]Vel eens naar iepen gekeken? Weekendpuzzel IV.' Ti -i in: Deen Sloth, een scherpe speler - m m m O B B UB m B m m m RDAG 19 APRIL 1980 ■VARIA TROUWKWARTET 23 —>IER&PLANT liege» door henk van halm :en [1 eens in de stad op de "ken gelet? Natuurlijk, als eind april vol lichtgroen ld komen. Maar dan Is jt wel al veel te laat om in feestelijke bloei te in. En wat je in april voor jigdlg blad aanziet, is dat jorgaans niet. Vaak zijn de groene, rijpende Jichten, vorig jaar zoveel t sommige bomen er bij- I dood aan gingen. beien doen iepen aan het eind n de winter. Soms al in februari, |ar gewoonlijk in maart en als voorjaar nogal kil is, pas in de .^ste helft van april. De bloemen h maar klein en je zou ze heie niet zien als ze niet in bun- ;jes van zo'n tien bijeen op de gen zouden zitten. Net als wil- :atjes, ben je geneigd te zeggen, (ar door hun bescheidener kleur il wat minder opvallend. Zo lig in het oog lopend zelfs dat ia iedereen die zich langs de Isgrachten in de ochtendzon zijn werk haast of tussen de Idag een frisse neus gaat halen, geen blik waardig keurt. En dat dan helemaal ten onrechte, int iepen bloeien mooi en dat arsrode waas in hun verder nog ie kronen moet je eenmaal te il de zon in gezien hebben, tegen achtergrond van oude gevels, jje zult er elk voorjaar weer naar [kijken. Er gaat een heel bijzon- re sfeer van uit, die Je niet ge- jp ikkelijk vergeet Pak eens zo'n lu 2 u^eiend takje en bekijk het van (klyceunthtbij. Al in januari kun je zien it de bloem- en wat de bladk- onderwVPen zi3n- De laatste zijn glan- ye /ngevPd donkerbruin en puntig, net ?s, vóór jstanjeknoppen in miniatuur bar niet zo kleverig. De bloemk- ppen zijn wat groter en ronder n de bladknoppen. Ze zitten net deze steeds in een lichte knik n de tak. n bloeiend iepetakje van dicht maakt je meteen duidelijk iavft'ar die rossiSe 0111 vandaan laVO|mt jflet vail gan bloemkroon, ISSENjnt die hebben de bloemen niet, 'en maar een groenig bloemdek er uitziet als een kelk. Nee, de eur komt van de rode meeldra hap ïDE, komen lures: 1e gr. Iepetakken met jong blad en rijpende vruchten De bloemtrosjes en een bladknop van de gladde iep van dichtbij den met hun blauwpaarse helm knoppen die een heel eind uitste ken, verder nog dan de witachtige stempels van de ene stamper die elke bloem heeft. Uit de helm knoppen komt droog geel stuif meel dat niet door insekten wordt meegenomen die er vroeg in het voorjaar vaak nog niet eens zijn maar door de wind. Die voert het poeder door de boomkruinen, waar het wordt opgevangen door de fijn behaarde stempels van ie- pebloemen die hun stuifmeel al hebben afgegeven. Die stempels zijn namelijk dan pas rijp en ge voelig voor bevruchting, zodat de bloemen nooit met hun eigen stuifmeel bestoven kunnen worden. Met het verstrijken van de bloei verandert gaandeweg het uiterlijk van de iepen. Hun kronen kleuren zich ijl groen, niet door pril blad, maar door groeiende iepevrucht jes. Als eind april ook het blad begint uit te groeien, zijn die vruchtjes ongeveer twee centime ter lang. Ze bestaan uit een nootje en een vliesdunne vleugel, die als een brede rand het nootje om geeft. Begin mei zijn de trossen vruchten wel heel goed te zien, omdat ze al rijpende verkleuren tot geelgroen en tenslotte bruin, waardoor ze afsteken tegen het jonge blad. Ze laten los en dwarre len naar de grond als een „munt jesregen", die vorig jaar zo hevig was dat ze bijeengewaaid in por tieken hopen vormden tot een hal ve meter hoog. Sommige bomen droegen zoveel vrucht dat ze eerst volop in blad leken te staan, maar ziek schenen toen al die vruchtjes verbruinden en de bomen begin mei een herstachtig uiterlijk ga ven. Eenmaal ontdaan van die vruchten duurde het tot ver in de zomer voor die bomen genoeg energie hadden verzameld om blad te maken. Iepziekte Zulke verzwakte iepen kunnen dan gemakkelijke prooi worden van de iepziekte. Die wordt ver oorzaakt door de zwam Ophiosto- ma (Ceratocystis) ulmi en overge bracht door lepespintkevers, die gangen maken in het levende spinthout vlak onder de schors. De schimmeldraden van de zwam verstoppen de vaten van de boom waardoor het sap stroomt en snij den zo de vocht- en voedselvoor ziening naar boven af. De eerste tekenen die op iepziekte duiden, zijn dunne bebladering in de top en"in Juni kaal worden van sommi ge takken. Later komt ook de rest van de kroon moeilijk in blad, maar de ziekte kan zo snel verlo pen dat de boom in de volgende lente al dood is. Er valt heel veel over de iepziekte te vertellen, wat ik liever voor een volgende keer bewaar. Gladde iepen Iepen zijn er in soorten. De gewo ne stadsiep is meestal de gladde iep (Ulmus carpinifolia) met glad en glimmend groen blad dat zijn grootste breedte meer naar de top dan naar de bladvoet heeft. Alle iepen hebben eirond en toege spitst blad, met gezaagde rand en karakteristiek voor iepen een scheve bladvoet. Dat laatste wil zeggen dat de bladhelften daar niet gelijk van vorm zijn, maar aan de ene kant geleidelijk in de steel overgaan en aan de andere kant met een ruime bocht. Je kunt iepen daar altijd aan onderschei den. Bij de ruwe iep is dat blad kort behaard, waardoor het ruw aanvoelt. Die ruwe of bergiep (Ul mus glabra) moet zijn wijd uit staande. naar boven gebogen tak ken, die laag aan de stam ont springen. is de gewoonste wilde soort in de bossen. Hij komt er voor in het essen-iepenbos en het eiken-hiagbeukenbos. twee loof- bostypièn die naar de samenstel lende hoofdsoorten zo door de mensen genoemd worden die zich bezighouden met de studie van plantengemeenschappen. Iepen vormen nooit in hun eentje bossen zoals beuken dat bij voorbeeld wel doen. Een variéteit van de gladde iep, de kurkiep (Ulmus carpinifo lia var. suberosa), met brede kur- klijsten op de stam en de takken, vormt met abelen samen binnen- duinrandbosjes. Windbestendig Iepen worden vooral graag aange plant omdat ze goed tegen lucht verontreiniging en wind kunnen. Hun gevoeligheid voor iepziekte is een groot nadeel en daarom pro beert men nu rassen te kweken die daar beter tegen bestand zijn. In veel steden wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van monumen tale vormen die piramideachtig uitgroeien, zoals de Jersey-iep en de Cornwall-iep, respectievelijk de variëteit sarmiansis en cornubien- sls van de gladde iep. Door hun statigheid maken ze een stijve in druk: ze missen de wat onregelma tige vorm van de gewone gladde lep. met het wintersilhouet van enkele heel dikke takken die wat bochtig schuin omhoog gaan en aan hun einden naar buiten bui gen en daar massa's twijgen dra gen. Juist die wat scheef groeien de iepen geven een apart karakter aan stadsgrachtend en walbeplan- tingen. Kijk ook eens uit naar de zeldzame steeliep (Ulmus laevis), die uit Oost-Europa komt en hier en daar in parken is aangeplant. In april bloeiend met langgesteel- de bloemen en tot in mei te her kennen aan de kwastachtige vruchttrosjes, omdat ook die van zelfsprekend die lange stelen heb ben. Iepen zijn heel gewone bo men, maar er valt veel aan te zien. En van te genieten, als Je eenmaal ontdfkt hebt boe mooi ze zijp. Horizontaal. 1. specerij, 6. grondslag. 11. soort, 12. gezichts orgaan, 14. kip penloop, 16. telwoord, 18. opdracht, 20. voorzetsel, 21. deugniet. 22. onder wereld, 23. rund. 24. sportterm, 26. dat is (afk.), 27. tasto solo (alk.). 28. bevel. 30. voor, 32. grondsoort. 34. familielid, 35. senior (afk.), 37. waterstand, 38. landbouwwerktuig, 40. sappig. 41. wijnmaat, 42. bloedhuis, 43. muziek noot, 44. oude lengtemaat, 45. pers. voornaamw. 47. voedsel, 49. bad plaats in Duitsland, 51. wandversie ring, 53. kippenloop, 56. water in Friesland, 58. voorzetsel. 59. rond hout, 61. item (afk.), 62. durf. 64. aan tekenboek, 65. en andere (afk.), 66. vlas kam, 69. meisjesnaam, 70. lid woord, 72. tam, 73. wenk, 75. zangvo gel, 76. richting. Verticaal. 2. bijwoord, 3. plaats in de schouwburg, 4. boom, 5. ongaarne, 7. voertuig, 8. maangodin, 9. voorzetsel, 10. titel, 12. ondernemingsraad (afk.), 13. pers. voornaamw. 15. werpstrik, 17. tussenzetsel. 18. zwaardvis. 19. koor, 20. voordeel. 25. voorzetsel, 26. muzieknoot, 28. kruiderij, 29. spil van een wiel. 31. vuurpijl, 31. opus (afk.), 33. oorzaak, 34. stap, 36. moerasvogel, 37. behoeftig. 39. scheepstouw, 44. bouwland, 46. voorvoegsel, 48. op standeling, 50. opgewekt, 51. voeg woord. 52 senior (afk.), 54. klaagzang, 55. staaf, 57. tijdperk, 58. Europeaan, 60. vis, 61. gebergte op Kreta, 63. tweetal, 67. eminent (afk.), 68. maan stand, 70. uitroep, 71. voorzetsel, 73. meisjesnaam, 74. pos te restante (afk.). Oplossing t/m woensdag a.s. per briefkaart lenden aan: Trouw/Kwar tet, Postbus 859, Amsterdam. Links boven vermelden: Weekendpuzzel. Oplossing vorige puzzel. Hor. 1. kaneel, 4. simpel, 7. eloge, 9. keel, 10. rede. 12. peer. 13. imker. 14. eest, 15. leren, 18. rak. 20. matig. 23. donor. 25. intiem, 26. kanaal, 27. ka pel. 29. terra, 31. nar, 32. stage. 37. enak, 39. risee, 40. Lena, 41. para, 42. lias, 43. aarde, 44. lianen, 45. entree. Vert. 1. klepel, 2. ever, 3. lelie, 4. serre, 5. mode, 6. listig, 8. orkaan, 9. keer, 11. eelt, 16. elite, 17. ester. 18. roman, 19. koker. 21. alant, 22. inleg, 23. dek. 24. ral, 28 passer, 29. tremel, 30. raap, 33. Ares, 34. etappe, 35. traan, 36. melee, 38. kaan. 40. last De boekenbonnen gaan naar: de heer D. G. Bosman, Schotlandstraat 89, Haarlem; mevrouw M. Koning-Met selaar, Moeshofweg 19, Velp; de heer A. C. Groenenberg, Vreedonk laan 2, Dordrecht. W I A rl IOC De Nederlandse Zomerpostzegels met toeslag voor culturele en soci ale doeleinden zijn deze week weer in de verkoop gekomen. Het zijn zoals steeds vier zegels; als thema is dit jaar toerisme en recreatie gekozen in verband met het feit dat de Vereniging voor het behoud van natuurmonumenten dit jaar 75 jaar bestaat. De afbeeldingen zijn: een duinlandschap, een bui tenplaats, een merengebied en een heidelandschap. De serieprijs, in clusief toeslag bedraagt 3.35. Op 25 april verschijnen twee Neder landse postzegels, gewijd aan de bezetting gedurende de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding daarna. De zegel van 60 c is een portretzegel van Anne Frank (1929-1945) met op de achtergrond enkele lijnen uit een schrift, welke duiden op haar befaamde dag boek „Het Achterhuis". De zegel van 45 c is gewijd aan de bevrij ding en toont een Britse bommen werper, die in april 1945 voedsel pakketten uitwerpt. Voorts zal 30 april de zogenoemde inhuldigingszegel verschijnen ter gelegenheid van de troonbestij ging van de a.s. koningin Beatrix. Hoewel de zegel officieel op 30 april wordt uitgegeven, is deze toch pas 1 mei aan de postkanto ren verkrijgbaar. Op diezelfde 1 mei komt tenslotte nóg een zegel uit, gewijd aan het postzegelveiza- melen. Deze uitgifte houdt ver band met de 3e filatelistische show van de Ned. Vereniging van Postzegelhandelaren, welke van 3 - 5 mei in het Haagse Congresge bouw wordt gehouden en met de 6e internationale filatelistische tentooristelling JUP08TEX, voor jeugdige verzamelaars, welke van 23 - 27 mei (Pinksterdagen) in het Philips Ontspanninggebouw te Eindhoven plaats gaat vinden. Ook van Goot-Brittannië filatelis tisch nieuws. Daar wordt van 6-14 mei a.s. de grote internationale tentoonstelling LONDON 1980 ge houden. In verband daarmee ver scheen 9 april een zegel van 50 p met afbeeldingen van een achttal befaamde monumenten in de stad. Dezelfde zegel wordt 7 mei als souvenirvelletje tegen de prijs van 75 p beschikbaar gesteld. De maandelijkse uitgiften van West- Duitsland zijn inmiddels ook uit gekomen. In het kader van de jaarlijkse toeslagzegels voor de jeugd kwamen zowel voor het wes ten als voor Berlijn vier zegels uit. Het onderwerp is voor de 3e en laatste kèer „luchtvaart"". Op bel de series zijn vliegtuigen van na 1945 afgebeeld. Voorts een herden kingszegel wegens het 100-jarig bestaan van de Duitse vereniging voor openbare en particuliere so ciale voorzieningen, die vroeger onder naam van armenzorg func tioneerde. Op de zegel een aantal emblemen van de stichtingen, die in het grote verband aktief zijn. Een derde zegel herinnert aan de rijksdagbijeenkomst, welke in het jaar 1180 op initiatief van keizer Frederik Barbarossa te Gelnhau- sen, dat toen rijkshoofdstad was, bijeenkwam teneinde de territori ale indeling van Duitsland, vaat te stellen. Op de zegel een reproduc tie van een miniatuur, waarop Barbarossa en zijn beide zoons zijn uitgebeeld. Tot slot een be richt van de Duitse posterijen: de voor 10 april in het jaarprogram ma voorziene sportzegel met een afbeelding van de Olympische vlag zal in verband met de onze kerheden omtrent de deelname aan de Olympische spelen van Moskou niet worden uitgegeven. Vorige maand verscheen op de voorpagina van een aantal Deense dagbladen de volgende schaak diagram: De diagram geeft de slotstelling vC-eer van de partij Estrin-Sloth, na de 79e zet van wit. Estrin had zo juist per brief meegedeeld dat hij de partij opgaf en daarmee was J0rn Sloth de eerste Deense we reldkampioen correspondentie- schaak geworden. Volgens het tijdschrift „Skakbladet" is Sloth met Larsen de man die in Dene marken het meeste van het schaakspel begrijpt. Op zijn dertiende werd hij al jeugdkampioen van zijn land en in 1964 won hij in Groningen het Niemeyer-toernooi. dat later tot het Europees jeugdkampioen schap zou worden omgedoopt. Met 7'/i uit 9 eindigde hij bij voor beeld voor Robert Hübner. De jon ge Deen gaf er echter de voorkeur aan om zijn wiskundestudie af te maken en daardoor verflauwde zijn aandacht voor de toemooi- praktijk. Sloth is kennelijk een typische thuiszitter, want hij be gon wel een carrière als correspon- dentieschaker. Het achtste we reldkampioenschap correspon dentieschaak werd de bekroning. Voor vijf Russen, Sagarovky, Ko- senkov, Chasin, Kletsel en Estrin, werd hij eerste met een score van 11 uit 14. Zoals vele correspondentiescha kers is Sloth een groot theoreti cus. En passant bracht hij in de opening enkele opzienbarende nieuwtjes, die ook hun weg naar de toernooipraktijk wel zullen vin den. Hij is bepaald een scherpe speler, die een tegenstander in korte tijd van het bord kan vegen. Tegen de Tsjech Nun duurde de partij maar zeventien zetten, al moest Sloth nog een jaar wachten voordat zijn tegenstander liet we ten dat hij opgaf. Het zal hem niet gedeerd hebben, want correspon dentieschakers zijn per definitie geduldige mensen. ,Wit: Sloth. Zwart: Nun. 1. d2-d4 d7-d5 2. c2-c4 e7-e6 3. Pbl- c3 c7-c5 4. c4xd5 e6xd5 5. Pgl-f3 Pb8-c6 6. gZ-g3 Pg8-f6 7. Lfl-g2 Lf8-e7 8. 0-0 0-0 9. Lcl-g5 c5xd4 10. Pf3xd4 h7-h6 11. Lg5-e3 Tf8-e8 12. Ddl-a4 Pc6-a5 (Een nieuwtje, maar niet zo overtuigend. Beter was 12Ld7) 13. Tal-dl Lc8-d7 14. Da4-c2 Ta8-c8 15. Pd4-f5! Pa5- c4 16. Pc3xd5! Le7-f8 17. Le3-d4 en het kostte zwart maanden om zich ervan te overtuigen dat op: 17. Pd5x 18. Ld5x Pe3 verrassend 19. Ph6xt! h6x 20. Dg6tt komt. Eenvoudig natuurlijk. Moeizamer, maar niettemin zeer verbluffend, ging het tegen Chasin, een echte grootmeester, die menigmaal in de finale van het Russisch kampi oenschap heeft meegespeeld. Wit: Chasin Zwart: 81oth 1. d2-d4 Pg8-f6; 2. c2-c4 e7-e6; 3. Pbl-c3 Lf8-b4; 4. e2-e3 b7-b6; 5. Pgl-e2 Lc8-a6; 6. a2-a3 Lb4xc3; 7. Pe2xc3 d7-d5; 8. Ddl-f3 0-0; 9. Lfl- e2 c7-c5; 10. d4xc5 b6xc5; (hier had Spasski al een keer tegen Talma- nov 10. .Pbd7! gespeeld, maar Sloth had een ander pionoffer in gedachten en het leek hem raad zaam op dit punt de theorie te verlaten.) 11. c4xd5 La6xe2!? (Mo gelijk was ook eenvoudig 11. ed5x); 12. Kflxe2 e6xd5; 13. Thl-dl Pb8-c6; 14. Pc3xd5 Pf6xd5; 15. Tdlxd5; (Op 15. Dd5x volgt natuurlijk 15. .Pd4f.) 15. .Dd8-b6; (Deze stelling had Sloth op het bord gehad toen hij 11. ,Le2x speelde en hij meende dat zwart voldoende compensatie had.) 16. Ke2-fl Ta8-d8; 17. e3-«4 Pc6-d4; 18. Df3-dl Td8xd5; 19. e4xd5 Tf8-d8; 20. Ddl-a4 Db6-g6! (Zwart speelt op winst. Tot een remise-achtige stelling had geleid: 20 Pb3; 21, Lg5! - niet 21. Tbl Dg6! - 21 Palx; 22. Ld8x Dd8x; 23. Ddl h6; 24. Dalx Ddöx.); TT 21. Da4-c4 Pd4-c2; 22. Lcl-g5!; (De beste verdediging. Na 22. Ta2 Te8! zou zwart een onweerstaanbare aanval krijgen, terwijl ook 22. Tbl Pe3t vernietigend ls.) 22. Pc2xal; 23. Lg5xd8 Dg€-blt; 24. Kfl-e2 Dblxb2t; 25. Ke2-«3 Pal- b3; 26. Ld8-h4 h7-h6; 27. Lh4-g3; (Een zet die met een remiseaan bod gepaard ging, maar zwart wei gerde.) 27. .Db2-d2+; 28. Ke3-e4 Dd2-elt; 29. Ke4-d3 Del-dl De kritieke stelling. Sloth analy seerde deze positie dagenlang, maar hij kwam tot de conclusie dat het na het beste tegenspel van wit remise moest worden: 30. Kc3! Pd2; 31. Df4 Dclt; 32. Kd3 c4t; 33. Ke2 c3; 34. Kd3 c2; 35. Db8t Kh7; 36. Dc8 en zwart komt niet verder. Tot zijn vreugde bracht de postbo de echter het volgende antwoord.) 30. Kd3-e3? f7-!5!; 31. d5-d6t Kg8- f8; 32. Lg3-e5 g7-g5; (Dreigt dame winst, bij voorbeeld: 33. Lc3 Dclt; 34. Ke2 Pd4t; 35. Kd3 Dflt.) 33. Dc4-c3 Pb3-cl; 34. Le5-g7t Kf8-g8; 35. Dc3-c4t Kg8xg7; 36. d6-d7 f5- f4t; en Chasin gaf het op, aange zien zijn perspectieven na: 37. Ke4 Dd7x; 38. Dclx Dd4t nihil zijn. Zwart kan dan op twee manleren winnen: 39. Kf3 Dd3t; 40. Kg4 Kg6!; met onpareerbaar mat, of: 39. Kf5 Dd5t; 40. Kg4 Kg6!; en tegen 41. Dg2x is niets meer te verzlnneOk ±271 ld /achji telijkjV r/c| in Vandaag uiteraard aandacht voor het kampioenschap van Neder land. We beginnen met het specta culaire partijtje tussen Jansen (wit) en Van der Wal, waarbij aan getekend moet worden dat het kleine profje in de eerste ronde al in de opening tegen Bies een ope ningsblunder van formaat maak te, zodat een sportieve revanche welhaast noodzakelijk was gewor den, toen hij aan zijn tweede kar wei begon. 1. 31-27 19-23 2. 33-28 17-21 3. 28x19 14x23 4. 38-33 21-26 5. 34-30 10-14 6. 30-25 14-19 7. 25x14 9x20 8. 35-30 5-10 Tot dusver is het nog allemaal theorie, maar met zijn volgende zet wijkt Jansen af en dat is niet helemaal onver wacht. Immers voor iemand als Jansen die zich heeft aangesloten bij de Verenigingskerk (de club van Moon, voorheen de Unified Family) blijft er weinig tijd over voor gerichte damstudie en tegen een de theorie op de voet volgende Van der Wal kun je maar beter Mr. Moon speelt Jansen parten zorgen tijdig van de bekende pa den af te dwalen. 9. 39-34 10-14 10. 33-29 4-9 11. 30-25 11-17 12. 44-39 6-11 Beiden gebrui ken in deze fase erg veel bedenk tijd. 13. 40-35 17-21 14. 39-33 11-17 15.50- 44 7-11 16. 44-39. Achteraf zal hier 44-40 het beste blijken te zijn, want ook als Jansen zijn oorspron kelijke plan wel kan uitvoeren, blijkt er weinig van te deugen. 16. ...7-11 17. 42-38 17-22 18. 36-31. Wit voert de spanning (noodged wongen) verder op, maar ook de voortzettingen 18. 48-42 22x31 19x36x27 12-17 en 18. 47-42 enz zien er bijzonder slecht uit. Na de tekstzet kan Van der Wal met een voor dit type stellingen klassieke dreiging een eind maken aan de aspiraties van de nog regerende nationaal kampioen. 18. 1-6 (Zie diagram 1) Plotseling staat wit helemaal ver loren en dit enkel en alleen door de dreiging 23-28! Zo volgt op 49- 44 (wat Jansen van plan was) de kaatsingzet met 23-28, 32X23 21X32, 37X17 19X23, 33X22 18X36 met schijfwinst. Op 47-42 in de diagramstand volgt dezelfde kaat singzet met dam'op 47 en tenslotte biedt ook 48-42 geen soulaas we gens 23-28, 32X23 21X32, 37X17 26X48. In de partij vervolgde Jansen nog wel met 19.41-36 23-28 20.32-23 21X41 21.46X37 19X28 22.45-40 22- 27 23.31X22 (na 33X22 2-7 raakt wit zijn schijf toch altijd kwijt na 18-23X23 waarna de positionele compensatie zelfs geheel verdwe nen is) 28X17 en zwart won later de partij. Het volgende fragment waaraan wij aandacht besteden, komt uit kik <i> w mi ift ft ft m m n s b o c q a e o m e is m m p i 1 ftl M i: s r 15 8 1 O Diagram I de partij Van Harten (wit)-Bies. De in Groningen sterrenkunde studerende Bies is ex-jeugdwe reldkampioen en evenals Van der Wal en Van Harten lid van de Appingedamse vereniging Flvelgo die dit Jaar weer gepromoveerd is en dit zelfs met een 20-0 overwin ning op (als ik mij niet vergis) Groningen n. Vanuit de diagramstand werd ver diagram II volgd met 18. 17-22 19.28X17 11X31 20.36X27 23-29 (De Ohes- tem-doorstoot. die bedoeld ls om tempi te winnen). 21.33-28 18-23 22.39-33 8-12 23.28-22. De tegen stoot, waarmee een buitengewoon moeilijk speltype wordt ingeleid. 23. 2-7 24.33-28 7-11 25.43-39 12- 17 26.39-33 13-18. De zwartspelei behandelt dit middenspel op een originele manier. 27.22X13 9X18 28.41-36 3-9. Op 4-8 was weliswaar de coup Raphaë) met 28-22, 37-31, 50-44 44X15 mo gelijk. maar het is dan de vraag wie beter staat. Winst voor wit zit er niet in dacht ik zo. 29. 37-31. Hier gaat de witspeler in de fout Het is een uitgebreide analyse waard, wie er na 49-44 beter zou hebben gestaan. 29. 26X37 30.42X31 Om op 21-26 met 25-20 en 27-21 te kunnen ver volgen met een dam op 3 of 5 als eindresultaat. Bies heeft dit ech ter verwacht getuige zijn 30. 29-34! 31.30X39 21-26! en nu moet wit een schijf verliezen en normaal gesprokén ook de partij, maar 32.48-42 26X48 33.39-34 48X30 34.25X34 17-21 35.34-30 21-26 36.46- 41 11-17 37.41-37 17-21. De enige compensatie die wit heeft, ls de wat ongelukkige schljvenverde- ling van zwart en het tempovoor- deel doordat zwart een schijf heeft. 38.49-43 6-11 39.30-25 9-13 40.50-44 10-15 41.43-39 4-10 42.26-22 23-28 43.32X12 21X34 44.22-18 13X22 45.12-8 (zo zwart staat al drie schij ven voor.) 19-23 46.33-29 24X33 (dat is nr. vier). 47.35-30 (nu volgt op 34-39 simpel 37-31 en 8-3 met remise) 34-40 48.44X35 33-39 49.30- 24 39-44 50.8-2 Brengt een dreiging in de stand en Bies zal Inderdaad met open ogen In de val lopen. 50. 44-50 51.25-20 14X25 52.35-30 25X34 53.37-31 26X37 54.24-20 15X24 55.2X29 10-15 56.36-31 11-17 57.31-27 50-45 58.29-24 45-12 59.28- 19 12-18. Remise. Tenslotte nog de oplossing van het probleem van Ivatsjko. Wit 13 schijven op: 20, 22, 27. 34.35.36.38. 40. 41. 42, 43. 48 en 50 Zwart 12 schijven op: 2, 4. 8. 9. 10.13,16. 23. 24. 26. 29 en 31 Wit wint door 1 42- 37 31X33 2.38-31 26X46 3 27-21 16X18 4.35-30 24X44 5.50X19 46X39 (een verrassende meerslag.) 6 43X5 4-10 7.5X8 2X13 48-43 en wit wint door oppositie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 23