Nog immer worden
de regels nageleefd
Britse top in '43 geschokt door Englandspiel
ZATERDAG 3 MEI 1960
TROUW/KWARTET
27
Vijfendertig jaar na de ondergang van het Duitse
nationaal-socialisme willen velen Duitsers nu
eindelijk wel eens af van de telkens terugkerende
confrontatie met het verleden. Er mag wel eens een
einde komen aan de generaliserende beledigingen
aan het adres van het Duitse volk. Maar is er wel
werkelijk sprake van een fundamentele
verandering in de Duitse samenleving? Is het
verleden wel echt verwerkt? De Jodin Lea
Fleischmann en de zigeuner Romanie Rose vinden
van niet.
door J. J. Moskau
Twee jonge Duitsers van de na
oorlogse generatie hebben de af
gelopen weken hun hart gelucht.
En hun boodschappen hebben
beide, toevallig ol niet, betrek
king op Duitslands knellendste
zorg, de „Aufarbeitung" van Nazi-
Duitsland, de verwerking van het
verleden.
Lea Fleischmann is lerares en een Jodin,
Romani Rose een zigeuner, een Sinti.
Een paar weken geleden verscheen Lea
Fleischmanns 270 pagina's tellende boek
Dies ist nicht mein Land. Het kwam hard
aan. Haar aanklacht is niet het zoveelste
boek over de nazltijd zelf; het is meer een
koele, haast zonder gevoel geschreven
ontleding van „de meest democratische
Duitse staat die ooit heeft bestaan", de
huidige Bondsrepubliek.
Lea Fleischmann groeide op in het libera
le Duitsland en raakte verzeild in de maat
schappelijke hervormingsbeweging van
het eind der jaren zestig en het begin van
de jaren zeventig. De lerares heeft nu haar
rapportcijfers uitgedeeld en die vernieti
gen de meest gekoesterde mythe van na
de oorlog: dat de Duitse samenleving fun
damenteel is veranderd. In de loop van
1979 verliet Lea Fleischmann Duitsland
om zich in Israël te vestigen.
Dachau -
Romani Rose is er nog wel. Hij komt bij
van de gevolgen van een hongerstaking
gedurende een week in het vroegere con
centratiekamp Dachau. De actie was ge
organiseerd om de aandacht te vestigen
op het lot van Duitslands zigeuners, op
hun discriminatie in een staat die in zijn
grondwet „de waardigheid van de mens
onschendbaar" noemt.
Bij het begin van de hongerstaking toon
de de Beierse overheid hoe de menselijke
waardigheid haar ter harte gaat. De stille
wake in het concentratiekamp kon helaas
niet doorgaan zei de Beierse „dienst
voor kastelen, duinen en meren", die ook
Dachau beheert omdat de poorten van
Dachau 's avonds gesloten moeten wor
den en omdat de regels niet toestaan dat
er daarna nog mensen in het kamp verblij
ven. Pas toen de Lutherse kerk haar kapel
in Dachau aan Rose en zijn vrienden ter
beschikking stelde, kwam de regering op
haar besluit terug.
Het was niet de eerste keer dat Romani
Rose, wiens stam tijdens de oorlog vele
leden verloor, mocht proeven hoe officieel
Duitsland de menselijke waardigheid uit
legt. De zigeuners kregen „permissie" om
in aanwezigheid van de voorzitter van het
Europees Parlement Simone Veil zelf
ooit gevangene in een concentratiekamp
een vreedzame protestdemonstratie in
Bergen-Belsen te houden. Maar om „de
vrede van de doden te beschermen" wei-
gerde de regionale regering toestemming
te geven voor de installatie van een ge
luidversterker, zodat het protest ook hoor
baar zou kunnen zijn. Minister van justitie
Hans-Jochen Vogel in Bonn moest zich er
persoonlijk mee bemoeien om het plaatse
lijk gezag tot andere gedachten te
brengen.
Voorschriften
Op dit punt hebben Romani Rose en Lea
Fleischmann ongetwijfeld een schat aan
ervaring gemeen: als het er op aankomt de
voorschriften stipt na te leven, staan de
Duitse autoriteiten nog altijd hun man
netje.
In geen enkel voorschrift van een autori
teit met enig gewicht is formeel vastge
legd dat de wreedheden van nazi-Duits-
land jegens de zigeuners ongeveer vijf
honderd duizend zigeuners zijn toen ver
moord het gevolg waren van een raciaal
vervolgingsbeleid. Tot op de dag van van
daag kunnen Duitse rechters wijzen op
een arrest van het hooggerechtshof, dat in
1956 vaststelde dat de gevangenzetting
van zigeuners in concentratiekampen niet
noodzakelijkerwijs stoelt op rassenvervol-
ging.
En tot dusver heeft ook geen enkele Duit
se regering de taak op zich genomen een
alles omvattende regeling voor de zigeu
ners te vinden, naar het voorbeeld van de
afspraken die met Israël zijn gemaakt.
Dringend;
Dat moet nu allemaal anders worden. In
wat te boek staat als „een dringende
vraag" verzocht de sociaal-democratische
fractie van het Beierse parlement op 17
april 1980 1980 inderdaad om een
rapport van de regering van Franz-Josef
Strauss over de toestand van de zigeuners
in deze deelstaat. In het bijzonder vraagt
de Beierse SPD zich af of het waar is dat
de Beierse politie vijfendertig jaar na
de val van het derde rijk nog altijd
gebruik maakt van Gestapo-archieven als
zij een onderzoek instelt naar zaken waar
bij zigeuners betrokken zouden zijn.
Bij het begin van de hongerstaking in
Dachau, met Pasen, toonden de zigeuners
bordjes uit een kampeerterrein in Mann
heim: „Houd de vuilnisbakken schoon,
gooi geen afval naast de bakken. U wilt
toch niet als zigeuners leven?"
En een door de overheid van Baden-Würt-
temberg verspreid schoolboek is al even
subtiel. „Zigeuners eten aas", „zigeuners
zijn zakkenrollers" en „zigeuners eten
pasgeboren kinderen" is er uit te leren.
Lea Fleischmann stelde in haar boek vast
dat de Duitse samenleving nog altijd veel
van de onderdrukkende en maatschappe
lijk misvormende mechanismen heeft be
houden die destijds een sfeer opriepen
waarin het derde rijk zijn kans kreeg.
Zonder een overvloed aan sociologisch
gehakketak brengt haar boek in kaart hoe
een kritische instelling thuis, op school, in
het werk en zelfs in de toch zo openhartige
sfeer van lerarenconferenties om zeep
wordt geholpen geofferd op het altaar
van een blind vertrouwen in het gezag.
Afwijzing:
De reacties op het boek van Lea Fleisch
mann en de hongerstaking van de zigeu
ners variëren van verwarring en verbijste
ring tot openlijk vijandige afwijzing.
Drie ingezonden-brievenschrijvers, die
kennelijk de tot droefenis stemmende be
schrijving van de alledaagse realiteit in
Duitsland in het boek van Lea Fleisc
hmann niet hebben gelezen, bevestigen
haar somberste conclusies. ..Als deze
vrouw de bondsrepubliek niet al had ver
laten". schrijven zij, „zou ze zo snel moge
lijk gedeporteerd moeten worden. Hope
lijk heeft deze lerares onze jeugd niet al
schade berokkend. Zij heeft de brutaliteit
onze mentaliteit aan de kaak te stellen.
Waarom bleef ze zo lang? Waarom keerde
ze niet veel eerder terug naar het land van
haar voorouders?"
En een andere briefschrijver vat het in
deze verbluffende zinnen samen: „Men
kan slechts blij zijn dat Frau Fleischmann
eindelijk het stof van de door haar ver
smade Duitse bodem van haar schoenen
heeft geschud. Ik voor mij zou niet willen
dat mijn kinderen les kregen van deze
'lerares'die zelfs niet vermag in te zien
wat een slechte dienst zij haar joodse
landgenoten in Duitsland bewijst. Op een
zeker punt moet er een eind komen aan de
generaliserende beledigingen van het
Duitse volk. We hebben per slot van reke
ning geboet voor de misdaden van indivi
duele fascisten en hebben betaald ver
moedelijk ook voor de opleiding van me
vrouw Fleischmann".
Grondig:
In DQsseldorf heeft het Majdanek-proces
aardig aangetoond wat voor absurde en
onmenselijke gevolgen de Duitse „gron
digheid" kan hebben. Misschien komt er
deze zomer een eind aan de pijnlijke
stroom getuigenverhoren en kan recht
bankpresident Oünter Bogen, die in de
vier Jaar dat het proces nu aan de gang is,
zichtbaar is verouderd, nog voor het eind
van dit Jaar uitspraak doen. Sommige
verdachten beschuldigd van een was
lijst misdaden in het concentratiekamp
Majdanek zijn dood, een aanal getuigen
ook.
Een paar weken geleden vertelde de Pool
se getuige Helma Kurcusz dat twee van de
verdachten hadden deelgenomen aan een
uitzonderlijk gruwelijke „selectie-proce
dure". „Onder afschuwelijk geschreeuw
en gehuil" werden de kinderen van hun
moeders gescheiden en „als pakjes op
vrachtwagens gegooid". Rechter Bogen
vroeg mevrouw Kurcusz, nu 65 jaar oud,
of ze wist wanneer precies dit was ge
beurd. Bijna verontschuldigend ant
woordde zij: „We hadden toen geen kalen
ders of horloges".
In Breckerfeld, een dorp bij Wuppertal,
bezonnen de mensen zich op het verleden
van een van de hunnen. Siert B. De man
had zeven jaar gekregen voor moord in de
oorlog op de gebroeders Sleutelberg in
Delfzijl. De Westf&lische Rundschau con
stateerde in een verhaal over de zaak dat
„de dorpelingen achter Siert B. stonden".
De boer Georg Grammei, net als B. lid van
de naoorlogse HIAG die ex-nazi's helpt:
„Das ist eine Sauerei, was die mit B.
gemacht haben. Hoffentlich haben wir
bald einen anderen Staat". (Het is een
smeerboel wat ze met B. hebben gedaan.
Hopelijk hebben we snel een andere
staat).
Rechter;
In Kiel moet Ernst Ehlers, geboren in 1909
en tot zijn pensionering rechter, nu zelf
terecht staan in verband met de deporta
tie van Franse en Belgische Joden. Zijn
proces begint misschien in oktober, acht
tien jaar nadat het onderzoek naar zijn
verleden was geopend. Horst Richter, de
hoofdaanklager, zegt daarover: „Het on
derzoek ging gestaag door, maar soms
bleef de zaak wat liggen".
Van de 26.000 Belgische Joden die naar
het oosten werden getransporteerd, ble
ven er slechts 3.439 leven. Rechter Ehlers
heeft zijn ondervragers verzekerd dat hij
geen idee had van het lot van de gedepor
teerden en dat bovendien „de oorlog een
machine van me had gemaakt".
Het proces-Ehlers wordt nu gezien als
vermoedelijk de laatste berechting van
ernstige nazi-misdaden. Niemand rekent
er op dat nog levende leden van het zoge
noemde Volksgerichtshof van nazi-rech
ter Roland Freisler alsnog terecht zullen
moeten staan. De aanklagers in Berlijn
hebben tot twee keer toe een verzoek
daartoe van Robert Kempner, de Ameri
kaanse aanklager bij de processen van
Neurenberg, van de hand gewezen.
Maar gerechtigheid is er. En dus werd
korporaal Anselm Conrad tot drie dagen
hechtenis veroordeeld omdat hij in het
uniform van de Bundeswehr eind 1978 een
plechtigheid van de vakbeweging ter ere
van de slachtoffers van Dachau had bijge
woond. En volgens het stadsbestuur van
Hameln in Nedersaksen is het „niet wette
lijk mogelijk" een zekere Adolf Hitler het
ereburgerschap van de stad te ontnemen,
dat hij tot op de dag van vandaag bezit.
Om duidelijk te maken dat Hameln niet
als enige met dit dilemma worstelt, wijst
het stadsbestuur erop dat Hitier dezelfde
eer geniet in 180 Duitse steden en dorpen.
SS-Obersturmfilhrer Arnold Strippel, de
man die verantwoordelijk was voor het
„bunkerdrama van Vught" in Nederland
waarbij in januari 1944 tien vrouwen door
verstikking om het leven kwamen, heeft
in totaal 12.500 Duitse marken aan scha
devergoeding gekregen wegens „buiten
sporig lange gevangenhouding", een ge
vangene uit een concentratiekamp die de
hele periode van 1933 tot 1945 heeft over
leefd. kan op z'n best 23 800 mark krijgen.
In dit licht bezien is het misschien toch
niet zo verwonderlijk dat de Duitse justi
tie weinig vertrouwen geniet bij de jonge
ren. Van de Duitsers tussen de zestien en
negenentwintig, zo bleek onlangs uit een
opinieondeizoek, heeft 34 procent „het
volste vertrouwen" in de justitie, 32 pro
cent koos voor „ja en nee' en 27 procent
kwam er rond voor uit „geen volledig
vertrouwen" te hebben in de rechtspraak.
(Voor de gehele bevolking lagen de cijfers
niet veel gunstiger; daar was het respec
tievelijk 40, 26 en 26 procent). Dit zou ons
tot ernstige overwegingen moeten stem
men, was de reactie van vice-minister van
justitie Hans de With.
Lea Fleischmann neemt de draad op waar
dr. De With het laat afweten: „De Duitsers
vergeten zich af te vragen, waarom zij zo
bedeesd, pedant en onbuigzaam zijn als
het gaat om handhaving van de wettelijke
normen en waarom zij zo'n fijnmazig net
weven van wetten, decreten, bepalingen
en voorschriften en daarmee hun eigen
vrijheid beknotten"
De politicoloog Ossip K. Flechtheim, die
de naoorlogse ontwikkeling van Duits
land altijd nauwlettend heeft gevolgd,
heeft een cynisch antwoord op dit raadsel:
.Als we eens veronderstellen dat het der
de rijk nog altijd voortduurt, moeten we
wel tezelfdertijd erkennen dat er vooruit
gang is te bespeuren".
De Britse oorlogsleiding reageerde in het
najaar van 1943 onthutst op de berichten dat
in Nederland alle gedropte agenten door de
Duitsers waren gearresteerd. Dit vertelt de
Deense SOE-leider Flemming B. Muus; een
verhaal, dat de weieens geuite theorie, dat het
Englandspiel een van de Britse misleidings-
spelen was, onwaarschijnlijk maakt.
door Huib Goudriaan
KOPENHAGEN Het
Britse oorlogskabinet
en de leiders van de
Britse inlichtingendien
sten reageerden in het
najaar van 1943 ge
schokt en verbijsterd op
de in die tijd groeiende
zekerheid, dat alle in
Nederland gedropte
SOE-agenten in Duitse
handen waren gevallen.
Het bekend worden van
deze spionage-tragedie,
die later het „England
spiel" werd genoemd,
bracht Londen tot de in
grijpende beslissing alle
hulp aan bezet Europa
te staken.
Deze hulp, gegeven via de
dienst SOE (Special Opera
tions Executive) ging ech
ter toch door nadat de
Deense SOE-leider Flem
ming B. Muus, die voor over
leg in Londen was. kon aanto
nen dat het Deense verzet niet
was geïnfiltreerd. Muus (die
ook aan het woord komt in
een elders in deze krant afge
drukt artikel over het Deense
verzet) vertelt: „Najaar 1943
was ik voor besprekingen uit
Denemarken naar Engeland
gevlogen vanuit Zweden.In de
nacht van 23 november werd
ik om twee uur uit mijn bed
gebeld en verzocht onmiddel
lijk naar het hoofdkwartier
van SOE in Bakerstreet te
komen."
Agenten terug=
„In Bakerstreet deelde mijn
baas, luitenant kolonel R.C.
Hollingworth, chef van de
Deense sectie van SOE in En
geland. mee dat het oorlogs
kabinet alle agenten uit bezet
gebied wilde terugroepen en
de steun aan het verzet wilde
staken. De aanleiding was dat
twee Nederlandse agenten,
met de namen Dourlein en
Ubbink, in Nederland uit een
Duitse gevangenis waren ont
snapt. Zij hadden via een tele
gram laten weten dat in Ne
derland al twee iaar achtereen
alle gedropte agenten door de
Duitsers werden opgewacht.
Deze agenten waren boven
dien onder Duitse druk met
Londen blijven seinen."
Muus en Hollingworth schre
ven die nacht in Bakerstreet
een brief aan het oorlogskabi
net, waarin zij om herziening
vroegen van de beslissing om
alle SOE-agenten terug te roe
pen. „Dit besluit zou rampza
lig zijn geweest voor het Euro
pese verzet." aldus Muus nu.
Nog dezelfde dag, in reactie
op hun brief, moesten Muus
en Hollingworth diep onder de
grond onder Whitehall voor de
Britse oorlogsleiding verschij
nen. Ze kregen het verzoek te
bewijzen, dat het Deense ver
zet niet was geïnfiltreerd zoals
in Nederland.
„Suzy"
Muus: „Ik zei dat mijn marco
nist in Aarhus een meisje in
Engeland had gehad, waarvan
alleen hij en ik de naam ken
den. Zij heette Suzy. Onmid
dellijk werd de marconist tele
grafisch verzocht de naam
van z'n meisje in Engeland op
te geven. Nog gedurende de
bijeenkomst kwam het ant
woord: „Suzy". Toen besloot
het oorlogskabinet de beslis
sing terug te draaien en mij
weer in Denemarken te laten
droppen."
Het relaas van Flemming B.
Muus werd mij bevestigd door
de Deense historicus dr.
Jdrgen Haestrup. die meent
dat Muus. met deze bijdrage
zijn sporen heeft verdiend
voor de geallieerde oorlogvoe
ring.
Voor Nederland is de ervaring
van Muus van belang, omdat
weer een tipje van de sluier
wordt weggenomen, die vol
gens velen nog steeds ligt over
de spionage-tragedie. die aan
57 agenten het leven kostte.
De historicus dr. L. de Jong
heeft met grote stelligheid
naar voren gebracht dat al
leen „kapitale blunders" van
de meisjes die in de ontvang
steen trale in Londen, de tele
grammen decodeerden, de
oorzaak waren. Zij zouden
niet hebben opgemerkt dat de
Nederlandse agent Lauwers
de onregelmatigheid securi
ty-check") uit enkele tele
grammen wegliet, wat volgens
de voor zijn dropping bekend
gemaakte afspraak beteken
de dat hij voor de vijand
seinde.
Onwaarschij nlij k
Door de mededeling van
Muus. dat de Britse top na
jaar '43 pas van de tragedie
op de hoogte was. wordt in de
eerste plaats de misleidings
theorie. de veronderstelling
dat de Engelsen willens en we
tens agenten naar bezet ge
bied bleven sturen teneinde
de Duitsers te misleiden, bij
zonder onwaarschijnlijk. De
stelling van dr. L. de Jong. dat
fouten aan Britse kant de oor
zaak waren, wordt daarente
gen meer aanvaardbaar, ter
wijl ook de hypothese, die in
sommige kringen nog wordt
aangehangen, dat er verraad
aan Nederlandse kant was. tot
de mogelijkheden blijft
behoren