Groei nodig voor de derde wereld
van een lezer
rouw
vlaggen volgens de richtlijnen
Commentaar
Helijk erkend
vreemdeling in onze poorten
Minister De Koning: armoedebestrijding niet vergeten
I.ONZE GROOTSTE V'JANDEN
ii
afscheid
vrije tijd
dagje koningin
IDAG 11 APRIL 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
5
I^Juurlijk zijn wij blij en ingeno-
^|n met de uitspraak van de Am-
\Adamse rechter in het kort ge-
dat de Voorburgse volleybal-
liging Corbulo tegen ons had
ipannen. Blij, omdat de uit-
ik uiteraard een zekere per-
ilijke voldoening geeft, maar
mal ook omdat de rechter ons
jk heeft erkend op grond van
i ons aangevoerde princi-
journalistieke overwegingen.
:ite heeft de rechter nu erkend,
'rouw gelijk heeft met zijn al
uitgedragen en in de prak-
van de sportverslaggeving toe-
ite stelling, dat persvrij-
ook inhoudt dat journalisten
voetstoots verplicht kunnen
m een gekochte naam uit en
naar buiten te brengen en dat
laai slechts tot een groter eer
•rie van de geldgever,
hijnlijk gaat het om een
iteit, maar dat is schijn die
it in d r'e^t' s'v"'creclame 's een
istig en langs nauwelijks zicht-
e paden gaand euvel en de
nkere rijvers ervan zijn in de praktijk
m vervelend en irriterend als de
JjJ! isen die 's nachts met verf
de geesten en spuitbussen langs de
manleiten gaan om met hun teksten
rsoonl ncdedelingen het milieu en het
tzelde te vervuilen nog af-
jen van alle andere overlast,
elling redactie van Trouvr heeft van
tot dbe8'n van de opkomst van de
kunst eredame in de sport om een
rtal te noemen: dat was in 1969
geweigerd om passief mee te
ral di^0 °P een stroorn die door
sloopt eren (en belanghebbenden) in
nte voeging was gezet. Trouw deed
toto'! eerst als eenling, maar later is
ikkig een belangrijk deel van
iet Is Nederlandse pers gevolgd. Ook
a bellij radio en televisie het besef
rass^kroeid dat in feite de sponsors
end, z*
te spannen, deze dwingen de
eur tel te overtreden (want de om-
Herefcwet verbiedt nadrukkelijk re
in de gewone uitzendingen).
Dat standpunt is de redactie van
Trouw niet altijd in dank afgeno
men en soms was er van de kant
van de zakelijk belanghebbende
sponsors duidelijk sprake van
intimidatie. Eindelijk werd er
veertien dagen geleden een daad
gesteld door het aanspannen van
een kort geding tegen onze krant;
een geding dat wij geen ogenblik
ontlopen of gevreesd hebben, om
dat in de loop van de jaren onze
overtuiging op dit punt behoorlijk
gehard was, maar vooral ook om
dat wij ons in de praktijk van de
berichtgeving steeds konden voe
gen naar de regels die de georgani
seerde pers- en sportorganisaties
voor deze kwestie hadden ont
worpen.
Bij en rondom het kort geding is
het wel eens voorgesteld of de
redactie v«.n Trouw bezig was met
een don quichotterige solo-actie,
maar in feite was het precies omge
keerd. In de praktijk van de afge
lopen tien jaar zijn er langzamer
hand regels voor deze kwestie ont
staan en Trouw heeft niet alleen
hartelijk meegeholpen die regels te
ontwerpen, maar zich in de prak
tijk daar ook steeds aan gehouden.
Dat heeft de rechter gisteren er
kend en daarmee heeft hij duide
lijkheid geschapen, waarmee naai
onze mening de pers en de georga
niseerde sport alleen maar gebaai
zijn.
Om nog even persoonlijk te eindi
gen. De redactie van Trouw heeft
een beetje tegen haar zin, maar
toch beslist niet mét tegenzin
door dit kort geding naar buiten
moeten brengen, dat wij geen bin
dingen hebben met wie dan ook en
dat wij evenmin verbindingen wen
sen te hebben, die ons door ande
ren worden opgelegd. Wij streven
in onze berichtgeving onafhanke
lijkheid na. Dat de rechter heeft
geoordeeld dat wij ons daarmee op
het goede pad bevinden, stemt ons
tot voldoening.
iude
6 "Vei
4i stompzinnig. Dat karakte-
past naar onze mening bij
ïf standpunt van het ministerie
0 buitenlandse zaken om de
iferdamse rabbijn David Li-
al niet te ont/angen. De heer
thai wilde ab voorganger van
j liberaal-joodie gemeente in
terdam (en caarmee als verte-
xdiger vzp een groot deel
de joodse gemeenschap in de
fdstad) spreken over de ont-
gst van de TLO-vertegenwoor-
:r Sartawi cp het ministerie van
enlandse ziken door mr N. van
één vai de topambtenaren
dat miniiterie.
formele argument waarmee
ministère hem afpoeierde, is
veel a' te dingen. De heer
inthal teeft de Zweedse natio-
teit en het is buitenlanders in
land formeel niet toegestaan
met ie binnenlandse politiek
ons hnd bezig te houden (en
yaar maken tegen de Neder-
se toenaderingspogingen tot
'LOmag inderdaad ais zodanig
n aangeduid),
dat is een zeer formeel stand-
cat alleen maar hanteerbaar
cfe steriele omgeving waarin
riandse zaken (als het haar
iste uitkomt) politiek denkt
ten bedrijven. Ten aanzien
heer Liliënthal zijn nog wel
andere overwegingen aan te
Ten eerste zou het niet zo
zijn als ook een ambtenaar
litenlandse zaken zich eerst
Jan de Koning heeft het niet gemakke
lijk, hoewel je dat aan de onverstoorbare
minister voor ontwikkelingssamenwer
king niet af zult zien. Zijn voorganger
Jan Pronk spreekt van De Konings „goe
de wil, hij heeft het hart op de goede
plaats en is niet eens zo'n slecht politi
cus", maar kraakt de „ongeïnspireerde"
Nederlandse houding ten aanzien van de
ontwikkelingssamenwerking af.
Ook uit geestverwante hoek is de CDA-
bewindsman kritiek niet bespaard geble
ven. De ARJOS verwijt hem nu economi
sche groei hier niet meer te „verkopen"
is deze te willen „slijten" aan ontwikke
lingslanden, terwijl te weinig aandacht
wordt besteed aan armoedebestrijding
in de derde wereld.
Het CNV verbaast zich over „het ver
trouwen van de minister inzake het gun
stige effect van de particuliere expansie
van Nederlandse ondernemingen in ont
wikkelingslanden". En de Raad van Ker
ken verwijt De Koning dat hij bij het
bespreken van de macro-economische re
laties in de wereld vergeet wat de effec
ten zijn voor de allerarmsten binnen
ontwikkelingslanden. De internationale
structuren, aldus de Raad van Kerken,
zijn mede oorzaak van de toenemende
onrechtvaardigheid binnen ontwikke
lingslanden. De kritiek balde zich samen
op de structuurnota „Ontwikkelingssa
menwerking in weretdeconomisch per
spectief', die minister De Koning een
half jaar geleden publiceerde.
door Nico Kussendrager en Wlm Wlrtz
DEN HAAG „Of de kritiek op mijn beleid feller is gewor
den, betwijfel ik," zegt minister Jan de Koning (Ontwikke
lingssamenwerking). „Ik ben politiek minder uitgesproken
dan mijn voorganger Pronk, maar ik houd staande dat de
hoofdlijnen van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid over
eind zijn gebleven. De houding ten aanzien van ontwikke
lingshulp en de houding in internationale onderhandelingen
is niet wezenlijk veranderd."
Twee punten van kritiek lopen als
een rode draad door het gesprek: het
belang dat de bewindsman hecht aan
economische groei voor ontwikkeling
van de derde wereld, waarbij hij vol
gens de criticasters te weinig oog zou
hebben voor armoedebestrijding, en
zijn kennelijk vertrouwen ln het be
drijfsleven en de rol die dat speelt ln
het ontwikkelingsproces.
De Koning stelt vast dat economi
sche groei ln de derde wereld alléén
geen enkele zekerheid biedt voor een
ontwikkeling die aan alle bevolkings
groepen ten goede komt. Maar: „Wat
wij Internationaal .kunnen doen is
desondanks het belang van economi
sche groei benadrukken. In het bila
terale overleg tussen donorlanden
en landen die ontwikkelingshulp ont
vangen; red. kan dan de nadruk
worden gelegd op het belang van ver
deling binnen ontwikkelingslanden.
In mijn structuurnota ligt de nadruk
op die macro-economische structuur.
Het ls één spoor, clat Je niet zelfstan
dig moet zien. Het andere spoor, dat
lk zeker niet vergeet, ls de directe
armoedebestrijding.
De minister haalt de Venezolaanse
ontwlkkelingsdeskundlge Perez
Ouerrerro aan, die De Koning on
langs na een rede voor de VN voor
hield dat bevrediging van basisbe
hoeften onderwijs, gezondheid
zorg, hulsvesting, voeding geen
voorwaarde is voor ontwikkeling van
de derde wereld. De westerse landen,
aldus de Venezolaan, zijn er voor ver
antwoordelijk dat de ontwikkelings
landen kansen krijgen ln de werelde
conomie. Die landen zélf maken wel
uit op welke wijze zij zich ontplooien.
„Dat," aldus De Koning, „geeft glas
helder het verschil van mening weer."
'Voorzichtigheid'
De Koning maant tot „voorzichtig
heid" wat betreft het willen beïnvloe
den van het binnenlandse beleid van
ontwikkelingslanden. „WIJ hebben de
meeste boter op ons hoofd. De ont
wikkelingslanden zijn erg zuinig op
hun pas verworven soevereiniteit, die
voor hen Iets heel anders ls dan onze
vanzelfsprekende zelfstandigheid."
Tijdens de laatste VN-conferentie
over handel en ontwikkeling (Unctad)
was Nederland voorstander van het
Instellen van een groep deskundigen
die het beleid van zowel ontwlkke-
lings- als ontwikkelde landen zou
moeten beoordelen, zonder dat dit
orgaan overigens maatregelen zou
kunnen nemen. „Ik meen," zegt mi
nister De Koning, „dat een dergelijke
Internationale beoordeling een be
langrijke stap kan zijn om tot veran
deringen te komen."
„Deze wereld ls nog steeds een Jungle,
waar het recht van de sterkste geldt.
Onze nationale economie daarente
gen heeft de hoofdtrekken van de
merclële contacten te gaan zitten
Maar Je hebt wel de mogelijkheid om
voor bedrijven (en dan heb lk het met
name over multinationals) gedragsre
gels af te spreken in EO- en in OESO-
verband."
De Koning noemt het overleg dat hij
heeft met de zuivelindustrie over
melkpoeder (gebruik daarvan is vaak
nadelig voor gezondheid van arme
mensen ln de derde wereld)
De bewindsman pleit voor een ge
dragscode voor multinationals die
„zo verplichtend mogelijk" moet zijn.
.Jk heb daarnaast vertrouwen ln de
morele druk die ztd uitgaan van een
orgaan dat het werk van de multi
nationals beoordeelt."
Ondernemers doen doorgaans wat
des ondernemers is: winst maken en
het bedrijf veilig stellen. Je kunt hen
niet eens kwalijk nemen dat ze weinig
of geen rekening houden met de be
langen van ontwikkelingslanden
'Kortzichtig'
markteconomie, met een groot aantal
correcties (van studiekostenfinancie
ring tot een ziekteverzekering en ou
dedagsvoorziening)."
Iets dergelijks staat de bewindsman
voor ontwikkelingssamenwerking
ook Internationaal voor ogen. Hij
spreekt van noodzakelijke „verande
ringen ln de bestaande internationale
economische orde, in plaats van een
totaal andere orde", zoals veel ont
wikkelingslanden voor ogen zweeft.
even afvroeg waarom de Amster
damse joodse gemeente haar voor
ganger uit het buitenland moet
halen. Ten tweede: de heer Li
liënthal woont al negen jaar in ons
land en hij heeft daarbij steeds
blijk gegeven belangen voor te
staan en te willen behartigen,
waarvoor geen Nederlander zich
zou hoeven te schamen als zoiets
van hem werd gevraagd.
Maar afgezien van deze op de
persoon van de heer Liliënthal toe-
gespitse overwegingen: er is in de
afgelopen jaren in Nederland dui
delijk sprake van een tegengesteld
beleid als waarop buitenlandse za
ken zich nu uitsluitend om zich
zelf te dekken beroept. Het
beleid van de Nederlandse regerin
gen van de afgelopen tien, vijftien
jaar is er juist op gericht geweest
de deelneming van de vreemdelin
gen in onze poorten aan de politiek
te bevorderen. We zijn er zelfs al
serieus mee bezig om buitenlan
ders die hier geruime tijd zijn
(zoals de heer Liliënthal) stem
recht voor de gemeenteraden te
geven. Als dan nu opeens zo'n
buitenlander als vertegenwoordi
ger van een groep Nederlanders
naar buiten treedt, blijkt de over
heid bij monde van één van haar
topambtenaren te menen een
„niet thuis" te mogen afgeven.
Het is bot en stompzinnig van die
man; naar ons eigen persoonlijk
gevoelen is het voor Nederlanders
iets om je over te schamen.
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat. sturen aan Trouw, jury politieke
prent, postbus 859. 1000 AW Amster
dam. Naam en adres aan de achterzijde
vermelden Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon
VADER EN ZOON KHOMEINI
De Koning: enige minister voor ontwikkelingssamenwerking die
naar huis kan worden gestuurd omdat hij te weinig doet.
„De oude orde biedt de aanknopings
punten," aldus De Koning.
De Nationale adviesraad voor ont
wikkelingssamenwerking (NAR)
heeft voorlopig zijn oordeel over het
belang van het vrije marktmechanis
me voor het ontwikkelingsproces op
geschort. De Koning daarover: „Een
commandostructuur met een bin
dend karakter, een plan-economie
voor de hele wereld, wil niemand.
Daarom moet Je de negatieve kanten
van het vrije marktmechanisme om
zetten ln positieve. Bij voorbeeld
door het opzetten van een grondstof
fenfonds (evenwichtiger Inkomsten
voor ontwikkelingslanden, red.), ver
ruiming van de handelsmogelijkhe
den, een regeling van het zeerecht,
afspraken over ontwikkelingshulp en
de schulden van ontwikkelingslan
den." „Op die manier kun je de derde
wereld tegemoet komen."
Bedrijfsleven
De kritiek dat hij erg veel oog heeft
voor het bedrijfsleven noemt de mi
nister aanvankelijk een „onderge
schikt punt" Hij wijst op de honderd
miljoen gulden die is uitgetrokken
voor verkopen van bedrijven die in
het belang zijn van ontwikkelingslan
den. Eind 1979 was van dat geld nog
geen cent besteed, maar nu is. aldus
De Koning, de honderd miljoen vrij
wel vol met „heel behoorlijke trans
acties" Als voorbeelden noemt hij
een zuiger voor Egypte, een oplei
dingsschip voor de visserij In Mexico,
kranen voor de haven Bombay. Zeker
de helft van de aanvragen van het
bedrijfsleven ls afgewezen, omdat de
verkopen waarvoor ondersteuning
werd gevraagd niet „ontwikkelings
gericht" waren.
Voordeel van de „pot' van honderd
miljoen is. aldus De Koning, dat „ex
portbelangen nu tot dat bedrag gelo
kaliseerd blijven"
Doorpratend over de rol van de on
dernemingen blijkt dat hij mogelijk
wat „makkelijker praafover het be
drijfsleven dan zijn voorganger
De Konings structuurnota schrijft
aan de overheid een beperkte rol toe
ten aanzien van de activiteiten van
het bedrijfsleven „De overheid
heeft," aldus de minister voor ontwik
kelingssamenwerking. „maar beperk
te mogelijkheden om tussenbeide te
komen in de relaties tussen bedrijven
en ontwikkelingslanden. Het zou erg
onverstandig zijn om tussen meer
dan vijftig miljard gulden aan com-
De Koning noemt een dergelijk ge
drag „kortzichtig. Het straft zichzelf
Als je met een bedrijf grote schade
aanricht aan het milieu in een ont
wikkelingsland. dan hoef je er niet op
te rekenen dat Je daar snel terug kunt
komen."
Maar bedrijven kunnen bij voorbeeld
werkgelegenheid in een ontwikke
lingsland schaden (textielindustrie
vernietigt hulsnijverheid van thuis
werkers) zonder dat daarmee hun
continuïteit wordt aangetast. Er zijn
wat dat betreft tal van voorbeelden
aan te voeren. Desondanks blijft het
vertrouwen van de minister in het
bedrijfsleven kennelijk overeind
„Niet een persoonlijk vertrouwen
zonder meer. Daarvoor ken ik de we
reld goed genoeg. Wel het vertrouwen
dat ondernemers op langer zicht ln
eigen voordeel, en diis ook ln dat van
de ontwikkelingslanden zullen han
delen
Dat gezamenlijk belang van ontwik
kelde- en ontwikkelingslanden (inter
dependentie) klinkt voortdurend tij
dens het internationale overleg over
ontwikkelingssamenwerking. Maar
het blijft beperkt tot een paar landen
die roepen in de woestijn. De Verenig
de Staten. Oroot-Brittannlé en West
Duitsland bij voorbeeld, laten zich
weinig gelegen liggen aan de gedach
tengang dat meer hulp en meer han
delsmogelijkheden voor de derde we
reld meer afzetmogelijkheden voor
westerse bedrijven inhoudt, en daar
door mogelijkerwijs een opleving van
de economie. „Juist daarom moeten
we die .inter-dependentie' signalen
blijven geven," zegt De Koning
„Maar vergis je niet: internationale
handel is van slechts zeer geringe
betekenis voor de Amerikaanse eco
nomie. Bovendien slaat een ontwik
kelingssamenwerking daar bij de kie
zers nauwelijks aan."
Dat is in Nederland wel anders. De
Koning: „Ik zeg wel eens tegen de
buitenlandse collega's dat lk de enige
minister ben op mijn gebied die kan
worden weggestuurd omdat hij te
weinig doet"
De Joegoslavische toponderhande
laar Midodrag Cabric zei onlangs dat
de invloed van Nederland in de derde
wereld is afgenomen, terwijl ons land
veel minder actief is bij Internationa
le onderhandelingen. .Als de rest van
de rijke landen niet meedoet heeft
het weinig zin Je luidruchtig te pre
senteren." aldus De Koning. In het
verleden meer dan op het ogenblik
heeft Nederland geprobeerd met ge
lijkgezinde landen (Scandinavië. Bel
gië. Canada, iets te bereiken in het
Noord-zuid-overleg. „Het gelijkgezin
dengesprek." aldus De Koning, „ver
loopt niet slecht, maar we hebben
minder de neiging ons met veel pre
tenties te laten horen We zitten niet
op een punt buiten in het heelal van
waaruit we de wereld uit z'n voegen
kunnen tillen."
Er mag de laatste Jaren dan erg
weinig worden gevlagd, reken
maar dat heel wat Nederlanders
ter gelegenheid van de dertigste
april een vlag hebben aange
schaft Maar weten ze ook alle
maal wat er mee te doen? Uithan
gen natuurlijk, maar hoe?
Het lijkt zo simpel: vlag aan de
stok, even hijsen en klaar. Maar
er bestaan zelfs voorschriften
voor. Een vlag moet een afmeting
van twee bij drie meter hebben,
in elk geval lets in die verhou
ding. Kleiner mag dus wel, maar
niet bij voorbeeld vierkant. Dat
een vlag, ook halfstok, niet over
de grond moet slepen, is logisch.
Een versierinkje op het rood-wlt-
blauw ls niet toegestaan behal
ve met uitdrukkelijke toestem
ming van de Koningin, maar wie
zal haar daarom vragen? en
een nachtje over laten wapperen
mag evenmin; alle vlaggen moe
ten bij zonsondergang binnen
worden gehaald.
We weten dit dank zij Shipmate
Vlag in VIaardingen, een bedrijf
dat bijna een halve eeuw binnen-
en buitenlandse vlaggen, wim
pels en vaandels maakt, en nu
een herdruk van de „richtlijnen
voor het Juiste gebruik van de
Nederlandse vlag" heeft uitgege
ven. Uit die richtlijnen citeren
we: „Een vlag die versleten ls.
scheuren vertoont, ln hevige
mate ls verkleurd of zodanig vuil
geworden ls dat behoorlijk reini
gen niet meer mogelijk ls, mag
'nimmer worden uitgehangen,
noch voor andere doeleinden
worden gebruikt, maar moet op
onopvallende wijze worden ver
brand." Weg dus met die stokou-
we vlag, geen t-shlrtje van maken
en niet voor de deur verbranden.
Nog Iets: „Het bezigen van de
vlag voor louter verslering moet
worden beschouwd als een ern
stig gebrek aan eerbied voor ons
hoogste nationale symbool."
Vlaggedoek gebruiken voor dra
perieën mag overigens weer wèl,
'hoewel dat toch ook louter ver
slering ls.
Er bestaat nog een wimpel ook.
Die mag er niet altijd bij, maar
alleen als het gaat om: de ope
ning van de Sta ten-Oeneraal; be
zoeken van leden van het Ko
ninklijk Huls; koninklijke of
prinselijke verjaardagen (als die
op zondag vallen, mag 't ook nog
op maandag), de herdenking van
het „8tatuut van het Konink
rijk" (15 december). In het alge
meen mag de wimpel worden ge
bruikt om daarmee de twee-een
heid van het koninkrijk en het
Oranjehuls tot uitdrukking te
brengen. Ook op bevrijdingsdag
dus? Mis. De verbondenheid met
Oranje schijnt niets met de be
vrijding te maken te hebben,
want dan mag wel de vlag, maar
niet de wimpel uit, evenmin als
op andere nationale feest- en her
denkingsdagen, gemeentelijke
eeuwfeesten of bezoeken van
vreemde staatshoofden, hoe be
vriend ook.
Oaat de vlag halfstok, dan komt
de wimpel er net zo min aan te
pas. en ook voor het halfstok
hijsen bestaan richtlijnen: „Eerst
wordt de vlag vol gehesen, daar
na wordt zij langzaam en statig
neergehaald, totdat het midden
van de broeking op de helft van
de normale hoogte is gekomen.
Vervolgens wordt de vlaggelljn
vastgemaakt Bij het neerhalen
van een halfstok gehesen vlag
wordt de vlag eerst langzaam en
statig vol gehesen en daarna op
dezelfde wijze neergehaald. BIJ
halfstok vlaggen moet de vlag
vrij kunnen uitwaaien, alleen
wanneer de vlag het verkeer hin
dert mag de vlag licht worden
opgebonden."
Door onbekendheid, aldus de
brochure, wordt onze vlag veelal
verkeerd gebruikt Vandaar deze
richtlijnen. Ingewikkeld? Ver
geet dan niet dat het maar richt
lijnen zijn en geen wetten. Wie
het fout doet, gaat heus niet de
gevangenis ln.
De Oranjeverenigingen hebben
het extra druk dit Jaar: op konin
ginnedag ook nog de troonsover-
dracht en op 5 mei een lustrum-
herdenking, de 35ste bevrijdings
dag. En als klap op de vuurpijl
volgt dan nog op 31 mei het laat
ste défilé voor de aftredende Ko
ningin. Moeilijk krijgen ze het
ook, te zien aan de „Oranjevaan",
het orgaan van de christelijke
bond van Oranjeverenigingen die
bovendien deze maand zelf ze-
•ventlg Jaar bestaat.
De moeilijkheid zit 'm vooral ln
de 30ste april. De televisie geeft
tussen de uitzendingen van de
verschillende plechtigheden, van
de ochtend tot de late avond,
maar een paar uur respijt, dus ln
die luttele uren moeten de feeste
lijkheden ln dorpen, wijken en
straten gepropt worden. De
..Oranjevaan" raadt de bestuur
ders van de organisaties dan ook
aan de volgende mogelijkheden
tot het uiterste te benutten om
niet met de tv. ln de knoop te
raken: „een aubade, des morgens
voor half tien; kinderspelen tus
sen elf en twee uur; een avond
programma vanaf zes uur. zeker
als u op uw feestterrein televisie
toestellen plaatst, waarop het pu
bliek een blik kan werpen om
toch de feestelijkheden te Am
sterdam (waarbij mogelijkerwijs
ook af en toe een beeld van de
nieuwe koningin) niet helemaal
te missen"
Het orgaan eindigt met een op
roep van bondsvoorzitter ds C. M
Oraafstal: „Als u op 30 april niet
gebonden bent aan de festivitei
ten ln uw eigen omgeving, kom
dan naar Amsterdam! Laat de
sfeer op de Dam niet bepaald
worden door actiegroepen en rad
draaiers Integendeel een zee
van enthousiaste OranjegezIn
den be leve in werkelijkheid en
niet vla de buis de unieke sfeer
van een inhuldiging in Nederland
en tone op 's lands meest centra
le plein aan de nieuwe Koningin,
aan eigen vla t v. toekijkend volk
en aan de wereld hoezeer de
gloed van warmte en toewijding
Nederland en Oranje samen
bindt!"
2C Prof v. d. Leeuw-mavo. Am
sterdam)
Het ls een hele tijd dat u de troon
heeft bezeten. Nu bijna 31 Jaar
waakt u over Nederland. U heeft
ons land voorlopig als beste ko
ningln bestuurd. Nu werd u wel
geholpen door de ministers en de
le en 2e kamer en de minister
president. maar u deed het mees
te in uw eentje. Ik hoop dat u uw
dochter goed heeft voorbereid
(M. P.. zelfde mavoklas).
Ze kan nu uitslapen en hoeft niet
meer om 7 uur op te staan (Wal
ter, derde klas Comeniusschool.
Zeist).
Ze gaat nu altreden en dan wordt
ze gewoon Oma Juliana (Linda
uit dezelfde klas).
Scholleren hebben opnieuw hal
ve en hele schoolkranten volge
schreven over de troonswisseling.
Met de nieuwe koningin weten de
meesten nog niet goed raad. met
de „oude", koningin Juliana, des
te beter. Onder de hartelijke
woorden die zij de Koningin toe
voegen. vonden we deze
Ik denk dat Juliana het wel moei
lijk vond om het tegen het volk te
zeggen, want ze zag er slecht uit,
vond ik (Esther, klas 0 Livlngsto
neschool. Gouda)
ZIJ was een vrouw die ook altijd
van een loUetJe hield (M. B klas
Waar kan de Koningin na haar
aftreden haar vrije tijd mee vul
len? Klas 4 van de Comenius
school weet het
Oaat u eens naar de Veluwe
Daar zijn prachtige bossen om in
te wandelen (Annemarie)
Ga uw geld tellen, dat is ook leuk
(Annette)
Koningin als u zich verveelt gaat
u dan stickers verzamelen. Als u
nog geen stickers heeft, gaat u
maar langs de straten en vraag
aan de winkeliers of ze stickers
hebben (Sabine)
Een douche nemen, zwemmen
(Hans).
Op de borrel komen bij Elles en
Saskia
Wat zouden kinderen doen als ze
zelf koningin of koning waren?
Klas 1 van de Comeniusschool
aan het woord:
Dan zou ik de hele dag onder
dikke dekens liggen en fruit eten
(Tim).
Dan kocht ik een BMW en een
palels (Bas).
Dan zou lk op een gouden stoel
willen zitten (Ohislaine)
Dan zou lk de hele dag in de
koets zitten en taart eten
(HJalmar)
Dan zou lk altijd op de bok willen
zitten (Koen)
Dan zou ik ln een heel mooi pa
leis wonen en ik wil een dochter
en een zoon hebben (Marlies)
Dan zou lk het aan mijn zoontje
overlaten (Barend)