]Vel eens naar iepen gekeken?
Weekendpuzzel
IV.'
Ti
-i
in:
Deen Sloth, een
scherpe speler
-
m m
m
O
B B
UB
m B m
m m
RDAG 19 APRIL 1980
■VARIA
TROUWKWARTET 23
—>IER&PLANT
liege»
door henk van halm
:en
[1 eens in de stad op de
"ken gelet? Natuurlijk, als
eind april vol lichtgroen
ld komen. Maar dan Is
jt wel al veel te laat om
in feestelijke bloei te
in. En wat je in april voor
jigdlg blad aanziet, is dat
jorgaans niet. Vaak zijn
de groene, rijpende
Jichten, vorig jaar zoveel
t sommige bomen er bij-
I dood aan gingen.
beien doen iepen aan het eind
n de winter. Soms al in februari,
|ar gewoonlijk in maart en als
voorjaar nogal kil is, pas in de
.^ste helft van april. De bloemen
h maar klein en je zou ze heie
niet zien als ze niet in bun-
;jes van zo'n tien bijeen op de
gen zouden zitten. Net als wil-
:atjes, ben je geneigd te zeggen,
(ar door hun bescheidener kleur
il wat minder opvallend. Zo
lig in het oog lopend zelfs dat
ia iedereen die zich langs de
Isgrachten in de ochtendzon
zijn werk haast of tussen de
Idag een frisse neus gaat halen,
geen blik waardig keurt. En dat
dan helemaal ten onrechte,
int iepen bloeien mooi en dat
arsrode waas in hun verder nog
ie kronen moet je eenmaal te
il de zon in gezien hebben, tegen
achtergrond van oude gevels,
jje zult er elk voorjaar weer naar
[kijken. Er gaat een heel bijzon-
re sfeer van uit, die Je niet ge-
jp ikkelijk vergeet Pak eens zo'n
lu 2 u^eiend takje en bekijk het van
(klyceunthtbij. Al in januari kun je zien
it de bloem- en wat de bladk-
onderwVPen zi3n- De laatste zijn glan-
ye /ngevPd donkerbruin en puntig, net
?s, vóór jstanjeknoppen in miniatuur
bar niet zo kleverig. De bloemk-
ppen zijn wat groter en ronder
n de bladknoppen. Ze zitten net
deze steeds in een lichte knik
n de tak.
n bloeiend iepetakje van dicht
maakt je meteen duidelijk
iavft'ar die rossiSe 0111 vandaan
laVO|mt jflet vail gan bloemkroon,
ISSENjnt die hebben de bloemen niet,
'en maar een groenig bloemdek
er uitziet als een kelk. Nee, de
eur komt van de rode meeldra
hap
ïDE,
komen
lures:
1e gr.
Iepetakken met jong blad en rijpende vruchten
De bloemtrosjes en een bladknop
van de gladde iep van dichtbij
den met hun blauwpaarse helm
knoppen die een heel eind uitste
ken, verder nog dan de witachtige
stempels van de ene stamper die
elke bloem heeft. Uit de helm
knoppen komt droog geel stuif
meel dat niet door insekten wordt
meegenomen die er vroeg in het
voorjaar vaak nog niet eens zijn
maar door de wind. Die voert het
poeder door de boomkruinen,
waar het wordt opgevangen door
de fijn behaarde stempels van ie-
pebloemen die hun stuifmeel al
hebben afgegeven. Die stempels
zijn namelijk dan pas rijp en ge
voelig voor bevruchting, zodat de
bloemen nooit met hun eigen
stuifmeel bestoven kunnen
worden.
Met het verstrijken van de bloei
verandert gaandeweg het uiterlijk
van de iepen. Hun kronen kleuren
zich ijl groen, niet door pril blad,
maar door groeiende iepevrucht
jes. Als eind april ook het blad
begint uit te groeien, zijn die
vruchtjes ongeveer twee centime
ter lang. Ze bestaan uit een nootje
en een vliesdunne vleugel, die als
een brede rand het nootje om
geeft. Begin mei zijn de trossen
vruchten wel heel goed te zien,
omdat ze al rijpende verkleuren
tot geelgroen en tenslotte bruin,
waardoor ze afsteken tegen het
jonge blad. Ze laten los en dwarre
len naar de grond als een „munt
jesregen", die vorig jaar zo hevig
was dat ze bijeengewaaid in por
tieken hopen vormden tot een hal
ve meter hoog. Sommige bomen
droegen zoveel vrucht dat ze eerst
volop in blad leken te staan, maar
ziek schenen toen al die vruchtjes
verbruinden en de bomen begin
mei een herstachtig uiterlijk ga
ven. Eenmaal ontdaan van die
vruchten duurde het tot ver in de
zomer voor die bomen genoeg
energie hadden verzameld om
blad te maken.
Iepziekte
Zulke verzwakte iepen kunnen
dan gemakkelijke prooi worden
van de iepziekte. Die wordt ver
oorzaakt door de zwam Ophiosto-
ma (Ceratocystis) ulmi en overge
bracht door lepespintkevers, die
gangen maken in het levende
spinthout vlak onder de schors.
De schimmeldraden van de zwam
verstoppen de vaten van de boom
waardoor het sap stroomt en snij
den zo de vocht- en voedselvoor
ziening naar boven af. De eerste
tekenen die op iepziekte duiden,
zijn dunne bebladering in de top
en"in Juni kaal worden van sommi
ge takken. Later komt ook de rest
van de kroon moeilijk in blad,
maar de ziekte kan zo snel verlo
pen dat de boom in de volgende
lente al dood is. Er valt heel veel
over de iepziekte te vertellen, wat
ik liever voor een volgende keer
bewaar.
Gladde iepen
Iepen zijn er in soorten. De gewo
ne stadsiep is meestal de gladde
iep (Ulmus carpinifolia) met glad
en glimmend groen blad dat zijn
grootste breedte meer naar de top
dan naar de bladvoet heeft. Alle
iepen hebben eirond en toege
spitst blad, met gezaagde rand en
karakteristiek voor iepen een
scheve bladvoet. Dat laatste wil
zeggen dat de bladhelften daar
niet gelijk van vorm zijn, maar
aan de ene kant geleidelijk in de
steel overgaan en aan de andere
kant met een ruime bocht. Je kunt
iepen daar altijd aan onderschei
den. Bij de ruwe iep is dat blad
kort behaard, waardoor het ruw
aanvoelt. Die ruwe of bergiep (Ul
mus glabra) moet zijn wijd uit
staande. naar boven gebogen tak
ken, die laag aan de stam ont
springen. is de gewoonste wilde
soort in de bossen. Hij komt er
voor in het essen-iepenbos en het
eiken-hiagbeukenbos. twee loof-
bostypièn die naar de samenstel
lende hoofdsoorten zo door de
mensen genoemd worden die zich
bezighouden met de studie van
plantengemeenschappen. Iepen
vormen nooit in hun eentje bossen
zoals beuken dat bij voorbeeld wel
doen. Een variéteit van de gladde
iep, de kurkiep (Ulmus carpinifo
lia var. suberosa), met brede kur-
klijsten op de stam en de takken,
vormt met abelen samen binnen-
duinrandbosjes.
Windbestendig
Iepen worden vooral graag aange
plant omdat ze goed tegen lucht
verontreiniging en wind kunnen.
Hun gevoeligheid voor iepziekte is
een groot nadeel en daarom pro
beert men nu rassen te kweken die
daar beter tegen bestand zijn. In
veel steden wordt tegenwoordig
gebruik gemaakt van monumen
tale vormen die piramideachtig
uitgroeien, zoals de Jersey-iep en
de Cornwall-iep, respectievelijk de
variëteit sarmiansis en cornubien-
sls van de gladde iep. Door hun
statigheid maken ze een stijve in
druk: ze missen de wat onregelma
tige vorm van de gewone gladde
lep. met het wintersilhouet van
enkele heel dikke takken die wat
bochtig schuin omhoog gaan en
aan hun einden naar buiten bui
gen en daar massa's twijgen dra
gen. Juist die wat scheef groeien
de iepen geven een apart karakter
aan stadsgrachtend en walbeplan-
tingen. Kijk ook eens uit naar de
zeldzame steeliep (Ulmus laevis),
die uit Oost-Europa komt en hier
en daar in parken is aangeplant.
In april bloeiend met langgesteel-
de bloemen en tot in mei te her
kennen aan de kwastachtige
vruchttrosjes, omdat ook die van
zelfsprekend die lange stelen heb
ben. Iepen zijn heel gewone bo
men, maar er valt veel aan te zien.
En van te genieten, als Je eenmaal
ontdfkt hebt boe mooi ze zijp.
Horizontaal. 1. specerij, 6. grondslag.
11. soort, 12. gezichts orgaan, 14. kip
penloop, 16. telwoord, 18. opdracht,
20. voorzetsel, 21. deugniet. 22. onder
wereld, 23. rund. 24. sportterm, 26. dat
is (afk.), 27. tasto solo (alk.). 28. bevel.
30. voor, 32. grondsoort. 34. familielid,
35. senior (afk.), 37. waterstand, 38.
landbouwwerktuig, 40. sappig. 41.
wijnmaat, 42. bloedhuis, 43. muziek
noot, 44. oude lengtemaat, 45. pers.
voornaamw. 47. voedsel, 49. bad
plaats in Duitsland, 51. wandversie
ring, 53. kippenloop, 56. water in
Friesland, 58. voorzetsel. 59. rond
hout, 61. item (afk.), 62. durf. 64. aan
tekenboek, 65. en andere (afk.), 66.
vlas kam, 69. meisjesnaam, 70. lid
woord, 72. tam, 73. wenk, 75. zangvo
gel, 76. richting.
Verticaal. 2. bijwoord, 3. plaats in de
schouwburg, 4. boom, 5. ongaarne, 7.
voertuig, 8. maangodin, 9. voorzetsel,
10. titel, 12. ondernemingsraad (afk.),
13. pers. voornaamw. 15. werpstrik,
17. tussenzetsel. 18. zwaardvis. 19.
koor, 20. voordeel. 25. voorzetsel, 26.
muzieknoot, 28. kruiderij, 29. spil van
een wiel. 31. vuurpijl, 31. opus (afk.),
33. oorzaak, 34. stap, 36. moerasvogel,
37. behoeftig. 39. scheepstouw, 44.
bouwland, 46. voorvoegsel, 48. op
standeling, 50. opgewekt, 51. voeg
woord. 52 senior (afk.), 54. klaagzang,
55. staaf, 57. tijdperk, 58. Europeaan,
60. vis, 61. gebergte op Kreta, 63.
tweetal, 67. eminent (afk.), 68. maan
stand, 70. uitroep, 71. voorzetsel, 73.
meisjesnaam, 74. pos te restante
(afk.).
Oplossing t/m woensdag a.s. per
briefkaart lenden aan: Trouw/Kwar
tet, Postbus 859, Amsterdam. Links
boven vermelden: Weekendpuzzel.
Oplossing vorige puzzel.
Hor. 1. kaneel, 4. simpel, 7. eloge, 9.
keel, 10. rede. 12. peer. 13. imker. 14.
eest, 15. leren, 18. rak. 20. matig. 23.
donor. 25. intiem, 26. kanaal, 27. ka
pel. 29. terra, 31. nar, 32. stage. 37.
enak, 39. risee, 40. Lena, 41. para, 42.
lias, 43. aarde, 44. lianen, 45. entree.
Vert. 1. klepel, 2. ever, 3. lelie, 4. serre,
5. mode, 6. listig, 8. orkaan, 9. keer, 11.
eelt, 16. elite, 17. ester. 18. roman, 19.
koker. 21. alant, 22. inleg, 23. dek. 24.
ral, 28 passer, 29. tremel, 30. raap, 33.
Ares, 34. etappe, 35. traan, 36. melee,
38. kaan. 40. last
De boekenbonnen gaan naar: de heer
D. G. Bosman, Schotlandstraat 89,
Haarlem; mevrouw M. Koning-Met
selaar, Moeshofweg 19, Velp; de heer
A. C. Groenenberg, Vreedonk laan 2,
Dordrecht.
W I A rl
IOC
De Nederlandse Zomerpostzegels
met toeslag voor culturele en soci
ale doeleinden zijn deze week weer
in de verkoop gekomen. Het zijn
zoals steeds vier zegels; als thema
is dit jaar toerisme en recreatie
gekozen in verband met het feit
dat de Vereniging voor het behoud
van natuurmonumenten dit jaar
75 jaar bestaat. De afbeeldingen
zijn: een duinlandschap, een bui
tenplaats, een merengebied en een
heidelandschap. De serieprijs, in
clusief toeslag bedraagt 3.35. Op
25 april verschijnen twee Neder
landse postzegels, gewijd aan de
bezetting gedurende de Tweede
Wereldoorlog en de bevrijding
daarna. De zegel van 60 c is een
portretzegel van Anne Frank
(1929-1945) met op de achtergrond
enkele lijnen uit een schrift, welke
duiden op haar befaamde dag
boek „Het Achterhuis". De zegel
van 45 c is gewijd aan de bevrij
ding en toont een Britse bommen
werper, die in april 1945 voedsel
pakketten uitwerpt.
Voorts zal 30 april de zogenoemde
inhuldigingszegel verschijnen ter
gelegenheid van de troonbestij
ging van de a.s. koningin Beatrix.
Hoewel de zegel officieel op 30
april wordt uitgegeven, is deze
toch pas 1 mei aan de postkanto
ren verkrijgbaar. Op diezelfde 1
mei komt tenslotte nóg een zegel
uit, gewijd aan het postzegelveiza-
melen. Deze uitgifte houdt ver
band met de 3e filatelistische
show van de Ned. Vereniging van
Postzegelhandelaren, welke van 3
- 5 mei in het Haagse Congresge
bouw wordt gehouden en met de
6e internationale filatelistische
tentooristelling JUP08TEX, voor
jeugdige verzamelaars, welke van
23 - 27 mei (Pinksterdagen) in het
Philips Ontspanninggebouw te
Eindhoven plaats gaat vinden.
Ook van Goot-Brittannië filatelis
tisch nieuws. Daar wordt van 6-14
mei a.s. de grote internationale
tentoonstelling LONDON 1980 ge
houden. In verband daarmee ver
scheen 9 april een zegel van 50 p
met afbeeldingen van een achttal
befaamde monumenten in de
stad. Dezelfde zegel wordt 7 mei
als souvenirvelletje tegen de prijs
van 75 p beschikbaar gesteld. De
maandelijkse uitgiften van West-
Duitsland zijn inmiddels ook uit
gekomen. In het kader van de
jaarlijkse toeslagzegels voor de
jeugd kwamen zowel voor het wes
ten als voor Berlijn vier zegels uit.
Het onderwerp is voor de 3e en
laatste kèer „luchtvaart"". Op bel
de series zijn vliegtuigen van na
1945 afgebeeld. Voorts een herden
kingszegel wegens het 100-jarig
bestaan van de Duitse vereniging
voor openbare en particuliere so
ciale voorzieningen, die vroeger
onder naam van armenzorg func
tioneerde. Op de zegel een aantal
emblemen van de stichtingen, die
in het grote verband aktief zijn.
Een derde zegel herinnert aan de
rijksdagbijeenkomst, welke in het
jaar 1180 op initiatief van keizer
Frederik Barbarossa te Gelnhau-
sen, dat toen rijkshoofdstad was,
bijeenkwam teneinde de territori
ale indeling van Duitsland, vaat te
stellen. Op de zegel een reproduc
tie van een miniatuur, waarop
Barbarossa en zijn beide zoons
zijn uitgebeeld. Tot slot een be
richt van de Duitse posterijen: de
voor 10 april in het jaarprogram
ma voorziene sportzegel met een
afbeelding van de Olympische
vlag zal in verband met de onze
kerheden omtrent de deelname
aan de Olympische spelen van
Moskou niet worden uitgegeven.
Vorige maand verscheen op de
voorpagina van een aantal Deense
dagbladen de volgende schaak
diagram:
De diagram geeft de slotstelling
vC-eer van de partij Estrin-Sloth, na
de 79e zet van wit. Estrin had zo
juist per brief meegedeeld dat hij
de partij opgaf en daarmee was
J0rn Sloth de eerste Deense we
reldkampioen correspondentie-
schaak geworden. Volgens het
tijdschrift „Skakbladet" is Sloth
met Larsen de man die in Dene
marken het meeste van het
schaakspel begrijpt.
Op zijn dertiende werd hij al
jeugdkampioen van zijn land en in
1964 won hij in Groningen het
Niemeyer-toernooi. dat later tot
het Europees jeugdkampioen
schap zou worden omgedoopt.
Met 7'/i uit 9 eindigde hij bij voor
beeld voor Robert Hübner. De jon
ge Deen gaf er echter de voorkeur
aan om zijn wiskundestudie af te
maken en daardoor verflauwde
zijn aandacht voor de toemooi-
praktijk. Sloth is kennelijk een
typische thuiszitter, want hij be
gon wel een carrière als correspon-
dentieschaker. Het achtste we
reldkampioenschap correspon
dentieschaak werd de bekroning.
Voor vijf Russen, Sagarovky, Ko-
senkov, Chasin, Kletsel en Estrin,
werd hij eerste met een score van
11 uit 14.
Zoals vele correspondentiescha
kers is Sloth een groot theoreti
cus. En passant bracht hij in de
opening enkele opzienbarende
nieuwtjes, die ook hun weg naar
de toernooipraktijk wel zullen vin
den. Hij is bepaald een scherpe
speler, die een tegenstander in
korte tijd van het bord kan vegen.
Tegen de Tsjech Nun duurde de
partij maar zeventien zetten, al
moest Sloth nog een jaar wachten
voordat zijn tegenstander liet we
ten dat hij opgaf. Het zal hem niet
gedeerd hebben, want correspon
dentieschakers zijn per definitie
geduldige mensen.
,Wit: Sloth. Zwart: Nun.
1. d2-d4 d7-d5 2. c2-c4 e7-e6 3. Pbl-
c3 c7-c5 4. c4xd5 e6xd5 5. Pgl-f3
Pb8-c6 6. gZ-g3 Pg8-f6 7. Lfl-g2
Lf8-e7 8. 0-0 0-0 9. Lcl-g5 c5xd4 10.
Pf3xd4 h7-h6 11. Lg5-e3 Tf8-e8 12.
Ddl-a4 Pc6-a5 (Een nieuwtje,
maar niet zo overtuigend. Beter
was 12Ld7) 13. Tal-dl Lc8-d7
14. Da4-c2 Ta8-c8 15. Pd4-f5! Pa5-
c4 16. Pc3xd5! Le7-f8 17. Le3-d4 en
het kostte zwart maanden om zich
ervan te overtuigen dat op: 17.
Pd5x 18. Ld5x Pe3 verrassend 19.
Ph6xt! h6x 20. Dg6tt komt.
Eenvoudig natuurlijk. Moeizamer,
maar niettemin zeer verbluffend,
ging het tegen Chasin, een echte
grootmeester, die menigmaal in
de finale van het Russisch kampi
oenschap heeft meegespeeld.
Wit: Chasin Zwart: 81oth
1. d2-d4 Pg8-f6; 2. c2-c4 e7-e6; 3.
Pbl-c3 Lf8-b4; 4. e2-e3 b7-b6; 5.
Pgl-e2 Lc8-a6; 6. a2-a3 Lb4xc3; 7.
Pe2xc3 d7-d5; 8. Ddl-f3 0-0; 9. Lfl-
e2 c7-c5; 10. d4xc5 b6xc5; (hier had
Spasski al een keer tegen Talma-
nov 10. .Pbd7! gespeeld, maar
Sloth had een ander pionoffer in
gedachten en het leek hem raad
zaam op dit punt de theorie te
verlaten.) 11. c4xd5 La6xe2!? (Mo
gelijk was ook eenvoudig 11.
ed5x); 12. Kflxe2 e6xd5; 13.
Thl-dl Pb8-c6; 14. Pc3xd5 Pf6xd5;
15. Tdlxd5; (Op 15. Dd5x volgt
natuurlijk 15. .Pd4f.) 15.
.Dd8-b6; (Deze stelling had
Sloth op het bord gehad toen hij
11. ,Le2x speelde en hij meende
dat zwart voldoende compensatie
had.) 16. Ke2-fl Ta8-d8; 17. e3-«4
Pc6-d4; 18. Df3-dl Td8xd5; 19.
e4xd5 Tf8-d8; 20. Ddl-a4 Db6-g6!
(Zwart speelt op winst. Tot een
remise-achtige stelling had geleid:
20 Pb3; 21, Lg5! - niet 21. Tbl
Dg6! - 21 Palx; 22. Ld8x
Dd8x; 23. Ddl h6; 24. Dalx Ddöx.);
TT
21. Da4-c4 Pd4-c2; 22. Lcl-g5!; (De
beste verdediging. Na 22. Ta2 Te8!
zou zwart een onweerstaanbare
aanval krijgen, terwijl ook 22. Tbl
Pe3t vernietigend ls.) 22.
Pc2xal; 23. Lg5xd8 Dg€-blt; 24.
Kfl-e2 Dblxb2t; 25. Ke2-«3 Pal-
b3; 26. Ld8-h4 h7-h6; 27. Lh4-g3;
(Een zet die met een remiseaan
bod gepaard ging, maar zwart wei
gerde.) 27. .Db2-d2+; 28. Ke3-e4
Dd2-elt; 29. Ke4-d3 Del-dl
De kritieke stelling. Sloth analy
seerde deze positie dagenlang,
maar hij kwam tot de conclusie
dat het na het beste tegenspel van
wit remise moest worden: 30. Kc3!
Pd2; 31. Df4 Dclt; 32. Kd3 c4t; 33.
Ke2 c3; 34. Kd3 c2; 35. Db8t Kh7;
36. Dc8 en zwart komt niet verder.
Tot zijn vreugde bracht de postbo
de echter het volgende antwoord.)
30. Kd3-e3? f7-!5!; 31. d5-d6t Kg8-
f8; 32. Lg3-e5 g7-g5; (Dreigt dame
winst, bij voorbeeld: 33. Lc3 Dclt;
34. Ke2 Pd4t; 35. Kd3 Dflt.) 33.
Dc4-c3 Pb3-cl; 34. Le5-g7t Kf8-g8;
35. Dc3-c4t Kg8xg7; 36. d6-d7 f5-
f4t; en Chasin gaf het op, aange
zien zijn perspectieven na: 37. Ke4
Dd7x; 38. Dclx Dd4t nihil zijn.
Zwart kan dan op twee manleren
winnen: 39. Kf3 Dd3t; 40. Kg4
Kg6!; met onpareerbaar mat, of:
39. Kf5 Dd5t; 40. Kg4 Kg6!; en
tegen 41. Dg2x is niets meer te
verzlnneOk
±271
ld
/achji
telijkjV
r/c|
in
Vandaag uiteraard aandacht voor
het kampioenschap van Neder
land. We beginnen met het specta
culaire partijtje tussen Jansen
(wit) en Van der Wal, waarbij aan
getekend moet worden dat het
kleine profje in de eerste ronde al
in de opening tegen Bies een ope
ningsblunder van formaat maak
te, zodat een sportieve revanche
welhaast noodzakelijk was gewor
den, toen hij aan zijn tweede kar
wei begon.
1. 31-27 19-23 2. 33-28
17-21 3. 28x19 14x23 4. 38-33 21-26
5. 34-30 10-14 6. 30-25 14-19 7. 25x14
9x20 8. 35-30 5-10 Tot dusver is het
nog allemaal theorie, maar met
zijn volgende zet wijkt Jansen af
en dat is niet helemaal onver
wacht. Immers voor iemand als
Jansen die zich heeft aangesloten
bij de Verenigingskerk (de club
van Moon, voorheen de Unified
Family) blijft er weinig tijd over
voor gerichte damstudie en tegen
een de theorie op de voet volgende
Van der Wal kun je maar beter
Mr. Moon speelt
Jansen parten
zorgen tijdig van de bekende pa
den af te dwalen.
9. 39-34 10-14 10. 33-29 4-9 11. 30-25
11-17 12. 44-39 6-11 Beiden gebrui
ken in deze fase erg veel bedenk
tijd.
13. 40-35 17-21 14. 39-33 11-17 15.50-
44 7-11 16. 44-39. Achteraf zal hier
44-40 het beste blijken te zijn,
want ook als Jansen zijn oorspron
kelijke plan wel kan uitvoeren,
blijkt er weinig van te deugen. 16.
...7-11 17. 42-38 17-22 18. 36-31.
Wit voert de spanning (noodged
wongen) verder op, maar ook de
voortzettingen 18. 48-42 22x31
19x36x27 12-17 en 18. 47-42 enz
zien er bijzonder slecht uit. Na de
tekstzet kan Van der Wal met een
voor dit type stellingen klassieke
dreiging een eind maken aan de
aspiraties van de nog regerende
nationaal kampioen.
18. 1-6 (Zie diagram 1)
Plotseling staat wit helemaal ver
loren en dit enkel en alleen door
de dreiging 23-28! Zo volgt op 49-
44 (wat Jansen van plan was) de
kaatsingzet met 23-28, 32X23
21X32, 37X17 19X23, 33X22 18X36
met schijfwinst. Op 47-42 in de
diagramstand volgt dezelfde kaat
singzet met dam'op 47 en tenslotte
biedt ook 48-42 geen soulaas we
gens 23-28, 32X23 21X32, 37X17
26X48.
In de partij vervolgde Jansen nog
wel met 19.41-36 23-28 20.32-23
21X41 21.46X37 19X28 22.45-40 22-
27 23.31X22 (na 33X22 2-7 raakt
wit zijn schijf toch altijd kwijt na
18-23X23 waarna de positionele
compensatie zelfs geheel verdwe
nen is) 28X17 en zwart won later
de partij.
Het volgende fragment waaraan
wij aandacht besteden, komt uit
kik <i>
w
mi
ift ft ft
m m n s
b
o c
q a e
o m e
is m m
p i 1 ftl
M i: s r
15 8 1 O
Diagram I
de partij Van Harten (wit)-Bies.
De in Groningen sterrenkunde
studerende Bies is ex-jeugdwe
reldkampioen en evenals Van der
Wal en Van Harten lid van de
Appingedamse vereniging Flvelgo
die dit Jaar weer gepromoveerd is
en dit zelfs met een 20-0 overwin
ning op (als ik mij niet vergis)
Groningen n.
Vanuit de diagramstand werd ver
diagram II
volgd met 18. 17-22 19.28X17
11X31 20.36X27 23-29 (De Ohes-
tem-doorstoot. die bedoeld ls om
tempi te winnen). 21.33-28 18-23
22.39-33 8-12 23.28-22. De tegen
stoot, waarmee een buitengewoon
moeilijk speltype wordt ingeleid.
23. 2-7 24.33-28 7-11 25.43-39 12-
17 26.39-33 13-18. De zwartspelei
behandelt dit middenspel op een
originele manier.
27.22X13 9X18 28.41-36 3-9. Op 4-8
was weliswaar de coup Raphaë)
met 28-22, 37-31, 50-44 44X15 mo
gelijk. maar het is dan de vraag
wie beter staat. Winst voor wit zit
er niet in dacht ik zo.
29. 37-31. Hier gaat de witspeler in
de fout Het is een uitgebreide
analyse waard, wie er na 49-44
beter zou hebben gestaan.
29. 26X37 30.42X31 Om op 21-26
met 25-20 en 27-21 te kunnen ver
volgen met een dam op 3 of 5 als
eindresultaat. Bies heeft dit ech
ter verwacht getuige zijn 30.
29-34! 31.30X39 21-26! en nu moet
wit een schijf verliezen en normaal
gesprokén ook de partij, maar
32.48-42 26X48 33.39-34 48X30
34.25X34 17-21 35.34-30 21-26 36.46-
41 11-17 37.41-37 17-21. De enige
compensatie die wit heeft, ls de
wat ongelukkige schljvenverde-
ling van zwart en het tempovoor-
deel doordat zwart een schijf
heeft.
38.49-43 6-11 39.30-25 9-13 40.50-44
10-15 41.43-39 4-10 42.26-22 23-28
43.32X12 21X34 44.22-18 13X22
45.12-8 (zo zwart staat al drie schij
ven voor.) 19-23 46.33-29 24X33
(dat is nr. vier). 47.35-30 (nu volgt
op 34-39 simpel 37-31 en 8-3 met
remise) 34-40 48.44X35 33-39 49.30-
24 39-44 50.8-2 Brengt een dreiging
in de stand en Bies zal Inderdaad
met open ogen In de val lopen. 50.
44-50 51.25-20 14X25 52.35-30
25X34 53.37-31 26X37 54.24-20
15X24 55.2X29 10-15 56.36-31 11-17
57.31-27 50-45 58.29-24 45-12 59.28-
19 12-18. Remise.
Tenslotte nog de oplossing van
het probleem van Ivatsjko. Wit 13
schijven op: 20, 22, 27. 34.35.36.38.
40. 41. 42, 43. 48 en 50 Zwart 12
schijven op: 2, 4. 8. 9. 10.13,16. 23.
24. 26. 29 en 31 Wit wint door 1 42-
37 31X33 2.38-31 26X46 3 27-21
16X18 4.35-30 24X44 5.50X19
46X39 (een verrassende meerslag.)
6 43X5 4-10 7.5X8 2X13 48-43 en
wit wint door oppositie.