n Boerin doet meer dan boer Tekening van een lezer \rouw Commentaar elngehuwde in nadeel bij jziging successiewet' Ramen gelapt. SPIERPIJN! grote behoefte aan 'liefdespil' een nieuwe coupe voor beatrix i, ibetrachting (1) betrachting (2) Zij werkt mee op het bedrijf - hij steekt in de huishouding geen hand uit 'Is er koffie? O nee? Dan kom ik straks terug icriminatie gesignaleerd ïke )DAG 18 APRIL 198» BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 n werk ig is. :e biji Zij w ?derli dt oi a m k VI vert vert het die i," hel iel dari het anda; per te ku tot 1250 j aal t de w «1 ns een klassiek, in de journa- circulerend verhaal zijn er ingrediënten, waarmee je al- belangstellende lezers kunt ;en: relegie, koningshuizen, en mysteriën. Een wat cynisch maar het zal wel kloppen op deze vier componenten televisiefilm „De dood van prinses" van de Britse filmer lony Thomas gebouwd en de igstelling daardoor zal toe ren, mede dankzij het voorbe- nd publiciteitswerk van Wie- Van Agt en Smit-Kroes isdagavond ongehoord groot geweest. r, al gaat dan een klassieke op het zal ook heel wat irlanders bij het trage voort elen van het omstreden pro- wel op dezelfde manier ver zijn. Was dat nu alles? Was werkelijk nodig dat omwille leze beelden zulke recht ho- •ele en excellente mensen als Carrington en Van Agt zich in het stof wierpen om achter op. bij voorbaat, zich te ver- iuldigen over wat de heer las had gewrocht? hien zien de wèl geschokten hierboven weergegeven ver- een nieuwe uiting van onbe- [want om te begrijpen moet je f lijk erg ver gaan; een van de okten meende later tijdens levisiediscussie zelfs te mogen [reren dat de CIA of de zio- i erachter zaten). Toch moet logelijk zijn vanuit die verba- pver zoveel lawaai om niets. te komen tot een andere interpre tatie van de film. Laurens ten Cate gaf tijdens diezelfde televisiedis cussie al aan, dat je met evenveel recht de film kunt zien als een illustratie van de manier waarop een journalist te werk kan gaan om te achterhalen hoe bepaalde feiten zich hebben afgespeeld en hoe het totaalbeeld is. Dan verdwijnen de prinses en haar minnaar helemaal naar de achtergrond. Dan wordt ook de onderzoekende journalist de hoofdpersoon en worden alle onzekerheden die hij ontmoet en niet ontrafelen kan, het centrale gegeven. Als je op dat spoor van Ten Cate doorgaat en heus, dat is niet te ver gezocht; dat mag ieder zonder journalistieke ervaring op zijn en ons gezag aannemen dan ont staat er voor de Nederlandse kij ker een beeld hoe dikwijls er in de journalistiek sprake is en moet zijn van een ten dele kennen en ten dele oordelen ook al is er nog zo diep en zo energiek gegraven. Als die conclusie na woensdagavond duidelijker dan ooit is ingeprent bij televisiekijkers, krantelezers en journalisten, dan is dat toch nog een aardig winstpunt. En tenslotte nog een praktische tip voor de andere zendgemachtigden die deze film zullen uitzenden en verder geen sores willen hebben: geef het produkt niet de aan een damesroman herinnerende titel „De dood van een prinses" mee, maar kijk eens bij de Kuifje-strips of daar niet een goeie nieuwe titel te vinden is. ijverschijnselen rondom de ling van de televisiefilm „De van een prinses" zijn de van het vermelden waard, rbaasde mr. J. M. Landré toe&dagavond de luisteraars naar MCRV-radio met de medede- dat en Tros-voorzitter 'n ^et NOS-bestuur te- erlijkepitzending hadden gestemd, gebeuijat de Tros uitgaat van het pe dat geen enkele minder- ;ekwetst mag worden." Dat is ssant en kan verstrekkende quenties hebben. De Tros is bijvoorbeeld de omroep die regel matig en zelfs met zoiets als en thousiasme „het theater van de lach" in de huiskamer brengt een programma dat zeker als kwet send mag worden beschouwd voor mensen met een goede smaak. Misschien kan daarom in de vol gende vergadering van het Tros- bestuur de vraag onder ogen wor den gezien of men uitgaande van het door Landré geformuleerde principe niet moet werken aan de liquidatie van de Tros. gen eePs deze vereniging kent de nieu- ondanks wijzigingen, toch nog en rzwaring van de belastingdruk terwijl die druk kritieifhitig procent afneemt voor ge- n. overlijden van een echtgenoot jijolgens het COC, een gezamen- cjrmogen van maximaal 700.000 worden vrijgesteld- van suc- ,ijechten. Niet-gehuwde samen- Ie partners vallen echter al de successieheffing, wanneer gezamenlijk vermogen van lan 200.000 gulden hebben, et meerdere worden zij, vol- it COC. bovendien aanzienlijk er belast dan gehuwden. et-gehuwden wordt bovendien door Clsca Dresselhuys WAGENINGEN Boerinnen werken harder dan boeren. De gemiddelde boerin op een veehouderij werkt 77 uur per week, haar man „maar" zeventig. Dat de vrouwen op de boerderij langere werkweken maken dan hun mannen, komt doordat zij een dubbele taak hebben: zij draaien namelijk op voor het hele huishouden en voor een deel van het werk op de boerde rij, terwijl hun mannen alleen maar op het bedrijf werken. Boeren blijken in de huishouding nauwelijks een hand uit te steken. Dat hoeft ook niet, zeggen hun vrouwen, want ze werken immers zo hard! Boerinnen werken gemiddeld onge veer 27 uur per week in het bedrijf, de rest vijftig uur werken ze in de huishouding. Gezien deze fikse werkweken, zou je denken, dat zowel de boerinnen als hun mannen wel een hoge dunk van haar werk zouden hebben, maar niets is minder waar. Het werk van de vrouwen wordt erg ondergewaar deerd, zowel door de mannen als door de boerinnen zelf. Ze praten er voor namelijk over in verkleinwoordjes: ,,Ik help eventjes mee, ik knap wat klusjes op voor m'n man, anders komt hij niet klaar, ik loop wat rond te frunniken in de stal." Toen dertig boerinnen uit verschil lende delen van het land op verzoek van een groep vrouwelijke studenten van de Landbouwhogeschool in Wa- geningen (de zogenaamde Boerinnen- groep) eens een weeklang precies hun werktijden bijhielden, waren ze zelf het meest verbaasd van de lange werkweken, die ze bleken te maken. Dat hadden ze duidelijk niet ver wacht. „Ik heb de eerste dag naar die cijfers zitten kijken en ik dacht: 'dat kan nooit'. Ik had altijd gedacht, dat ik veel minder deed. Je hebt er geen erg in, Je doet het gewoon. Een hele boel dingen reken je niet mee." Na de verbazing, kwam de voldoe ning, dat ze toch heel wat meer blij ken te doen, dan ze zelf, maar ook hun mannen denken. „Wat ik op de boerderij doe, valt me mee. Ik dacht eigenlijk dat het minder was. Ik vind, dat ik toch aardig wat voor mijn man doe." Een vrouw vertelde trots, dat haar man, na het zien van haar werk- lijst, gezegd had, dat ze voorlopig maar niet weg moest lopen, omdat ze toch wel erg veel deed. De drie vrouwen van de Boerinnen- groep, die dit onderzoek gedaan heb ben, Connie Valkhoff, Trudy Loeffen en Maria Litjens vinden het best leuk, dat er zulke duidelijke gegevens uit naar voren kwamen, ook al waarschu wen ze ervoor dat hun gegevens maar van dertig boerinnen afkomstig zijn. Overigens hebben ze wel gezorgd voor een spreiding over het land en een naar leeftijd. Hun onderzoek was eigenlijk een V2n de eerste naai het leven en werken van Nederlandse boerinnen. „Er is altijd van alles onderzocht over boeren, hun werktijden, hun proble men en zo voort. Maar met boerinnen heeft eigenlijk nog nooit iemand zich speciaal beziggehouden; die hingen er maar voor spek en bonen bij. Ook hier in Wageningen is nooit veel aan dacht aan boerinnen geschonken. Toen hier steeds meer meisjes gingen studeren, veranderde dat. In 1978 hebben we naast de bestaande boe rengroep een boerinnengroep opge richt. Met die groep willen we speci aal aandacht gaan besteden aan de positie van de boerin," vertelt Connie Valkhoff. Naast het onderzoek „Achter gaat voor" (waar „achter" staat voor het boerenbedrijf) heeft de Boerinnen- groep onlangs een documentaire film gemaakt over het leven van Neder landse boerinnen. Deze film „Als je met een boer trouwt" wordt op het ogenblik op verscheidene plaatsen in het land op aanvraag vertoond. Vanzelfsprekend Wat de onderzoeksters vooral opviel in hun gesprekken met de boerinnen, was het feit, dat alle vrouwen het vanzelfsprekend vinden, dat zij door hun huwelijk met een boer, ingescha keld worden bij het boerenwerk. En dat terwijl daarover voor het huwe lijk vrijwel nooit gesproken is en het meisje uiteindelijk met de jongen ge trouwd is om hemzelf en niet om het feit, dat hij een boer is. Nu blijken veel boerinnen van afkomst boeren dochters te zijn, zodat ze natuurlijk wel enigszins op de hoogte waren van het leven op een boerderij en ze ook vaak aan him moeders wel gezien hebben, wat het betekent om met een boer te trouwen. „Je weet wat Je te doen staat en waar je voor komt te staan" drukte een van de ondervraagde boerinnen het nuch ter uit. Ook kwamen er vaak opmer kingen als „het is nu eenmaal zo", of „er zit niets anders op". Eén boerin zei: „Ik had altijd gedacht, dat ik niets hoefde te doen op het bedrijf. En dat is ook zo: ik mag meehelpen, het hoeft niet" (maar inmiddels werkt ze per week wel 44 uur mee op het bedrijf en zou het zonder haar hulp beslist niet gaan). Broodnodig Dat hun hulp broodnodig is, beseffen de meeste boerinnen zeer goed. Zij zijn tenslotte degenen, die dagelijks met het geld omgaan en weten dat ze zich beslist geen knecht kunnen per mitteren. Daardoor is er ook nauwe lijks sprake van een keuze van de boerinnen om mee te werken: ze moe ten gewoon, omdat er te veel werk is voor één persoon en te weinig geld voor een betaalde kracht. Wanneer de vrouwen gevraagd werd, waarom ze meewerken op het bedrijf, zeggen ze dan ook allemaal dat het nodig is, doordat er te veel werk is voor hun man alleen. Veel vrouwen fean-l e leeTERDAM (ANP) Het bij de Tweede Kamer ingediende bedo#ntwerp met betrekking tot de wijziging van de succes- in Pift, waarin onder andere de belasting op erfenissen wordt in Saield, is discriminerend voor niet-gehuwde samenwonen- i een in alleenstaanden. Dit is het oordeel van de Nederlandse parnjiiging tot Integratie van Homoseksualiteit COC over het Dntwerp. Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. verlangd dat zij een gemeenschappe lijke huishouding kunnen aantonen van minstens vijf jaar, wat voor ge huwden niet nodig is. Naar het idee van het COC is dat ronduit belache lijk, zeker wanneer men bedenkt dat tegenwoordig een op de vier huwelij ken op een echtscheiding uitloopt. Een ander discriminerend element, dat in het nieuwe wetsontwerp ge handhaafd wordt, betreft, volgens het COC een vrijstelling in het schen kingsrecht. Ouders kunnen kinderen bij hun huwelijk 25.000 gulden schen ken. zonder dat daar belastingen over betaald moet worden. Dergelijke schenkingen kunnen ouders niet doen althans niet zonder belasting plicht aan kinderen, die gaan sa menwonen. zeggen er wel bij, dat ze het werk zelf ook wel leuk vinden. Wat voor werk doen boerinnen eigen lijk op het bedrijf? Het voeren van kalveren en schapen en ander jong vee, melken en schoonmaken van melkapparatuur, koeien voeren, stal schoonmaken, koeien vastzetten, erf schoonmaken, moestuin verzorgen, helpen bij bevallingen van koeien, het zelf afwikkelen van de bevallin gen van schapen, aardappels rooien en knollen plukken. Al dit werk doet de boerin naast haar gewone huls- houden (de meeste boerderijen heb ben vier tot acht kamers om schoon te houden) en de zorg voor het gezin (alle ondervraagde vrouwen hadden tussen de twee en vijf kinderen). Daarnaast zijn er dan nog de zoge naamde „inspring-taken": dat zijn onverwachte dingen, waarbij de vrouw moet helpen. Achter gaat voor Als het gaat om een keuze tussen het werk voor (de huishouding) of hét werk achter (het bedrijf), gaat „ach ter" altijd voor. Als het „achter" druk is, moet „voor" maar blijven liggen. „Als hij roept, dan moet ik komen. Dan is er meestal wel iets aan de hand en dan laat ik maar vallen wat ik vast heb, als het tenminste niet kapot kan vallen." Dat de huishouding alleen al erg veel tijd vraagt, is duidelijk als je de grootte van de huizen en de gezinnen bekijkt. Bovendien vergt bij voor beeld het schoonmaken extra veel tijd, doordat de meeste hulzen oud en bewerkelijk zijn en ze, doordat ze tegen het bedrijf aanliggen, heel gauw weer vuil zijn. Dat „achter" altijd voor gaat, ook in financieel opzicht, vinden de meeste vrouwen wel begrijpelijk, maar toch ergert het hen wel eens. „Van het bedrijf moet je ten slotte leven, dan wacht ik nog wel een jaar tje met m'n nieuwe vloerbedekking" zegt een van de boerinnen. „Het be drijf gaat altijd voor, dat vind ik niet onlogisch, ten slotte moet je ervan leven. In het begin accepteerde ik dat niet zo erg, toen zag ik alles anders. Hij is misschien ook wel veranderd, maar hij vindt huishoudelijke dingen „ergens" maar bijkomstig. Ik moet de was altijd in de kamer drogen, een wasdroger dat vindt hij kolder," zegt een andere boerin. Een ander zegt: „Ik had een paar jaar geleden ge spaard voor een nieuwe vloerbedek king, maar hij moest perse een hooi- kanon hebben. Dus daar ging m'n vloerbedekking, dat verdween in het hooikanon. Als dat altijd voor zou komen, zou ik wel opspelen, hoor. Laatst moest hij een mestverspreider hebben. Toen zei ik: je gaat maar naar de smid en koopt dat ding, maar ik weet dat hij ook droogtrommelS verkoopt, dus dan koop je tegelijker tijd maar een droogtrommel. Want als dat allemaal lijen kan. dan kam het voor mij ook wel eens een keertje lijen." Veel vrije tijd hebben boerinnen ze ker niet. Meestal alleen af en toe een uurtje tussendoor en 's avonds laat en zondags, hoewel dan weer sokken gestopt en versteld wordt. De tijd, die de vrouwen over hebben, is zo ver snipperd over de dag, dat ze er niet veel mee kunnen doen. Daar komt nog bij dat overdag vrij nemen en iets voor jezelf doen eigenlijk niet hoort op een boerderij. „Overdag moet je altijd werken, geen ontspanning. Dat is nou eenmaal gewoon, dat mag niet, dat vinden ze hier gek. Ik zou het wel willen doen, wat fietsen met iemand, maar dat gebeurt hier niet." „Vroeger was ik altijd bang, dat de mensen me hier zouden zien zitten. Maar die tijd heb ik nu gehad. Schei maar uit, ik had de stopkous onder m'n kussen voor als m'n schoonmoeder bin nenkwam." Geen wonder dus dat bijna alle boe rinnen zeiden, graag eens wat meer. tijd voor zichzelf te hebben (Onder zoekster Connie Valkhoff vertelde, dat ze eigenlijk nog nooit een boerin is tegengekomen, die niet overspan nen was geweest). Uit het feit, dat een boerin zo hard meewerkt in het bedrijf en nooit beroerd is, om ook nog eens wat werk van haar man over te nemen, wan neer dat moet, zou je denken te ma gen afleiden, dat de boer op zijn beurt ook wel eens een handje zal meehel pen in de huishouding, bij de afwas of zo. Maar dat is niet waar: boeren doen nauwelijks iets. of niets in het huis-, houden, ook niet wanneer hun vrouw ziek is. „Een boerenman krijg je slecht aan het huishouden, omdat ze dat nooit gedaan hebben. Ergens is het misschien wel verkeerd, maar hij zal nog geen kopje koffie voor zichzelf inschenken." „Hij doet heel weinig, mijn man heeft ook werk zat. Zon dags af en toe eens afdrogen, maar heel weinig," vertelt een boerin, die per week 18 urn langer werkt dan haar man. „Hij doet helemaal niets in het huishouden, dat vind ik jammer. Ook niet met het kind. Toen ik voed de. kwam hij wel eens binnen om te vragen of er al koffie was. Dan ging hij weer weg, iets anders doen en kwam pas weer terug, als ik klaar was met voeden. Dan kon ik koffie zetten." En ten slotte de boerin, die zegt „hij hoeft van mij binnen niets te doen, hij heeft het al zo druk. Dan moet hij maar lekker gaan zitten koffie drin ken," terwijl ze zelf zo'n 90 uur in dë week werkt. Morgen in Trouw een gesprek met een boerin over haar leven en werken. ADVERTENTIE Er zijn allerlei manieren om spierpijn op te lopen. Dat is zó gebeurd. Gelukkig is er ook een voortreffelijke manier om er snel weer vanaf te komen. Inwrijven met Algesal maakt de spieren los en soepel. Algesal brandt niet op de huid, geeft geen vlekken en heeft gelukkig een heel aangenaam parfum. Zorg dat' u altijd een tube in huis hebt. Algesal is uitsluitend verkrijgbaar bij apotheker en drogist. Lees vooraf de gebruiks voorschriften. Algesal als bewegen pijn doet. en, dial tg. Def Meppl geil i ovei keling) er Gei teud: m een] (229 I A. de ft d. Tol •oman. Alphi Een liefdespil. Een ding dat je maar hoeft in te slikken en aller ogen zijn op je gericht. Een klein tabletje, waardoor Je letterlijk onweerstaanbaar wordt voor de andere sekse. Dat zou nog eens wat zijn. En laten we eerlijk we zen: als ze zo'n pil uitvonden, zouden mannen er vast net zo hard om staan te dringen als vrouwen. Alleen: als je volwassen bent en een beetje weet wat er in het leven tot de mogelijkheden en onmogelijkheden behoort, ge loof je niet meer in zulke wonder baarlijkheden. Misschien wel als je nog een romantische tiener bent, de ene dag na de andere hevig verliefd op jan en alleman. Dat heeft de redactie van „Club", maandblad voor jonge meisjes, wel gemerkt. Het blad beloofde zijn lezeressen al die geweldige resultaten als ze „Lovdaline" zouden slikken, een opzienbaren de vinding, natuurlijk uit Ameri ka: „Vijf januari 1970 werd in een laboratorium in Boston een ont dekking gedaan. Professor Weichman ontdekte een stof die 't leven van miljoenen mensen (ook dat van jou!) zou kunnen veranderen: Lovdaline". De aankondiging werd gevolgd door de ongeloofwaardigste „be wijzen": Joan, een Amerikaans journaliste, had tien jaar na de vinding een interview met de prof. Die had zijn ontdekking wel op proefdieren geprobeerd („ze bleken Ineens een enorme aan trekkingskracht uit te oefenen op het andere geslacht") maar zou geweigerd hebben de nieuwe stof op mensen te testen. Joan kreeg een beetje Lovdaline, waarvan ze eerst niet veel merkte. Maar aan de lunch met de prof begon het: „Tijdens het voorgerecht keek hij me langdurig in de ogen. Tij dens het hoofdgerecht nam hij mijn hand in zijn hand en na het toetje probeerde hij me te zoe nen". Diezelfde avond trachtten verscheidene wethouders haar te versieren toen ze de raadsverga dering moest verslaan, en vrien den vochten er om wie haar naar huis mocht brengen. Kort en goed. na Joans artikel over het wondermiddel was Amerika niet meer te houden en werd Lovdali ne de grote rage. „Club" was de eerste die 5000 „Llefdespillen" wist te importeren, en evenveel lezeressen konden er eentje krij gen. Het blad heeft een betaalde oplage van 130.000 exemplaren, zodat het dringen werd. Dat stond allemaal, met een foto van „prof. Weichman" in zijn la boratorium, in het aprilnummer van het blad dat al in de tweede helft van maart bij de abonnees lag. Geïnteresseerden moesten een bon invullen, waarop behalve naam en adres ook hun beweeg redenen en de verwachte resulta ten. Vóór 1 april. Een aprilgrap dus die de lezertjes wel dóór zou den hebben. Dat verwachtte Club althans. Maar het effect van Lovdaline, „absoluut onschul dig" genoemd, bleek minder on schuldig dan bedoeld: ruim 7000 abonnees stuurden de bon com pleet ingevuld terug, waarvan maar een klein aantal de grap had begrepen. „We zijn er van overtuigd dat al die meisjes echt op Lovdaline zitten te wachten", zegt hoofdredactrice Els van Baaren. „Dat hadden we abso luut niet verwacht. Toen er zo'n vijfhonderd serieuze reacties bin nen waren, dachten we de zaak nog te kunnen oplossen door ze allemaal een briefje te sturen met. de mededeling dat het om een mop ging. Maar later bedachten we dat het niet aardig was de inzendsters er zo met hun neus op te drukken dat ze er ingetrapt waren. Waarschijnlijk hebben ze de bon stiekum ingestuurd, en we willen niet dat ze thuis uitgela chen worden. Het waren er intus sen trouwens al veel te veel om persoonlijk te antwoorden." De beste oplossing leek om in het (juist verschenen) meinummer op de zaak terug te komen. On der de kop „Lovdaline, een bitte re pil" schrijft de redactie: „Wij geven het eerlijk toe: we hadden nooit gedacht dat zoveel Club lezeressen ons bericht over de Lovdaline-pil serieus zouden ne men. Wij hadden er toch zo dui delijk het woord „1 april" in ge zet. Maar ja. Er zijn een heleboel meisjes die ons op ons woord hebben geloofd en die zitten nu met de teleurstelling dat ze het zonder die wonderpil moeten stellen. Want Lovdaline is een fantasieprodukt, bedacht door de redactie. Gewoon als april grap. En dat is geen leuk nieuws als je denkt dat deze pil je proble men voor je zal kunnen oplossen Sorry, zo hebben we het niet be doeld." De redactie van het blad is nu bezig de lawine van reacties op de bonnen te selecteren. „Som mige uitspraken zijn heel boei end", zegt mevrou Van Baaren. „Ze hebben soms veel weg van een noodkreet. Misschien gaan we er een brochure van samen stellen, in de geest van: hoe onge lukkig zijn onze tieners?" „Haar haar zit zo stijf', schreef een eersteklassertje van de Co- meniusschool in Zeist op, toen de kinderen gevraagd werd hoe ze de nieuwe koningin vonden. De Rotterdamse kapper John Postmus die al heel wat ontwer pen van modekapsels op zijn naam heeft, is het daar voor hon derd procent mee eens. Er kan veel meer van prinses Beatrix' haar gemaakt worden, vindt hij: „Wat dat betreft blijft ze beslist achter bij haar zusters, vooral bij Irene, die is erg modieus. Mijn klanten vinden dat trou wens ook; iedereen zegt dat het tijd wordt dat ze eens iets anders probeert." En wat zou Beatrix dan met haar kapsel moeten doen? Daar heeft de kapper zo zijn eigen gedachten over die hij op papier zette ook. Eerst bestu deerde hij honderden foto's van baar in allerlei bladen, want het nieuwe kapsel moet aangepast zijn aan het karakter en het voorkomen van de prinses. En, zegt hij, je moet natuurlijk reke ning houden met de waardigheid van een vorstin; voor de eerste vrouw van het land kun je geen wilde kapsels maken. Drie ont werpen maakte hij, waar we er twee afdrukken. Plus. ter verge lijking, een foto (uit 1966) van prinses Beatrix zoals iedereen haar en haar haar het beste kent. En nu maar hopen dat ze Trouw vandaag onder ogen krijgt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 5