Beatrix en Claus;
en hecht team
■4W.Ï
Hen ingenieur in ruggegraten
Wetenschap en techniek
RDAG 26 APRIL 1980
es Beatrix zag een paar jaar geleden met enig ongeduld uit naar het moment,
op zij in praktijk kon gaan brengen waarvoor zij was opgeleid. Nu het
enblik is aangebroken dat zij. zoals ze het zelf noemt, haar .bestemming" heeft
fcreikt, ziet ze er erg tegen op „moeder van het land" te worden. „Het is een
fcweldige uitdaging, een functie die je néér overtuiging en mét overtuiging moet
Irvullen", vindt Beatrix; een uitspraak die aantoont dat ze niet lichtvaardig denkt
ter de taak die haar is toebedeeld.
Beatrix en Claus het zullen doen, zal de tijd leren. Wat we wel weten is dat het
|euwe koninklijk paar een hecht team is, dat er samen het beste van wil proberen
maken, hoewel Beatrix onlangs bekende: „Mammie is onnavolgbaar". Op deze
na een dubbelportret van Nederlands nieuwe koningin en haar man.
or Fred Lammere
■BINNENLAND
TROUW/KWARTET 19
Matrix en Claus, die over vier
igen het nieuwe koninklijk paar
n Nederland worden, vormen
n hecht team. Daarover zijn
en die hen persoonlijk kennen
eens. Hoewel beiden er een
gesproken eigen wil op nahou-
n, is er goed samenspel en dat
|een pluspunt voor twee mensen
t zijn geroepen een taak, die in
be tijd verre van gemakkelijk
gestalte te geven.
is evenmin aan twijfel onderhevig dat
trlx en Claus totaal verschillen van
igln Juliana en prins Bemhard, even-
|die weer anders zijn dan Wilhelmlna en
ik. In het nieuwe koninklijk paar
|gt ons land twee figuren die veel sa-
i naar buiten zullen optreden, ook al
lat prins Claus niet behept is met de
teloze aard, die zijn schoonvader over
wereld doet zwalken,
ir Claus zijn de meeste dagen gewone
tkdagen, die hij doorbrengt op het mi-
tcrie van buitenlandse zaken, waar hij
itoor houdt als adviseur van minister
Koning van ontwikkelingssamenwer-
g, of in het paleis aan het Haagse
ige Voorhout, waar hij ook een werkka-
heeft en waar hij zich in het bijzonder
ghoudt met zijn lidmaatschap van de
ad van Advies voor de Ruimtelijke
tlening.
hdaar dat Claus in de regel 's morgens
•voor negenen uit Lage Vuursche weg-
3t om er pas aan het eind van de
[dag vaak wordt het veel later
ig te komen. Prins Claus houdt van die
ïlmaat, omdat hij weet op die manier
Ivol bezig te zijn, en dat laatste is een
grip dat hoog in zijn vaandel staat
schreven. Er de kantjes aflopen is er bij
m niet bij. Zijn burger-afkomst en het
»t opgroeien aan een hof is voor hem
t dit betreft ook een goede leerschool
veest. De man van onze nieuwe konin-
i weet wat er in het leven te koop is. De
10de die aan zijn huwelijk met prinses
%trix vooraf ging was weinig vorstelijk,
adat hij van zijn ouders, die in 1947
iid uit Afrika in Duitsland terugkeer-
financieel niets had te verwachten,
:st Claus al jong zelf in zijn onderhoud
•reien.
Net na de oorlog ging hij bij in Duitsland
gelegerde militairen van het bezettingsle
ger hertegeweien aan de man brengen. De
soldaten waren tuk op dat soort souvenirs
en kwamen in ruil ervoor met sigaretten
aandragen, die Claus op zijn beurt weer
ruilde voor levensmiddelen. Nadien werk
te hij een tijdlang bij een brouwerij; als
sjouwer op een conserven!abriek en als
monteur. In de Jaren dat hij rechten stu
deerde (van 1949 tot 1956) was hij werkstu
dent
Het was dat verleden dat prinses Beatrix
in Claus aantrok. Zijn leven was zo totaal
anders dan het hare geweest. Ook nadat
het was gaan klikken tussen de prinses en
de Duitse diplomaat uit Bad Oodesberg,
had het leven nog heel wat problemen
voor Claus en daarmee ook voor prinses
Beatrix in petto. We hoeven slechts te
denken aan alles wat zich afspeelde rond
om verloving en huwelijk van het aan
staande koningspaar.
Die problemen zijn allang overwonnen.
Claus is nu volledig geaccepteerd in de
Nederlandse samenleving. Dat laatste
heeft hij vooral te danken aan het feit dat
hij ondanks alles zichzelf is gebleven. Van
het begin af aan heeft hij zijn best gedaan
Nederlander met de Nederlanders te zijn,
niet door de vlotte Jongen te gaan uithan
gen, maar door belangstelling te tonen in
allerlei facetten van de samenleving.
Claus ging met een visserstreiler de
Noordzee op; liep de Vierdaagse in Nijme
gen uit, zij het de laatste dagen op blaren;
ging wadlopen in het hoge noorden van
Groningen en stortte zich vol ijver op het
leren van de Nederlandse taal. Een paar
jaar na zijn komst in ons land vertelt
Claus zich zo Hollander te voelen dat hij
in onze taal „denkt en droomt".
Gewone staatsburgers
Prins Claus is geen man die graag op de
voorgrond treedt met zijn werk. Een tijdje
geleden zei hij daarover: „Wij, de leden
van de koninklijke familie, rijden welis
waar eens per jaar in de gouden koets,
maar in het algemeen voelen wij ons heel
gewone staatsburgers. Ik heb alleen soms
het gevoel, dat men van ons misschien
méér gebruik kan maken. We zouden meer
mogelijkheden moeten hebben om vol
waardig deel te nemen aan normale werk
zaamheden, die geheel los staan van
staatkundige activiteiten. Je zou ook
soms dolgraag eens iets willen zeggen over
een bepaalde zaak. Doodgewoon, omdat
je meent iets zinnigs naar voren te kunnen
brengen dat een bijdrage kan zijn in de
meningsvorming. Maar meestal hoed Je je
daarvoor, omdat er wellicht commentaren
of interpretaties aan worden verbonden,
die niet je opvattingen, maar Je status als
lid van het koninklijk huis in het geding
brengen".
Hoewel hij dat vervelend vindt, frustreert
het prins Claus niet. „Tegen mensen die
op dat gebied medelijden met me hebben
zeg ik altijd: dat geldt toch voor honderd
duizenden Nederlanders! Die vinden toch
ook alleen gehoor in het café of in de
kroeg? Dat heb ik weliswaar ook niet,
maar ik kan er toch over spreken met mijn
vrouw of met mijn schoonmoeder of mijn
schoonvader".
Hoe diplomatiek Claus ook is, toch houdt
hij niet altijd zijn mond. Een voorbeeld
daarvan is de felle aanval die hij vorig Jaar
voor de televisie deed op de roddelpers.
Prins Claus komt als het terzake is onom
wonden voor zijn mening uit. Zo zegt hij in
december 1972 bij het begin van de actie
„Kom over de brug H" in Rotterdam: „Ik
ben, ik word pas echt mens. als ik mede
mens ben, mens met en voor de ander. Het
tekort van de een betekent een opdracht
voor de ander. Wie een ander helpt, bouwt
aan zich zelf. Wie geeft wordt rijk. Maar
ook: wie oog en oor en hart sluit voor het
leed van zijn medemens, die verarmt en
verschraalt. Hij gaat in zijn menszijn ach
teruit".
Gezin
Over het algemeen houdt Claus zijn diep
ste gevoelens voor zich, omdat hij vindt
dat de buitenwacht daar niets mee heeft
te maken. Die opvatting past hij ook toe
op zijn gezin. Daar prinses Beatrix er net
zo over denkt, treden hun drie zoons maar
heel weinig naar buiten op. Op Draken-
steyn wordt zo veel mogelijk geleefd als in
een doorsnee Nederlands gezin. Dat lukt
maar tot op zekere hoogte. De omstandig
heden aan een hof zijn toch heel anders
dan die in de meeste andere Nederlandse
gezinnen. Altijd lopen er op Drakensteyn
lakeien en rechercheurs rond.
Prinses Beatrix heeft er de wind goed
onder. Als personeelsleden iets breken
moeten ze dat meteen komen vertellen.
Dat doen ze met de nodige angst, vooral
als het een onvervangbaar stuk betreft.
De reactie van Beatrix is in de regel: „Nou
Ja, er is toch niets meer aan te doen en je
hebt het niet expres gedaan". Daarmee is
de kous dan af. Er wordt niet meer over
gepraat.
Anders ligt het als personeelsleden derge
lijke ongelukjes voor haar proberen te
verbergen, zoals onlangs toen zij een thee
potje wilde gebruiken en ineens met de
losse tuit in haar handen stond. Een van
de personeelsleden had die eraf gestoten
en was aan het lijmen gegaan, zonder er
iets over te zeggen. Het was toen goed mis.
Beatrix was razend.
Vooral in kleine dingen kan ze heel lastig
zijn. Daarover weten de leden van de
Raad van State mee te praten. Zij maken
Beatrix bijna wekelijks mee als ze de
woensdagzittingen komt bijwonen. De
prinses is daar actief aanwezig, een bloc-
noot voor zich op tafel en een pen in de
hand. In tegenstelling tot haar moeder
maakt ze veel notities tijdens besprekin
gen. Voor zover het aan haar ligt, is zij
goed voorbereid op haar nieuwe taak, al is
er in de praktijk weinig uitwisseling van
ervaring geweest tussen koningin Juliana
en haar dochter. De regerende Oranjes
houden er nu eenmaal niet van, anderen
in de keuken te laten kijken.
Toch is de verhouding tussen moeder en
dochter goed, in tegenstelling tot die tus
sen Beatrix en prins Bemhard. Onze nieu
we koningin neemt haar vader de Lock-
heed-affaire en alles wat daarmee verband
houdt nog steeds hoogst kwalijk, omdat
hij door zijn gedrag de positie van de
monarchie heeft ondermijnd en het haar
daarmee indirect extra moeilijk heeft
gemaakt
Prinses Beatrix is er diep van doordron
gen dat de 30e april een keerpunt in haar
leven zal worden. Zij heeft het koning
schap evernui. als destijds haar moeder
begeerd. Het is over haar gekomen. In de
periode, dat Juliana koningin werd merk
te Beatrix hoe haar moeder tegen die
koninklijke taak opzag. Beatrix begreep
dat dit ook haar voorland was. Tegenover
de buitenwacht liet zij weinig van haar
innerlijke gevoelens merken en zei ze
luchtig: „Mammie gaat een potje re
geren".
In de loop der Jaren heeft Beatrix de tijd
gehad zich te vereoenen met de gedachte
dat zij ook eens zou worden geroepen
„moeder van het land te zijn", zoals ze het
zelf noemde. Er zijn momenten geweest
dat het koningin worden voor Beatrix heel
dichtbij leek te zijn, zoals in 1956, kort na
haar achttiende verjaardag, toen de affai
re Greet Hofmans speelde en koningin
Juliana er over dacht haar taak neer te
leggen.
Reizen
Beatrix kreeg respijt. Zij trouwde en
stichtte een gezin. Tussen de bedrijven
door nam ze er de tijd voor reizen te
maken naar allerlei uithoeken van de we
reld als China, Japan. Australië, Nieuw-
Zeeland, Peru en ook naar landen als
Egypte, Israël en Rusland. Het was alle
maal werken aan haar „bestemming", de
definitie die Beatrix bij voorkeur aan haar
toekomst gaf.
Die buitenlandse reizen bleven niet onop
gemerkt. Dat gebeurde wel met tal van
ontmoetingen die Beatrix en Claus de
afgelopen jaren hadden met ministers,
staatssecretarissen en andere op de voor
grond tredende figuren, maar ook met
minder bekende mensen. Beatrix kent de
problemen van buitenlandse werknemers
en andere minderheidsgroepen uit eigen
waarneming via bezoeken en gesprekken.
„Ik vind het erg belangrijk in deze fase
van mijn leven kennis te vergaren, me te
verdiepen in sociale problemen, met veel
mensen te spreken die aan de basis wer
ken, veel te zien. Op die manier besteed ik
deze periode het nuttigst. Ik vind ook dat
mijn positie zo is, dat ik helemaal niet op
de voorgrond hoef te treden. Ik doe mijn
officiële werk en dat is veel. maar daar
naast. werk ik in. nou Ja. stilte zou Je
kunnen zeggen, althans bulten de publici
teit. Ik heb heel bewust gekozen voor deze
opstelling en dat daar misverstanden door
ontstaan moet ik maar op de koop toene
men. Als je eenmaal hebt gekozen voor
een bepaalde lijn, moet Je daaraan trouw
blijven, tenzij er natuurlijk reden is om te
veranderen". Die verandering zal er door
de zich wijzigende omstandigheden nu
wel komen.
Een paar Jaar geleden begon Beatrix dui
delijk ongeduldig te worden om te gaan
uitvoeren waarvoor zij was opgeleid. Juli
ana voelde er toen echter niet voor ermee
te stoppen en Beatrix had dat te accepte
ren. Nu het grote moment waarop zij
koningin wordt, gaat aanbreken, vindt
Beatrix dat helemaal niet meer zo plezie
rig. Tegenover persoonlijke vrienden
heeft zij er de afgelopen maanden geen
geheim van gemaakt erg op te zien tegen
de 30e april en de periode die erop zal
volgen. „Mammie is onnavolgbaar", zei
Beatrix kort geleden. Maar evenals prins
Bemhard zijn vrouw in 1948 opmonterde
is er nu prins Claus. Hoewel Beatrix weet.
dat het koninklijk ambt in de eerste
plaats op haar schouders terecht zal ko
men. heeft zij in Claus een goede raads
man. ,,Ik heb ervaren, dat Je elkaar enorm
kunt helpen. WIJ overleggen ontzettend
veel en dat is, geloof ik. erg goed voor mij.
Mijn man is heel objectief en relativerend.
Hij komt altijd met de andere kant van de
medaille aan en door die wisselwerking
rijp Je", zei ze er onlangs over.
Evenmin als prins Claus wil onze nieuwe
koningin een ornament zijn, een figuur die
mag opdraven om officiële gebeurtenis
sen, wat men noemt, luister te geven. ZIJ
wil zich in haar koninklijke functie waar
maken, proberen die taak voor honderd
procent goed te doen. Ook al weet zij van
tevoren dat zoiets onmogelijk is, toch wil
Beatrix ernaar streven Toen zij als
schoolmeisje tijdens een balletvoorstel
ling een black-out had, die het publiek
nauwelijks was opgevallen, zat ze er na
afloop erg over in. „Mammie, ik heb een
fout gemaakt en dat is gezien", zei ze
tegen haar moeder. Hoewel die haar ge
ruststelde door te zeggen dat het helemaal
niet erg was geweest, bleef Beatrix er nog
dagenlang over tobben.
Dat zich nauw betrokken voelen bij alles
wat ze doet is kenmerkend voor Beatrix.
Het is de achtergrond van waaruit zij haar
levenstaak begint, een taak die zij ziet als
„een geweldige uitdaging, als een opgave,
waar Je Je voortdurend voor moet blijven
Inzetten, een functie die ja nóér overtui
ging en mét overtuiging moet vervullen".
Of dat koningin Beatrix lukt, zal de tijd
leren.
fliil
door Bob Foppema
-j begon met een ongeluk. Halverwege ontstond een inzicht in uw en mijn
fgegraat waar nog nauwelijks iemand van gedroomd had. En waar het heen
it, weet nog niemand, want het Koninklijk instituut van ingenieurs reikte
gisteren zijn jaarlijkse „speurwerkprijs" uit aan een „betrekkelijk jong
onderzoeker". Dr. ir. C.J. Snijders liet op die ruggegraat zijn werktuigbouwkun
dig inzicht los. Dat er nogal wat rugklachten zijn, verbaast hem niet. Van bureaus
en aanrechten tot en met vliegtuigstoelen vertoont onze omgeving elementaire
ontwerpfouten.
begon met een ver-
longeluk in de Jaren
g. De orthopedische
irg die de Eindhoven-
udent C.J. Snijders be-
foestjeide, legde hem ook
uur-g technisch probleem
nkel? Hoe kan ik precies de
r met» meten van de wervel
en van een patiënt. De
ergrond van die vraag
natuurlijk algemener:
houdt een mens zich
ïind, wat kan daarbij
en hoe doe Je daar
aan Technisch ver-
Welke krachten wer-
ïr op en in de wervel-
(dat hangt af van de
en hoe gedraagt de
iat zich onder ln-
van die krachten.
8nijders' promo-
tderwerp worden. En
de kortsluiting tussen
■tuigbouw en medicij-
Senmaal was gemaakt,
n hij er gaandeweg
^■er dat de betrokken
Tzoekers meer gemeen
^Jen dan ze dachten.
- /rmfovereenkomst in hou-
'tussen arts en ingeni-
^^chrijft Snijders, volgt
uit dat de betrokken art
sen gewoon technische op
lossingen met praktisch
bruikbaar nut voor hun pa
tiënten wilden, en dat liefst
binnen afzienbare tijd.
Toch kwam die kortslui
ting niet zonder moeite tot
stand, blijkt uit zijn be
schrijving in het tijdschrift
De Ingenieur van deze
week. De wervelkolom is
opgebouwd uit relatief har
de delen (wervels) en zach
te delen (tussenwervel
schijven en banden). „Om
dat er zoveel wervels zijn,
lijkt de totale wervelkolom
evenwel sterk op een elas
tische staaf". Bij zo'n staaf
staan vorm, belasting en
stijfheid in direct verband
met elkaar, daar kan een
technicus alles aan uitre
kenen. Maar typerend voor
de begintijd van de biome
chanica („en dat moet men
zelf hebben ervaren") was
dat sommige medici derge
lijke benaderingen „met
ongeloof en wantrouwen
gadesloegen", aldus Snij
ders. En ook als leek moet
Je even wennen aan het
idee dat de stijfheid van de
lendenwervelkolom (bij de
c's in figuur 1) bij voorover
buigen „vergelijkbaar is
met die van een stalen
staaf met een dikte van
ongeveer vier millimeter".
Snijders promoveerde in
1970 op vorm en mecha
nisch gedrag van de men
selijke ruggegraat. Hoe
dicht zijn onderzoek bij de
praktijk stond, bleek toe
drie Jaar later orthope
disch chirurg en bljna-
naamgenoot J.G.N. Snij
der promoveerde op een
nieuwe manier op een afge
gleden wervel weer op zijn
plaats te zetten. De in
greep staat sindsdien be
kend als „de operatie van
8nijder en Snijders". De
ingenieur kon „grootte en
richting van krachten be
rekenen die moeten wor
den aangewend om bepaal
de vormafwijkingen van de
wervelkolom op een voor
spelbare wijze te corrige
ren", zoals Snijders het zelf
formuleert. De commissie
die hem uitkoos om de
speurwerkprijs 1979 van
het Koninklijk instituut
van Ingenieurs in ont
vangst te nemen, noemt de
resultaten van de operatie
spectaculair. „Een parade-
voorbeeld van wat met sa
menwerking van medici en
ingenieurs kan worden be
reikt. Hetzelfde kan wor
den gezegd van de door
Snijder en Snijders uitge
werkte instrumenten waar
mee operatieve en blijven
de correctie van scoliosis
(kromming van de wervel
kolom in dwarsrichtlng)
mogelijk werd".
Vanuit de chirurgische in
grepen. die toch niet altijd
helemaal kunnen helpen,
heeft Snijders' aandacht
zich steeds meer op de pre
ventie van rugklachten ge
richt. BIJ het ontwerp van
de meeste stoelen is de bio
mechanica van de zittende
mens schromelijk verwaar
loosd en dat wreekt zich op
den duur, vreest hij. De
ideale ontspannennen zit
is die van figuur 2, waarin
de flauwe S-bocht die de
wervelkolom van nature
maakt (figuur 1) niet ver
vormd is. Van belang is het
afsteunen typische Inge
nieursterm van de ar-
Figuur 1: wervelkolom
In zij-aanzicht, met het
„eenvoudige model" van
Snijders voor het
middendeel daarvan
men. Die hangen anders
via de schoudergordel aan
de nekwervelkolom, en
daar wordt een mens moe
van. In een rechte stoel
zonder armleuningen wor
den de armen op tafel ge
legd of op schoot bij een
wat ingezakte romp. Dan
gaat het al gauw in de rich
ting van figuur 3, waar de
onnatuurlijke stand van de
Figuur 2: de ideale zit
wervelkolom verder in de
hand wordt gewerkt door
het ontbreken van de rug
steun. Door langdurig zo te
zitten, kunnen tussenwer
velschijven in het ongere
de raken. In ernstige geval
len heten de resultaten
hemla.
Maar bij bezigheden als le
zen. schrijven en tekenen
is de stoel niet eens het
Figuur 3: de S-bocht
van de wervelkolom
is een C geworden
ergste, aldus 8nijders. De
relatie met het werkvlak
deugt niet. In de Ideale zit
kan een mens alleen op de
tafel voor zich kijken door
het hoofd fors naar bene
den te kantelen. Die knik-
stand van de nekwervelko
lom (figuur 4) is maar een
paar minuten vol te hou
den. „Zowel kinderen als
volwassenen bulgen zich
dan ook met gekromde rug
over de tafel. Aansporin
gen om rechtop te zitten.
Figuur 4; werkhoudingen
kunnen dan ook onmoge
lijk effect hebben".
Met een schuin werkvlak
zit Je minder vooroverge
bogen. „Voor schrijven is
een hellingshoek van der
tien graden, waarbij het
ene papier nog net niet van
'het andere glijdt, al een
hele verbetering", schrijft
Snijders. „Voor lezen kan
men een schuiner staande
plank met een richel ge
bruiken, zoals vroeger ge
bruikelijk was".
En ook voor staande werk
zaamheden worden ge
kromde houdingen voorko
men door het werk naar de
ogen te brengen, in plaats
van andersom. „Men den-
ke aan hoogten van bank
schroeven en aanrechten".
Wat Snijders betreft, mag
er dus heel wat vertim
merd worden, en niet al
leen aan onze werkomge-
Dr. Ir. CJ. Snijders
ving. Zijn kritiek treft ook
makkelijker stoelen, zij het
dat de gevaren daar min
der ernstig zijn. Het leunen
tegen een rugleuning ver
ooreaakt een rcactlekracht
in het zitvlak waardoor je
op een gladde zitting on
derult zou glijden Een
wrijvingskracht houdt dat
tegen, maar het gevoel Is
op den duur hinderlijk Het
is op te vangen door de
zitting iets naar achteren
te laten kantelen. En het ls
dus fout dat van een vlieg-
tulgstoel de leuning ach
terover kan kantelen zon
der dat de zitting meegaat
Een kleinigheidje, maar
toch. Zo zijn er ook nog
hoofdsteunen die zo ver
naar voren zitten dat zij
Juist verhinderen. het
hoofd te steunen. („Men
ziet dit onder andere inj
treinen en toerbussen".)
En Snijders heeft nog wel
meer leuke dingen uitge
zocht. maar we kunnen
niet bezig blijven.