfekt wat goed onderwijs is voor onze kinderen. Want als de leraar daar ook eens een advies over wil geven, dan geeft men niet thuis. Dat is het eerste wat de leraren dwars zit. Maar als u nu zegt: "dat zegt nog niets over die "Eenheids- school". dan hebt u eigenlijk gelijk. WAT KUN JE DAAR DAN LEREN OP ZON SCHOOL? Dat is nu precies het trieste van alles: niemand die dat op dit moment weet. Waar de Kamer vandaag namelijk over praat, dat is een school zonder duidelijk lesprogramma. Dat klinkt absurd, maar toch is het waar. Een school waarvan niemand op dit moment kan zeggen watje daar straks zou kunnen leren. Wat een kind daar straks concreet kan opsteken. Of wat het daaraan zal hebben voor zijn of haar toekomst of verdere leven. Het enige dat op dit moment zeker is, is dat elk kind in Nederland er 2, of misschien wel 3 jaar, aan kwijt is. Zonder dat iemand precies kan zeggen wat zo'n kind van die jaren wijzer wordt. EEN GROTE GOK. Daarom zeggen veel leraren op dit moment: je mag geen ja zeggen tegen iets waarvan nog niemand weet wat het uiteindelijk gaat worden. Vooral niet als het om jonge kinderen gaat. Dat risico is tegroot. Dat betekent niets meer en niets minder dan een gok. Maar wel een gok met bijna alle kinderen in Nederland. Dat vinden we onverantwoord. Daarom vinden we dat we pasja mogen zeggen op het moment dat we goed weten wat die nieuwe school inhoudt. Bijvoorbeeld nadat er eerst is vastgesteld wat de inhoud van het lesprogramma zal zijn. Bijvoorbeeld nadat eerst heel duidelijk is geworden wat een kind uiteindelijk met zo'n school kan doen. Daarom zeggen een heleboel leraren op dit moment: we zeggen pasja als we absoluut zeker weten dat zo'n nieuwe schoolvorm beter is dan het huidige onderwijs. Anders zijn we bezig oude schoenen weg te gooien, voordat we zeker weten dat de nieuwe ons passen. Of liever: dat ze onze kinderen passen. NOOIT MEER TERUG TE DRAAIEN Stel dat de Kamer ja zou zeggen tegen dat veel te vage plan dat er nu ligt, en dus ja tegen een zo goed als lege schoolvorm, wat gaat dat dan straks worden in de praktijk? Niemand die dat weet. Misschien wel een hoop gedoe, geknoei, gehannes, discussie, welles-nietes, geschuif met mensen, geschuif met kinderen,een hoop geëxperimenteer, een hoop onrust. In elk geval zullen de eerstvolgende jaren daar tienduizenden kinderen de dupe van kunnen worden. En wat doen we als het hele idee straks niet ideaal blijkt te zijn? Alles terugdraaien? Dat kan natuurlijk nooit meer. Al was het alleen maar vanwege de honderden miljoenen die dat weer zou gaan kosten. Trouwens: hoe zou u reageren als een toekomstige regering de moed zou hebben om ruiterlijk te bekennen: "we hebben uw kind helaas een paar jaar naar de verkeerde school gestuurd GEEN GELD. Overigens, zo'n invoering van een totaal nieuwe school, daar zullen toch wel vele miljoenen, zo niet miljarden, mee gemoeid zijn? Dat is inderdaad juist gedacht. Al denkt de regering daar heel anders over. Met die nieuwe school is, wat de overheid betreft, namelijk geen cent gemoeid. Want de overheid heeft gewoon geen geld. De overheid bezuinigt aan alle kanten. Dus ook op onderwijs. Maar toch moet datzelfde onderwijs op dit moment stevig overhoop gehaald worden, vindt de regering Wij leraren vinden dat een absurde situatie. Om niet te zeggen: een totaal krankzinnige. WAT MOET ER DAN GEBEUREN? Dat is duidelijk: er moet een keihard nee komen tegen de plannen zoals ze er nu liggen, in een document dat OPVO heet. Tegen de manier waarop een en ander nu uitgewerkt is. Of beter gezegd: niet uitgewerkt is. En dan verder? Tja... Eerst alles nog eens heel goed doorpraten, denken wij. Ook met de leraren. En: verder studeren op zo'n schoolvorm.Misschien zo'n school uitproberen op kleine schaal. (Maar dan wel voorzichtig, omdat we ook op die kleine schaal geen fouten mogen maken, want ook daar gaat het altijd om kinderen). Kortom: eerst zorgen dat we zeker weten dat die 2 of 3 levensjaren van elk kind straks inderdaad zinvol besteed gaan worden. Kortom: ons afvragen of zo'n "Eenheids- of Halve- Middenschool" inderdaad wel wijsheid is. Of: op welke manier die tot wijsheid zou kunnen gaan worden. Eigenlijk zeggen een heleboel leraren dus: zo'n soort Middenschool, misschien wel, misschien niet i Maar in elk geval: niet zó. En niet nu. GROTE ONRUST. Dit is, kort samengevat, de oorzaak van de huidige onrust onder leraren. De meeste leraren zijn niet per ongeluk leraar geworden. Ze zien lesgeven daarom nog altijd als iets meer dan zomaar-een-baantje-om-aan-de-kost-te- komen. De meesten willen graag lesgeven, goed lesgeven, binnen welke schoolvorm dan ook. Maar alleen als ze zeifin dat onderwijs geloven. Als ze zélf het gevoel hebben dat ze met dingen bezig zijn, waar kinderen en jonge mensen concreet wat aan hebben. Dat gevoel hebben veel leraren omtrent zo'n soort "Middenschool" nog lang niet. Sterker nog: velen zijn bang dat de regering op het punt staat onverantwoorde beslissingen te nemen. Vele leraren zouden daarom graag concreet wat doen, om een dergelijk onheil te voorkomen. ACTIE. Dat is dan ook precies de reden dat er nu een soort actie van leraren komt. Overmorgen. 14 mei dus. Actie is eigenlijk niet helemaal het juiste woord, want het is een zgn. landelijke lerarenvergadering, te houden in scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland, in principe op zodanig gekozen tijdstippen, dat de leerlingen er zo weinig mogelijk nadeel van hebben. Daar en dan zullen duizenden leraren en school leiders praten en discussiëren over de huidige onderwijs situatie. Daar zullen ongetwijfeld opnieuw de grote bezwaren van de leraren blijken tegen de plannen van de minister. En die zullen dan ook opnieuw, en met klem, onder de aandacht van bestuurders en volksvertegenwoordigers worden gebracht. Mogelijk komt er nog meer uit, uit deze vergaderingen. Aanzetten, suggesties, ideeën, initiatieven vooi verdere actie misschien, wanneer de regering steeds maar doof blijft voor de mensen, die straks gedwongen worden de plannen door te voeren in de klassen. Terwijl zij er zelf de allergrootste twijfels over hebben. Want als er één ding nu als een paal boven water staat, dan is het wel dit: Dit is een publikatie van het Nederlands Genootschap van Leraren (NGL), Postbus 407, Dordrecht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 18