^Vandaag een held, morgen een reptiel
■4TERDAG 19 APRIL 1980
■BUITENLAND!
TROUWKWARTET
Het leven is niet altijd eenvoudig voor
China's achthonderd miljoen inwo
ners. Als idealist werk je mee aan „de
revolutie" om even later te vernemen
dat je al die tijd achter een renegaat of
een lakei van het imperialisme hebt
aangehold.
Als het aan de huidige machtshebbers
in Peking ligt, is dat voorbij. Het is nu
de tijd van de nuchtere zakelijkheid en
het bouwwerk van Mao Zedong kraakt
in zijn voegen. Maar omvergehaald is
het nog niet en hoe lang duurt het nog
voor ook Deng Xiaoping en de zijnen in
„kapitalistische reptielen" veranderd
blijken te zijn?
Het incasseringsvermogen van de
achthonderd miljoen Chinezen moet
groot zijn. -
■oor Johan ten Hove
og steeds staat op het
len An Men plein (het
ilein van de Hemelse
rrede), die schier onein-
lige vlakte in het cen-
rum van de Chinese
looidstad Peking, een
inorme betonnen en
harnieren kolos. Het
pausoleum van de
(verleden partijvoorzit-
ier Mao Zedong, de
>[rondlegger van de Chi-
lese communistische
|taat, voorheen „de ge-
lefde leider" en „de
rote Roerganger". Vo-
ige maand deden in Pe-
g sterke geruchten
|e ronde dat het mauso-
um zou worden afge-
Iroken. Als het ooit
'ordt afgebroken, dan
ieft het er nooit ge-
an, want de Chine-
n zijn meesters in het
iet terugwerkende
heejracht laten verdwijnen
nvejian de meeste reële en
schijpeest concrete ver-
hij nselen.
jk je ti
Of bel® geruchten staken de kop
toen het huidige Chinese
^erKepwind midden maart liet
enkondigen dat het nu maar
uit moest zijn met de
Ot en brsoonsverheerlijking in het
id. Daartoe werd een aantal
Iragsregels opgesteld door
it centrale comité van de
ïese communistische par-
1, waarvan er één luidde dat
it verboden is „de leiders
het proletariaat te ver-
irlijken met gebruikma-
g van vleiende termen die
in zwang zijn bij de uit-
tende klassen". Voorts
erd aangedrongen op een
sekere matiging ten aanzien
an overleden leiders", niets
Ünder dan een verwijding
kar het protserige Mao-mau-
ileum. „China moet de ge-
jhiedenis niet langer onrecht
idoen of feiten verzinnen"
tr aan partijleiders bepaal-
verdiensten toe te
iven.
wijzigi
sport.
ns,er- Vens
p geruchten over een op han-
n zijnde afbraak van het
lusoleum werden niet al-
;n door deze nieuwe richtlij-
RDcKn gevoed, maar ook door
richten als zou de regering
ichikken over een nog door
zelf geschreven brief
arin deze de wens te ken-
- n geeft gewoon in nederige
ond begraven te worden.
I. 020 n wens die de huidige lei-
rs in Peking, voor wie het
loisme een groot probleem
een reël gevaar is, eigenlijk
stekend van pas komt en
als de tijd rijp geacht
023.jfrdt, altijd weer van stal ge
ld kan worden.
geruchten waren zo sterk
t de leiders zich haastten in
i formele verklaring mee te
en dat men niet op het
023jnt stond het mausoleum af
breken. Het mausoleum
rd integendeel weer open-
iteld voor het publiek na-
het enkele jaren „wegens
stelwerkzaamheden" was
02510^loten. Wel werden na het
Bchijnen van de nieuwe
ïtlijnen tegen de persoons-
tus massaal de enorme
Ikkaten met de vriendelijk
rijf ch doortastend kijkende
flers als Mao Zedong en de
dl ge partijvoorzitter en
Ier Hua Guofeng verwij-
van pleinen, vliegvelden
straten. (Volgens westerlin-
die Peking en Kanton
)ben bezocht sieren nu
ngrote plakkaten met Ja-
"orense kleurentelevisies en
ierikaanse coca cola-fles-
aangeprezen door zeer
iters aandoende Chinese
isjes, de hoeken en gaten
b de Chinese steden).
rbaasd
»r geval het Chinese ka-
blijkt uitermate kort van
ïrie te zijn. In Kanton
een functionaris op het
ireld gevraagd waar die
ïrstaffnense portretten van de
"ers toch waren gebleven,
t begrijp uw vraag niet
WW"' 310118 cIe Chinees, die
volgens verbaasd vroeg of
echt waar was dat daar
t te voren nog portretten
liden gehangen. Waar
de l ijnlijk heeft de man ze er
de
tel. p
zelf af moeten halen, maar als
de partijleiding vindt dat ze er
niet meer mogen hangen en er
eigenlijk al langer niet had
den mogen hangen, dan wor
den ze weggehaald en hebben
ze er gewoon nooit gehangen.
John Gittings van de Britse
Guardian zwierf door Sjang
hai en wist in een boekhandel
nog wel posters van Mao Ze-
dong op de kop te tikken. Een
jeugdige, maar standvastig
uitziende Mao op weg om de
staking van de mijnwerkers in
Anuyan (1922) te gaan lelden.
Maar Gittings verzucht dat
ook die poster spoedig niet
meer te koop zal zijn nu de
Chinese leiding heeft „ont
dekt" dat niet Mao de leider
was van de staking, maar de
vroegere president Liu Shao-
qi, die eind februari van dit
jaar postuum in ere is her
steld.
Wat er nu met de nagedachte
nis van Liu Shaoqi gebeurt is
eigenlijk in tegenspraak met
de nieuwe richtlljhnen.
Liu kwam aan het eind van de
jaren vijftig in conflict met
voorzitter Mao over het eco
nomische beleid dat gevoerd
moest worden. Mao begon in
1958 zijn roemruchte „Grote
Sprong Voorwaarts" waarin
getracht werd via massale
mobilisatie van het volk en
veel revolutionair jargon de
economische groei te ver
snellen.
Ontwikkeling op eigen kracht
werd de nieuwe leuze. Dat
moest ook wel want het eco
nomische model week zo ver
af van het Russische voor
beeld dat Moskou in 1960 be
sloot al zijn adviseurs en tech
nici terug te halen. De Jaren
daarop werd het conflict tus
sen Moskou en Peking steeds
dieper en het „bleek" al gauw
dat de Russen revisionisten
(afwijkers van de rechte
marxistisch-leninistische leer)
waren, zijn en ook wel zouden
blijven.
Brokstukken
De Grote Sprong mislukte en
liep uit op een economische
catastrofe, Mao verdween
naar de achtergrond en presi
dent Liu Shaoqi ruimde sa
men met Deng Xiaoping de
brokstukken op in de fase die
wel wordt aangeduid als de
Nieuwe Economische Poli
tiek. Maar Mao kwam terug
en begon in 1965 de aanzet tot
de felste en meest radicale
ideologische campagne in de
Chinese historie. De Grote
Proletarische Culturele Revo
lutie, bekend van de miljoe
nen Rode Gardisten, waarin
Liu aan de kant werd gezet als
„kapitalistisch reptiel". Liu
overleed in november 1969 in
de vergetelheid.
Maar eind februari werd hij
gerehabiliteerd en „bleek" hij
altijd een „groot marxist-leni
nist" geweest te zijn. Zijn kin
deren, die tijdens de Culturele
Revolutie heel wat te verdu
ren hebben gehad, worden nu
met alle égards behandeld en
het dorp waar Liu geboren is
heeft een opknapbeurt gehad
en zal, net als Mao's geboorte
dorp, een soort bedevaartoord
worden. Het postume eerher
stel van Liu door de huidige
Chinese leiders past in de
postume aftakeling van Mao
Zedong, maar voor een defini
tieve afrekening met het Mao-
tijdperk lijkt het nog steeds te
vroeg.
Een ander voorbeeld van
„rechtzetting van de historie"
is de affaire Lln Blao, minister
van defensie aan het eind van
de Culturele Revolutie, „Wa
penbroeder van Mao Zedong"
en diens gedoodverfde opvol
ger. In september 1971 stortte
hij met een vliegtuig neer bo
ven Mongolië nadat hij via
een staatsgreep Mao aan de
kant had willen zetten. Al
thans zo luidt de officiële le
zing. Twee jaar later werd Lin
verguisd in een campagne,
waarin de oude wijsgeer Con-
fusius als vroegere en Lin zelf
als huidige „reactionair" wer
den neergezet. Het „bleek"
dat Lin altijd al fout was ge
weest, en altijd al Mao Zedong
naar de kroon had willen
steken.
Vuilnisbelt
Hetzelfde overkwam het illus
tere gezelschap dat als „de
bende van vier" momenteel
op de „vuilnisbelt van de Chi
nese historie" zitting houdt.
Deze radicalen uit het altijd al
roerige Sjanghai partij-ide
oloog Jao Wenjuan, vice-pre
mier Jan Junjao, Mao's wedu
we Jang Qing en de jonge,
door Mao zelf naar voren ge
haalde Wang Hungwen be
leefden hoogtijdagen aan het
eind van de Culturele Revolu
tie. Na de dood van de Chine
se premier Zhou Enlai op 8
januari 1976 wisten zij er voor
te zorgen dat niet de pragma
tische Deng Xiaoping, die
Zhou's functies al waarnam,
maar de tot dan toe vrijwel
onbekende Hua Guofeng tot
premier werd benoemd.
Toen echter op 9 september
van hetzelfde jaar voorzitter
Mao overleed en men in het
polltburo het niet eens werd
over zijn opvolging, greep
Hua zijn kans en liet de vier
radicale leiders arresteren. De
al tegen Deng in gang gezette
campagne werd omgezet in
een campagne tegen de radi
calen en „de bende van vier"
werd beschuldigd van alles
wat er in de kortstondige his
torie van de Chinese Volksre
publiek mis was gegaan, mis
ging en in de toekomst mis
zou kunnen gaan. Zo „bleek"
bijvoorbeeld dat de bende en
Lin Biao eigenlijk verant
woordelijk waren voor de per
soonsverheerlijking in China
en dat de nieuwe richtlijnen
vooral tegen hun verderfelijke
ideeën gericht zijn.
Oude rot
Als er iemand is in de huidige
Chinese leiding die hier mooie
verhalen over zou kunnen ver
tellen, dan is het wel Deng
Xiaoping zelf, de oude rot die
momenteel de machtigste
man in China is. Formeel
staat hij als vice-vooraitter
van de partij en vice-premier
onder Hua Guofeng, die pre
mier, partijvoorzitter en op
perbevelhebber van de Chine
se strijdkrachten is, maar
Deng heeft intussen zoveel
medestanders in het centrale
comité van de partij en in het
politbureau teruggehaald, dat
zijn wil wet is in het huidige
China.
Deng heeft het allemaal mee
gemaakt, en wel twee keer.
Zoals gezegd verdween hij sa
men met Liu Shaoqi in de
Culturele Revolutie als „kapi
talistisch reptiel" naar de ach
tergrond. Hij werd echter in
april '73 door premier Zhou
Enlai voorzichtig terugge
haald. Zhou had een nuchter
en bekwaam bestuurder no
dig om de plannen te smeden
die van China tegen het eind
van deze eeuw een moderne
industriële natie moeten
maken.
Deng deed in het openbaar
belijdenis van zonden, waarna
hij ook voor Mao, zij het met
tegenzin, weer acceptabel
was. Zo niet voor de vier radi
cale leiders, die in ideologisch
opzicht sterk van hem ver
schilden m economisch
beleid vrijwel haaks op hem
stonden. Met succes wisten de
vier te voorkomen dat Deng
Zhou Enlai als premier zou
opvolgen. Integendeel, via een
zoveelste massale campagne
werd hij, nu als „bewandelaar
van de kapitalistische weg",
opnieuw verguisd. Waarbij de
vier de zegen hadden van de
toen zeer zieke en bijkans se
niele Mao Zedong.
Tussenpaus
Hua Guofeng werd Zhou's op
volger en als premier schaar
de ook hij zich achter de cam
pagne tegen Deng, hoewel hij
niet uitgesproken tot de radi
cale vleugel behoorde. De ra
dicalen zagen Hua als tussen
paus, maar deze dacht er zelf
anders over. Na de dood van
Mao Zedong barstte de strijd
in de top om het voorzitter
schap van de partij los en Hua
liet de vier radicalen oppak
ken. De campagne tegen
Deng werd omgezet in een
campagne tegen de „bende
van vier" en Deng maakte
zich voor de tweede maal op
om de arena te betreden.
Dat was in Juli 1977 zover.
„Kameraad Deng" kreeg al
zijn functies terug en sinds die
tijd heeft hij er voor gezorgd
dat de terugkeer van zijn.
geestverwanten versneld is
doorgezet.
„Rechtse opportunisten, revi
sionisten, kapitalistische rep
tielen en lakeien" „bleken"
„fijne leden van de partij, pro-
letarisch-revolutionairen en
vooraanstaande leiders van
de Chinese arbeidersbewe
ging" te zijn geweest. En te
genstanders van Deng en zijn
pragmatische lijn werden op
hun beurt aan de dijk gezet.
Er zal ongetwijfeld „geble
ken" zijn dat ze al Jaren con
tacten hadden met de bende
van vier, en met Lln Blao of
anderszins verderfelijke
ideëen koesterden.
Trots
Maar het definitief omverha
len van de legendarische en
als god en kekzer vereerde
partijvoorzitter Mao Zedong
is niet zo eenvoudig. Voorzit
ter Mao wordt gezien als de
grondlegger van de Chinese
communistische staat, de va
der des vaderlands, de leider
van „de lange mars" en de
overwinnaar van de Kwomin-
tang van Tsjang Kal Sjek.
Hij heeft de ideologische fun
damenten gelegd voor hét
Chinese communisme, dat op
belangrijke punten afwijkt
van het Russische communis
me. Voorzitter Mao propa
geerde al lang de revolutie
van het boerenproletarlaat
toen de leiders in Moskou nog
volhielden dat de revolutie,
ook In China, moest komen
van het industriële proletari
aat. Voorzitter Mao betwistte
de Sowjet-leiders niets min
der dan het leiderschap over
de wereldrevolutie en ver
schafte de Volksrepubliek
met zijn ideologie van de „per
manente revolutie" een eigen
plaats in de communistische
wereld. Voorzitter Mao heeft
in ieder geval een deel van de
vernederingen waaronder het
trotse China in de vorige eeuw
te lijden had, ongedaan ge
maakt. Voor de buitenwereld
verschafte hij de Chinezen
een nieuw zelfbewustzijn.
Mao Zedong verschafte tij
dens zijn leven en ook na zijn
dood de leiders in Peking de
legitimiteit van hun macht.
Hoe zeer de verschillende lei
ders en stromingen ook elkaar
in de haren zaten, allen berie
pen zich op Mao Zedong en
haalden zijn orakeltaal aan
om hun eigen gelijk aan te
tonen. Waarbij het voor de
verschillende leiders gunstig
was dat Mao's uitspraken in
derdaad voor velerlei uitleg
vatbaar waren en een ieder er
zijn eigen interpretaties op na
kon houden.
Rechte leer
Dat gemak bestond niet voor
de lagere kaderleden en be
stuursambtenaren, die vaak
met de handen in het haar
zich afvroegen wat nu weer de
rechte leer was waaraan ze
zich te houden hadden. Zij
durfden nauwelijks besluiten
te nemen of een keuze te ma
ken uit angst de verkeerde
interpretatie gevolgd te heb
ben en als volgeling van een
net verguisde leider in Peking
aan de kant gezet te worden.
Het is niet verwonderlijk dat
dit China een weinig daad
krachtige bureaucratie heeft
opgeleverd, en het is evenmin
verwonderlijk dat de minder
ideologisch geladen Deng
Xiaoping weer „echte be
stuurders" in het apparaat wil
hebben.
Sinds Juli 1977 is hij daar ook
mee bezig. Maar natuurlijk
stuit dat op weerstand, onbe
grip en onwil van mensen die
dertig Jaar zijn opgevoed bij
de onfeilbaarheid van Mao Ze-
dong en bij kaderleden die
zich vertwijfeld afvragen hoe
lang Deng het in Peking voor
het zeggen heeft en hoe reëel
de mogelijkheid is dat hij op
nieuw naar de vergetelheid
wordt verwezen. Deng Xiao
ping is oud en hij heeft haast.
Voor zijn dood moet de lei
ding van de partij en het be
stuursapparaat in handen zijn
van nuchter denkende men
sen, wars van te veel ideologi
sche prietpraat. Daarvoor is
nodig dat Mao zijn glans ver
liest en het maosime ver
dwijnt.
Maar voor velen gaat het nog
te snel. Het partijblad Rode
Vlag meldde deze week dat
veel jongere partijleden zich
verzetten tegen het eerherstel
van Liu Shaoqi. Zij vinden dat
met het toegeven van „ernsti
ge fouten" de grandeur en het
prestige van de partij wordt
aangetast. Rode Vlag vindt
.dat deze partijleden het niet
begrepen hebben en nog „on
der invloed staan van Lin
Biao en de bende van vier."
De massa's
Maar als partijleden het al
niet begrijpen wat dan te zeg
gen van het Chinese volk, de
massa's, de basis, de dragers
van de revolutie, waar ferven
te maoïsten in binnen- en bui
tenland altijd de mond vol
hebben?
Het Chinese volk is de afgelo
pen jaren misbruikt door lei
ders die aan de top in een felle
machtsstrijd gewikkeld wa
ren, en meegesleept in een
groot aantal massale campag
nes, die, naar later ook is toe
gegeven, het leven hebben ge
kost aan tienduizenden men
sen. Die het land aan de rand
van de afgrond hebben ge
bracht en het leven hebben
verwoest van vele idealisten
die dachten te „werken aan de
revolutie" en vervolgens
moesten ervaren dat in Pe
king de bakens waren verzet
en zij „al die tijd achter een
renegaat, een reptiel of een
lakei van het imperialisme"
hadden aangehold.
De snelheid waarmee massa's
Chinese burgers zich aanpas
ten aan volstrekt tegengestel
de campagnes geeft niet zo
zeer de flexibiliteit weer van
het Chinese volk als wel de
doeltreffendheid van het pro*
paganda-apparaat.
De Chinese leiders hebben ge
probeerd het volk te beroven
van zijn tradities en zijn cul
tuur. die toch maar feodaal en
later bourgeois-kapitalistisch
was. Ze hebben geprobeerd
met hun revolutie de breuk
met het verleden totaal te ma
ken. maar tegelijkertijd ele
menten uit dat verleden ge
bruikt om hun macht te be
stendigen. De cultus rondom
Mao Zedong en later rondom
Hua Guafeng past In de Chi
nese traditie waarin de keizers
van het oude China regeerden
over het „rijk van het Mid
den" op grond van het hun
verstrekte hemelse mandaat.
Het gebruik van dit histori
sche element, gekoppeld aan
een autoritaire en totalitaire
structuur, heeft in China ont
wikkelingen mogelijk ge
maakt waarvan George Or
well slechts kon dromen.